Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Meijeren over het onderzoek naar georganiseerd sadistisch misbruik van minderjarigen
Vragen van het lid Van Meijeren (FVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het onderzoek naar georganiseerd sadistisch misbruik van minderjarigen (ingezonden 19 maart 2024).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 23 mei
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1456.
Vraag 1
Herinnert u zich het commissiedebat Seksueel geweld en kindermisbruik van 6 maart
2024? Kunt u zich vinden in het (concept)verslag van deze vergadering?1 Staat u nog steeds achter alle uitspraken die u tijdens dit debat heeft gedaan?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de wijze waarop de commissie Georganiseerd Sadistisch Misbruik van
Minderjarigen is ingesteld?2 Hoe beoordeelt u het feit dat het onderzoek niet onafhankelijk van het Ministerie
van Justitie en Veiligheid heeft plaatsgevonden, in het licht van het feit dat onder
anderen topambtenaren van dit ministerie betrokken zouden zijn bij netwerken die zich
schuldig maken aan deze vorm van misbruik?
Antwoord 2
Uw Kamer is zowel over de beweegredenen om de opdracht aan een onafhankelijke commissie
te verstrekken, als over de instelling van de commissie uitvoerig geïnformeerd3. De commissie, haar onderzoeksprotocol4, de werkwijze en de voortgang van het onderzoek zijn sindsdien regelmatig onderwerp
van debat met uw Kamer geweest.
Op 15 december 2021 is de tussenrapportage van de commissie aan uw Kamer toegezonden
waarin, op verzoek van uw Kamer, nadere werkafspraken zijn vervat5. Op 29 maart 2022 zond ik uw Kamer de beantwoording van de door uw Kamer gestelde
vragen in het schriftelijk overleg zeden op 24 februari 20226. Hierin zijn bovenstaande vragen reeds meermalen beantwoord.
Vraag 3 en 4
Bent u bekend met het artikel dat in 2015 werd gepubliceerd in Het Parool waarin hoogleraar
Forensische psychiatrie en psychologie Jan Hendriks pleit voor het beschikbaar stellen
van gemanipuleerde kinderporno, onder andere zodat pedofielen zich meer geaccepteerd
zouden voelen?7
Hoe beoordeelt u het feit dat een persoon die dergelijke omstreden uitspraken doet,
is aangesteld als voorzitter van de commissie die onderzoek zou moeten doen naar georganiseerd
sadistisch misbruik van minderjarigen?
Antwoord 3 en 4
Over de samenstelling van de commissie is uw Kamer geïnformeerd in de brief van mijn
ambtsvoorganger van 25 maart 20218. Tevens ben ik in de beantwoording van het schriftelijk overleg van 24 februari 2022
hier nader op ingegaan9. Er is bewust gekozen voor een commissie bestaande uit wetenschappers met zijdelingse
ervaring met het onderwerp van onderzoek. De uitspraken van prof. Hendriks in Het
Parool toentertijd moeten worden geplaatst in het kader van de doelstelling om de
kans op recidive van seksueel delictgedrag te verkleinen en zo nieuwe slachtoffers
te voorkomen.
Vraag 5 en 6
Hoe beoordeelt u het feit dat tal van slachtoffers van het type misbruik dat centraal
stond in de onderzoeksopdracht, en hun geestelijke gezondheidszorg (ggz)-behandelaren
op voorhand hebben aangegeven de Commissie Hendriks niet te vertrouwen?10
Erkent u dat wegens het feit dat tal van slachtoffers wegens gebrek aan vertrouwen
in de Commissie Hendriks geen medewerking konden, wilden of durfden te verlenen aan
het onderzoek, een belangrijke bron van informatie niet in het onderzoek is meegenomen?
Antwoord 5 en 6
Ik neem afstand van de in de vraag besloten aanname. Ik kan mij voorstellen dat kwetsbare
slachtoffers het moeilijk vinden om over hun ervaringen te vertellen. Daarom vond
ik het ook noodzakelijk om het onderzoek door een onafhankelijke commissie te laten
uitvoeren die zorgvuldig met slachtoffers en belanghebbenden omgaat.
De commissie heeft ruim geïnvesteerd om overeenkomst te bereiken over de wijze waarop
de betrokkenen wilden meewerken, met aandacht voor de kwetsbaarheid, veiligheid en
privacy van slachtoffers. In het rapport dat ik met uw Kamer heb besproken in het
commissiedebat van 6 maart jl. en het daaropvolgende tweeminutendebat van 13 maart
jl. staat dat de commissie een groot aantal slachtoffers heeft kunnen spreken.
Vraag 7
Wanneer is het Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme van de Landelijke
Eenheid (hierna: TBKK-LE) gestart met het onderzoek naar de casuïstiek uit de Argosuitzending
en wanneer werd dit onderzoek afgerond?
Antwoord 7
Dit onderzoek werd gestart naar aanleiding van aanhoudende beweringen over het bestaan
van georganiseerd (ritueel) seksueel misbruik in Nederland. Het onderzoek werd gestart
in 2021 en afgerond in 2023.
Vraag 8
Wanneer en tot op welke hoogte bent u geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek
van het TBKK-LE?
Antwoord 8
Ik ben in april 2023 geïnformeerd over de uitkomsten van het opsporingsonderzoek.
Vraag 9
Welke beweringen in de uitzendingen over georganiseerd ritueel misbruik zijn naar
het oordeel van het TBKK-LE aantoonbaar onjuist, inconsequent en niet op feiten gebaseerd?
Antwoord 9
Uw vraag betreft de door de TBKK-LE onderzochte casuïstiek. Het is niet aan mij om
daarop in te gaan of die informatie te delen. Zie voorts het antwoord op vraag 10.
Vraag 10
Bent u bereid de uitkomsten van het onderzoek van het TBKK-LE (geanonimiseerd) met
de Kamer te delen? Zo nee, hoe zijn de uitkomsten dan te verifiëren?
Antwoord 10
Ik ben niet bereid de uitkomsten van het onderzoek van het TBKK-LE met uw Kamer te
delen. Het betreft informatie uit een strafrechtelijk opsporingsonderzoek. Het Openbaar
Ministerie heeft mij geïnformeerd over het resultaat van dit onderzoek, mede met het
oog op het debat dat ik met uw Kamer heb gevoerd over het rapport van de commissie
Hendriks. Het is niet aan mij of aan uw Kamer om strafrechtelijk opsporingsonderzoek
te verifiëren.
Vraag 11
Hoe beoordeelt u het feit dat de uitzendingen van Argos offline zijn gehaald en de
daarvoor gegeven reden?11
Antwoord 11
Daar heb ik geen oordeel over.
Vraag 12
Hoe beoordeelt u dat de verantwoordelijk hoofdredacteuren Willem van Zeeland (VPRO)
en Marc Josten (Human) kort voordat de uitzendingen offline werden gehaald, op 9 december
2023 in Volkskrant nog lieten weten: «Er zitten in die uitzending geen dingen die
aantoonbaar niet kloppen.»?12
Antwoord 12
Daar heb ik geen oordeel over.
Vraag 13
Bent u bekend met de open brief die het bestuur van de Vereniging van Onderzoeksjournalisten
(VVOJ) op 12 maart 2024 aan de hoofdredacties van VPRO en HUMAN stuurde?13
Antwoord 13
Ja.
Vraag 14
Hoe beoordeelt u de opvatting van de VVOJ dat het verwijderen van publicaties ingaat
tegen de codes die kwaliteitsmedia hanteren, waarbij journalistieke producties niet
«verwijderd» worden?
Antwoord 14
Daar heb ik geen oordeel over.
Vraag 15
Is er vanuit uw departement contact geweest met VPRO/HUMAN en/of met het Ministerie
van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW) over de hier bedoelde Argos uitzendingen?
Zo ja, wat was de aard en inhoud van dit contact?
Antwoord 15
Nee.
Vraag 16
Bent u bekend met het onderzoek dat de Stichting Misbruikt! heeft verricht naar het
bestaan van beeldmateriaal van ritueel misbruik, waarvoor de hulp is ingeroepen van
een ter zake zeer kundige organisatie?14 Hoe beoordeelt u dat deze organisatie heeft bevestigd dat het beeldmateriaal hiervan
bestaat? Heeft u gebruikgemaakt van de mogelijkheid om hierover vragen te stellen
aan de desbetreffende organisatie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 16
De commissie Hendriks heeft veelvuldig contact gehad met de Stichting Misbruikt! en
heeft de kennis en informatie waarover deze organisatie beschikt, gebruikt voor haar
onderzoek. Informatie die de stichting niet wilde of kon delen, kon door de commissie
niet benut worden.
Vraag 17
Hoe beoordeelt u het besluit van de Commissie Hendriks om geen nader onderzoek te
laten verrichten naar het bestaan van bewijs van seksueel misbruik met rituele aspecten
in de vorm van online beeldmateriaal, op basis van de afweging dat de te verwachten
resultaten mogelijk niet in verhouding zouden staan tot de met een dergelijk onderzoek
gemoeide kosten?15
Antwoord 17
Vanaf de start van haar onderzoek heeft de commissie aangegeven dat zij niet aan waarheidsvinding
kan doen, omdat het verifiëren van bewijsmateriaal voorbehouden is aan politie en
justitie.
De commissie heeft als opdracht meegekregen om te rapporteren over de beschikbare
informatie omtrent het fenomeen van georganiseerd sadistisch misbruik van minderjarigen
in Nederland door gebruik te maken van zoveel mogelijk bronnen (inclusief slachtoffers,
therapeuten, wetenschappelijke bronnen en deskundigen op dit specifieke terrein) en
op basis van de bevindingen aanbevelingen te doen voor de hulpverlening, de opsporing,
een eventueel meldpunt en de werking daarvan.
Vraag 18
Bent u bereid alsnog het benodigde budget beschikbaar te stellen zodat uitgebreid,
deugdelijk en bovenal onafhankelijk onderzoek kan worden uitgevoerd naar het bestaan
van seksueel misbruik met rituele aspecten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 18
Nee. Het onderzoek is onafhankelijk, uiterst zorgvuldig en gedegen uitgevoerd. Een
nieuw onderzoek acht ik op basis van de inzichten verkregen uit de onderzoeken van
de commissie Hendriks, het WODC-onderzoek naar de LEBZ, het onderzoek van het TBKK-LE
onder leiding van het Landelijk Parket en het WODC-onderzoek over de omvang van verborgen
fenomenen, overbodig en zelfs schadelijk.
Vraag 19
Hoeveel heeft het onderzoek van de Commissie Hendriks (inclusief de voorbereiding
daarvan) in totaal gekost? Kunt u deze kosten specificeren?
Antwoord 19
Het onderzoek van de commissie Hendriks heeft in totaal 245.407,91 euro gekost. De
kosten zijn gemaakt voor de posten ICT, de vergoeding aan voorzitter en leden, de
vergoeding aan gastdeskundigen en de redactie van het rapport en de deelrapporten16.
Vraag 20
Kunt u bevestigen of ontkennen dat onderzoek is verricht naar het ondersteunende (forensische)
bewijs dat in de zaak van het meisje Lisa is aangeleverd, waaronder de verklaringen
van twee onafhankelijke gynaecologen die op basis van lichamelijk onderzoek van Lisa
hebben verklaard dat zij inderdaad rond haar veertiende levensjaar via natuurlijke
weg is bevallen van een baby?
Antwoord 20
Ik verwijs naar het antwoord op vraag 9.
Vraag 21
Hoe beoordeelt u het argument van de Commissie Hendriks om de «zaak Lisa» geen centrale
plek in het onderzoek te geven, namelijk dat «de zaak leidt tot te veel polarisatie,
hetgeen afleidt van wat de bevindingen en conclusies zijn van de Commissie»?
Antwoord 21
De in de vraag benoemde casus is door de commissie-Hendriks volledig betrokken bij
het onderzoek. In het rapport heeft de commissie, juist om de direct betrokkenen te
beschermen, daarover in meer abstracte formuleringen gesproken.
Vraag 22
Kunt u toelichten van welke internationale personen, instanties of anderszins u vernomen
heeft dat zij het rapport van de Commissie Hendriks zeer waarderen, zoals u in het
tweeminutendebat van 13 maart 2024 stelde? Welke inhoudelijke aspecten werden benoemd
in deze uitingen van waardering? Indien en voor zover het schriftelijke uitingen betreft,
kunt u deze dan met de Kamer delen?
Antwoord 22
Vanuit de wetenschappelijke wereld is, onder meer op besloten symposia voor vakgenoten
in binnen- en buitenland, waardering geuit. Er is geen enkele negatieve reactie uit
de wetenschappelijke wereld ontvangen op de bevindingen en adviezen. Ook de politie,
het OM en betrokken instanties hebben zich positief uitgelaten. Voorts wijs ik uw
Kamer naar de reacties die opgenomen zijn in het rapport.
Vraag 23
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Antwoord 23
Nee.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.