Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sneller over het bericht ‘Appelsientje ontwijkt suikertaks met truc: vleugje zuivel maakt sap belastingvrij’
Vragen van het lid Sneller (D66) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Appelsientje ontwijkt suikertaks met truc: vleugje zuivel maakt sap belastingvrij» (ingezonden 21 maart 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 26 april 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1402.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Appelsientje ontwijkt suikertaks met truc: vleugje
zuivel maakt sap belastingvrij»?1.
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat een verbruiksbelasting op niet-alcoholische dranken die (suikerhoudende)
zuivelconsumptie stimuleert haaks staat op de ambities op het gebied van gezonde levensstijl
en de eiwittransitie?
Antwoord 2
Zuivel- en sojadranken zijn van oudsher uitgezonderd van de verbruiksbelasting van
alcoholvrije dranken. De uitzondering geldt voor de uit melk of melkproducten bereide
drank met een gehalte aan melkvetten van 0,02%mas of meer waarin zich melkeiwit en
melksuiker bevinden.2 Hierbij is het suikergehalte van de drank niet relevant. Dat betekent dat ook suikerrijke
zuiveldranken, zoals chocolade- of frambozenmelk, op dit moment onder de uitzondering
kunnen vallen. Ook kan een klein percentage melkvet aan dranken worden toegevoegd
die niet traditioneel als zuivel worden gezien, zoals vruchtensap of frisdrank, waardoor
deze dranken ook onder de uitzondering komen te vallen.
Zuivel- en sojadranken kunnen een belangrijke bron zijn van eiwit, calcium en vitamines
B2 en B12. Deze voedingsstoffen kunnen echter ook op een andere manier worden geconsumeerd
dan via het drinken van zuiveldrank zoals bijvoorbeeld via yoghurt en kaas. Vanuit
gezondheidsoptiek is er daarom geen noodzaak om zuivel- en sojadranken door middel
van uitzondering een afwijkende behandeling te geven.
Wat betreft de ambitie van de eiwittransitie geldt dat toevoeging van een bepaald
percentage melkvet op zich niet haaks staat op het kabinetsbeleid ten aanzien van
de eiwittransitie. Het beleid van de Nederlandse overheid richt zich op een verschuiving
naar een voedingspatroon met in verhouding meer plantaardige en minder dierlijke eiwitten.
Binnen de huidige doelstelling, een consumptieverhouding van 50/50 in 2030, is er
nog ruimte voor de consumptie van dierlijke eiwitten. De overheid zet in op een duurzaam
en gezond eetpatroon voor alle Nederlanders. Via onder andere het Voedingscentrum
worden burgers hierover geïnformeerd. Daarnaast zijn er in 2023 diverse monitors uitgevoerd
om de verschuiving naar een meer plantaardig eetpatroon te kunnen volgen. Over de
resultaten van deze monitors bent u recent geïnformeerd.3
Vraag 3
Deelt u nog steeds4 de mening dat een effectieve suikerbelasting zou moeten leiden tot het minder consumeren
van suikerhoudende producten?
Antwoord 3
Ja, die mening deel ik nog steeds. Ik verwijs hierbij naar de uitkomsten van het onderzoek
naar de mogelijkheden voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije
dranken van de Ministeries van Financien en Volksgezondheid, Welzijn en Sport die
vorig jaar met uw Kamer zijn gedeeld.5
Vraag 4
Welke acties heeft u ondernomen om te komen tot een effectieve suikerbelasting?
Antwoord 4
Vorig jaar hebben de Ministeries van Financien en Volksgezondheid, Welzijn en Sport
onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting
van alcoholvrije dranken op basis van suikergehalte. Over de uitkomsten van dit onderzoek
heb ik samen met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de Kamer
geïnformeerd per brief.6
In navolging van dit onderzoek zend ik uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, tegelijkertijd met deze beantwoording ook een contourenbrief.
Deze contourenbrief richt zich op de mogelijkheid van een gedifferentieerde verbruiksbelasting
op basis van het suikergehalte in de drank (hierna: gedifferentieerde verbruiksbelasting)
en is opgesteld naar aanleiding van aangenomen moties op dit onderwerp.7 In de contourenbrief worden verschillende opties voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting
uiteengezet. Het demissionaire kabinet heeft de route van een contourenbrief gekozen
vanwege haar demissionaire status, de verscheidenheid in politieke wensen – de aangenomen
moties geven geen eenduidig beeld – en de nog te maken keuzes. Afhankelijk van de
voorkeur van uw Kamer voor één van de in deze brief opgenomen opties kan het demissionaire
kabinet deze desgewenst uitwerken in een wetsvoorstel.
Vraag 5 en 6
Bent u in staat om, conform de aangenomen moties 36 418, nr. 72 en 36 418, nr. 87, uiterlijk in 2026 een zo eenvoudig mogelijke gedifferentieerde verbruiksbelasting
op alcoholvrije dranken in te voeren op basis van suikergehalte?8
9
Bent u voornemens om, conform de genoemde moties, uiterlijk in 2026 een zo eenvoudig
mogelijke gedifferentieerde verbruiksbelasting op niet-alcoholische dranken in te
voeren op basis van suikergehalte?
Antwoord 5 en 6
Vanwege de demissionaire status van het kabinet, de verscheidenheid in politieke wensen
– de aangenomen moties geven geen eenduidig beeld – en de nog te maken keuzes, legt
het kabinet de verschillende opties voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting
eerst aan uw Kamer voor via een contourenbrief. Indien een meerderheid zich uitspreekt
voor een voorkeursoptie uit de contourenbrief kan het kabinet deze desgewenst uitwerken
in een wetsvoorstel.
Vraag 7
Bent u bereid maatregelen te nemen om het ontwijken van de verbruiksbelasting op alcoholvrije
dranken tegen te gaan?
Antwoord 7
In bijgaande contourenbrief heb ik samen met de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport de vormgeving van de huidige uitzondering voor zuivel- en sojadranken
toegelicht. In de brief wordt uiteengezet welke opties voor de behandeling van zuivel-
en sojadranken bestaan binnen een nieuwe, gedifferentieerde verbruiksbelasting. Ook
binnen het húidige systeem geldt dat de vormgeving van de uitzonding kan worden aangepast.
De definitie van zuiveldranken kan zodanig worden aangepast dat voortaan alleen zuiveldranken
zónder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen nog onder de uitzondering vallen.
Dat betekent dat over bijvoorbeeld vruchtensap of frisdrank met een kleine hoeveelheid
zuivel voortaan wel verbruiksbelasting is verschuldigd. De systematiek hieromtrent
is toegelicht in paragraaf 3.6 van de contourenbrief.
Aanpassing van de uitzondering voor zuivel is een structuurwijziging met een voorbereidingsperiode
van minimaal 12 tot 24 maanden voor de Douane vanaf het moment dat de wetswijziging
is aangenomen door beide Kamers. Mocht uw Kamer een wijziging willen op dit gebied,
dan dient met die termijn rekening te worden gehouden.
Vraag 8
Deelt u de mening dat ontwijking van de huidige verbruiksbelasting op niet-alcoholische
dranken onvermijdelijk is zolang zuiveldranken uitgezonderd zijn van deze belasting?
Antwoord 8
Zoals aangegeven geldt de huidige uitzondering van de verbruiksbelasting van alcoholvrije
dranken voor de uit melk of melkproducten bereide drank met een gehalte aan melkvetten
van 0,02%mas of meer waarin zich melkeiwit en melksuiker bevinden.10 Deze vormgeving heeft tot gevolg dat ook dranken die traditioneel niet als zuivel
worden gezien, zoals vruchtensap of frisdrank, onder de uitzondering kunnen komen
te vallen door de toevoeging van bepaalde melkvetten. Het is mogelijk de huidige uitzondering
van zuivel- en sojadranken aan te passen, zowel binnen een systeem van gedifferentieerde
verbruiksbelasting op basis van het suikergehalte van de drank als binnen de huidige
verbruiksbelasting.
Vraag 9
Waarom acht u het niet-includeren van zuiveldranken voor deze verbruiksbelasting noodzakelijk
en gerechtvaardigd?
Antwoord 9
Zuivel- en sojadranken kunnen een belangrijke bron van eiwit, calcium en vitamines
B2 en B12 zijn in een gevarieerd dieet. Deze voedingsstoffen kunnen echter ook op
een andere manier worden geconsumeerd dan via het drinken van zuiveldrank, zoals bijvoorbeeld
via yoghurt en kaas.11 Vanuit gezondheidsoptiek is er daarom geen noodzaak om zuivel- en sojadranken door
middel van uitzondering een afwijkende behandeling te geven. Ik acht het uitzonderen
van zuiveldranken voor de verbruiksbelasting dan ook niet noodzakelijk. Zoals aangegeven
worden via de contourenbrief verschillende opties aan uw Kamer voorgelegd, en wacht
ik – vanwege de demissionaire status van het kabinet, de te maken keuzes en de verscheidenheid
aan moties – een breed gedragen voorkeur vanuit uw Kamer op dit punt af.
Vraag 10
Welke mogelijkheden ziet u om de uitzonderingen voor mineraalwater en voor zuiveldranken
aan te merken als fiscale regeling en zodoende jaarlijks te rapporteren over de budgettaire
omvang hiervan, de regeling te evalueren en een horizonbepaling toe te voegen?
Antwoord 10
Op dit moment worden de uitzonderingen voor mineraalwater en zuivel- en sojadranken
al aangemerkt als fiscale regelingen. Zodoende staan deze uitzonderingen opgenomen
in bijlage 9 van de miljoenennota en wordt jaarlijks de budgettaire omvang van deze
fiscale regelingen gerapporteerd. Regelingen in bijlage 9 worden periodiek geëvalueerd.
De uitzondering op mineraalwater heeft een horizonbepaling tot 1 januari 2029. Op
de uitzondering van zuiveldranken zit momenteel geen horizonbepaling.
Vraag 11
Wat is het budgettaire gevolg van het niet-belasten van zuiveldranken in de verbruiksbelasting
voor niet-alcoholische dranken?
Antwoord 11
Het uitzonderen van zuiveldranken in de verbruiksbelasting resulteert in een budgettaire
derving van € 232 mln.12
Vraag 12
Naar welk tarief zou de verbruiksbelasting kunnen dalen indien zuiveldranken ingesloten
zouden worden en de budgettaire opbrengsten gelijk zouden blijven?
Antwoord 12
Indien de uitzondering van zuivel komt te vervallen in de huidige verbruiksbelasting
terwijl de budgettaire opbrengst gelijk wordt gehouden kan het tarief in de verbruiksbelasting
dalen van € 26,13 per hectoliter naar € 19,62 per hectoliter.
Vraag 13
Kunt u ingaan op de uitvoeringsaspecten van het insluiten van zuiveldranken in de
verbruiksbelasting op niet-alcoholische dranken?
Antwoord 13
Als de uitzondering voor zuivel komt te vervallen dan zijn deze dranken voortaan,
net als andere alcoholvrije dranken (behalve mineraalwater), belast met verbruiksbelasting.
Dat betekent dat deze dranken zullen moeten worden aangegeven via een aangifte. Het
systeem van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken werkt op dit moment zo
dat de belasting is verschuldigd op het tijdstip van de zogenoemde uitslag. Kort gezegd
wordt onder uitslag verstaan het brengen van de alcoholvrije drank buiten een plaats
die voor die drank als «inrichting» is aangewezen. De inrichting is bijvoorbeeld een
plaats waar dranken mogen worden vervaardigd of verwerkt. Binnen het systeem van de
verbruiksbelasting zal moeten worden bekeken wie inzake de verbruiksbelasting van
zuivel- en sojadranken precies als belastingplichtige (en aangifteplichtige) kan worden
aangemerkt. Keuzes hieromtrent zullen in nauwe samenwerking met Douane moeten worden
gemaakt, waarbij onder andere aspecten van uitvoering en handhaving worden betrokken.
Uiteraard wordt ook goed gekeken naar de doenbaarheid voor de uiteindelijke belastingplichtigen.
Door het brengen van zuivel- en sojadranken onder de verbruiksbelasting van alcoholvrije
dranken zullen er meer belastingplichtigen ontstaan en zullen er meer vergunningaanvragen
worden ingediend. Deze vergunningaanvragen zullen door de Douane moeten worden beoordeeld,
afgegeven en gehandhaafd door middel van bijvoorbeeld toezicht. Verder geldt dat met
het laten vervallen van de uitzondering er mogelijk minder afbakeningsvraagstukken
spelen die leiden tot discussie tussen de Douane en belastingplichtigen.
Vraag 14
Op welke termijn zou u een dergelijke wijziging van de verbruiksbelasting op niet-alcoholische
dranken kunnen realiseren?
Antwoord 14
Het laten vervallen van de uitzondering voor zuivel- en sojadranken is een structuurwijziging
die voor de Douane een voorbereiding en realisatie vergt van minimaal 12 tot 24 maanden.
De voorbereiding kan pas aanvangen vanaf het moment dat de wetswijziging is aangenomen
door beide Kamers. De daadwerkelijke voorbereidings- en realisatieperiode is afhankelijk
van complexiteit van de structuurwijziging en moet blijken uit enerzijds de Uitvoeringstoets
en anderzijds de ruimte die er is in het IV portfolio van de Douane. Concreet voor
het accijns en verbruiksbelastingportfolio geldt dat deze de komende jaren overvol
is met onder andere aanpassingen naar aanleiding van (Europese) wetgeving en noodzakelijke
modernisering van het ICT-landschap voor het borgen van de continuïteit van de accijns-
en verbruiksbelastingprocessen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.