Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Idsinga over het artikel 'Hoe chemiebedrijf OCI zijn aandeelhoudersmiljarden uitkeert en de fiscus met lege handen achterblijft'
Vragen van het lid Idsinga (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Financiën over het artikel «Hoe chemiebedrijf OCI zijn aandeelhouders miljarden uitkeert en de fiscus met lege handen achterblijft» (ingezonden 25 april 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 22 mei 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met bovengenoemd artikel?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u reageren op volgende passage in het artikel waarin een quote van een belegger
aangehaald wordt: «Een andere belegger reageert dat-ie het allemaal niet echt «ethisch»
vindt, maar dat er «juridisch» niets tegen in te brengen is. «De Staat, dus jij en
ik, lopen hierdoor heel veel belasting mis waar voornamelijk de rijkste familie uit
Egypte van profiteert.»»?
Antwoord 2
Vanwege de fiscale geheimhoudingsplicht van artikel 67 Algemene wet inzake rijksbelastingen
(AWR) kan ik niet ingaan op individuele fiscale dossiers. In zijn algemeenheid geldt
dat het kabinet belastingontwijking onwenselijk acht. De aanpak van belastingontwijking
is dan ook een belangrijk speerpunt van het kabinet. Belastingontwijking ondermijnt
namelijk de belastingmoraal en leidt tot onrechtvaardigheid. Het zich onttrekken aan
belastingheffing door de één leidt uiteindelijk tot hogere lasten voor de ander. Het
kabinet doet er dan ook alles aan dit streng aan te pakken, zowel nationaal als internationaal.
De afgelopen jaren zijn al veel maatregelen genomen tegen belastingontwijking. In
eerdere Kamerbrieven zoals onder andere de jaarlijkse monitoringsbrief belastingontwijking
ben ik hier uitgebreider op ingegaan.2
De in het artikel omschreven materie raakt aan de belastingheffing van zogenoemde
«high net worth individuals». Op dit moment wordt verkend of er in internationaal
en Europees verband afspraken gemaakt kunnen worden over de belastingheffing van dergelijke
individuen. In de kabinetsappreciatie van het Global Tax Evasion Report 2024 is onder
andere nader ingegaan op deze verkenning en het voorstel van de onderzoekers van het
rapport voor een wereldwijde minimumbelasting voor miljardairs. In de kabinetsreactie
is aangegeven dat Nederland meermaals richting de OESO heeft aangegeven dat de belastingheffing
van deze individuen voor Nederland een prioriteit is.3
Er lijkt momenteel steun te zijn vanuit enkele andere landen om dit onderwerp in OESO-verband
te bespreken. Voor het behouden en verkrijgen van meer draagvlak is het verstandig,
en tevens de inzet van Nederland, om in internationaal verband stapsgewijs de problematiek
en mogelijke beleidsoplossingen te onderzoeken voordat stevig voor een bepaalde oplossingsrichting
wordt gepleit.
Vraag 3
Klopt de bewering in het artikel dat Nederland door de handelwijze van dit chemieconcern
750 miljoen euro dividendbelasting is misgelopen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Vanwege artikel 67 AWR kan ik niet ingaan op individuele fiscale dossiers.
Vraag 4
Zo ja, betreft dit een onwenselijke constructie om dividendbelasting te ontwijken?
Wat bent u dan voornemens om hiertegen te gaan doen?
Antwoord 4
In het artikel wordt ingegaan op het onderwerp terugbetaling van kapitaal en dividendbelasting.
In het algemeen kan ik hierover het volgende opmerken. De basisgedachte in de dividendbelasting
is dat er in beginsel een dividendbelastingclaim rust op het gehele vermogen van een
vennootschap
voor zover dat vermogen het door aandeelhouders ingebrachte kapitaal (het fiscaal
erkend kapitaal), te boven gaat. De claim in de dividendbelasting rust dus op de winst(reserves)
en niet op het ingebrachte kapitaal. Dividenden zijn daarom belast met dividendbelasting.
Terugbetaling van fiscaal erkend kapitaal is echter geen dividend aangezien dit kapitaal
door de aandeelhouders op een eerder moment is ingebracht. Er gaat dus geen dividendbelastingclaim
verloren bij een kapitaalterugbetaling. Terugbetaling van fiscaal erkend kapitaal
als zodanig kan daarom niet worden aangemerkt als belastingontwijking.
Vraag 5
Waarom verhoogt een onderneming eerst het kapitaal en verlaagt het dat kapitaal een
«minuut later» met hetzelfde bedrag? Kunnen hier andere motieven voor bestaan dan
het ontwijken van dividendbelasting? Zo ja, welke?
Antwoord 5
Een vennootschap heeft de keuze om een betaling aan haar aandeelhouders te doen middels
een terugbetaling van kapitaal of een dividenduitkering. Hiervoor kunnen bedrijfseconomische
redenen van belang zijn. Om misbruiksituaties te voorkomen is een teruggaaf van fiscaal
erkend kapitaal aan de aandeelhouder in principe wél belast als een vennootschap winst(reserves)
heeft. Artikel 3, eerste lid, onderdeel d, Wet op de dividendbelasting 1965 (Wet DB
1965) bepaalt namelijk dat tot de belaste opbrengst de gedeeltelijke teruggaaf van
hetgeen op aandelen is gestort behoort, indien en voor zover er zuivere winst is.
Er is sprake van zuivere winsten als (kort gezegd) de vennootschap winst(reserves)
heeft die nog niet zijn uitgekeerd. In deze bepaling is echter ook een uitzondering
opgenomen. Belastingheffing vindt niet plaats indien na een besluit van de algemene
vergadering van aandeelhouders er bij statutenwijziging een vermindering van de nominale
waarde van de desbetreffende aandelen heeft plaatsgevonden. Dit is zo omdat er dan
met zekerheid geen sprake is van een winstuitdeling maar van een daadwerkelijke teruggaaf
van het fiscaal erkend kapitaal. Een dergelijke teruggaaf is daarom onbelast. Vanwege
deze wettelijke uitzondering komt het voor dat bedrijven fiscaal erkend kapitaal (bijvoorbeeld
fiscaal erkend agio) eerst omzetten in nominaal aandelenkapitaal voordat een terugbetaling
van kapitaal wordt gedaan. Bij deze omzetting gaat er echter geen dividendbelastingclaim
verloren, omdat de terugbetaling uit het (fiscaal erkend) kapitaal plaatsvindt. Dit
kan een bedrijf niet onbeperkt blijven doen, omdat de omvang van het fiscaal erkend
kapitaal eindig is.
Vraag 6
Klopt het thans uw departement onderzoekt hoeveel bedrijven op deze manier onbelast
kapitaal uitkeren en of er iets aan moet worden gedaan? Wanneer kunt u de uitkomsten
van dit onderzoek met de Kamer delen?
Antwoord 6
Dividendbelasting wordt geheven op de opbrengsten uit kapitaal (winst) en niet het
kapitaal zelf. Het kapitaal is immers door de aandeelhouder zelf ingebracht. Terugbetaling
van kapitaal als zodanig kan niet worden aangemerkt als belastingontwijking. Het gaat
hier dan ook niet om constructies die worden bestreden of bijgehouden. Daarom wordt
dit niet gemonitord door de Belastingdienst.
Dit neemt echter niet weg dat het kabinet de effecten van maatregelen zo goed mogelijk
monitort om de effectiviteit van de aanpak van belastingontwijking in kaart te kunnen
brengen. Het kabinet stuurt uw Kamer daarover jaarlijks een monitoringsbrief.4
Vraag 7
Klopt de bewering in het onderzoek dat ook AkzoNobel, TomTom en Ahold eerder gebruik
maakten van de kapitaalteruggave? Zo ja, hoeveel euro’s aan dividendbelasting is de
schatkist daardoor naar schatting misgelopen?
Antwoord 7
Vanwege artikel 67 AWR kan ik niet ingaan op individuele fiscale dossiers.
Vraag 8
Klopt het dat al in 2018 een plan bij het kabinet lag om te voorkomen dat winstuitkeringen
onbelast naar belastingparadijzen zouden gaan, waarbij ook onderdeel was een maatregel
die een streep zou zetten door het onbelast teruggeven van kapitaal? Zo ja, waarom
is dat plan niet doorgegaan?
Antwoord 8
Bij het wetsvoorstel Wet bronbelasting 2020 werd het uitgangspunt gehanteerd dat een
teruggaaf van kapitaal geen dividend is, voor zover er geen zuivere winst aanwezig
is in de uitkerende vennootschap. Zoals in het antwoord op vraag 4 is toegelicht,
is het kapitaal namelijk in eerste instantie door de aandeelhouder gestort waardoor
de terugbetaling van kapitaal geen dividend is. Destijds is er dus niet voor gekozen
om de teruggaaf van kapitaal per definitie in de heffing te betrekken, maar wel om
de heffingsgrondslag voor de terugbetaling van kapitaal ten opzichte van de dividendbelasting,
die tegelijkertijd zou vervallen, te stroomlijnen en te verscherpen. Gezien het karakter
van de bronbelasting, namelijk het tegengaan van grondslagverschuiving van of via
Nederland naar laagbelastende jurisdicties, kon deze afwijking worden gerechtvaardigd.
De beoogde invoering van bedoelde bronbelasting door middel van het wetsvoorstel Wet
bronbelasting 2020 ging gepaard met het voorstel om de dividendbelasting af te schaffen.
Om die reden hoefde er bij de vormgeving van de heffingsgrondslag in de bronbelasting
geen rekening te worden gehouden met de heffingsgrondslag in de dividendbelasting.
In tegenstelling tot het ingetrokken wetsvoorstel Wet bronbelasting 2020 moest bij
de vormgeving van de Wet invoering conditionele bronbelasting op dividenden rekening
worden gehouden met het feit dat naast een conditionele bronbelasting op dividenden
naar laagbelastende jurisdicties de dividendbelasting zou worden gehandhaafd. Daarbij
is ervoor gekozen de bepalingen inzake de heffingsgrondslag grotendeels over te nemen
uit de dividendbelasting. De bronbelasting op dividenden wordt hierdoor geheven over
dezelfde grondslag als de dividendbelasting. Dit levert een positieve bijdrage aan
de eenvoud en uitvoerbaarheid van de heffing. Het uitgangspunt voor het wetsvoorstel
Wet bronbelasting 2020 (geen dividendbelasting) was dus anders dan het uitgangspunt
voor de Wet invoering conditionele bronbelasting op dividenden (naast de dividendbelasting).
Vraag 9
Kan thans overwogen worden om bijvoorbeeld een «volgorderegel» te introduceren die
bepaalt dat als je winst hebt, je geacht wordt die winst te hebben uitgekeerd, ongeacht
of dat een kapitaalteruggaaf wordt genoemd en dat een onbelaste kapitaalteruggaaf
dan enkel nog mogelijk is bij liquidatie of als er geen winstreserves meer zijn? Wat
zou de «downside» van een dergelijke regeling zijn? Wat zouden alternatieven zijn?
Antwoord 9
Zoals volgt uit de beantwoording van vraag 5, kunnen vennootschappen om bedrijfseconomische
redenen ervoor kiezen om een betaling aan haar aandeelhouders te doen middels een
terugbetaling van kapitaal of een dividenduitkering. Een onbelaste terugbetaling van
kapitaal kan worden gedaan zolang er fiscaal erkend kapitaal aanwezig is. Als een
bedrijf met winstreserves inderdaad ervoor kiest een onbelaste terugbetaling van kapitaal
te doen, dan blijft er een dividendbelastingclaim rusten op de winst(reserves) waarover
later kan worden geheven. Dit is een bewuste keuze van de wetgever geweest. Dat een
terugbetaling van fiscaal erkend kapitaal onder omstandigheden onbelast kan plaatsvinden,
is dus in lijn met de letter en de geest van de wet. Bovendien gaat er door de terugbetaling
van kapitaal geen dividendbelastingclaim verloren. Het kabinet ziet om die redenen
thans geen aanleiding voor de introductie van nieuwe maatregelen. Een eventuele beleidsmatige
heroverweging hiervan is aan een volgend kabinet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.