Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Baudet en Van Houwelingen over de dreiging van een nucleaire oorlog tussen Nederland en Rusland
Vragen van de leden Baudet en Van Houwelingen (beiden FVD) aan de Minister-President en de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de dreiging van een nucleaire oorlog tussen Nederland en Rusland (ingezonden 4 maart 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken) en van Minister Ollongren (Defensie),
mede namens de Minister-President (ontvangen 24 april 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2023–2024, nr. 1445.
Vraag 1
Is tijdens de Parijse top op 26 februari jongstleden wel of niet gediscussieerd over
het sturen van grondtroepen naar Oekraïne?
Antwoord 1
Op 26 februari jl. heeft de Minister-President deelgenomen aan een breed internationaal
overleg over Oekraïne. Hier zijn verschillende opties voor steun aan Oekraïne besproken.
Het kabinet kan in verband met vertrouwelijkheid niet verder op de aard van de besprekingen
in gaan. Nederland steunt Oekraïne vanaf de eerste dag van deze grootschalige inval
politiek, militair, economisch en humanitair en zal dat ook blijven doen zo lang dat
nodig is.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de uitspraak van Kremlin-woordvoerder Dmitri Peskov – in reactie
op de uitspraak van Macron dat het sturen van grondtroepen naar Oekraïne «niet mag
worden uitgesloten»1 – dat «alleen al het feit dat er gepraat wordt over het sturen van troepen [...]
een heel belangrijk nieuw element» is en dat in het geval troepen worden gestuurd
een direct conflict tussen Rusland en de NAVO «onvermijdelijk» is?2 Bent u het eens met de uitspraak van Peskov? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Nee. Vooropgesteld moet worden dat Rusland deze oorlog is begonnen door Oekraïne onrechtmatig
binnen te vallen en de soevereiniteit van het land te schenden. Het is Rusland die
een kans op verbreding van deze oorlog doet toenemen door escalerende acties en retoriek.
Verder kan Rusland de oorlog tegen Oekraïne op elk moment beëindigen door zich terug
te trekken.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de uitspraak van Commandant der Strijdkrachten Generaal Onno Eichelsheim
dat «je alle opties moet openhouden om te zien hoe je Oekraïne het beste kan steunen»?3 Valt het sturen van Nederlandse troepen wat u betreft ook onder deze opties? Zo ja,
waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De Commandant der Strijdkrachten adviseert het kabinet en de over militaire steun
aan Oekraïne en weegt daarbij alle opties aan de hand van de omstandigheden.
Vraag 4
Bedoelt u met «onze oorlog» dat Nederland op dit moment in oorlog is met Rusland –
ja of nee? Deelt u de mening dat een directe oorlog tussen Rusland en de NAVO koste
wat kost moet worden voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nederland is op dit moment niet in oorlog met Rusland. De Russische dreiging tegen
Europa is echter reëel. Rusland voert een oorlog op het Europese continent, is Oekraïne
onrechtmatig binnengevallen en zet zijn illegale oorlog voort. Hierbij staat niet
alleen de vrijheid van Oekraïne op het spel, maar ook onze gedeelde waarden, het mondiale
vertrouwen in de internationale rechtsorde en de veiligheid en stabiliteit van Europa
en daarmee ook Nederland.
Nederland spant zich daarom in om Oekraïne te steunen in de strijd tegen de Russische
agressie. Hierbij houdt Nederland rekening met de behoeften van Oekraïne, de mogelijkheden
die Nederland tot zijn beschikking heeft, de impact op de Nederlandse gereedheid en
bredere veiligheid en het mogelijk (de-)escalerende effect. Daarnaast is het cruciaal
voor Nederland om toekomstige agressie in Europa tegen te gaan. Daarom spant Nederland
zich samen met onze internationale partners in om zowel in NAVO- als EU-verband een
geloofwaardige afschrikking te behouden.
Vraag 5
Hoe verhoudt uw onvoorwaardelijke steun aan Oekraïne zich tot artikel 33 van het Handvest
van de Verenigde Naties (VN) – waarin staat dat «bij een geschil waarvan het voortbestaan
de handhaving van de internationale vrede en veiligheid in gevaar dreigt te brengen»
landen in de eerste plaats moeten aansturen op de-escalatie in de vorm van «onderhandelingen,
feitenonderzoek, bemiddeling, conciliatie, arbitrage, een rechterlijke beslissing,
het doen van een beroep op regionale organen of akkoorden, of andere vreedzame middelen
naar hun eigen keuze»?4
Antwoord 5
Het gaat hier niet om een geschil tussen Oekraïne en Rusland, maar om een eenzijdige,
illegale en niet-geprovoceerde militaire invasie door Rusland van het buurland, die
veroordeeld is door meer dan 140 leden van de AVVN en door verschillende internationale
rechters en waarbij artikel 51 van het VN-Handvest, het recht op zelfverdediging,
op Oekraïne van toepassing is.
Daarnaast steunt Nederland de vredesinspanningen van Oekraïne via de Vredesformule
van president Zelensky. De kans op betekenisvolle onderhandelingen is op dit moment
echter gering vanwege het getoonde gebrek aan bereidheid te onderhandelen aan Russische
zijde.
Vraag 6
Hoe kijkt u naar de uitspraak van Poetin dat het sturen van NAVO-militairen een conflict
met nucleaire wapens en daarmee de vernietiging van de westerse maatschappij dichterbij
brengt?5 Deelt u de mening dat een nucleaire oorlog koste wat kost moet worden voorkomen en
dat dus geen NAVO-militairen naar Oekraïne moeten worden gestuurd?
Antwoord 6
President Poetin heeft in de afgelopen twee jaar, maar ook in aanloop naar de Russische
illegale invasie van Oekraïne, meermaals nucleaire dreigingen geuit met als doel om
Oekraïne onder druk te zetten, Westerse steun aan Oekraïne te ontmoedigen en het publiek
te misleiden. Het kabinet vindt dit dreigen met kernwapens zeer onverantwoord. Deze
retoriek past in een patroon van destabiliserende Russische activiteiten in het nucleaire
domein, zoals de modernisering en uitbreiding van de Russische nucleaire wapensystemen
in de afgelopen twee decennia, de aankondiging nucleaire wapens in Belarus te plaatsen,
de opschorting van het New START-verdrag en de intrekking van de ratificatie van het
Kernstopverdrag (CTBT).
Het kabinet steunt de gezamenlijke verklaring van de in het Nucleair Proliferatieverdrag
(NPV) vijf erkende kernwapenstaten (Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk,
Rusland en China) van 3 januari 2022 over het voorkomen van nucleaire oorlog en het
vermijden van een wapenwedloop. In deze verklaring staat dat een nucleaire oorlog
niet gewonnen kan worden en nooit gevochten moet worden.6
Vraag 7
Realiseert u zich dat Rusland delen van Oekraïne als zijn nationaal grondgebied beschouwt
en dat het land het gerechtvaardigd acht om nucleaire wapens te gebruiken als het
nationaal grondgebied wordt bedreigd? Neemt u de dreiging dat Rusland het gebruik
van nucleaire wapens toestaat als deze delen van Oekraïne worden aangevallen serieus?
Antwoord 7
De illegale Russische annexaties van de Krim in 2014 en van de oblasten Donetsk, Loehansk,
Cherson en Zaporizja in 2022 zijn een flagrante schending van het Handvest van de
Verenigde Naties (VN-Handvest). De ambigue uitspraken van het Russische leiderschap
over de bescherming van deze gebieden met alle mogelijke middelen zijn derhalve niet
legitiem en onverantwoord. De Verenigde Staten hebben eerder publiekelijk kenbaar
gemaakt dat een Russische nucleaire inzet in Oekraïne catastrofale gevolgen zal hebben
voor Rusland.7
Vraag 8, 9 en 10
Wat zijn volgens u de gevolgen van een eventuele nucleaire oorlog met Rusland voor
Nederland?
Wat zullen de gevolgen zijn voor Nederland als Rusland een van zijn sterkste atoomwapens
boven bijvoorbeeld Utrecht tot ontploffing laat komen? Hoeveel Nederlanders zullen
dan naar schatting sterven?
Klopt het dat de Satan-2 raket van Rusland voor Nederland niet te onderscheppen is?8 Klopt het dat een Satan-2 raket tien nucleaire bommen kan vervoeren? Indien Rusland
via één Satan-2 raket tien nucleaire bommen op onze tien grootste steden afvuurt,
hoeveel Nederlanders zullen er volgens de regering dan naar schatting (onmiddellijk)
sterven? Zullen er überhaupt Nederlanders zijn die een totale nucleaire oorlog tussen
de NAVO en Rusland (in Nederland kunnen) overleven?
Antwoord 8, 9 en 10
De Satan II is één van de intercontinentale ballistische raketsystemen van Rusland.
Dit strategische raketsysteem kan meerdere kernkoppen dragen. Verdediging tegen strategische
nucleaire raketsystemen is zeer lastig. De Verenigde Staten noch Rusland beschikken
over een raketschild dat beschermt tegen een grootschalige aanval met strategische
raketsystemen. Het is zeer onwaarschijnlijk dat Rusland intercontinentale ballistische
raketten zoals de Satan II tegen Nederland inzet, omdat deze raketsystemen bedoeld
zijn voor strategische afschrikking over de lange afstand.
De impact van een kernwapen is afhankelijk van meerdere factoren, zoals de kracht
van het wapen, de hoogte waarop het wapen wordt ingezet, de locatie en de windrichting.
De inzet van kernwapens, waar dan ook ter wereld, zou catastrofale gevolgen met zich
meebrengen. Daarbij gaat het ook om de bredere geopolitieke impact zoals het doorbreken
van het nucleaire taboe.
Het afschrikkingsbeleid van de NAVO is erop gericht dat kernwapens nooit hoeven te
worden ingezet. Het fundamentele doel van de nucleaire capaciteit van de NAVO is om
vrede te bewaren, dwang te voorkomen en agressie af te schrikken. Afschrikking is
uiteindelijk de beste verdediging voor het NAVO-bondgenootschap en daarmee ook voor
Nederland.
Vraag 11
Wat heeft voor u, en in het bijzonder voor de Minister van Defensie, prioriteit: het
voorkomen van een (allesvernietigende) nucleaire (wereld)oorlog met Rusland of onvoorwaardelijk
steun blijven leveren aan Oekraïne? Met welke van deze twee prioriteiten is het Nederlandse
belang het beste gediend? Kunt u uw antwoorden toelichten?
Antwoord 11
Deze oorlog kan op elk moment stoppen als Rusland zich uit Oekraïne terugtrekt. Het
kabinet vindt het dreigen met kernwapens zeer onverantwoord. Het Nederlandse belang
is het best gediend door Oekraïne onvoorwaardelijk te blijven steunen en tegelijkertijd
een nucleaire oorlog met Rusland te voorkomen. Elke euro die Nederland besteedt aan
het verstevigen van een onafhankelijk, vrij en welvarend Oekraïne is een essentiële
investering in de vrijheid, veiligheid en welvaart van Europa en dus ook Nederland.
Vraag 12
Bent u het met de uitspraak van NAVO-chef Jens Stoltenberg van 24 februari jongstleden
eens dat Oekraïne «nu dichter bij de NAVO [staat, red.] dan ooit tevoren»?9 Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Ja. Het kabinet heeft eerder uitgesproken dat de toekomst van Oekraïne in de NAVO
ligt. Daaraan ten grondslag ligt dat het aan een soeverein land is om te bepalen of
het lid wil worden van een internationale organisatie.
Vraag 13
Denkt u dat de uitspraak van Stoltenberg dat Oekraïne «lid zal worden van de NAVO»
de kans op een directe oorlog tussen Rusland en de NAVO vergroot of verkleint?10 Hoe beoordeelt u deze uitspraak? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 13
Sinds de Boekarest NAVO-top in 2008 hebben de NAVO en haar bondgenoten uitgedragen
dat de toekomst van Oekraïne in de NAVO ligt. Dit besluit is meer dan vijftien jaar
publiekelijk bekend en uitgedragen. De uitspraken tijdens de Vilnius NAVO-top in juli
2023 waren in deze zin een herbevestiging.
Vraag 14 en 15
Kan Oekraïne in uw ogen lid worden van de NAVO zolang nog sprake is van een oorlog
tussen Oekraïne en Rusland?
Indien Oekraïne lid zou (kunnen) worden van de NAVO terwijl het nog in oorlog is met
Rusland, betekent dit – volgens artikel 5, van het Noord-Atlantisch Verdrag – dat
de NAVO en dus ook Nederland automatisch in oorlog met Rusland geraken?
Antwoord 14 en 15
Tijdens de NAVO-top in Vilnius herbevestigden bondgenoten dat Oekraïne lid zal worden
van de NAVO op het moment dat aan de voorwaarden daarvoor is voldaan en wanneer alle
bondgenoten daarmee instemmen.
Vraag 16
Kan Oekraïne in uw ogen lid worden van de Europese Unie (EU) zolang nog sprake is
van een oorlog tussen Oekraïne en Rusland?
Antwoord 16
Het bieden van een realistisch EU-perspectief aan Oekraïne is van belang, zeker in
de context van de huidige oorlog. Wanneer de toetredingsonderhandelingen geopend worden,
begint een zorgvuldig en complex proces waarbij het voldoen aan de Kopenhagencriteria
en overname van het EU-acquis leidend zijn voor eventuele voortgang. Dit proces kan jaren duren.
De veiligheid, stabiliteit en externe betrekkingen van de kandidaat-lidstaat zijn
onderdeel van de toetredingsonderhandelingen. Oekraïne bevindt zich op dit moment
aan het begin van het EU-toetredingsproces. De inzet van het kabinet blijft onverminderd
gericht op het zoveel mogelijk steunen van Oekraïne, inclusief bij het EU-toetredingsproces
en bij het herstel van Oekraïne’s soevereiniteit en territorialiteit.
Vraag 17
Indien Oekraïne lid wordt van de NAVO en/of de EU, zou Nederland dan bereid zijn militairen
naar Oekraïne te sturen? Zou Nederland – gezien art. 42, lid 7, van het Verdrag betreffende
de Europese Unie, EU-lidstaten verplicht een aangevallen EU-lidstaat «met alle middelen»
bijstand te verlenen – in een uiterst geval dan ook bereid zijn Nederlandse militairen
uit te zenden en weer dienstplichtigen te gaan oproepen (met andere woorden de opschorting
van de opkomstplicht te beëindigen)? Kunt u uw antwoord toelichten? En indien nee,
wanneer zou Nederland wél militairen uitzenden en de opkomstplicht activeren?
Antwoord 17
Artikel 42.7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) is alleen van toepassing
op EU-lidstaten en niet op kandidaat-lidstaten zoals Oekraïne. Het EU-toetredingsproces
is een lang proces. Ondanks eerste stappen is Oekraïne voorlopig geen EU-lidstaat.
Artikel 42.7 VEU omvat overigens niet alleen militaire maar ook andere steun, zoals
humanitaire of financiële steun.
In hoeverre het kabinet in de toekomst bereid zou zijn om een eventuele Nederlandse
troepeninzet in Oekraïne te overwegen, is een besluit dat op dat moment in de dan
geldende context zorgvuldig dient te worden genomen. Het kabinet kan daar niet op
vooruitlopen.
Vraag 18
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en uiterlijk vóór het debat over de staat
van de oorlog in Europa beantwoorden?
Antwoord 18
Vraag 8, 9 en 10 zijn samen beantwoord, alsmede 14 en 15, vanwege de verbondenheid
van deze vragen. De vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
M. Rutte, minister van Algemene Zaken -
Mede ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.