Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Plas en Pierik over de Nationale Databank Flora en Fauna
Vragen van de leden Van der Plas en Pierik (beiden BBB) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over de Nationale Databank Flora en Fauna (ingezonden 11 maart 2024).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 21 mei
            2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1427.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Vijf misvattingen over de Nationale Databank Flora
               en Fauna»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Herkent u de moeilijkheden die Agrifacts ondervond bij het verkrijgen van toegang
               tot de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF), zoals beschreven in het artikel?
            
Antwoord 2
            
De Stichting Agrifacts heeft al enkele journalistieke leveringen ontvangen en kan
               ook, net als iedereen, betaalde gegevensleveringen opvragen volgens de daarvoor geldende
               voorwaarden. Tegelijkertijd ben ik van mening dat het belangrijk is dat toegang tot
               de Nationale Databank Flora en Fauna openbaar wordt en dat ook Stichting Agrifacts
               zo makkelijker de gegevens kan raadplegen. Daar werk ik nu samen met de provincies
               aan.
            
Vraag 3
            
Wat is uw reactie op de constatering dat de NDFF nog niet openbaar toegankelijk is
               en dat slechts een selecte groep toegang heeft tot deze belangrijke databank?
            
Antwoord 3
            
De Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) verkeert in een transitie van een systeem
               met betaalde abonnementen en gegevensleveringen (het huidige stelsel) naar een systeem
               met gratis toegankelijke open data, op basis van een «open, tenzij»-beleid. We werken
               aan deze herziening, omdat we open en transparant willen zijn en de natuurdata voor
               iedereen beschikbaar willen stellen.
            
Totdat deze transitie is afgerond is deze werkwijze nog niet mogelijk. De NDFF verstrekt
               volgens het huidige systeem wel abonnementen aan organisaties die actief zijn in de
               privaatrechtelijke zakelijke markt voor ruimtelijke ordening in het kader van de natuurregelgeving
               in het stelsel van de Omgevingswet of ecologische kennisontwikkeling, advies en onderzoek
               (ecologisch adviesbureaus), gemeenten, terreinbeherende (natuur)organisaties, waterschappen,
               provincies, kennisinstituten, nutsbedrijven en rijksorganisaties.
            
Sinds juli 2020 kunnen particuliere initiatiefnemers een aanvraag (laten) indienen
               bij de NDFF voor natuurdata die zij nodig hebben in verband met stikstof-gerelateerde
               vergunningstrajecten. Deze aanvraag is al kosteloos. Daarnaast kan iedereen een betaalde
               gegevenslevering aanvragen.
            
Ook zijn er diverse kosteloze mogelijkheden voor verschillende belanghebbende om een
               gegevensaanvraag te doen bij de NDFF. Het gaat dan om aanvragen die een journalistiek
               doel dienen omdat het belangrijk is om journalisten in staat te stellen hun werk goed
               te kunnen doen. Ook geldt dit voor, aanvragen die een lokaal natuurbelang dienen en
               voor aanvragen ten behoeve van onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Meer informatie
               over de toegang tot de NDFF is te vinden op de website van de NDFF.2
Vraag 4
            
Hebben volksvertegenwoordigers wel makkelijk en onbeperkt toegang tot de NDFF? Kunt
               u hierop reflecteren?
            
Antwoord 4
            
Er gelden voor volksvertegenwoordigers geen bijzondere regels. Zij kunnen dus net
               als iedereen toegang vragen tot de NDFF volgens de in het antwoord op vraag 3 toegelichte
               spelregels. Daarnaast kunnen volksvertegenwoordigers met vragen over natuurinformatie
               in een bepaald gebied terecht bij het dagelijks bestuur van het betreffende bestuursorgaan
               om zo de benodigde informatie te kunnen bekijken. Deze bestuursorganen kunnen informatie
               uit de NDFF opvragen, zoals toegelicht in het antwoord op vraag 3. Wanneer de transitie
               naar een systeem met gratis toegankelijke open data volbracht is, kunnen volksvertegenwoordigers
               daar uiteraard ook gebruik van maken.
            
Vraag 5
            
Hoe gaat u verder invulling geven aan de motie van het lid Van der Plas c.s. over
               de Nationale Databank Flora en Fauna versneld openstellen voor volksvertegenwoordigers
               en publiek (Kamerstuk 34 682, nr. 118)?
            
Antwoord 5
            
Deze motie verzoekt ten eerste om te onderzoeken of de NDFF kan worden open gesteld
               voor volksvertegenwoordigers. Bij mijn beoordeling van deze motie en in mijn brief
               van 23 juni 2023 (Kamerstuk 33 576, nr. 352) heb ik benadrukt dat volksvertegenwoordigers het recht hebben om de informatie te
               vragen over natuur die ze nodig hebben om hun controlerende werk te doen en ben ik
               het eens met het belang wat de indiener aan deze transparantie hecht.
            
BIJ12 beheert en exploiteert de NDFF. De provincies en waterschappen hebben allemaal
               al een abonnement, evenals een groot deel van de gemeenten. BIJ12 gaat na de zomer
               2024 de mogelijkheden van het gebruik van de NDFF actief onder de aandacht brengen
               bij de gemeenten die nog geen abonnement hebben.
            
De motie verzoekt ten tweede om te onderzoeken of de openstelling van de NDFF voor
               het publiek kan worden versneld. De transitie van de NDFF naar een systeem van gratis
               toegankelijke open data is een zeer ingrijpende operatie op het gebied van onder andere
               ICT, zeggenschap over en eigenaarschap van gegevens en juridische en beleidsmatige
               inbedding. Zoals ik reeds heb gemeld in mijn brief van 23 juni 2023 (Kamerstuk 33 576, nr. 352) is het niet mogelijk deze transitie te versnellen.
            
Vraag 6
            
Hoe verklaart u de voortdurende vertragingen in de openstelling van de NDFF voor het
               publiek, zoals aangegeven in het artikel, waarbij de oorspronkelijke verwachting van
               openstelling in 2024 is verschoven naar 2025?
            
Antwoord 6
            
Er is geen sprake van «voortdurende vertragingen» in de openstelling van de NDFF.
               In 2021 is de Samenwerkingsovereenkomst Beheer en Exploitatie en Transitie van de
               Nationale Databank Flora en Fauna getekend.3 Daarin hebben Rijk en provincies afspraken gemaakt over het transitieproces in de
               periode 2021–2024 met als beoogde einddatum 31 december 2024. De huidige stand van
               zaken is dat de «technische» transitie (zoals het omvormen van ICT-systemen) naar
               verwachting inderdaad eind 2024 gereed kan zijn, zodat per 2025 een voorziening bestaat
               om open data te leveren volgens het opendatabeleid van de NDFF.4
De juridische verankering van deze transitie vergt helaas meer tijd dan aanvankelijk
               voorzien. De juridische verankering bestaat uit twee componenten. Ten eerste moet
               het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) worden gewijzigd om de NDFF de publiekrechtelijke
               status te geven van landelijk natuurregister. Om te komen tot zo’n wijziging van het
               Bkl moet een aantal stappen worden doorlopen, zoals het houden van een publieksconsultatie.
               Ook werken provincies aan het opstellen van een gemeenschappelijke regeling. Daarmee
               geven provincies invulling aan het bestuurlijke besluit dat de provincies na de transitie
               het formele beheer over de NDFF gaan voeren. Samen met de provincies en de andere
               bij de NDFF betrokken partijen streef ik ernaar de transitie van de NDFF, inclusief
               juridische verankering, zo snel als mogelijk in 2025 af te ronden. Zodra hiervoor
               een concretere planning beschikbaar is, zal ik u hierover informeren.
            
Vraag 7
            
Wat is de reden dat de transitie van de NDFF naar een «open, tenzij» databeleid niet
               kan worden versneld, zoals u eerder heeft geschreven aan de Kamer?5
Antwoord 7
            
Zie het antwoord op vraag 5 en mijn brief van 23 juni 2023 (Kamerstuk 33 576, nr. 352).
Vraag 8
            
Wat zijn de concrete stappen en het tijdpad voor de realisatie van de NDFF nieuwe
               stijl?
            
Antwoord 8
            
Zie het antwoord op vraag 6.
Vraag 9
            
Kunt u een indicatie geven over de kosten voor het afsluiten van een abonnement om
               inzage te krijgen in de data van de NDFF?
            
Antwoord 9
            
Op de website van de NDFF staat gedetailleerde informatie over het afsluiten van een
               abonnement en de daaraan verbonden kosten en voorwaarden.6 Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 3 bestaan er naast een abonnement ook andere
               manieren om inzage te krijgen in de data van de NDFF. Meer informatie en de voorwaarden
               daarvoor staan ook op de website van de NDFF.7
Vraag 10
            
Wat vindt u van deze kosten?
Antwoord 10
            
Ik vind deze kosten goed onderbouwd. Zo hangen de kosten van een abonnement voor een
               gemeente onder andere samen met het inwonertal van een gemeente en de omvang van het
               werkgebied. Tegelijkertijd hecht ik sterk aan de openstelling zodat de gegevens goed
               raadpleegbaar zijn.
            
Vraag 11
            
Komen deze kosten bij de realisatie van de NDFF nieuwe stijl te vervallen?
Antwoord 11
            
Ja. Wanneer de transitie van de NDFF naar een systeem met gratis toegankelijke open
               data volledig is afgerond, vervallen de aan het abonnement verbonden kosten. We zijn
               wel in gesprek met diverse overheden over een duurzame financiering voor de NDFF,
               nu de inkomsten uit abonnementen wegvallen.
            
Vraag 12
            
Klopt het dat het nog steeds niet mogelijk is om inzake te krijgen in de data in de
               NDFF, als men op dit moment een abonnement afsluit?
            
Antwoord 12
            
Nee. Wie een abonnement afsluit op de NDFF krijgt toegang tot de bij dat abonnement
               behorende data in de NDFF. Zie ook de informatie op de website van de NDFF8:
            
Vraag 13
            
Wie is eigenaar van de data in de NDFF?
Antwoord 13
            
De Stichting NDFF is eigenaar van de databank en BIJ12 beheert de databank. Bronhouders
               en waarnemers behouden de zeggenschap, (intellectuele) eigendomsrechten dan wel andersoortige
               rechten die van toepassing zijn op de gegevens die zij leveren aan de NDFF.
            
Vraag 14
            
Kunt u aangeven welk percentage van de gegevens in de NDFF direct dan wel indirect
               is betaald door de overheid?
            
Antwoord 14
            
Het overgrote deel van de data in de NDFF is en wordt verzameld door particuliere,
               hoofdzakelijke vrijwillige, waarnemers.
            
Vraag 15
            
Wie controleert de data in de NDFF?
Antwoord 15
            
Voordat de data in de NDFF beschikbaar komen voor gebruik, worden de data eerst gevalideerd.
               Voor het grootste deel gebeurt dit automatisch. Een klein deel van de waarnemingen
               wordt door soortexperts gecontroleerd. Dit zijn experts met verregaande kennis van
               de diverse soorten en soortgroepen die werken in zogeheten «validatieteams». Op de
               website van de NDFF is meer te vinden over het validatieproces van de data in de NDFF.9
Vraag 16
            
Hoe robuust is de data in de NDFF?
Antwoord 16
            
In de NDFF zijn meer dan 200 miljoen gevalideerde waarnemingen opgeslagen. Daarmee
               beschouw ik de NDFF als een robuuste databank.
            
Vraag 17
            
In hoeverre is de data in de NDFF te gebruiken om uitspraken te kunnen doen over de
               staat van de natuur?
            
Antwoord 17
            
De NDFF is nu hoofdzakelijk geschikt als bron van actuele verspreidingsinformatie
               over het voorkomen van soorten. Voor het doen van uitspraken over de staat van de
               natuur is het van belang dat ook andere bronnen worden aangeboord. Zo stellen trendberekeningen
               hoge eisen aan data qua beschikbaarheid en wijze van verzamelen ervan, en aan ecologische
               en statistische expertise. Daardoor is het met name op regionale schaal complex om
               trends uit te rekenen. Daarnaast is van belang dat de áfwezigheid van waarnemingen
               van een soort in een bepaald gebied niet beschouwd worden als bewijs dat een soort
               daadwerkelijk geheel afwezig is. Dat kan namelijk pas als een gebied gericht én volledig
               is onderzocht op het voorkomen van een soort. Op de website van de NDFF staan aandachtspunten
               voor een zorgvuldig gebruik van de gegevens uit de NDFF.10 Het NDFF is daarmee een waardevol instrument maar op zichzelf niet voldoende om uitspraken
               te doen over de staat van de natuur.
            
Vraag 18
            
Wat zijn de beperkingen van de NDFF in aanvulling op vraag 16?
Antwoord 18
            
Zie het antwoord op vraag 17.
Vraag 19
            
Speelt de Ecologische Autoriteit een rol in de controle van de data in de NDFF? Zo
               ja, op welke manier is zij betrokken? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 19
            
Nee. De NDFF kent al een stelsel van validatie en kwaliteitsborging, zoals uiteengezet
               in het antwoord op vraag 15. De Ecologische Autoriteit toetst of de juiste ecologische
               informatie wordt gebruikt bij de onderbouwing van met name natuurdoelanalyses en gebiedsprogramma’s
               en speelt hier dus geen rol.
            
Vraag 20
            
Wat is uw standpunt met betrekking tot de bewering dat de NDFF voornamelijk gegevens
               bevat die zijn verzameld met overheidsfinanciering, en dat deze informatie onder de
               Wet open overheid zou moeten vallen?
            
Antwoord 20
            
De aanname dat de NDFF voornamelijk gegevens bevat die zijn verzameld met overheidsinformatie
               is niet juist. Zie ook het antwoord op vraag 14.
            
Vraag 21
            
Wat zijn uw reacties op de bevindingen van Agrifacts met betrekking tot de vermeende
               discrepanties tussen de gespotte soorten en de aangewezen «stikstofgevoelige leefgebieden»
               op de Veluwe, zoals beschreven in het artikel?
            
Antwoord 21
            
Stichting Agrifacts stelt: «Tot 2017 was zo’n 30 procent van de Veluwse natuur stikstofgevoelig.
               Na 2017 is dat nagenoeg 100 procent. Het lijkt erop dat alle natuur die niet stikstofgevoelig
               was, in 2017 zonder meer werd ingetekend als «stikstofgevoelig leefgebied» van bepaalde
               soorten.» Deze bewering klopt niet. Ook in 2017 was nagenoeg de gehele Veluwe stikstofgevoelig,
               alleen ontbraken nog de gegevens om te bepalen waar precies de leefgebieden van beschermde
               soorten (met name vogels) lagen. Dat is nadien alsnog gebeurd. Daarbij is dat leefgebied
               niet «zonder meer» ingetekend.
            
Juridisch uitgangspunt van de bescherming is dat aangewezen soorten overal in een
               daarvoor aangewezen gebied beschermd zijn. Geografische inperking van de bescherming
               moet dus zorgvuldig gebeuren (dit is bij de rechter ook nauwkeurig getoetst bij de
               definitieve begrenzing van het gebied Veluwe). Dat geldt ook voor het inperken van
               het onderzoekgebied in geval van vergunningverlening, om te voorkomen dat significante
               effecten als gevolg van activiteiten niet onderkend worden in een voortoets of een
               passende beoordeling.
            
In 2021 is in de Tweede Kamer over deze kwestie de motie Bisschop-Boswijk (Kamerstuk
               33 576, nr. 245) aangenomen en vervolgens uitgevoerd. Deze motie «verzoekt de regering, in overleg
               met provincies ervoor te zorgen dat met name ingetekende leefgebieden die niet direct
               grenzen aan stikstofgevoelige Natura 2000-habitattypen, kritisch bekeken worden op
               het daadwerkelijk voorkomen van Natura 2000-soorten, meerjarig bezien, en op de stikstofgevoeligheid
               van het leefgebied voor deze soorten.» Terecht stelt deze motie dat de aanwezigheid
               van soorten «meerjarig bezien» moet worden. De opstellers van de motie is erop gewezen
               dat stikstofgevoelige natuur alleen uit de AERIUS-kaart kan worden verwijderd als
               het potentieel (geschikt) leefgebied niet nodig is voor het halen van de instandhoudingsdoelstelling
               voor de beschermde soorten. Het schrappen van locaties (hexagonen) met leefgebieden
               die wél nodig zijn, zou een ongeoorloofde inperking van het beschermingsregime betekenen.
               Tevens moet daarbij het verslechteringsverbod (artikel 6, tweede lid, Habitatrichtlijn)
               in acht worden genomen. Dit betekent dat alleen locaties (hexagonen) geschrapt konden
               worden indien er geen aangewezen soorten gebruik van maakten op de referentiedatum
               (toen de bescherming begon) én er nu geen gebruik van maken én er naar verwachting
               ook geen gebruik van zullen maken.
            
Met name laatstgenoemd criterium leidt ertoe dat er verschil zit tussen de locaties
               waar bepaalde soorten de afgelopen soorten zijn waargenomen en het gebied dat juridisch
               gezien beschermd moet worden. Een tweede oorzaak van de door Agrifacts geconstateerde
               verschillen is dat afwezigheid van waarnemingen nog niet betekent dat de soorten daadwerkelijk
               op die locaties afwezig zijn (zie ook het antwoord op vraag 17).
            
Vraag 22
            
Is het juist dat alleen areaal is gekarteerd als stikstofgevoelig leefgebied van een
               soort, als die soort er daadwerkelijk gebruik van maakt? Zo ja, op welke wijze is
               vastgesteld dat de soort er daadwerkelijk gebruik van maakt?
            
Antwoord 22
            
Nee, dat is niet juist. Zie het antwoord op vraag 21.
Vraag 23
            
Is er ook areaal stikstofgevoelig leefgebied gekarteerd, met als wens/doel dat de
               soort daar zich in de toekomst zal gaan vestigen?
            
Antwoord 23
            
Zoals uit het antwoord op vraag 21 blijkt, is ook het mogelijk toekomstig gebruik
               van geschikt leefgebied relevant. Over deze kwestie is ook een procedure gevoerd bij
               het Europese Hof van Justitie in een Ierse zaak (C-164/17). Nederland heeft daarbij
               gepleit voor een soepele uitleg van de Habitat- en de Vogelrichtlijn, maar het Hof
               bleek een zeer strikte uitleg te hanteren (arrest van 25 juli 2018), die mede de basis
               heeft gevormd voor de criteria zoals genoemd in het antwoord op vraag 21.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C. van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.