Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boswijk over het bericht inzake toegenomen export van landbouwmachines en diervaccins naar Rusland
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de toegenomen export van landbouwmachines en diervaccins naar Rusland (ingezonden 27 maart 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), mede namens de Ministers voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(ontvangen 13 mei 2024)
Vraag 1
Klopt het bericht dat Nederland meer agrarisch gerelateerde producten, zoals diervaccins,
broed- en landbouwmachines exporteert naar Rusland dan voor 24 februari 2022?1
Antwoord 1
In het aan het bericht ten grondslag liggende rapport («de Nederlandse agrarische
sector in internationaal verband, editie 2024») staat inderdaad dat de Nederlandse
uitvoerwaarde van landbouwgerelateerde goederen2 naar Rusland toenam van EUR 184 miljoen in 2021 naar EUR 239 miljoen in 2022 (overigens
daalde deze uitvoerwaarde in 2023 weer naar EUR 193 miljoen3). Het rapport geeft inzicht in alle mondiale, landbouwgerelateerde handelsstromen
met ons land en wordt jaarlijkse gepubliceerd door Wageningen Economic Research i.s.m.
het Centraal Bureau voor de Statistiek in opdracht van het Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit. Het rapport werd op 4 maart jl. aan uw Kamer verzonden
ter informatie. Deze machines vallen, tot nu toe, niet onder sancties.
Vraag 2
Klopt het dat het hierbij vooral gaat om handelswaar waarmee de opbrengst per hectare
landbouwgrond in Rusland toeneemt?
Antwoord 2
Voor een deel van de exportgoederen geldt dit mogelijk wel (o.a. oogst- en dorsmachines),
maar voor een ander deel niet of minder (bijv. dierenvaccins die een preventieve werking
hebben bij dierziektes en de verspreiding daarvan).
Vraag 3
Deelt u de mening dat deze Nederlandse export daarmee bijdraagt aan de autarkische
koers van Rusland, zoals onlangs nog door Poetin geaccentueerd in zijn jaarlijkse
toespraak tot de Doema en de Federatieraad? Zo nee, waarom niet?4
Antwoord 3
Het is aannemelijk dat de Nederlandse export van landbouwgerelateerde goederen op
deelterreinen individuele bedrijven in de Russische land- en tuinbouwsector beter
in staat stelt tot (voedsel)productie in Rusland zelf. In hoeverre dit ook bijdraagt
aan meer autarkie is niet met zekerheid te zeggen.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de woorden van oud-president Medvedev dat de eigen, steeds meer zelfvoorzienende
agrarische sector een «stil wapen» is waarmee «vijanden» gestraft worden en waarvan
«vrienden» mogen profiteren?
Antwoord 4
Het kabinet is van mening dat voedsel en voedselvoorziening nooit gebruikt mogen worden
als een «stil wapen».
Vraag 5
Deelt u de mening dat het terecht is dat de sancties tegen Rusland geen belemmering
voor de uitvoer van levensmiddelen en landbouwproducten mogen vormen, opdat de Europese
Unie (EU) geen verantwoordelijkheid draagt voor de wereldwijde voedselcrisis?
Antwoord 5
De Europese sancties zijn erop gericht om een hoge prijs te verbinden aan de Russische
aanvalsoorlog, consequenties te verbinden aan schending van het internationaal recht
en de Russische oorlogscapaciteit technisch, financieel en economisch zo veel mogelijk
in te perken. De Russische agressie tegen Oekraïne heeft geleid tot enorme schade
aan Oekraïense infrastructuur, de landbouw en economie als geheel en een blokkade
van havens. Dat is de oorzaak dat graan uit Oekraïne de wereldmarkt niet bereikte
en daaruit voortvloeiende problemen t.a.v. voedselzekerheid. Het kabinet weegt bij
voorgestelde nieuwe sanctiemaatregelen steeds of deze ongewenste neveneffecten zouden
hebben, waaronder op het gebied van voedselzekerheid. Op de sancties geldt, zoals
bekend, een reeks uitzonderingen, juist om humanitaire hulp te faciliteren en als
extra garantie voor voedselzekerheid. Zo kunnen bedrijven en personen tegen wie sancties
gelden in aanmerking komen voor vrijstelling voor transacties die van belang zijn
voor de wereldwijde voedselzekerheid.
Vraag 6
Bent u van mening dat agrarisch gerelateerde producten die expliciet gebruikt worden
om Rusland zelfvoorzienend – en daarmee ook sanctiebestendig – te maken mogelijk wel
gesanctioneerd kunnen worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, onder welke voorwaarden
zouden dergelijke sancties wat u betreft ingesteld kunnen worden?
Antwoord 6
Het is de inzet van het kabinet om in EU-kader de druk op Rusland op te blijven voeren
met aanvullende sanctiemaatregelen, waarbij voor het kabinet alle opties op tafel
(blijven) liggen. Zwaarwegende humanitaire belangen, zoals de wereldwijde voedselzekerheid,
zijn hierbij wel steeds een randvoorwaarde. Daarom toetst het kabinet bij potentiële
nieuwe maatregelen of deze geen ongewenste gevolgen hebben voor de voedselzekerheid.
Het kabinet verstrekt geen informatie over mogelijke toekomstige sanctiemaatregelen,
daar het de effectiviteit van het sanctie-instrument ondermijnt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.