Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Kabinet versoepelde exclusief voor Schiphol de bestaande stikstofregels’.
Vragen van de leden Hertzberger en Olger van Dijk (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Ministers voor Natuur en Stikstof en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Kabinet versoepelde exclusief voor Schiphol de bestaande stikstofregels» (ingezonden 2 mei 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Kabinet versoepelde exclusief voor Schiphol de bestaande
stikstofregels»?1
Vraag 2
In het commissiedebat Stikstof NPLG en Natuur van woensdag 17 april jl. kwam het extern
salderen van Schiphol aan bod en stelde u dat de vergunning voor Schiphol is verleend
op basis van een technische beoordeling, wat behelsde deze beoordeling?
Vraag 3
In welke mate wordt de kritische depositiewaarde (KDW) in de natuurgebieden waar Schiphol
stikstof op deponeert overschreden in mol/hectare/jaar in 2023 voordat de natuurvergunning
van Schiphol van kracht werd? Hoeveel stikstof deponeert Schiphol op deze gebieden
en hoe zou de verleende natuurvergunning van Schiphol deze overschrijding vergroten?
Kunt u het antwoord op voorgaande vragen uitsplitsen per natuurgebied?
Vraag 4
Met welke ordegrootte verschilt deze totale depositie ten opzichte van een gemiddelde
Programma Aanpak Stikstof (PAS-)melder of garnalenvisser in dit gebied?
Vraag 5
Klopt het dat er geen zorgvuldig onderzoek is verricht naar de overbelasting van de
nabijgelegen natuurgebieden en of de beschikbaar gekomen stikstofruimte noodzakelijk
is om de depositie op die gebieden te verlagen? Zo ja, waarom niet?
Vraag 6
Op basis waarvan heeft u geoordeeld dat hier stikstofruimte kon worden gekocht zonder
dat het additionaliteitsvereiste gold?
Vraag 7
Is bij de aankoop van stikstofrechten voor Rotterdam The Hague Airport en voor Eindhoven
Airport ook van deze werkwijze gebruik gemaakt? Geldt hier wel het additionaliteitsvereiste
en zo ja, hoe is hiermee om gegaan?
Vraag 8
Waarom is er voor de vergunningverlening aan Schiphol geen beroep gedaan op het «groot
maatschappelijk belang» waarvoor ruimte is in de Vogel- en Habitatrichtlijn?
Vraag 9
Hoe gaan andere Europese lidstaten om met het vergunnen van hun luchthavens en de
Europese natuurrichtlijnen?
Vraag 10
Wat was het ambtelijk advies van het Ministerie van LNV aan u voor de referentiesituatie
(jaar, aantal banen en vluchtbewegingen) van Schiphol?
Vraag 11
Is er afgeweken van deze referentiesituatie in de uiteindelijke vergunning? Indien
ja, hoeveel en hoe is dit gerechtvaardigd?
Vraag 12
Klopt het dat in het ambtelijk advies alleen een natuurvergunning op basis van 440.000
vluchten haalbaar werd geacht en dat Schiphol uiteindelijk een natuurvergunning werd
verleend voor 500.000 vluchten? Zo ja, welke bestuurlijke en juridische risico’s waren
bij dit besluit in beeld en hoe zijn die gewogen?
Vraag 13
In de onderliggende Wet open overheid (Woo-)documenten opgevraagd door MOB wordt gesproken
over een «1 mol maatregel», wat wordt hiermee bedoeld?
Vraag 14
Kunt u bovenstaande vragen één voor één beantwoorden binnen 2 weken?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Vedder (CDA),
Grinwis (ChristenUnie), Bromet (GroenLinks-PvdA), ingezonden 2 mei 2024 (vraagnummer
2024Z07775).
Indieners
-
Gericht aan
C. van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof -
Gericht aan
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
R.Y. Hertzberger, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Olger van Dijk, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.