Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Becker en De Kort over het artikel “Dit is de extreem-conservatieve club die zich ook dit jaar verzet tegen lessen over seks”
Vragen van de leden Becker en De Kort (beiden VVD) aan de Ministers voor Primair en Voortgezet Onderwijs en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het artikel «Dit is de extreemconservatieve club die zich ook dit jaar verzet tegen lessen over seks» (ingezonden 8 maart 2024).
Antwoord van Minister Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 26 april 2024).
            Zie ook Aanhangels Vergaderjaar 2023–2024, nr. 1369.
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Dit is de extreemconservatieve club die zich
               ook dit jaar verzet tegen lessen over seks»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Kunt u met klem uitspreken dat de pogingen van Civitas Christiana om het curriculum
               van Nederlandse scholen te beïnvloeden onwenselijk zijn?
            
Antwoord 2
            
Ja, deze pogingen zijn onwenselijk. Het staat ieder individu of iedere organisatie
               uiteraard vrij om binnen de grenzen van de wet kritisch te zijn. Ook op het onderwijs.
               Scholen zijn echter vrij om te bepalen hoe en met welk lesmateriaal zij invulling
               geven aan de kerndoelen. Leerkrachten en andere onderwijsprofessionals verdienen ons
               vertrouwen. Zij maken de vertaalslag van de kerndoelen en de daarbij gekozen lesmethodes
               naar lessen in de klas. Ze doen dat met deskundig oog voor hun leerlingpopulatie en
               de leeftijd van kinderen.
            
Als ouders of maatschappelijke organisaties daar kritiek op hebben, kunnen zij daarover
               in gesprek gaan met scholen. De wijze waarop Civitas Christiana met onder andere de
               verzonden brief en flyer het lesmateriaal van expertisecentrum Rutgers «immoreel»
               noemt, scholen oproept het lesmateriaal niet te gebruiken en ten onrechte de indruk
               wekt dat lessen over relaties en seksualiteit kinderen seksualiseert, kwalificeer
               ik inderdaad als onwenselijk.
            
Vraag 3
            
Kunt u bevestigen dat het bijbrengen van respect voor verschillen in geslacht en seksuele
               gerichtheid een verplichte opdracht is aan scholen?
            
Antwoord 3
            
Ja. In de kerndoelen voor het funderend onderwijs staat wat leerlingen moeten kennen
               en kunnen. Respectvol leren omgaan met seksualiteit en (seksuele) diversiteit is opgenomen
               in kerndoel 38. Scholen zijn verplicht aandacht te besteden aan de kerndoelen maar
               mogen zelf bepalen hoe zij aandacht besteden aan de kerndoelen. Tevens is het bijbrengen
               van respect over en kennis van verschillen in seksuele gerichtheid onderdeel van de
               burgerschapsopdracht aan scholen.
            
Vraag 4
            
Deelt u de mening dat de inhoud van hetgeen door Civitas Christiana verspreid wordt
               strijdig is met de burgerschapsopdracht?
            
Antwoord 4
            
De burgerschapsopdracht vraagt van scholen bevordering van kennis van en respect voor
               de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en verbiedt scholen uitingen die
               daarmee in strijd zijn. Ook moet de school ervoor zorgdragen dat het klimaat van een
               school in overeenstemming is met de basiswaarden van de democratische rechtsstaat.
               De basiswaarden van de democratische rechtsstaat zijn, zoals de wet aangeeft, vrijheid,
               gelijkwaardigheid en solidariteit. Deze waarden beschermen zowel de ruimte om voor
               bepaalde levensbeschouwelijke principes te kiezen als de ruimte om dat niet te doen.
            
Scholen die overnemen wat door Civitas Christiana in haar brief en flyer wordt verkondigd,
               handelen in strijd met de burgerschapsopdracht. Zo wordt door Civitas Christiana onder
               andere verkondigd dat deelname aan de Week van de Lentekriebels en het gebruik van
               het lesmateriaal van expertisecentrum Rutgers homoseksualiteit normaliseert. De stichting
               suggereert daarmee dat homoseksualiteit niet normaal is en ook niet als zodanig mag
               worden gepresenteerd. Dit gaat lijnrecht in tegen belangrijke doelen die de burgerschapsopdracht
               heeft, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat alle kinderen zich geaccepteerd weten
               ongeacht hun seksuele gerichtheid.
            
Scholen hoeven geen gebruik te maken van het lesmateriaal van expertisecentrum Rutgers.
               Scholen hebben de vrijheid om hun eigen lesmateriaal te kiezen. Dit past bij de autonomie
               die scholen onder artikel 23 van de Grondwet hebben. Maar de brief en flyer die Civitas
               Christiana aan scholen heeft verstuurd is misleidend; onder andere omdat de brief
               en flyer niet voorzien zijn van context en feitelijkheden en daarom onjuiste en onvolledige
               informatie bevatten. Zoals ik al eens eerder heb verklaard vind ik dat onacceptabel.2 Expertisecentrum Rutgers, scholen en leerkrachten werden in de brief en flyer ten
               onrechte beschuldigd van ondeskundigheid en seksualisering van kinderen.
            
Vraag 5
            
Kunt u bevestigen dat seksuele vorming een verplicht onderdeel is van het curriculum
               op scholen?
            
Antwoord 5
            
Een aantal kerndoelen sluiten aan bij de onderwijsinhoud zoals die bij relationele
               en seksuele vorming wordt behandeld:
            
– Kerndoel 38: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de
                     Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol
                     om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele
                     diversiteit.
                  
– Kerndoel 41: De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over
                     de vorm en functie van hun onderdelen.
                  
Daarnaast kent relationele en seksuele vorming ook raakvlakken met de burgerschapsopdracht,
               de thematiek van sociale veiligheid en het versterken van weerbaarheid bij seksueel
               grensoverschrijdend gedrag.
            
Vraag 6
            
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat Civitas Christiana scholen ertoe aanzet
               om lesmateriaal over seksuele vorming niet te gebruiken?
            
Antwoord 6
            
Ja, die mening deel ik. Zoals in het antwoord op vraag 4 al is benoemd is de brief
               en flyer die Civitas Christiana aan scholen heeft verstuurd misleidend. De brief en
               flyer zijn niet voorzien van context en feitelijkheden en bevatten daarom onjuiste
               en onvolledige informatie. Daarnaast wordt ook de deskundigheid en zorgvuldigheid
               van ontwikkelaars van lespakketten in twijfel getrokken.
            
Organisaties als expertisecentrum seksualiteit Rutgers ontwikkelen lesmateriaal ter
               ondersteuning van de leerkracht. Dit doen zij zorgvuldig met oog voor de ontwikkeling
               en leeftijd van het kind. Seksuele vorming gaat namelijk niet alleen over seksualiteit
               maar ook over thema’s vriendschap, verliefdheid en het bespreekbaar maken van grenzen
               en wensen. Zo geven we kinderen kennis en vaardigheden mee in de ontwikkeling naar
               zelfstandige en zelfverzekerde jongeren en volwassenen. Scholen kunnen kiezen welk
               lesmateriaal ze daarbij willen gebruiken. Dat kan een lespakket zijn van expertisecentrum
               Rutgers maar, dat hoeft niet.
            
Vraag 7, 8 en 9
            
Deelt u de mening dat de door Civitas Christiana verzonden brieven een intimiderend
               effect kunnen hebben op scholen, schoolleiders en leraren?
            
Zijn er gevallen bekend van scholen die door deze druk het lesmateriaal niet langer
               gebruiken? Bent u bereid dit verder te onderzoeken en te monitoren?
            
Waar kunnen leraren, schoolleiders en scholen zich melden als zij door Civitas Christiana
               of door andere belangengroepen met een dwingende ideologische agenda misleidende of
               incorrecte informatie ontvangen?
            
Antwoord 7, 8 en 9
            
Ja, ik deel die mening. Ik heb berichten ontvangen van scholen en leerkrachten waarin
               zij aangaven zich aangevallen en veroordeeld te voelen terwijl zij met veel deskundigheid
               en zorg uitvoering geven aan de wettelijk vastgestelde kerndoelen.
            
Mij zijn geen gevallen bekend van scholen die naar aanleiding van deze brief hebben
               besloten om het lesmateriaal niet langer te gebruiken. Wel heb ik vernomen dat scholen
               en leerkrachten naar aanleiding van de brief meer onrust op hun school hebben ervaren
               vanwege de verspreiding van onjuiste of onvolledige informatie. Daarnaast zijn er
               enkele scholen geweest die na gesprekken met ouders hebben besloten de lessen relationele
               en seksuele vorming dit jaar op een andere manier vorm te geven.
            
Er is geen meldpunt voor leraren, schoolleiders en scholen om ongewenste beïnvloeding
               van het curriculum aan te kaarten. Leerkrachten of ander onderwijspersoneel die zich
               bedreigd of geïntimideerd voelen kunnen dat in eerste instantie met hun schoolleiding
               of bestuur bespreken. Mochten ze nog verdere vragen hebben, kunnen ze op www.jouwveiligeschool.nl vinden waar ze terecht kunnen. Indien scholen of leerkrachten te maken krijgen met
               partijen die opzettelijk onrust veroorzaken of indien zij te maken krijgen met dreiging
               kunnen zij hiervan melding maken bij de politie.
            
Vraag 10
            
Is Civitas Christiana de enige organisatie waarvan bekend is dat op grote schaal gepoogd
               wordt om het curriculum te beïnvloeden?
            
Antwoord 10
            
Voor zover bekend is het niet eerder voorgekomen dat een organisatie scholen een brief
               heeft gestuurd met daarin de oproep om de invulling van het curriculum te wijzigen
               of bepaald lesmateriaal niet te gebruiken. Wel zijn er enkele andere (politieke) partijen
               geweest die zich vorig jaar en dit jaar hebben uitgesproken, bijvoorbeeld op sociale
               media, over de wijze waarop scholen invulling geven aan relationele en seksuele vorming.
            
Vraag 11 en 12
            
Komt het voor dat scholen hun curriculum onder ideologische/maatschappelijke druk
               wijzigen? Bent u bereid dit nader te onderzoeken?
            
Wat doet u proactief om leraren, schoolleiders en scholen te ondersteunen tegen onwenselijke
               inmenging in het curriculum? Welke stappen bent u voornemens extra te zetten?
            
Antwoord 11 en 12
            
Mij zijn enkele signalen bekend dat scholen onder ideologische of maatschappelijke
               druk voor andere lesmethodes hebben gekozen om aandacht te besteden aan seksuele vorming.
               Enkele scholen hebben bijvoorbeeld besloten om, na gesprekken met ouders, dit jaar
               niet mee te doen aan de Week van de Lentekriebels.
            
De vrijheid van onderwijs zorgt ervoor dat alle scholen, ook met een duidelijke levensbeschouwelijke
               of onderwijskundige visie, de invulling van hun curriculum zelf kunnen vormgeven.
               Zij kunnen dan met voortschrijdende inzichten besluiten andere of nieuwe onderwerpen
               toe te voegen aan het curriculum of onderwerpen op een andere manier te behandelen.
               De wettelijke opdracht die zij hebben om de kerndoelen aan te bieden is altijd het
               uitgangspunt.
            
Scholen en leerkrachten verdienen onze steun en vertrouwen in hun keuze voor het lesmateriaal
               en de vertaalslag van het lesmateriaal naar de klas. Die steun zal ik blijven uitspreken
               en waar nodig verstevigen. Juist in een periode waarin scholen onder ideologische
               of maatschappelijke druk hun curriculum zouden moeten wijzigen vind ik het extra belangrijk
               hen te wijzen op fake news, door hier in een nieuwsbrief aandacht voor te vragen.
            
Vraag 13, 14, 15 en 16
            
Wat is u bekend over de omvang, rechtsvorm en activiteiten van Civitas Christiana
               in Nederland?
            
Heeft de overheid contact met deze organisatie? Zo ja, op welke wijze en waarover?
Is er in het kader van de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS) van het Ministerie
               van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zicht op deze organisatie dan wel contact erover
               met gemeenten en/of organisaties? Zo ja, op welke wijze? Zo niet, waarom niet?
            
Bent u bereid als er weinig zicht is op de activiteiten van de organisatie hier alsnog
               onderzoek naar te doen?
            
Antwoord 13, 14, 15 en 16
            
Bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is bekend dat Stichting
               Civitas Christiana een katholieke organisatie is die met campagnes als Cultuur onder
               Vuur en Gezin in Gevaar pleit voor het behoud van christelijke tradities in de maatschappij.
               Zij geven daar hun eigen invulling en interpretatie aan. Voor zover we kunnen nagaan
               is er zowel vanuit Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is geen contact
               geweest met Civitas Christiana.
            
Tevens beschikken zowel het Ministerie van OCW als het Ministerie van SZW (waaronder
               de Expertise-unit Sociale Stabiliteit valt) niet over een juridische grondslag of
               taak om onderzoek te doen naar deze of andere organisaties of om handhavend op te
               treden.
            
Vraag 17 en 18
            
Is u bekend dat de Franse overheid de organisatie Civitas Christiana inmiddels verboden
               heeft? Is u bekend op welke gronden de organisatie verboden is? Maakt de organisatie
               zich in Nederland schuldig aan dezelfde feiten?
            
Bent u bereid een verbod in Nederland ook te onderzoeken? Indien er momenteel onvoldoende
               gronden zijn wordt er onderzoek gedaan naar Civitas Christiana en soortgelijke organisaties?
               Zo nee, bent u alsnog bereid dat te doen?
            
Antwoord 17 en 18
            
Ja, het is het Ministerie van OCW bekend dat de Franse overheid de Franse organisatie
               Civitas verboden heeft. Het is echter niet bekend in hoeverre de organisaties in Frankrijk
               en Nederland aan elkaar gelieerd zijn en dezelfde activiteiten ondernemen.
            
Zoals in de beantwoording van vraag 13 t/m 16 wordt genoemd, hebben beide ministeries
               geen juridische grondslag voor het instellen van onderzoeken naar personen en organisaties.
               Evenmin is het mogelijk om die organisaties te verbieden.
            
In Nederland kan het Openbaar Ministerie de rechtbank op grond van artikel 2:20 BW
               verzoeken een rechtspersoon verboden te verklaren of te ontbinden indien het doel
               of de werkzaamheid van deze rechtspersoon in strijd is met de openbare orde. Wel vind
               ik het belangrijk om in een periode waarin scholen onder druk worden gezet om hun
               curriculum te veranderen, hen extra te ondersteunen en te wijzen op fake news.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.