Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rajkowski over het bericht dat “twee kinderopvangcentra in Utrecht per direct zijn gesloten"
Vragen van het lid Rajkowski (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat twee kinderopvangcentra in Utrecht per direct zijn gesloten (ingezonden 9 april 2024).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 14 mei
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat een kinderopvangcentrum en een Buitenschoolse opvang
(BSO) in Utrecht per direct zijn gesloten?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Hoe kan het verklaard worden dat beiden niet geregistreerd zijn in het Landelijk Register
Kinderopvang en dat er niet eerder melding is gemaakt van illegale opvang?
Antwoord 2
Diegene die voornemens is om kinderopvang aan de bieden in de zin van de Wet kinderopvang
is verplicht om bij de gemeente een aanvraag in te dienen voor registratie in het
Landelijk Register Kinderopvang. Zij mogen de opvang pas starten nadat de toezichthouder
kinderopvang een onderzoek voor registratie heeft uitgevoerd en de houder redelijkerwijs
aan alle kwaliteitseisen gaat voldoen.
Toezichthouders kinderopvang houden toezicht op locaties die staan geregistreerd in
het Landelijk Register Kinderopvang. Zij zijn niet op de hoogte van kinderopvang die
niet ingeschreven is in het Landelijk Register Kinderopvang. Via een melding kan de
toezichthouder en/of de gemeente hiervan op de hoogte raken. Iedereen kan dit soort
meldingen doen, denk hierbij aan omwonenden of ouders.
Vraag 3
Hoe lang hebben deze opvangcentra bestaan?
Antwoord 3
Zoals bij vraag 2 aangegeven wordt er toezicht gehouden op locaties die in het Landelijk
Register Kinderopvang staan. Daardoor is de gemeente niet op de hoogte van kinderopvang
die niet is ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang. Het is ons onbekend
hoe lang deze organisatie zonder toestemming van de gemeente kinderen heeft opgevangen
in de zin van de Wet kinderopvang.
Vraag 4
Is bekend of de ouders van de kinderen ervan op de hoogte waren dat de centra geen
registratie hadden? Zo nee, bent u bereid dit uit te zoeken?
Antwoord 4
Ik vind het belangrijk dat ouders kunnen vertrouwen op de kwaliteit van de kinderopvang.
In het Landelijk Register Kinderopvang kan iedereen geregistreerde kinderopvangvoorzieningen
terugvinden. Geregistreerd zijn, betekent dat de gemeente onder andere op grond van
onderzoek door de toezichthouder besloten heeft dat exploitatie is toegestaan. De
gemeente is verantwoordelijk voor toezicht op en handhaving van kinderopvangvoorzieningen.
Het register is openbaar. Ouders en verzorgers kunnen in het register opzoeken of
het kindercentrum waar zij hun kind naar toe willen brengen staat ingeschreven en
voldoet aan de wettelijk gestelde eisen.
Vraag 5
Heeft dit mogelijk nog nadelige consequenties voor de ouders die hun kinderen naar
deze illegale kinderopvangcentra brachten?
Antwoord 5
Er mogen op deze adressen, onder dezelfde omstandigheden, geen kinderen meer worden
opgevangen. Dit is ingrijpend voor ouders. Zij zullen andere opvang moeten regelen.
Vraag 6
Is het bekend wat voor pedagogisch beleid er werd gevoerd op de gesloten centra?
Antwoord 6
Nee. Er is geen aanvraag voor exploitatie gedaan, dus er heeft geen onderzoek door
de gemeente plaatsgevonden naar de (kwaliteits)eisen uit de Wet kinderopvang.
Vraag 7
Zijn de exploitanten van de kinderopvangcentra bekenden bij uw ministerie of bij het
Openbaar Ministerie? Is bij u bekend of zij – direct of indirect – meer kinderopvangcentra
exploiteren? Is er melding gemaakt bij het Openbaar Ministerie van deze casus?
Antwoord 7
De exploitanten zijn niet bekend bij mijn ministerie of bij het Openbaar Ministerie.
De Inspectie Kinderopvang van de gemeente Utrecht heeft, zoals de Wet op de economische
delicten voorschrijft, een melding gedaan bij het Openbaar Ministerie.
Vraag 8
Moet er iets veranderen in de huidige systemen die we hebben als het gaat om het oprichten,
beoordelen en screenen van kinderopvangcentra?
Antwoord 8
In het huidige systeem moet diegene die voornemens is om kinderopvang aan te bieden
een aanvraag tot toestemming voor exploitatie doen bij de gemeente. Na deze aanvraag
onderzoekt de toezichthouder of het ernaar uitziet dat de kinderopvang redelijkerwijs
aan de daaraan gestelde eisen zal voldoen en geeft advies aan de gemeente. Na goedkeuring
van de aanvraag verleent de gemeente toestemming tot exploitatie en registreert de
gemeente het betreffende kindercentrum van de kinderopvangorganisatie in het Landelijk
Register Kinderopvang. De toezichthouder houdt in opdracht van de gemeente toezicht
op de in het Landelijk Register Kinderopvang ingeschreven kindercentra. Als niet wordt
voldaan aan de wet- en regelgeving kan de gemeente handhavend optreden conform gemeentelijk
handhavingsbeleid.
Ik heb regelmatig gesprekken met vertegenwoordigers van ouders, gemeenten GGD'en en
kinderopvangorganisaties. Vooralsnog zie ik geen aanleiding om het huidige systeem
aan te passen.
Vraag 9
Zijn er andere opvallende zaken aan deze casus die relevant zijn om te weten?
Antwoord 9
De handhaving door gemeente Utrecht loopt momenteel nog. Er zijn op dit moment nu
geen opvallende zaken bekend.
Vraag 10
Hoe kan voorkomen worden dat exploitanten van illegale opvangcentra in andere regio’s
of gemeenten (illegale) kinderopvangcentra openen? Is er onderling contact tussen
de handhavende instanties? Zo nee, is de Minister bereid te onderzoeken op welke manier
dit mogelijk gemaakt kan worden zodat we zorgen dat kinderen op een veilige en verantwoorde
manier overdag worden opgevangen?
Antwoord 10
GGD’en en gemeenten hebben een uitgebreid netwerk om signalen te delen. Er zijn bijvoorbeeld
vaste overlegstructuren om (ook bij bijzondere casuïstiek) de benodigde informatie-uitwisseling
te faciliteren. Denk hierbij aan periodieke bovenregionale overleggen tussen verschillende
GGD’en in aangrenzende regio’s en tussen iedere GGD en de daaraan verbonden gemeenten.
Ook hebben bovengenoemde partijen nieuwe acties ondernomen om de bovenregionale uitwisseling
van informatie verder te versterken. Uw Kamer is hierover op 2 juli 2021 geïnformeerd
met de Verzamelbrief kinderopvang.2
In 2022 hebben VNG en GGD GHOR Nederland de bestaande «denklijn signalen voor onderzoek
en informatie-uitwisseling in toezicht en handhaving» doorontwikkeld. De denklijn
biedt gemeenten en GGD’en handvatten om beschikbare informatie over bestaande houders
en/of ondernemingen optimaal te benutten wanneer deze zich in een andere gemeente
of regio willen vestigen. Gemeenten en GGD’en kunnen signalen uitwisselen over handhavingstrajecten.
Handhavende instanties kunnen echter geen signalen uitwisselen over exploitanten die
hen onbekend zijn omdat ze niet zijn aangemeld of ingeschreven in het Landelijk Register
Kinderopvang. Omwonenden en/of ouders kunnen signalen doorgeven aan de GGD en of betreffende
gemeente als zij een vermoeden hebben van een misstand.
Tot slot, zoals hierboven aangegeven kunnen ouders controleren of de kinderopvang
geregistreerd staat. Ook zijn kinderopvangorganisaties verplicht om recente inspectierapporten
van de toezichthouder op de website te plaatsen, zodat ouders zich kunnen laten informeren
over de kwaliteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.