Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over het bericht dat een ME'er in Arnhem zijn taak niet wilde uitvoeren vanwege zijn religie
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat een ME’er in Arnhem zijn taak niet wilde uitvoeren vanwege zijn religie (ingezonden 5 maart 2024).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 24 april
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1329.
Vraag 1
In uw antwoord op vraag 2 van de schriftelijke vragen over het bericht dat iemand
van de Mobiele Eenheid (ME'er) in Arnhem zijn taak niet wilde uitvoeren vanwege zijn
religie, verwijst u naar een mogelijke situatie waarin een medewerker van de politie
een traumatische ervaring heeft opgelopen en om die reden bepaalde werkzaamheden/opdrachten
in samenspraak met zijn of haar leidinggevenden niet zou hoeven uit te voeren; wat
voor traumatische ervaringen worden hier bedoeld?1
2
Antwoord 1
Politiewerk is complex en weerbarstig. Politiemedewerkers kunnen tijdens het werk
te maken krijgen met traumatiserende ervaringen, bijvoorbeeld levensbedreigende situaties
waarbij (vuur)wapens worden gebruikt of anderszins emotioneel belastende incidenten,
zoals het reanimeren van een kind of het vaststellen van een overlijden. Dergelijke
incidenten kunnen sporen nalaten bij medewerkers. In overleg met de leidinggevende
kunnen medewerkers ruimte krijgen voor herstel of tijdelijk andere werkzaamheden verrichten.
Ook in reguliere functionerings- ontwikkel- en beoordelingsgesprekken tussen de medewerker
en de leidinggevende wordt nadrukkelijk ruimte gelaten voor het bespreken van persoonlijke
dilemma’s en specifieke behoeften. Indien nodig kan hierbij sociaalpsychologische
kennis en expertise in het kader van Veilig en Gezond werken (VGW) worden ingewonnen.
Vraag 2
Bent u het de stelling eens dat het volstrekt onacceptabel is als ME'ers hun taken
benaderen als een soort lopend buffet en zelf kiezen welke opdracht zij wel of niet
uitvoeren vanwege hun religie?
Antwoord 2
Zoals ik bij de beantwoording van eerder gestelde vragen heb aangegeven, geldt dat
medewerkers hun taak uitvoeren onder leiding en verantwoordelijkheid van het bevoegd
gezag. Dit belangrijke principe geldt dus ook bij de inzet van de Mobiele Eenheid
(ME)3.
Tegelijkertijd staat de politie als organisatie midden in veranderende samenleving.
Dit kan dilemma’s opleveren die bij de leidinggevende kenbaar kunnen worden gemaakt.
De leidinggevende voert met medewerkers het gesprek over dilemma’s en kan besluiten
om de medewerker uit te roosteren. De beslissing van de leidinggevende kan ook betekenen
dat de medewerker alsnog wordt opgedragen om de taak uit te voeren.
Vraag 3
Hoe vaak komt het voor dat ME’ers dan wel politieagenten hun werk niet doen, of opdrachten
niet uitvoeren vanwege hun religie?
Antwoord 3
Hierover zijn geen cijfers bekend. Over de inhoud van de gesprekken tussen medewerkers
en leidinggevenden wordt namelijk, anders dan in het kader van het functioneren, ontwikkelen
en het beoordelen van medewerkers, geen afzonderlijke registratie bijgehouden. Wel
is door de politie aangegeven dat dit uitzonderlijk is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.