Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over het falende communicatiesysteem voor medische noodhulp in Overijssel
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid over het falende communicatiesysteem voor medische noodhulp in Overijssel (ingezonden 27 maart 2024).
Antwoord van Minister Dijkstra (Medische Zorg) (ontvangen 23 mei 2024). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1529.
Vraag 1
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat ambulances en traumahelikopters in Overijssel
zeer regelmatig onbereikbaar zijn door het nieuwe communicatiesysteem?1
Antwoord 1
Uiteraard is het van belang dat ambulances en traumahelikopters goed in contact staan
met de meldkamer en onderling met elkaar.
Vraag 2
Hoeveel meldingen zijn er bekend over de gebreken van het communicatiesysteem?
Antwoord 2
Sinds de migratie naar de meldkamer in Apeldoorn heeft de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) aandacht voor de situatie bij de meldkamer Oost-Nederland met betrekking
tot de ambulancezorg. Het ingezette toezichttraject richt zich op de kwaliteit en
continuïteit van de ambulancezorg. In de periode vlak na de migratie naar de nieuwe
meldkamer (tot en met juli 2023) heeft de IGJ twee meldingen ontvangen over Push-To-Talk
(PTT). Recent zijn er geen meldingen bij de IGJ over PTT binnengekomen.
Vraag 3
Hoe vaak heeft dit systeem geleid of kunnen leiden tot levensbedreigende situaties?
Wat is er bekend over medische complicaties die zijn opgetreden of verergerd door
gebrekkige communicatiemogelijkheden? Kunnen hiervan geanonimiseerde voorbeelden gegeven
worden?
Antwoord 3
De IGJ heeft geen calamiteitenmeldingen ontvangen rondom het technisch falen van PTT.
Vraag 4
Welke gevaren levert dit systeem op voor hulpverleners zelf?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Waarom is er gekozen voor dit systeem? Waarom is er geen toestemming gegeven om decentraal
het volledige bedieningssysteem van C2000 te gebruiken?
Antwoord 5
Bij de inrichting van de nieuwe meldkamer Oost-Nederland heeft het Bestuurlijk Meldkamer
Beraad (BMB) het verzoek voorgelegd gekregen om niet-spoed meldkamertaken op drie
decentrale locaties te huisvesten, zodat daarmee het huisvestingsvraagstuk voor de
meldkamer ambulancezorg kon worden opgelost. Het BMB heeft op 6 oktober 2022 besloten
hiermee akkoord te gaan. Daarbij is gekeken naar welke voorzieningen en welk beheer
nodig is voor de configuratie van de decentrale meldtafels. Omdat het op de decentrale
locaties gaat om de aanname, intake en uitgifte van niet-acute meldingen, heeft het
BMB besloten dat de decentrale meldtafels geen C2000-aansluiting nodig hebben en kunnen
volstaan met beperkt beheer (ondersteuning van het systeem alleen tijdens kantoortijden).
Daarnaast heeft het BMB besloten dat het aan de regionale (zorg)partijen is om binnen
de gestelde kaders voor de meldkamers nadere invulling te geven aan de inrichting
van de decentrale locaties. De regionale ambulancevoorziening is dus verantwoordelijk
voor het communicatiesysteem van de decentrale locaties (Hengelo, Zwolle en Arnhem).
Na een zorgvuldige afweging heeft de regionale ambulancevoorziening gekozen voor een
specifieke app van Push-To-Talk die voldoet aan de door hen gestelde kwaliteits- en
veiligheidseisen. Dit communicatiesysteem wordt gebruikt binnen de ambulancedienst.
Als deze PTT-app niet werkt, kunnen andere communicatiemiddelen worden gebruikt, zoals
de fysieke portofoon met C2000 die aanwezig is op de decentrale locaties en reguliere
telefonie. Voor multi-inzet vindt de communicatie met politie en brandweer altijd
via C2000 plaats.
Vraag 6
Klopt het dat dit probleem al eerder bekend was? Zo ja, waarom is hier niet op ingegrepen?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 7
Hoe reageert u op de aanbevelingen in het «Advies toekomstbestendigheid van missiekritische
communicatiesystemen» van 9 oktober 2023? Klopt het dat hier nog geen kabinetsreactie
op is, en zo ja, waarom niet?
Antwoord 7
Het onderzoek van het Adviescollege ICT-Toetsing is uitgevoerd in opdracht van de
Tweede Kamer.2 Het advies van het Adviescollege is bij brief van 9 oktober 2023 aan uw Kamer gezonden.
De Minister van Justitie en Veiligheid heeft in haar brief van 20 oktober 2023 gereageerd
op het advies van het Adviescollege.3 In haar brief heeft de Minister van Justitie en Veiligheid haar waardering uitgesproken
voor het opleveren van dit advies in een zeer kort tijdbestek, zeker gezien het uitdagende
en complexe onderwerp. De Minister van Justitie en Veiligheid en de betrokken partners
(ambulance, defensie, veiligheidsregio’s en politie) delen de bevindingen en conclusies
van het Adviescollege.
Vraag 8
Hoe reageert u op de constatering dat «toekomstbestendig maken van missiekritische
communicatie via deze driesporen-aanpak dreigt vast te lopen en dat daarmee de kwaliteit
en continuïteit van missiekritische communicatie op termijn onvoldoende is veiliggesteld»?
Antwoord 8
De reactie van de Minister van Justitie en Veiligheid kunt u terugvinden in haar brief
van 20 oktober 2023 aan de Tweede Kamer.4
Vraag 9
Waarom is hierop nog niet geacteerd? Zijn kosten een overweging geweest om niet te
handelen?
Antwoord 9
Hier is wel op geacteerd. Zoals in de brief van de Minister van Justitie en Veiligheid
van 20 oktober 2023 is gemeld, is op 1 december jl. een kwartiermaker Vernieuwing
Missiekritische Communicatie aan de slag gegaan bij het Ministerie van Justitie en
Veiligheid. De kwartiermaker zal met behulp van het advies van het Adviescollege ICT-toetsing
samen met de betrokken ketenpartners werken aan het creëren van draagvlak, een gezamenlijk
onderschreven visie op de toekomst en een aanpak. De Minister van Justitie en Veiligheid
rapporteert in haar voortgangsbrieven de Tweede Kamer over de stand van zaken rondom
de toekomstige missiekritische voorziening.
Vraag 10
Wat gaat u doen om deze gevaarlijke situatie op te lossen?
Antwoord 10
Ik neem de veiligheid van hulpvragers en hulpverleners zeer serieus. Dat doet de IGJ
ook en de IGJ heeft hier aandacht voor in het toezicht op meldkamer Oost met betrekking
tot de ambulancezorg.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.