Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Kathmann en Six Dijkstra over de oproep van Europese politiechefs om end-to-endencryptie te verzwakken
Vragen van de leden Kathmann (GroenLinks-PvdA) en Six Dijkstra (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de oproep van Europese politiechefs om end-to-endencryptie te verzwakken (ingezonden 30 april 2024).
Mededeling van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de
Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 21 mei 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Politiechefs spreken zich uit tegen versleutelde chatberichten»
(NU.nl, 22 april)?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op de oproep van Europese politiechefs om actie te ondernemen tegen
online platforms die berichten end-to-end versleutelen? Heeft u hierover contact gehad
met uw Europese collega's? Welke acties verbinden u en uw collega's aan deze oproep?
Vraag 3
Wat is uw standpunt en wat is het standpunt de Nederlandse politie over end-to-end
versleuteling? Onder welke concrete voorwaarden vindt u het verbreken van end-to-end
versleuteling gerechtvaardigd, zowel individueel gericht als via het inbouwen van
een generieke achterdeur bij versleutelde berichtenplatforms?
Vraag 4
Heeft u contact gehad met Europol en de nationale politie over deze gezamenlijke oproep?
Ontvangt u dergelijke signalen ook van Nederlandse politiechefs? Zo ja, wat is uw
reactie?
Vraag 5
Deelt u de mening van politiechefs dat end-to-end versleuteling in stand kan blijven
met een achterdeurtje die alleen voor de politie beschikbaar is? Zo ja, hoe ziet u
dat voor zich? Hoe stelt u voor dat dit technisch kan zonder dat deze achterdeur algemeen
beschikbaar komt en daarmee een einde maakt aan end-to-end versleuteling?
Vraag 6
In de Staat van de Unie 20232 schrijft u dat «end-to-end encryptie niet onmogelijk (mag) worden gemaakt,» tegelijkertijd
stelt u in eerdere antwoorden op Kamervragen van de leden Kuik en Slootweg3 dat «het van belang [is] dat er mogelijkheden zijn om onder bepaalde omstandigheden
toegang tot (end-to-end versleuteld) berichtenverkeer te krijgen, onder passende voorwaarden
en waarborgen.» Hoe verenigt u deze standpunten? Zou toegang onder bepaalde voorwaarden
en waarborgen end-to-end versleuteling niet per definitie onmogelijk maken?
Vraag 7
Bent u bekend met cryptotelefoons? Zo ja, hoe denkt u te voorkomen dat criminelen
gebruik maken van deze devices in plaats van reguliere end-to-end versleutelde berichtenplatforms?
Hoe weegt u de effectiviteit van de inbreuk op de privacy van miljoenen mensen tegenover
de georganiseerde misdaad die vervolgens via cryptotelefoons anoniem kan blijven communiceren?
Vraag 8
Wat is het staande beleid ten opzichte van de strategie «store-now-decrypt-later»?
Wordt er nu al door veiligheidsdiensten versleutelde informatie opgeslagen, om deze
op een later moment te ontsleutelen? Hoe lang mag de politie deze informatie dan hiervoor
opslaan?
Vraag 9
Bent u bekend met de uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)
op 13 februari 2024 in de zaak Podchasov v. Rusland?4 Bent u eveneens bekend met de gezamenlijke reactie van de European Data Protection
Board (EDPB) van 13 februari 2024 op de Verordening ter voorkoming en bestrijding
van seksueel kindermisbruik (CSAM)?5 Bent u bovendien bekend met het standpunt van het Europese Hof van Justitie dat generieke
toegang tot versleutelde berichten nooit rechtmatig kan zijn?6
Vraag 10
Onderschrijft u de conclusies van deze zwaarwegende uitspraken omtrent end-to-end
versleuteling volledig? Kunt u op de uitspraken en standpunten van de drie organisaties
afzonderlijk reageren?
Vraag 11
Is uw standpunt over end-to-end versleuteling veranderd naar aanleiding van de recente
uitspraken van het EHRM en EDPB? Zo ja, op welke wijze draagt u dit uit bij lopende
onderhandelingen in Europa en het binnenland over wet- en regelgeving? Zo niet, kan
u met voorbeelden onderbouwen dat het huidige kabinetsstandpunt voldoende invulling
geeft aan de uitspraken van de rechter en de EDPB?
Vraag 12
Biedt het geactualiseerde Grondwetsartikel 13 over het brief- en telecommunicatiegeheim
een absolute garantie dat er geen verzwakkingen van end-to-end versleuteling mogen
plaatsvinden in Nederland? Zijn de aanbevelingen van de staatscommissie-Grondwet 2010
hiermee volledig geïmplementeerd?7
Vraag 13
Bent u bereid om samen met de nationale politie en de Autoriteit Persoonsgegevens
tot een eenduidig standpunt te komen over het borgen van end-to-end versleuteling,
dat recht doet aan de uitspraken van het EHRM, EHJ en de EDPB, en dit blijvend uit
te dragen in Nederland en Europa?
Vraag 14
Kunt u deze vragen apart van elkaar beantwoorden?
Mededeling
Hierbij deel ik u, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
mede dat de schriftelijke vragen van de leden Kathmann (GroenLinks-PvdA) en Six Dijkstra
(Nieuw Sociaal Contract), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid
over de oproep van Europese politiechefs om end-to-endencryptie te verzwakken (ingezonden
30 mei 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien
nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.