Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden El Abassi en Ergin over het bericht ‘Van plofkip tot slacht: hoe heilig is het halalkeurmerk in de supermarkt eigenlijk’
Vragen van de leden El Abassi en Ergin (beiden DENK) de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Van plofkip tot slacht: hoe heilig is het halalkeurmerk in de supermarkt eigenlijk» (ingezonden 29 april 2024).
Mededeling van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 22 mei
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Van plofkip tot slacht: hoe heilig is het halalkeurmerk
in de supermarkt eigenlijk?»1
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat supermarkten hebben toegezegd geen plofkippen meer te verkopen,
maar dat alsnog doen door dit te verhullen met een halalkeurmerk?
Vraag 3
Schurkt het volgens u niet tegen consumentenbedrog en -misleiding aan dat een plofkip,
die aanzienlijk goedkoper is dan een «Beter-Levenkip», voor een veel duurdere prijs
wordt verkocht zodat supermarkten de schijn hoog kunnen houden dat alle kippen in
de schappen van dezelfde kwaliteit zijn?
Vraag 4
Kan de Autoriteit Consument en Markt (ACM) onderzoek verrichten naar de ontwikkeling
van misleidende handelspraktijken bij de grote supermarkten met betrekking tot halalkeurmerken?
Zo nee, welke instantie zou volgens u wel geschikt zijn?
Vraag 5
Bent u ervan bewust dat zowel in de uitzending van de Keuringsdienst van Waarde, als
in het door de rijksoverheid ondertekende «Convenant onbedwelmd slachten volgens religieuze
riten» (hierna: Convenant), moslims de religieuze voorwaarde van dierenwelzijn benadrukken
voor halalcertificering? Bent u het dan niet eens dat het een bizarre praktijk is
dat supermarkten juist plofkippen voor de prijs van Beter-Levenkippen aan de islamitische
gemeenschap verkopen? Is dit niet een archetypisch voorbeeld van «knollen voor citroenen
verkopen»?
Vraag 6
In het Convenant staat ook dat het wenselijk is om in lijn met de dierenwelzijnswetten
vast te leggen dat regels voor slachthuizen en slachters conform de aanwijzingen van
de Commissie Islamitisch Slachten van het Contactorgaan Moslims en Overheid geschiedt.
In de aflevering van de Keuringsdienst wordt echter beweerd dat eenieder een «halalbureau»
kan openen en halalkeurmerken naar willekeur kan uitdelen. Vindt u dit niet zorgwekkend
gezien de misbruikgevoeligheid van deze optie?
Vraag 7
In artikel 5.2 van het Convenant staat dat de rijksoverheid zich in zal spannen om
een wettelijke basis te creëren voor permanent toezicht op slachthuizen die onbedwelmd
slachten volgens religieuze riten alsmede voor de doorberekening van de kosten van
het permanente toezicht aan de slachthuizen. Wat is er van die inspanning terechtgekomen
sinds juni 2012 toen het Convenant werd ondertekend? Vindt u dat er voldoende inspanning
is geleverd in het licht van de uitzending van de Keuringsdienst van Waarde? Zo nee,
wat bent u voornemens te gaan doen om zich effectiever in te spannen?
Vraag 8
Bent u bereid te onderzoeken hoe het halal-keurmerk een beschermd keurmerk kan worden
die niet willekeurig door ieder bureau uitgedeeld kan worden, om daarmee het gevaar
van consumentenbedrog tegen te gaan? Wat voor rol zou de Raad van Accreditatie hier
bijvoorbeeld in kunnen krijgen?
Vraag 9
Bent u bereid opnieuw met moslimorganisaties in gesprek te treden om het toezicht
vanuit de islamitische gemeenschap zelf op de halal-slacht te verbeteren? Bent u bereid
daar de expertise en de ondersteuning van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
(NVWA) voor aan te wenden om de islamitische gemeenschap daarbij op weg te helpen?
Vraag 10
Heeft u de misbruikgevoeligheid van halalcertificering al ooit op EU-niveau besproken
om een eventueel waterbedeffect tegen te gaan wanneer de halaleisen in het ene land
strikter worden dan in het andere land? Zo ja, wat zijn de voornemens geweest om op
EU-niveau tot een harmonisering van halalkeuringen te komen? Zo nee, wanneer zou u
dit op EU-niveau als agendapunt bespreekbaar kunnen maken?
Mededeling
De vragen van de leden El Abassi en Ergin (beiden DENK) over het bericht «Van plofkip
tot slacht: hoe heilig is het halalkeurmerk in de supermarkt eigenlijk» (kenmerk 2024Z07690) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het
uitstel is dat er vanwege de benodigde interdepartementale afstemming meer tijd nodig
is voor de beantwoording van de vragen. Ik verwacht de antwoorden binnen drie weken
aan uw Kamer toe te zenden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.