Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Eijk en Martens-America over het hoofdstuk 'Zo krijg je geld terug van DUO' in het boek DRUKS 2
Vragen van de leden Van Eijk en Martens-America (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het hoofdstuk «Zo krijg je geld terug van DUO» in het boek DRUKS 2 (ingezonden 16 april 2024).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 13 mei
2024).
Vraag 1 en 2
Bent u bekend met het boek DRUKS 2?
Bent u bekend met het hoofdstuk «Zo krijg je geld terug van DUO», dat op de website
van de auteur voor 20 euro besteld kan worden?
Antwoord 1 en 2
Ja, ik ben hiermee bekend.
Vraag 3
Klopt het dat sommige studiebegeleiders, studentendecanen of DUO-medewerkers in de
veronderstelling zijn dat je geen beroep op de voorzieningen van DUO kunt doen nadat
een studie is afgerond?
Antwoord 3
Medewerkers van DUO zijn op de hoogte van de voorwaarden van de voorziening prestatiebeurs.
Zij weten dat het afronden van een opleiding geen uitsluitingscriterium is.
Studenten kunnen erop rekenen dat de tekenbevoegden (decanen op hogescholen en universiteiten,
en studiebegeleiders1 op mbo-instellingen), op de hoogte zijn van (de voorwaarden van) de voorziening prestatiebeurs.
Ook andere professionals die studenten begeleiden op de opleiding zijn over het algemeen
goed op de hoogte. Zij verwijzen in principe door naar de tekenbevoegde als bijzondere
(medische) omstandigheden een rol spelen.
Het is natuurlijk geen garantie dat iedereen precies weet wat de regels zijn. Daarom
blijft DUO inzetten op goede informatievoorziening richting onderwijsinstellingen.
Dat doet DUO onder andere via de (zakelijke) website, instructies en informatie Webinars.
Ook kunnen studiebegeleiders en studentdecanen bellen met de intermediairlijn van
DUO. Daarnaast vindt er regelmatig overleg plaats tussen DUO en decanen in het hbo
en wo, en studiebegeleiders in het mbo.2
Uit dat overleg blijkt wel dat de aanvraag voor de voorziening prestatiebeurs moeilijker
kan zijn als het een opleiding uit het verleden betreft. De tekenbevoegde moet verklaren
dat er sprake was van een causaal verband tussen de (medische) omstandigheid en de
studievertraging. Verloop van tijd kan dit bemoeilijken.
Vraag 4
Klopt het dat het voor DUO volstaat indien een studiebegeleider of decaan in de toelichting
bij «verzoek voorziening» schrijft: «vanwege structurele functiebeperkende omstandigheden,
heeft de student studievertraging opgelopen/studie niet af kunnen maken»?
Antwoord 4
Nee, in geval van een medische oorzaak dient de aanvraag voorzien te zijn van een
door een (behandelend) arts getekend formulier Medische Informatie, waarin bevestigd
wordt dat er sprake is van een medische oorzaak en in welke periode. Hierbij wordt
niet vermeld wat de aard en inhoud van de medische aandoening van de student is (geweest).
De tekenbevoegde beslist uiteindelijk of de medische oorzaak van invloed is (geweest)
op de studievertraging en geeft dat aan op het formulier. Er is geen nadere toelichting
vereist, maar de tekst «vanwege structurele functiebeperkende omstandigheden» wordt
wel gebruikt en is in deze situaties voldoende. Bij een niet-medische oorzaak volstaat
een dergelijke korte toelichting niet.
Vraag 5
Klopt het dat in het geval van nieuwe feiten en omstandigheden (zoals een nieuw vastgestelde
medische omstandigheid), ook lange tijd na het wel of niet afronden van een opleiding
alsnog een voorziening bij DUO aangevraagd kan worden? Zo ja, welke criteria en termijnen
gelden hiervoor? Hoe wordt voorkomen dat hier misbruik van wordt gemaakt?
Antwoord 5
Het klopt dat (oud-)studenten ook na afronding van een opleiding een beroep kunnen
doen op de voorziening prestatiebeurs. Voor hen gelden dezelfde voorwaarden als voor
studenten die ten tijde van de aanvraag nog studeren. In de Wet studiefinanciering
2000 (WSF 2000) is vastgelegd welke bijzondere omstandigheden dit betreft.3 Er zijn geen wettelijke termijnen vastgesteld.
DUO hanteert binnen het eigen uitvoeringsbeleid wel een termijn van vijf jaar na het
verstrijken van de diplomatermijn, maar hier wordt coulant mee omgegaan. Stuurt de
(oud-)student het verzoek buiten de termijn van vijf jaar ná het verstrijken van de
diplomatermijn, dan neemt DUO het verzoek in behandeling als het verzoek is getekend
door de tekenbevoegde en het formulier Medische Informatie. De tekenbevoegde moet
in de toelichting aangeven waarom de (oud-)student het verzoek buiten de termijn indient.
Ook moet worden toegelicht dat er sprake is van een causaal verband tussen de medische
omstandigheid en de studievertraging, of het beëindigen van de studie, in het verleden.
Het vaststellen van een causaal verband kan na verloop van tijd wel moeilijker zijn.
Een aanvraag voorziening prestatiebeurs is een grondig proces. (Oud-)studenten moeten getekende bewijsstukken aanleveren. Het is altijd aan de tekenbevoegde
van de onderwijsinstelling om een oordeel te vellen over de causaliteit tussen de
(medische) omstandigheid en de studievertraging. We zijn hierbij continu op zoek naar
de juiste balans tussen het voorkomen van misbruik en een gepaste bewijslast voor
(oud-)studenten.
Vraag 6
Kunt u uiteenzetten hoeveel gebruik wordt gemaakt van de voorziening om de basisbeurs
om te zetten in een gift en op basis van welke omstandigheden worden deze verzoeken
gedaan? Zijn hierbij omstandigheden die evenredig veel voorkomen ten opzichte van
andere omstandigheden?
Antwoord 6
De voorziening prestatiebeurs bestaat uit vier onderdelen: (1) omzetting prestatiebeurs4, (2) verlenging prestatiebeurs, (3) verlenging diplomatermijn en (4) nieuwe aanspraak
op studiefinanciering. Omzetting van de prestatiebeurs in een gift wordt uitsluitend
gedaan bij een structurele medische omstandigheid. In uitzonderlijke gevallen kent DUO toe bij een niet-medische
omstandigheid. Er wordt niet geregistreerd om welke (medische) omstandigheid dit gaat.
Dat is ook niet wenselijk omdat dit gevoelige persoonsgegevens betreft. Zie voor het
aantal toekenningen van de omzetting prestatiebeurs onderstaande tabel.
Toekenningen omzetting prestatiebeurs
2019
2020
2021
2022
2023
Mbo5
613
495
563
639
884
Hbo en wo
859
735
616
687
926
X Noot
5
Alleen mbo niveau 3–4 omdat studiefinanciering op mbo niveau 1–2 wordt verstrekt als
een gift.
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat iedereen die recht heeft op een tegemoetkoming deze moet
kunnen krjigen, maar dat het onwenselijk is dat mensen publiekelijk worden opgeroepen
zoveel mogelijk geld van DUO terug te krijgen? Waarom wel/niet?
Antwoord vraag 7
Ik vind het goed dat (oud-)studenten een beroep kunnen doen op de voorziening prestatiebeurs.
Deze voorziening is immers bedoeld om studenten te ondersteunen die vaak in een meer
kwetsbare positie zitten. Daarom zet ik mij, onder andere via het programma Student
Centraal, in voor het verbeteren van de informatievoorziening voor deze doelgroep.
Daarmee zorgen we ervoor dat studenten weten welke regelingen er zijn en waar ze hulp
kunnen krijgen.
De auteur van het boek vermeldt wat mij betreft, zowel in het hoofdstuk als daarbuiten,
duidelijk dat een beroep op de voorziening prestatiebeurs alleen mogelijk is als sprake
is studievertraging door specifieke omstandigheden. In die zin sluit de oproep aan
bij de informatie die DUO hierover gratis verspreidt. Dat op deze manier meer (oud-)studenten
op de hoogte zijn van het bestaan van de voorziening prestatiebeurs vind ik niet zozeer
onwenselijk.
Wel wil ik benoemen dat de auteur sommige termen door elkaar gebruikt. Zij schrijft
vaak over «kwijtschelding van de studieschuld», terwijl het in feite gaat om een verlaging
van de studieschuld die ontstaat doordat de prestatiebeurs wordt omgezet in een gift.
Kwijtschelding (op medische grondslag) is een geheel andere regeling. Dit kan voor
(oud-)studenten verwarrend zijn, en maakt de communicatie voor DUO uitdagender.
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat het onwenselijk is dat iemand geld verdient aan het delen
van tactieken om geld terug te krijgen van DUO? Waarom wel/niet?
Antwoord vraag 8
Alle informatie die de auteur in het hoofdstuk benoemt is voor iedereen gratis verkrijgbaar
via de verschillende communicatiekanalen van DUO. Daar kunnen (oud-)studenten dus
gebruik van maken, zonder betaling.
Het gaat mij wat ver om het onwenselijk te noemen als een persoon, of bedrijf, mensen
helpt, met informatie of anderszins, om hun recht te halen bij de overheid. In een
ideale wereld zou het niet nodig zijn, maar de werkelijkheid is helaas anders. Bovendien
gebeurt dit in andere sectoren ook, denk bijvoorbeeld aan belastingadviseurs. Wel
zie ik de taak om ervoor te zorgen dat (oud-)
studenten via onze eigen kanalen zo geïnformeerd worden dat er verder geen externe
toelichting of hulp nodig is. Daar blijf ik mij voor inzetten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.