Schriftelijke vragen : De kwestie Tent of Nations en effectieve bescherming van Palestijnen
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de kwestie Tent of Nations en effectieve bescherming van Palestijnen (ingezonden 3 mei 2024).
Vraag 1
Herinnert u zich dat de Tweede Kamer in het verleden eerder aandacht heeft gevraagd
voor deze zaak?1 Wat is de stand van zaken van de procedure?
Vraag 2
Kunt u aangeven wat het gemiddelde tijdsverloop is van een registratiezaak in Area
C van begin van aanvraag tot definitief oordeel? Kunt u aangeven in hoeverre de zaak
van de Tent of Nations hiervan afwijkt?
Vraag 3
Bent u bereid bij de Israëlische autoriteiten om opheldering te vragen waarom de beoordeling
van de stukken zo lang duurt?
Vraag 4
In hoeverre is het juridisch mogelijk om tijdens een procedure die nog onder de rechter
ligt, onomkeerbare veranderingen te maken, zoals de aanleg van wegen en andere infrastructuur
in, langs en om het gebied? Welk juridisch kader/officiële afspraken bestaan hiervoor
conform de afspraken gemaakt voor Area C? Welke ontwikkeling ziet u rondom het gebied
van Tent of Nations?
Vraag 5
Kunt u vanuit zowel de ambassade in Tel Aviv, als de Nederlandse vertegenwoordiging
in de Palestijnse Gebieden navraag doen over de situatie van de militair gesloten
wegen rond de Tent of Nations, die de toegang tot het eigen gebied bemoeilijkt? Indien
er onvoldoende aanleiding is om het gebied een «gesloten militair gebied» te benoemen,
kunt u aandringen op heropening?
Vraag 6
Hoe is de beveiliging van Palestijnse burgers in Area C juridisch en praktisch gewaarborgd?
Vraag 7
Welke specifieke instantie is belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid
van Palestijnen in Area C en het opnemen en opvolgen van aangiften gedaan door Palestijnen?
Klopt het dat de familie van de Tent of Nations een aantal dreigende incidenten heeft
meegemaakt, maar bij een hulpvraag bij de Israëlische autoriteiten geen steun van
de autoriteiten kreeg? Hoe beoordeelt u dit?
Vraag 8
Waar kunnen en moeten Palestijnen zich dan melden op het moment dat er sprake is van
een strafrechtelijke inbreuk? Zijn de politiebureaus of andere locaties waar men in
Area C aangifte kan doen, op plekken waar Palestijnen altijd vrij en effectief toegang
toe hebben?
Vraag 9
Kunt u het punt van effectieve bescherming en toegang tot hulp en het doen van aangifte
door Palestijnen in Area C adresseren bij uw Israëlische collega’s en de Nederlandse
vertegenwoordiging in Israël en de Palestijnse gebieden en waarborgen dat Palestijnen
die zich in Area C bevinden en te maken krijgen met een strafrechtelijke inbreuk,
effectieve bescherming (van de Israëlische autoriteiten of op een andere wijze) kunnen
krijgen?
Indieners
-
Gericht aan
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
Don Ceder, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.