Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Paternotte over de uitlatingen van de woordvoerder van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken
Vragen van het lid Paternotte (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de uitlatingen van de woordvoerder van het Russische Ministerie van Buitenlandse Zaken (ingezonden 22 maart 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van
Justitie en Veiligheid (ontvangen 27 mei 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2023–2024, nr. 1537.
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraken van Maria Zakharova, woordvoerder van het Russische
Ministerie van Buitenlandse Zaken, waarin ze de civiele Europese Unie (EU)-missie
aan de Armeens-Azeri grens beschuldigt van spionage-activiteiten gericht op Rusland,
Azerbeidzjan en Iran?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de dreigementen vanuit Moskou richting deze noodzakelijke civiele
missie in de regio en de persoonlijke veiligheid van de aanwezige waarnemers tegen
het licht van deze volledig ongegronde beschuldigingen?
Antwoord 2
De EU Missie Armenië (EUMA) is een civiele en ongewapende missie die patrouilles uitvoert
ten behoeve van onpartijdige en onafhankelijke observatie aan de Armeense zijde van
de grens tussen Armenië en Azerbeidzjan ter ondersteuning van de bredere EU inzet
gericht op het vergroten van stabiliteit, veiligheid en toenadering tussen beide landen
richting een eventuele vredesovereenkomst. De onpartijdige observatie door deze missie
over ontwikkelingen aan de grens tussen Armenië en Azerbeidzjan kan helpen bij het
ontkrachten van geruchten en desinformatie of juist het verifiëren van informatie.
De stelling dat het missiepersoneel van EUMA spionageactiviteiten uitvoert is pertinent
onjuist en heeft als vermoedelijk doel het aanwakkeren van spanningen en het ondermijnen
van de geloofwaardigheid van EUMA en de EU als geheel. De uitspraken van de woordvoerder
van het Russische Ministerie van Buitenlandse Zaken verwerp ik daarom ten zeerste.
Ze passen naadloos in de niet aflatende Russische desinformatiecampagne die de toenadering
tussen Armenië en Azerbeidzjan bemoeilijkt.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoeveel Nederlanders deel uitmaken van deze missie?
Antwoord 3
Op dit moment draagt Nederland met zes civiele en politie experts bij aan EUMA.
Vraag 4
Hoe gaat u zich, samen met uw Europese ambtsgenoten, inspannen voor de waarborging
van veiligheid van EU-onderdanen die onderdeel zijn van deze civiele missie aan de
grens?
Antwoord 4
Er zijn goede afspraken gemaakt tussen de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO),
de missieleiding, de Europese lidstaten, de uitzendende nationale instanties en gastland
Armenië over het waarborgen van de veiligheid van missiepersoneel. Patrouilles naar
gebieden met een sterke militaire aanwezigheid worden in de regel reeds met gewapende
begeleiding door het Armeense leger of Armeense grensbewakers uitgevoerd. Los daarvan
spant het kabinet zich – mede via het EU Politiek en Veiligheidscomité (PSC) – doorlopend
in voor de veiligheid van missiepersoneel. Indien aanleiding bestaat tot heroverweging
van het geldende veiligheidsregime ligt de primaire verantwoordelijkheid bij de missie
zelf. Vanzelfsprekend zet Nederland zich in een dergelijk geval in om eventueel benodigde
additionele maatregelen mogelijk te maken. Dat gebeurt altijd in nauw overleg met
andere EU-lidstaten, EDEO, de missieleiding en via de laatste twee ook met gastland
Armenië.
Vraag 5
Bent u bereid om in dat kader te pleiten voor gewapende beveiliging van deze waarnemers
nu Rusland via officiële kanalen heeft gewaarschuwd dat de activiteiten van deze civiele
missie grote gevolgen zouden kunnen hebben voor de regio als ze niet worden tegengehouden?
Antwoord 5
EUMA maakt een risico-inschatting voor iedere geplande patrouille op basis van het
type patrouille en de (veiligheids)context per gebied. De «human security» patrouilles in dorpen in de grensregio’s worden in de regel zonder gewapende beveiliging
uitgevoerd. Patrouilles naar gebieden met een sterke militaire aanwezigheid worden
in de regel reeds met gewapende begeleiding door het Armeense leger of Armeense grensbewakers
uitgevoerd. EUMA beoordeelt continu of de risico-inschattingen moeten worden aangepast
en of aanvullende beveiligingsmaatregelen nodig zijn. Indien de missieleiding het
nodig acht, zal Nederland zich uiteraard mede inspannen om eventueel benodigde additionele
maatregelen mogelijk te maken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.