Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kostic´ over de noodzakelijke verbeteringen aan het statiegeldsysteem
Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de noodzakelijke verbeteringen aan het statiegeldsysteem (ingezonden 25 april 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 17 mei
2024).
Vraag 1
Kent u de berichten «Slechts 50% van de blikjes weer ingezameld in 2023, politiek
ingrijpen nodig»1 en «Waakhond wil fors hoger statiegeld om inzameling vlot te trekken»2?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met deze berichten.
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat Verpact (de producentenorganisatie verantwoordelijk
voor de inzameling van statiegeldverpakkingen) communiceert dat in 2023 71% van de
plastic flessen en 65% van de blikjes zijn ingeleverd (voorlopige cijfers)?
Antwoord 2
Ik ben op de hoogte van deze cijfers. Het is van belang om hierbij op te merken dat
dit gaat om cijfers die Verpact (voorheen Stichting Afvalfonds Verpakkingen) zelf
heeft verspreid en niet om officiële cijfers in het kader van een wettelijk verplichte
rapportage of de monitoring van plastic flessen en blikjes in het zwerfafval.
Overigens spreekt Verpact op de website niet over 65% inzameling van blikjes over
heel 2023, maar over «op dit moment».
Vraag 3
Bent u ervan op de hoogte dat uit de rapportage van Verpact zelf blijkt dat het inzamelcijfer
van blikjes dat wordt gecommuniceerd (65%) een momentopname is en dat, als er wordt
gekeken naar het gemiddelde percentage over 2023, slechts 50% van de blikjes weer
werden ingeleverd?3
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat Verpact aan cherry picking doet door cijfers te communiceren die hun prestaties beter doen lijken dan ze in
werkelijkheid zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u het ermee eens dat dit niet
hoort bij de rol van uitvoeringsorganisatie, en dat deze objectief behoort te informeren
over de voortgang?
Antwoord 4
Zoals aangegeven bij de beantwoording van vraag 2 tref ik de bewoording 65% over heel
2023 niet aan in de communicatie van Verpact. Het gaat hierbij om cijfers die Verpact
zelf heeft verspreid. Vanaf 2024 geldt voor het eerst een wettelijke verplichting
om 90% van de op de markt gebrachte blikjes in te zamelen. In 2025 ontvangt het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) de verslaglegging over 2024.
Vraag 5
Hoe gaat u in de toekomst cherry picking van cijfers over de voortgang van de inzamelpercentages door Verpact voorkomen?
Antwoord 5
Zolang het niet gaat over officiële cijfers acht ik het niet mijn rol om eisen te
stellen aan communicatie van Verpact. De officiële cijfers die Verpact wettelijk verplicht
is te leveren dienen te gaan over het gehele jaar van rapportage. Zoals aangegeven
in antwoord 4 ontvangt het Ministerie van IenW in 2025 de verslaglegging over 2024.
Vraag 6
Wat is uw reactie op de inzamelpercentages (71% voor plastic flessen en 50% voor blikjes),
gezien de wettelijke inzameldoelstelling negentig procent is?
Antwoord 6
Zoals ik in meerdere brieven aan uw Kamer en in debatten heb aangegeven, is het buitengewoon
teleurstellend dat het inzamelpercentage van plastic flessen in 2022 zo ver is achtergebleven
op de wettelijke doelstelling. De verslaglegging over 2023 heb ik nog niet ontvangen,
deze volgt in de zomer van 2024.
Voor de inzameling van drankblikjes geldt vanaf 2024 een wettelijke doelstelling.
Of de wettelijke doelstelling in 2024 gehaald wordt, zal blijken uit de verslaglegging
die het Ministerie van IenW in de loop van 2025 zal ontvangen.
Vraag 7
Wat is uw reactie erop dat in één jaar slechts 3% meer plastic flessen zijn ingeleverd
(71% in 2023 ten opzichte van 68% in 2022)?
Antwoord 7
Ik beoordeel de cijfers in de officiële verslaglegging. Daaruit bleek in 2023 dat
het wettelijke vereiste inzamelpercentage over 2022 niet behaald werd. De Inspectie
Leefomgeving en Transport (ILT) is naar aanleiding daarvan een handhavingstraject
gestart. Later dit jaar ontvang ik officiële cijfers over 2023, waaruit moet blijken
of en welke verbetering is opgetreden.
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat «de stijgende lijn in inzamelpercentages» waar Verpact over
communiceert slechts een zeer geringe stijging is die veel te kort schiet om aan de
wet te voldoen?4 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Zoals in antwoord op vraag 2 aangegeven gaat het hier om cijfers die Verpact zelf
heeft verspreid en niet om officiële cijfers in het kader van een wettelijk verplichte
rapportage. Ik zal de resultaten van Verpact beoordelen aan de hand van de officiële
cijfers die ik later dit jaar ontvang.
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat het opnieuw niet halen van de inzameldoelstelling voor plastic
flessen (zoals blijkt uit de voorlopige cijfers) de zoveelste wanprestatie is van
Verpact, voorheen Afvalfonds Verpakkingen, als het gaat om het halen van de wettelijke
doelen en afspraken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Ik constateer dat Verpact in 2022 de wettelijke doelstelling voor de inzameling van
plastic flessen niet heeft behaald. Over 2023 heb ik nog geen officiële verslaglegging
ontvangen. Die volgt in de zomer van 2024. Intussen loopt het handhavingstraject van
de ILT, om Verpact ertoe te bewegen het inzamelpercentage zo snel mogelijk te behalen.
Vraag 10
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat Verpact zo snel mogelijk, en niet pas in 2026
zoals het er nu naar uitziet, aan de statiegeldwetgeving gaat voldoen?
Antwoord 10
Recent verstuurde de ILT een voornemen tot last onder dwangsom aan Verpact om deze
producentenorganisatie ertoe te bewegen het inzamelpercentage zo snel mogelijk te
behalen. In aanvulling hierop breng ik tijdens bestuurlijke overleggen over dit onderwerp
mijn onvrede over de huidige stand van zaken duidelijk over.
Vraag 11
Wat is uw reactie erop dat de ILT eist dat producenten volgend jaar 50 eurocent statiegeld
moeten gaan heffen op grote en kleine plastic flessen om zo meer consumenten te verleiden
hun lege flessen in te leveren?
Antwoord 11
De genoemde verhoging betreft geen wetswijziging of beleidswijziging. Op het ministerie
is op dit moment geen verhoging van het minimum statiegeldbedrag voorzien. Wettelijk
geldt een minimum statiegeldbedrag van € 0,15 voor kleine flesjes en € 0,25 voor grote
flessen. Verder is de belangrijkste wettelijke bepaling de 90% doelstelling voor gescheiden
inzamelen van statiegeldverpakkingen. Het is aan het verpakkend bedrijfsleven om het
statiegeldsysteem dusdanig in te richten dat deze doelstelling wordt gehaald. Ook
een statiegeldbedrag hoger dan het wettelijk minimum kan bijdragen aan een hogere
inleverbereidheid.
Nu Verpact de 90% doelstelling in 2022 niet heeft gehaald, is de ILT een handhavingstraject
gestart. In het kader daarvan heeft de ILT, in haar rol als onafhankelijk toezichthouder,
Verpact op de hoogte gesteld van meerdere voorgenomen lasten onder dwangsom. Die beogen
Verpact ertoe te bewegen zo snel mogelijk aan de doelstelling te gaan voldoen. Eén
van die voorgenomen lasten betreft een (tijdelijk) statiegeldbedrag van € 0,50.
Ook vanuit een beleidsmatig perspectief geldt dat de hoogte van het statiegeldbedrag
één van de knoppen is waaraan gedraaid kan worden om het percentage ingeleverde statiegeldverpakkingen
te verhogen tot minimaal de wettelijk verplichte 90%. In 2024 worden de artikelen
in het Besluit beheer verpakkingen waarin het statiegeldsysteem is geregeld, geëvalueerd
op doeltreffendheid en effecten. Hierbij zal het wettelijk minimum statiegeldbedrag
worden bekeken, evenals de effecten van een eventuele wettelijke aanpassing daarvan,
zowel voor de inzameling als voor consumenten. De bevindingen van deze evaluatie worden
met uw Kamer gedeeld. Indien uit de evaluatie blijkt dat wetswijziging op dit punt
of op andere punten nodig is, zal dit in gang gezet worden. Uw Kamer zal hierover
worden geïnformeerd. Indien aan de orde kan dit in 2025 van start gaan. Naar verwachting
zal de beslissing hierover aan een nieuw kabinet zijn.
Vraag 12
Bent u het ermee eens dat dit een goede ontwikkeling is, maar dat consumenten dan
ook sneller bij veel meer innamepunten terecht moeten kunnen om hun statiegeldverpakkingen
weer in te kunnen leveren, zodat het statiegeld ook daadwerkelijk weer terugkomt bij
de consument en er niet nóg meer geld bij het bedrijfsleven blijft steken?5 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
In het algemeen vind ik het een goede ontwikkeling dat de ILT toewerkt naar goede
naleving van de eisen uit de wet. Op het ministerie is op dit moment geen verhoging
van het minimum statiegeldbedrag (van 15 cent voor kleine en 25 cent voor grote flessen)
voorzien. In het voornemen tot last onder dwangsom werkt de ILT ook expliciet toe
naar meer innamepunten. Daarnaast heb ook ik in diverse brieven aan uw Kamer en in
debatten aangegeven dat ik het nodig acht dat het de consument makkelijk wordt gemaakt
om statiegeldverpakkingen in te leveren en dat dit betekent dat er meer innamepunten
moeten komen waar consumenten hun statiegeld terugkrijgen. Ik heb deze boodschap ook
aan Verpact overgebracht.
Vraag 13
Bent u het ermee eens dat ook in dit kader het tijdspad waarin Verpact tot 2026 de
tijd neemt om meer innamepunten te realiseren, echt te lang duurt? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 13
Ik wil hier graag in herinnering brengen dat de inzameldoelstelling al over het jaar
2022 behaald diende te worden. Het bereiken van de doelstelling duurt dus evident
te lang en dit is ook de aanleiding geweest voor het handhavingstraject dat de ILT
is gestart. Ook heb ikzelf bij herhaling aangegeven dat meer innamepunten nodig zijn.
Het verbeterplan van Verpact, waarin is vermeld dat de doelstelling in 2026 zal worden
gehaald, is op verzoek van de ILT opgesteld en het is aan de ILT om te beoordelen
of dit voldoet. Uitgangspunt hierbij is om zo snel mogelijk te voldoen aan het wettelijk
verplichte inzamelpercentage van 90%.
Vraag 14
Hoe gaat u ervoor zorgen dat het tijdspad van Verpact wordt versneld, zodat consumenten
een stuk eerder makkelijker hun statiegeldverpakkingen weer kunnen inleveren?
Antwoord 14
Ik verwijs hierbij naar de beantwoording van vraag 10, 12 en 13 waar wordt ingegaan
op het handhavingstraject van de ILT.
Vraag 15
Bent u van plan om de eisen die de ILT aan Verpact stelt – zoals een hoger statiegeldbedrag,
het veranderen van statiegeldlogo’s op drankjes, het op tijd plaatsen van extra statiegeldautomaten
en statiegeld stimuleren op sap- en zuivelflessen – ook vast te leggen in de statiegeldwetgeving
die dit jaar wordt geëvalueerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Dit jaar wordt de statiegeldregeling geëvalueerd. Indien uit de evaluatie blijkt dat
wetswijziging nodig is, zal dit in gang gezet worden. Uw Kamer zal hierover worden
geïnformeerd. Indien aan de orde kan dit in 2025 van start gaan. Naar verwachting
zal de beslissing hierover aan een nieuw kabinet zijn.
Vraag 16
Wat is de tijdlijn voor de evaluatie van de statiegeldregelgeving?
Antwoord 16
Het proces van evaluatie is gestart in 2024. De verwachting is dat het evaluatierapport
eind 2024 aan de Kamer wordt toegestuurd.
Vraag 17
Welke maatschappelijke organisaties worden er betrokken bij de evaluatie van de statiegeldregelgeving?
Op welke momenten worden deze organisaties hierbij betrokken?
Antwoord 17
Relevante organisaties zullen worden betrokken, waaronder uiteraard ook maatschappelijke
organisaties. Welke dit exact zullen zijn en wanneer, kan ik op dit moment niet aangeven.
Vraag 18
Wanneer wordt de evaluatie van de statiegeldregelgeving naar de Kamer gestuurd?
Antwoord 18
Zoals in het antwoord op vraag 16 aangegeven is de verwachting dat het evaluatierapport
eind 2024 aan de Kamer wordt toegestuurd.
Vraag 19
Wordt er op basis van de evaluatie vervolgens ook een daadwerkelijke wijziging van
de statiegeldregelgeving (Besluit beheer verpakkingen) voorbereid en naar de Kamer
gestuurd? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 19
Indien uit de evaluatie blijkt dat wetswijziging nodig is, zal dit in gang gezet worden.
Uw Kamer zal hierover worden geïnformeerd. Indien aan de orde zal dit in 2025 van
start kunnen gaan. Naar verwachting zal de beslissing hierover aan een nieuw kabinet
zijn.
Vraag 20
Kunt u verklaren waarom in de huidige statiegeldregelgeving statiegeld op flesjes
is beperkt tot «water of frisdrank in een kunststof fles»6, terwijl statiegeld op blikjes geldt voor alle «drank in een metalen verpakking»7? Waarom is dit verschil gemaakt?
Antwoord 20
De statiegeldverplichtingen voor kunststof flessen gelden voor flessen gebruikt voor
het verpakken van frisdrank en water. In de praktijk betekent dit dat kunststof flessen
die gebruikt worden voor het verpakken van sappen en zuivel zijn uitgezonderd van
de verplichting tot het hanteren van statiegeld. Er is om een aantal redenen voor
gekozen sappen en zuivel uit te zonderen, waaronder de viscositeit die zou leiden
tot een hogere vervuilingsgraad, de bederfelijkheid van restanten zuivel en sappen
die tot geur en hygiëneproblemen leiden en het verschil in type verpakkingen. In de
nota van toelichting bij het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen is aangegeven
dat het statiegeldstelsel voor metalen drankverpakkingen betrekking heeft op metalen
verpakkingen voor alle soorten drank omdat er anders dan voor kunststof flessen geen
technische reden is om metalen verpakkingen voor sap en zuivel uit te zonderen. Zie
voor een meer volledige beschrijving de nota van toelichting bij het Besluit maatregelen
kunststof drankflessen8 en het Besluit maatregelen metalen drankverpakkingen9.
Vraag 21
Waarom is in de regelgeving voor kunststofflessen er niet ook voor gekozen om «drank»
op te nemen, in plaats van «water of frisdrank»?
Antwoord 21
Zie antwoord op vraag 20.
Vraag 22
Bent u van plan om in nieuwe statiegeldregelgeving op te nemen dat statiegeld geldt
voor álle drank in zowel metalen als kunststof-drankverpakkingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 22
Bij de evaluatie van de statiegeldregelgeving zal expliciet naar de bestaande uitzonderingen
worden gekeken, zoals ik al eerder aan uw Kamer heb medegedeeld. Zie verder beantwoording
vraag 15.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.