Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord opvragen van de leden Van Nispen en Dobbe over het bericht 'Rechter gefrustreerd: klinieken willen verward persoon niet opnemen'
Vragen van de leden Van Nispen en Dobbe (beiden SP) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Rechtsbescherming over het bericht «Rechter gefrustreerd: klinieken willen verward persoon niet opnemen» (ingezonden 15 maart 2024).
Antwoord van Minister Helder (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Minister
voor Rechtsbescherming (ontvangen 26 april 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2023–2024, nr. 1414.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Rechter gefrustreerd: klinieken willen verward persoon
niet opnemen»?1
Antwoord 1
Het is in het belang van meneer zelf dat hij goede zorg krijgt die bij zijn complexe
zorgbehoefte aansluit. Daarnaast is het in het algemeen belang dat meneer op de juiste,
veilige plek wordt opgenomen. Inmiddels is een plek gevonden voor meneer en is hij
met ingang van 29 maart 2024 opgenomen. Het is niet wenselijk dat dit niet tijdig
gebeurt en dat het veel tijd kost een passende plek te vinden.
In mijn brief over Langdurig klinisch verblijf (28 maart 2024) licht ik toe hoe het
Ministerie van VWS omgaat met deze casuïstiek.2 Het betreft jaarlijks honderden individuele gevallen in de langdurige zorg. Het Ministerie
van VWS en in sommige gevallen het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV), denkt
en werkt in dit soort casuïstiek op verzoek mee met zorgaanbieders, zorgfinanciers
en cliëntvertegenwoordigers bij het zoeken naar een passende plek in de reguliere
zorg. Vanuit die casuïstiek ken ik ook de uitdagingen voor zorgaanbieders, hulpverleners
en zorginkopers rondom zorgplekken met (een zekere mate van) beveiliging. Het (tijdig)
vinden van een passend (langdurige) zorgplek voor mensen die soms extra beveiliging
nodig hebben is veelal niet eenvoudig. Het gaat om een doelgroep met een complexe
zorg en beveiligingsvraag. Er is vaak sprake van gedragsproblematiek, een verstandelijke
beperking, problemen op het terrein van psychiatrie, verslavingsproblematiek en vaak
een combinatie daarvan. Bijna altijd is het nodig om voor deze mensen een plek op
maat te creëren, gegeven de veelal unieke combinaties van problematiek. Dat maakt
het ook vrijwel onmogelijk om passende zorgplekken voor deze doelgroep «op voorraad»
beschikbaar te hebben.
Als we naar deze specifieke cliënt kijken dan blijkt uit de gepubliceerde rechterlijke
uitspraak van 23 februari 2024 dat de meneer waar het hier over gaat, een verstandelijke
beperking heeft, een verleden van geweldsfeiten heeft en agressie naar anderen toe
vertoont.3 Hij heeft daarom voor langere tijd beveiligde zorg nodig op de grens van de gehandicaptenzorg,
de geestelijke gezondheidszorg en de forensische zorg. Dat beeld past naadloos bij
de doelgroep die ik hierboven benoem, waarbij dus ook voor deze meneer geldt dat we
een plek op maat moeten creëren. Dat vergt helaas tijd, aangezien het vaak gaat om
een nieuwe combinatie van specifieke kenmerken.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat het zeer onwenselijk en zelfs gevaarlijk zou zijn als de
persoon in kwestie op straat zou komen te staan omdat er geen behandelplek voor hem
kan worden gevonden?
Antwoord 2
Ja, deze meneer heeft een passende zorgplek nodig met een bepaalde mate van beveiliging.
Ik vind het onwenselijk dat voor een groep mensen die zeer complexe zorg nodig heeft,
met een bepaalde mate van beveiliging, op dit moment onvoldoende passend aanbod is.
In mijn antwoord op vraag 8 ga ik in op welke actie er is ingezet om een plek voor
meneer te vinden.
Vraag 3
Hoeveel vaker komt het voor dat mensen bij wie de rechtbank een zorgmachtiging heeft
opgelegd op straat komen te staan, omdat er geen behandelplek voor hen beschikbaar
is?
Antwoord 3
Aan de meneer waar het in deze casus om gaat is een rechterlijke machtiging onder
de Wet zorg en dwang (Wzd) verleend. Uit de cijfers die ik van het OM heb ontvangen
blijkt dat in het jaar 2023 er 14 keer een rechterlijke machtiging voor opname en
verblijf onder de Wet zorg en dwang is afgegeven door de strafrechter. Uit de beschikbare
gegevens is verder niet op te maken of voor deze personen steeds tijdig een behandelplek
gevonden kon worden. Voor zover ons bekend wordt die informatie ook niet geregistreerd.
Uit de ons bekende casuïstiek weten we dat er van begin af aan intensief gezocht moet
worden naar een passende plek, met grote inzet van alle betrokken partijen (zoals
zorgaanbieders, justitiële keten, zorg- en veiligheidshuizen, zorgkantoren, gemeenten
en zorgverzekeraars en de Ministeries van J&V en VWS). Veelal lukt het dan om toch
nog die plek te vinden of te creëren.
Vraag 4
Hoe reageert u op de uitspraken van de Rechtbank in Zutphen dat de Wet zorg en dwang
op dit punt niet werkt?4 In hoeverre is een wijziging van deze wet volgens u noodzakelijk om deze problematiek
op te lossen?
Antwoord 4
De Rechtbank Zutphen stelt dat de Wet zorg en dwang deels niet werkt omdat instellingen
niet gedwongen kunnen worden om iemand op te nemen en omdat er regie door een (overheids)instantie
ontbreekt. De rechtbank acht dit zorgelijk, vanwege het individuele belang van meneer
en ook vanwege het algemene belang van beveiliging van de samenleving.
Het klopt dat (private) zorginstellingen in de reguliere zorg niet gedwongen kunnen
worden om iemand op te nemen.
In gevallen als het onderhavige, speelt dat het lastig is om cliënten met een complexe
zorgvraag die een bepaalde mate van beveiliging nodig hebben te plaatsen. Ik zie dat
ook. Dat dit lastig is, blijkt eveneens uit de wetsevaluaties van art. 2.3 Wet forensische
zorg en de Wet verplichte ggz en de Wzd.5 Daarin wordt onder andere geadviseerd om de afstemming en de coördinatie rondom de
plaatsing van cliënten met een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van
de strafrechter te verbeteren.
Voor het verbeteren van het opnameproces voor deze complexe doelgroep moet echter
niet alleen worden gekeken naar de wet. Het is vooral van belang dat er voldoende
passend (beveiligd) zorgaanbod wordt gecreëerd voor cliënten met complexe problematiek
en voor wie de Wzd passend is. In mijn eerdergenoemde brief over langdurig klinisch
verblijf heb ik aangekondigd welke stappen ik zet om meer zorgaanbod te creëren. Daarnaast
is het belangrijk dat de reguliere zorg beter wordt toegerust op de complexe doelgroep,
voor zover die daar op haar plaats is, en dat de aansluiting tussen de forensische
zorg en de reguliere zorg wordt verbeterd. Om dat te realiseren, ontwikkel ik samen
met de Minister voor Rechtsbescherming een breed pakket aan maatregelen, dat ik neer
zal leggen in een werkagenda. Voor de zomer stuur ik uw Kamer een brief met daarin
de uitwerking van de werkagenda. De beleidsreactie op de evaluatie van artikel 2.3
Wfz is hier onderdeel van. Deze brief is toegezegd tijdens het commissiedebat gevangeniswezen
en tbs van 15 februari jongstleden.
Vraag 5
Hoe reageert u op de uitspraken van de Rechtbank in Zutphen dat de verblijfsstatus
en de daaraan gerelateerde financieringsproblemen als oorzaak worden genoemd voor
de niet-plaatsing van de persoon in kwestie? Welke maatregelen zijn volgens u nodig
om dit probleem op te lossen?
Antwoord 5
Uit de rechterlijke uitspraak van 23 februari 2024 blijkt dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst
(IND) de verblijfsvergunning van meneer heeft ingetrokken en dat het hoger beroep
hiertegen nog loopt. Dit betekent dat meneer op dit moment niet rechtmatig in Nederland
verblijft.
De regelgeving voorziet overigens in de financiering van zorg voor onrechtmatig in
Nederland verblijvende vreemdelingen. Financiering van medisch noodzakelijke zorg
kan door een instelling bij het CAK worden gedeclareerd op grond van art. 122a van
de Zorgverzekeringswet (Zvw). Vergoed worden zorg of overige diensten als bedoeld
in artikel 11 van de Zvw of artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg.
Vraag 6
Wat zegt dit nu over het zorgstelsel dat een gevaarlijk persoon moeilijk te plaatsen
is omdat een zorgaanbieder daar alleen maar last van heeft en dit financieel niet
interessant is? Wat zegt dit over de gebrekkige aansluiting tussen onze stelsels van
straf en zorg? Welke fundamentele veranderingen zijn daarin volgens u nodig?
Antwoord 6
Er is een groep mensen die zeer complexe zorg nodig heeft met een passende mate van
beveiliging. Dat er voor deze groep mensen op dit moment onvoldoende passend aanbod
is, vind ik onwenselijk. Daarom werk ik aan een breed pakket van maatregelen.
Ik heb uw Kamer reeds een brief over langdurig klinisch verblijf toegestuurd6. Voor de zomer zal ik uw Kamer informeren over de werkagenda, die de aansluiting
tussen de reguliere zorg en forensische zorg moet verbeteren (zie ook mijn antwoord
op vraag 4).
Vraag 7
In hoeverre heeft het feit dat het niet lukt een passende plek te vinden voor een
persoon bij wie de rechtbank een zorgmachtiging heeft opgelegd te maken met tekortschietende
budgetten en/of tarieven en doorgevoerde bezuinigingen?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 5.
Uit de informatie die ik tot mijn beschikking heb over deze casus blijkt dat het vinden
van een geschikte plek voor meneer moeilijk is omdat hij een zeer complexe zorgvraag
heeft en dat de plekken waar hij passende (beveiligde) zorg kan ontvangen schaars
zijn en op maat moeten worden gemaakt voor de veelal unieke zorgbehoeften van deze
cliënten. Financiële overwegingen speelden, voor zover mij bekend, geen rol.
Vraag 8
Welke stappen worden er gezet om ervoor te zorgen dat de persoon in kwestie niet op
straat komt te staan, maar alsnog een passende behandelplek krijgt?
Antwoord 8
Om voor de meneer in deze kwestie een passende plek te vinden, was en is maatwerk
nodig en daarvoor vindt formeel overleg plaats tussen vertegenwoordigers van het Ministerie
van JenV en VWS, de IND, DJI, het COA het CIZ en zorgaanbieders. Over deze casus is
in 2023 en 2024 een aantal keren overleg gevoerd. Alle zorginhoudelijke, juridische
en overige knelpunten worden bij dit soort overleggen in kaart gebracht en per knelpunt
wordt naar oplossingen gezocht totdat uiteindelijk de best passende plek is gevonden.
Zo ook in deze casus. Alle betrokken organisaties spannen zich tot het uiterste in
om plaatsing op de best passende plek te realiseren. Inmiddels is het gelukt om voor
de meneer in kwestie een plek te realiseren.
Met alle betrokken organisaties zetten we ons er met veel inzet gezamenlijk voor in
zulke oplossingen zo tijdig mogelijk te realiseren. De realiteit is echter wel dat
maatwerk tijd kost en dit soort specifieke (beveiligde) maatwerkplekken niet voorhanden
is.
Vraag 9
Welke stappen worden er gezet om het bredere probleem van mensen die ondanks een zorgmachtiging
niet kunnen worden geplaatst in een zorginstelling op te lossen?
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 4 en vraag 6.
Vraag 10
Bent u bereid om deze vragen nog deze maand te beantwoorden, aangezien de persoon
in kwestie begin april op straat dreigt te komen te staan?
Antwoord 10
Het is mij niet gelukt om deze vragen nog voor 1 april te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.