Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 7 mei 2024 (Kamerstuk 21501-04-270)
2024D16977 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben
de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over onder meer de Geannoteerde
agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 7 mei 2024 (Kamerstuk
21 501-04, nr. 270).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Thijssen
Adjunct-griffier van de commissie,
Prenger
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng PVV-fractie
Inbreng GroenLinks-PvdA-fractie
Inbreng VVD-fractie
Inbreng NSC-fractie
Inbreng BBB-fractie
Inbreng CDA-fractie
Inbreng SP-fractie
Inbreng DENK-fractie
Inbreng SGP-fractie
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie brengen na grondige bestudering van de brieven van de
regering hun zorgen en vragen naar voren. Vooral de recente besluiten en handelingen
van het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) vormen een punt van kritiek.
De leden van de PVV-fractie hebben met ontsteltenis kennisgenomen van de berichtgeving
waaruit blijkt dat UNRWA, ondanks zware beschuldigingen van betrokkenheid bij terroristische
activiteiten en antisemitisme, nog steeds substantiële financiële steun ontvangt vanuit
de Europese Unie. Recente rapporten bevestigen dat minimaal 17% van de UNRWA-medewerkers
actief waren bij Hamas en betrokken waren bij terroristische aanslagen en/of ontvoeringen
op 7 oktober 2023. Dit roept ernstige vragen op over de integriteit en de operationele
procedures binnen UNRWA. Het rapport van de Review Group is bekend en deze heeft geen
onderzoek gedaan naar de beschuldigingen van Israël aan het adres van UNRWA. Het Office of Internal Oversight Services (OIOS) van de VN, onderzoekt de aantijgingen. Helaas weten we niet welke aantijgingen
en dit rapport blijft ook geheim. Worden de beschuldigingen nog op een andere manier
onderzocht en wil de Minister dit punt ook naar voren brengen in deze Raad?
De leden van de PVV-fractie zijn van mening dat de financiële bijdragen aan UNRWA,
die onlangs nog zijn verhoogd naar 68 miljoen euro door de Europese Commissie, onmiddellijk
gestaakt moeten worden. Deze organisatie heeft herhaaldelijk gefaald in het waarborgen
van neutraliteit en het voorkomen van misbruik van haar middelen en faciliteiten voor
terroristische doeleinden. Deze leden vragen de Minister om zich maximaal in te spannen
om dit ongewenste besluit terug te draaien en alle banden met UNRWA te verbreken,
zolang deze misdaden nog niet zijn onderzocht en het parlement geen inzage heeft gekregen
in de resultaten.
Voorts stellen de leden van de PVV-fractie voor dat de humanitaire taken van UNRWA
in Gaza overgenomen worden door meer transparante en betrouwbare organisaties zoals
Coordination of Government Activtities in the Territories (COGAT) en het Wereldvoedselprogramma (WFP), die bewezen hebben effectief en zonder
politieke bias hulp te kunnen leveren. COGAT en partners leveren nu al meer dan 72%
van alle humanitaire hulp, zowel qua voedsel, medische zorg als huisvesting en levert
meer dan 400 trucks met hulp per dag aan. De leden van de PVV-fractie vragen de Minister
om in te brengen hoe UNRWA kan worden vervangen.
Naast de kritiek op UNRWA, wensen de leden van de PVV-fractie ook aandacht te besteden
aan andere belangrijke onderwerpen. Tijdens de informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking
van 11–12 februari jl., is het belang van private sector betrokkenheid en het strategisch
inzetten van EU-fondsen voor projecten zoals de energietransitie en agrilogistiek
benadrukt. De leden van de PVV-fractie zien graag dat deze initiatieven, zoals het
Global Gateway-initiatief, bijdragen aan structurele ontwikkeling en de welvaart en
stabiliteit van Europa ondersteunen.
In het licht van de geopolitieke situatie is het ook van belang dat de rol van de
Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) kritisch wordt bekeken, vooral
met betrekking tot de recente uitbreiding van haar kapitaal met 4 miljard euro. Deze
fondsen moeten ingezet worden op een wijze die de belangen van Nederland en haar Europese
partners dient, vooral in het ondersteunen van duurzame economische groei in door
oorlog getroffen regio's zoals Oekraïne.
Tot slot benadrukken de leden van de PVV-fractie het belang van een transparante en
verantwoordelijke uitvoering van internationale projecten, vooral in regio's waar
politieke en economische invloeden kunnen leiden tot conflicten of ongewenste beïnvloeding.
De leden van de PVV-fractie vragen de Minister om deze punten aan te kaarten in de
komende vergaderingen met internationale organisaties en binnen EU-kaders, om zo te
zorgen voor een beleid dat recht doet aan de principes van rechtvaardigheid, transparantie
en effectiviteit.
De leden van de PVV-fractie kijken uit naar de reacties van de Minister op deze belangrijke
kwesties en hopen op een vruchtbare voortzetting van de discussie over deze essentiële
onderwerpen.
Inbreng leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda
van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking die 7 mei plaatsvindt. Zij
hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen bij.
De leden van de GroenLinks-PvdA fractie steunen het standpunt van het kabinet om het
plan van Oekraïne te verwelkomen. Het is van belang dat het plan snel wordt goedgekeurd
zodat in mei de eerste tranche kan worden overgemaakt. Verder lezen deze leden in
de conclusies van de Europese Raad van 17–18 april jl. dat de wens bestaat om civiele
bescherming zoals stroomgeneratoren aan Oekraïne te leveren. Dit is van groot belang
gezien de grootschalige aanvallen op energiecentrales de afgelopen weken. Wat is hiervan
de stand van zaken? Zijn er inmiddels stroomgeneratoren geleverd?
Ook zal er tijdens de Raad gesproken worden over het gebruiken van bevroren Russische
tegoeden. De leden van de GroenLinks-PvdA fractie vinden dit zeer wenselijk als hier
mogelijkheden toe zijn. Welke opties liggen op tafel voor verdergaande maatregelen
voor het gebruik van Russische bevroren tegoeden?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat het kabinet
het van belang acht dat de toezeggingen over humanitaire hulp aan Gaza zo snel mogelijk
moeten worden geëffectueerd. Voldoende verbeteringen laten echter op zich wachten.
Gaat de Minister consequenties verbinden aan het niet toelaten van voldoende humanitaire
hulp? Is de Minister bereid in Europees verband op te roepen tot consequenties verbinden
aan het niet op korte termijn toelaten van massale humanitaire hulp, zoals het opschorten
van het EU-associatieakkoord? Zo nee, wanneer is het volgens het kabinet wél tijd
om over te gaan op sancties?
De Raad zal spreken over EU-engagement in fragiele contexten. In dit kader hebben
de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie enkele vragen en opmerkingen over de situatie
in Soedan en de Nederlandse inzet aldaar. Vorige week vond de Soedan-conferentie plaats
in Parijs, waar ruim 2 miljard dollar is toegezegd. Wat de leden van de GroenLinks-PvdA
fractie betreft is dit een belangrijke stap. De situatie in Soedan blijft echter verschrikkelijk
en de zorgen allerminst weggenomen. Welk bedrag heeft Nederland toegezegd tijdens
de conferentie? Welk deel hiervan was reeds gepland? Hoeveel nieuw geld heeft de conferentie
uiteindelijk opgebracht? Wordt een deel van het geld dat wordt vrijgemaakt bij de
voorjaarsnota voor humanitaire hulp dit jaar aan hulp in Soedan toebedeeld?
Veel organisaties in Soedan zijn kleinschalig en kunnen moeilijk aan alle bureaucratische
voorwaarden voldoen. Wordt hiermee rekening gehouden in het verstrekken van de middelen?
Verder vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zich af hoeveel van de toegezegde
bijdragen van de conferentie rechtstreeks via maatschappelijke organisaties wordt
besteed, zoals de Emergency Response Rooms, en hoeveel via VN organisaties. Deze leden zien graag de nadere invulling hiervan.
Tot slot vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie de Minister hoeveel van de
middelen in Soedan zelf wordt besteed en hoeveel in omringende landen.
Tot slot staat de voorbereiding van de Summit for the Future op de agenda. De fractie van GroenLinks-PvdA is verheugd dat de hervormingen van
het internationale financiële systeem zeer prominent op deze conferentie zal worden
besproken. Kan de Minister aangeven welke thema’s de EU hierin zal adresseren? Zal
de EU zich inspannen om juist op dit traject te zorgen voor actieve betrokkenheid
van maatschappelijke organisaties en wetenschappers uit het mondiale Zuiden? Kan de
Minister de Kamer na de Raad informeren over het voorbereidingstraject richting de
Summit?
In het verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking
van 11 en 12 februari jl. schrijft het kabinet over de doelen van de Global Gateway,
een belangrijk programma in de positionering van de EU in een geopolitieke strijd
om bondgenoten. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden dat er nog stappen
genomen moeten worden om Global Gateway transparanter te maken voor het maatschappelijk
middenveld. Op welke manier gaat de Minister zich hier in Europees verband voor inspannen?
Is de Minister bereid om zich hard te maken voor onderlinge informatie uitwisseling
tussen de adviesgroepen van de Global Gateway zodat zij hun werk effectiever kunnen
doen?
Een van de belangrijkste doelen van de Global Gateway is om «kansen voor het bedrijfsleven
van EU-lidstaten te creëren». De leden van de GroenLinks-PvdA fractie vinden het naast
dit doel ook belangrijk dat er een daadwerkelijke ontwikkelingsimpact wordt gemaakt
in het mondiale Zuiden, helemaal nu het kabinet schrijft dat de Global Gateway een
belangrijk geopolitiek instrument is. Gaat de Minister zich ervoor inspannen dat juist
de ontwikkelingsbehoeften van partnerlanden centraal worden gesteld? Op welke manier
kunnen partnerlanden beter betrokken worden bij de vormgeving en uitvoering van de
Global Gateway? Is de Minister het met deze leden eens dat betrokkenheid belangrijk
is om het geopolitieke doel van partnerschappen te bereiken?
In het verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking
van 11–12 februari jl. schrijft het kabinet dat Nederland in EU-verband aandacht vroeg
voor beleidscoherentie en het verder ontwikkelen hiervan op EU niveau. Het Europees
Parlement constateert dat meetbare doelen wat betreft beleidscoherentie nog ontbreken
en een overkoepelende SDG-strategie ontbreekt. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
vragen zich af of het kabinet nog mogelijkheden ziet een rol te spelen in de Europese
ontwikkeling van beleidscoherentie. Is de Minister bereid om bij een nieuwe Commissie
aan te dringen op een overkoepelende SDG-strategie met meetbare doelen?
Inbreng leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 7 mei 2024. Deze
leden hebben enkele vragen over de inzet van het kabinet gedurende deze Raad Buitenlandse
Zaken.
UNRWA onderzoek
Naar aanleiding van het eindrapport van het onderzoek over de neutraliteit en integriteit
van UNRWA, heeft het kabinet aangegeven eerst nog de resultaten aandachtig te lezen
voordat er een besluit wordt genomen. De leden van de NSC-fractie willen benadrukken
dat het noodzakelijk is dat Israël humanitaire hulp toelaat in Gaza, maar geven daarbij
de behoefte aan om een bredere discussie te voeren over de relatie met UNRWA. Zodoende
hopen de leden van de NSC-fractie dat de Minister de uitkomsten van het eindrapport
en de appreciatie van het kabinet in een apart debat zal toelichten.
Nagorno Karabach
Vandaag, 24 april 2024, is het de officiële herdenkingsdag dat 109 jaar geleden de
Armeense genocide plaatsvond, die niet alleen Armenen maar ook Aramenen, Assyriërs
en Pontische Grieken trof. De leden van de NSC-fractie zijn bezorgd over het conflict
tussen Azerbeidzjan enerzijds en de Republiek Nagorno-Karabach (Artsach) en Armenië
anderzijds in en rondom de regio Nagorno-Karabach. Deelt de Minister de zorgen ten
aanzien van dit conflict? Kan de Minister aangeven wat de bijdrage van Nederland en
de Europese Unie is om verdere escalatie te voorkomen en de vluchtelingen uit deze
regio te ondersteunen?
Aandacht voor andere crisissituaties
De leden van de NSC-fractie maken zich zorgen over de ontwikkelingen betreffende de
spanningen in het Midden-Oosten en willen dat er vanuit Nederland een actieve bijdrage
wordt geleverd aan een betere situatie, onder andere door het verlichten van leed.
Op 15 april 2024 – precies 1 jaar na het uitbreken van het conflict – organiseerde
Frankrijk, samen met Duitsland en de EU, een internationale conferentie voor humanitaire
steun voor Soedan en de buurlanden. De leden van de NSC-fractie hebben begrepen dat
de Minister hierbij aanwezig was. Kan de Minister delen wat de conclusies waren van
de conferentie betreffende het conflict in Soedan?
Ten aanzien van de burgeroorlog in Jemen hebben de leden van de NSC-fractie de volgende
vraag. Kan de Minister aangeven of Nederland en de EU de slachtoffers van de burgeroorlog
uit Jemen hulp (kunnen blijven) bieden in de regio ondanks de situatie met de Houthi’s
in de Rode Zee, en hoe deze hulp gegarandeerd wordt?
Afghanistan was in 2023 nog steeds het land met een van de grootste humanitaire crises
ter wereld: 28 miljoen mensen hebben hulp nodig, 6 miljoen daarvan worden met hongersnood
bedreigd. Kan de Minister een stand van zaken geven over de (financiële) hulp en maatregelen
die vanuit de EU zijn geboden? Welke resultaten ziet de Minister?
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking d.d. 19-04-2024, het
verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking d.d. 19-02-2024
en de reactie op het verzoek van de commissie over het EU-besluit om in te schrijven
op nieuwe aandelen van de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD)
d.d. 04-04-2024 en bedanken de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
voor de toezending hiervan. De leden van de VVD-fractie hebben hierover nog enkele
vragen.
Geannoteerde agenda
Oekraïne plan
De leden van de VVD-fractie vinden het goed dat Oekraïne eigenaarschap heeft over
het eigen herstel- en wederopbouwplan en dat dat gekoppeld is aan hervormingen en
investeringen. Kan de Minister nader toelichten in hoeverre Oekraïne tot op heden
voldoet aan de gevraagde hervormingen en investeringen en op welke wijze we hen daarin
ondersteunen? Kan de Minister voorts aangeven hoe andere EU-lidstaten hiernaar kijken
en verwacht de Minister discussie over het eigenaarschap door enkele lidstaten?
De leden van de VVD-fractie onderstrepen het belang van effectieve internationale
donorcoördinatie en het is daarom goed dat Nederland sinds februari 2024 lid is van
het G7+ Multi-agency Donor Coordination Platform for Ukraine. Op welke manieren ziet het kabinet nog andere mogelijkheden om de internationale
bijdragen te coördineren? Kan de Minister aangeven of er nog andere manieren zijn
waarop de effectiviteit van donorgelden kan worden verhoogd en of er factoren zijn
die de coördinatie juist bemoeilijken?
Situatie in Gaza
De leden van de VVD-fractie lezen dat de toegang tot humanitaire hulp in Gaza ondermaats
blijft en niet duidelijk is of coördinatie ten behoeve van de veiligheid van hulpverleners
noemenswaardig is verbeterd.
De leden van de VVD-fractie achten het van groot belang dat gelet op de situatie in
Gaza humanitaire hulp kan worden geboden. Het kabinet heeft aangegeven dat het hierbij
van belang is dat de beschikbare steun zo effectief mogelijk wordt ingezet. Kan de
Minister aangeven wat de verwachting qua verbeteringen is en hoe hierover contact
wordt onderhouden met Israël? Wat zijn cruciale factoren om de humanitaire toegang
te waarborgen? Kan de Minister verder nader toelichten op welke wijze, naast de inzet
van UNWRA, hier invulling aan wordt gegeven en op welke wijze de Nederlandse overheid
hierbij betrokken is?
EU-engagement in fragiele contexten
De leden van de VVD-fractie lezen dat Nederland zal aandringen op kritische reflectie
rondom de inzetbaarheid en effectiviteit van EU-instrumenten in fragiele contexten.
Kan de Minister nader toelichten op welke wijze zij dit voor zich ziet en in hoeverre
er binnen de EU steun is voor deze inzet?
VN Summit of the future
De leden van de VVD-fractie lezen dat Nederland samen met Jamaica een speciale rol
speelt als co-facilitator voor de verklaring over de verankering van de belangen van
toekomstige generaties in beleid. Kan de Minister nader toelichten wat de inzet en
de status gaat zijn van deze verklaring en waar zij eventuele discussiepunten verwacht?
De leden van de VVD-fractie lezen voorts dat het voor Nederland belangrijk is dat
de EU deze Summit aangrijpt om het vertrouwen te versterken tussen de verschillende
landen, evenals het vertrouwen van landen in de VN met betrekking tot de centrale
rol die het speelt bij het gezamenlijk aanpakken van uitdagingen, nu en in de toekomst.
Kan de Minister aangeven welke rol zij hiervoor precies ziet voor de EU en op welke
wijze het kabinet denkt dat het vertrouwen van bepaalde landen in de VN kan worden
versterkt?
Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 11 en 12 februari
2024
De leden van de VVD-fractie lezen in het verslag van de informele Raad Buitenlandse
Zaken Ontwikkelingssamenwerking dat waar het gaat om de Global Gateway, Nederland
kansen ziet op onder meer het gebied van de energietransitie en agrilogistiek en dat
hier al veel Nederlandse betrokkenheid en activiteit op is. Daarnaast lezen zij dat
met de EU actief gesproken wordt over opschaling van die inzet met behulp van EU-fondsen.
Kan de Minister nader toelichten hoe deze gesprekken verlopen en of er al sprake is
van concrete opschaling met behulp van EU-fondsen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er kort is gesproken over hoe de herziening
van het meerjarig financieel kader zal worden vormgegeven binnen hoofdstuk 6 van het
externe beleid van de Unie en dat de Europese Commissie binnenkort met een voorstel
hiervoor zal komen. Kan de Minister al aangeven op wat voor termijn de Kamer hierover
geïnformeerd zal worden en of er al zicht is op welke onderdelen van het meerjarig
financieel kader zullen worden herzien?
Reactie op verzoek commissie over het EU-besluit om in te schrijven op nieuwe aandelen
van de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD)
De leden van de VVD-fractie onderschrijven het belang van de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD). Zij lezen dat de EU tot 30 juni 2025 heeft om zich in te schrijven op het
uitgegeven aandelenkapitaal. Kan de Minister aangeven of zij al zicht heeft op wanneer
de EU van plan is om zich in te schrijven op het uitgegeven aandelenkapitaal? Kan
zij daarnaast aangeven of Nederland zelf voornemens is om meer aandelen van de bank
te kopen?
Overig
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de beantwoording van de schriftelijke
vragen over lhbtqi+- wetgeving in Ghana gesteld door de leden Kamminga en Becker,
d.d. 01-03-2024.1 In de beantwoording vermeldt de Minister dat de wet nog niet is bekrachtigd door
de president van Ghana en dat het kabinet pas als het wetgevingsproces is afgerond,
steun aan bestaande en toekomstige programma’s zo nodig opnieuw zal bekijken. De leden
van de VVD-fractie zouden graag van de Minister willen weten of er gevolgen zijn voor
Nederlands ontwikkelingsgeld richting Ghana wanneer de Ghanese president de wet wél
bekrachtigd. Zou de Minister dit nader kunnen toelichten? Zou zij daarnaast kunnen
aangeven hoeveel ontwikkelingsgeld vanuit Nederland naar verschillende projecten/programma’s
in Ghana gaat en als er eventueel sprake zou zijn van het stopzetten van (een deel)
van de ontwikkelingsgelden aan Ghana, om welk deel dit dan zou gaan?
Tot slot, zijn de leden van de VVD-fractie daarnaast nog steeds benieuwd welke organisaties
in het maatschappelijk middenveld vanuit de BuHa-OS-begroting worden gefinancierd
en voor meer dan de helft van hun middelen afhankelijk zijn van subsidies van de Rijksoverheid.
Is het mogelijk om hiervan een overzicht te ontvangen? En hoe kijkt de Minister naar
de wenselijkheid hiervan?
Inbreng leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 7 mei 2024. De
voorgenoemde leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen op basis van de voorgelegde
agenda.
Allereerst willen de leden van de fractie aandacht vragen voor de situatie in Oekraïne
en daartoe hebben ze de volgende vragen.
De EU Oekraïne faciliteit van € 50 miljard wordt besproken in de Raad en op welke
wijze het herstel en de wederopbouw van Oekraïne ondersteund kan worden. Deze leden
vragen zich af of er nadere plannen zijn die specifiek in gaan op de thema’s en sectoren
die ondersteund gaan worden. Kan de Minister daar de leden een plan van aanpak van
overleggen?
De bovenstaande leden maken zich zorgen dat de wederopbouw- en herstelactiviteiten
bekostigd uit de voorstaande Oekraïne faciliteit zich voor het merendeel gaan richten
op de grote steden in het Westen. Kan de Minister verzekeren dat de Oekraïensr regio’s
een structureel onderdeel uitmaken van de plannen? Bestaat er zoiets als een «Elke
Oekraïense Regio Telt» aanpak?»
Bij het werkbezoek van de vaste Kamercommissies voor Europese Zaken en voor Buitenlande
Zaken aan Oekraïne heeft een lid van de BBB-fractie deelgenomen. De situatie met betrekking
tot energie baarde tot grote zorgen. Welke initiatieven kan Nederland ontplooien om
het Nederlandse bedrijfsleven, maar ook netbeheerders zoals Tennet te helpen bij het
draaiende houden, renoveren en moderniseren van de Oekraïense energiesector?
Daarnaast zijn de tranches van het Oekraïne plan gekoppeld aan hervormingsdoelstelling.
Kan de Minister aangeven welke hervormingsdoelen dat zijn, waarom voor deze doelen
gekozen is en welke mechanismen in werking treden om toe te zien op de daadwerkelijk
implementatie?
Doorgaand op de vorige vraag, in het geval Oekraïne niet voldoet aan de hervormingsdoelen,
is de EU dan bereid om de respectievelijk tranches niet uit te keren? En welke stappen
in de EU en Nederlandse besluitvorming dienen dan genomen te worden?
Een van de voorwaarden die verbonden is aan de uitkeer van de tranches is de waarborging
van democratische instituties, zoals het Verchovna Rada (het Oekraïense parlement). Tijdens het besproken werkbezoek aan het Oekraïense parlement
bleek dat de leden en commissies marginaal functioneren door de martial law en dat de consolidatie van macht in het Oekraïense Presidentieel bureau nagenoeg
compleet is. De leden van de BBB-fractie maken zich zorgen over de representatie van
de bevolking in het proces. Welke stappen moet Oekraïne maken om het parlement meer
te betrekken bij besluitvorming om te kunnen voldoen aan de waarborging van de democratische
instituties, zoals het Verchova Rada?
Deze leden vragen zich af of de Minister gaat instemmen met het voorstel voor het
Oekraïneplan en wat haar afwegingen zijn om dat te doen, de voor en tegen argumenten
en waar de grootste risico’s zich bevinden?
Oekraïne heeft te maken met een grote uitstroom van mensen door het oorlogsleed en
de vernietigingen van woningen en basis voorzieningen door de Russische agressie.
Het aantal ontheemden Oekraïners in Nederland staat nu op 122.000 duizend en neemt
met 540 mensen per week toe, zoals gesteld in de Voorjaarsnota van jongstleden. Kan
de Minister aangeven wat de belangrijkste drijfveren zijn om Oekraïne te verlaten?
Kan de Minister ook reageren op het bericht van de Oekraïense overheid dat Oekraïners
in het buitenland geen consulaire ondersteuning meer krijgen van Oekraïense ambassades
en consulaten?
Daarnaast zijn de leden van de BBB-fractie bezorgd over de situatie in Gaza en zijn
benieuwd wat het Colonna rapport2 over UNRWA betekent voor noodhulp, de Nederlandse bijdrage en hoe het krachtenveld
met betrekking tot het rapport en de situatie in Gaza eruit ziet.
De situatie in Gaza is nijpend. Op dit moment bestaat er bij de leden van de BBB-fractie
geen goed beeld bij het noodhulp speelveld in Gaza. De VN, COGAT de Palestijnse Autoriteit
en woordvoerders uit Gaza leggen verschillende cijfers, percentages en feiten neer
met betrekking tot wat nodig is. Kan de Minister het speelveld duiden? Welke organisaties
zijn actief in noodhulp voor Gaza? Welke functionaliteit in de hulpverleningsketen
vervullen bovenstaande organisaties?
Diversificatie in noodhulporganisaties wordt als een mogelijkheid gezien om de noodhulp
adequater en minder controversieel te maken voor donoren. Erkent de Minister dit?
En wat betekent dat voor de bereidheid van donoren om wel of niet de opschorting aan
financiering van UNRWA op te schorten of op te heffen? Hoe ziet het krachtenveld eruit
op de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking?
In afwachting op de kabinetsreactie op het Colonna rapport, stellen de leden van de
BBB-fractie voor sowieso de opschorting van de Nederlandse financiering aan UNRWA
niet op te heffen voordat de OIOS van de VN half mei haar rapport heeft opgeleverd
en daarnaast de verandervoorstellen uit het Colonna en OIOS rapport op te volgen.
Hoe denkt de Minister daarover?
Is de Minister voornemens om diversificatie van noodhulp te bespreken op deze RBZ
Ontwikkelingssamenwerking en wil de Minister daar uitgebreid over rapporteren in het
verslag van deze Raad?
Vandaag, 24 april 2024, heeft de rechter geoordeeld dat Nederland asielaanvragen van
Palestijnen in behandeling moet nemen. Heeft de Minister een beeld van het aantal
Palestijnen wat naar Europa/Nederland zou willen vluchten? En het aantal Palestijnen
wat daartoe in staat is? Welke consequenties verwacht de Minister van deze uitspraak?
Als laatste thema willen de leden van deze fractie het hebben over de VN Summit of the future. Deze leden moedigen de Minister het gesprek aan te gaan met de EU-lidstaten om de
nieuwe geopolitieke realiteit op de agenda te zetten voor de VN Summit of the Future. Twee van de drie leden van de Veiligheidsraad zijn uitdagers van de wereldwijde
rechtsorde. De Global South is gepikeerd dat het geen rol speelt in het VN-veiligheidsmechanisme.
Ziet de Minister kans om met gelijkgestemde landen samen op te trekken in het zetten
van de agenda voor de hervorming van de VN voor de toekomst?
Inbreng leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 7 mei 2024. Deze leden hebben
hier nog enkele vragen bij.
Oekraïne Plan
De leden van de CDA-fractie vinden het belangrijk dat er breed draagvlak en eigenaarschap
is voor de langjarige internationale steun aan Oekraïne. Deze leden vragen of er een
strategie/plan is om lokale en regionale overheden, maatschappelijk middenveld en
het bedrijfsleven te betrekken en hun hulp in te roepen om dat draagvlak te versterken.
Welke rol kan het G7+ Multi-agency Donor Coordination Platform for Ukraine, waarvan Nederland tijdelijk lid is, hierin spelen?
Situatie in Gaza
Er lijkt, ondanks diplomatieke druk op Israël en als gevolg daarvan toezeggingen van
de Israëlische autoriteiten om ook via land meer humanitaire hulp te verschaffen,
nauwelijks noemenswaardig meer humanitaire hulp te worden toegelaten tot Gaza. Ook
de veiligheid van humanitaire hulpverleners en faciliteiten als ziekenhuizen blijft
heel zorgelijk. De leden van de CDA-fractie vragen of de Nederlandse regering – al
dan niet in EU verband – andere stappen overweegt om de druk op Israël verder op te
voeren om ervoor te zorgen dat de getroffen bevolking van Gaza de benodigde humanitaire
hulp op korte termijn gaat krijgen.
Ondertussen gaat ook het geweld op de Westelijke Jordaanoever voort. Kan de regering
de situatie aldaar ook aan de orde brengen tijdens de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking
van 7 mei?
EU-engagement in fragiele contexten
De leden van de CDA-fractie vragen aandacht voor het belang van een eensgezind Europees
optreden in complexe situaties zoals in de Sahel-regio. Deze leden vragen of het klopt
dat de Europese Raad in januari heeft besloten om 2 miljard euro te bezuinigen op
het «Neighbourhood, Development and International Cooperation Instrument – Global Europe» (NDICI – Global Europe). Klopt het dat de Raad momenteel de laatste hand legt aan
de Raadsconclusies over de bezuinigingen? In de geannoteerde agenda geeft het kabinet
aan dat het in de specifieke context van de Sahel van belang blijft dat diplomatieke
kanalen open worden gehouden en de EU de bevolking blijft ondersteunen. De leden van
de CDA-fractie vragen daarom of het kabinet bereid is zich in de Raad bij de discussie
over eventuele bezuinigingen op NDICI in te zetten voor in ieder geval het ontzien
van de kwetsbaarste landen (onder meer in de Sahel-regio), waar de EU bovendien vaak
grote strategische belangen heeft.
Het is in deze tijd van grote geopolitieke spanningen en talrijke conflicten in de
nabijheid van Europa van groot belang dat de EU stevig geëngageerd blijft met een
breed instrumentarium in fragiele en conflictgebieden. Dat geldt voor de Sahel, maar
ook voor Afghanistan, waar de situatie voor de Afghaanse bevolking steeds nijpender
wordt, ook omdat buurlanden steeds meer Afghanen terugsturen. De leden van de CDA-fractie
vragen of Nederland tijdens deze Raad ook de situatie in Afghanistan aan de orde zou
willen stellen. Er zijn namelijk parallellen te trekken tussen de diplomatieke uitdagingen
in de Sahel en in Afghanistan als het gaat om grote uitdagingen om diplomatieke kanalen
open te houden en als EU op een betekenisvolle manier impact te behouden.
VN Summit of the future
De leden van de CDA-fractie vragen wat voor Nederland de belangrijkste elementen zijn
voor het toekomstbestendig maken van de VN? En hoe wil Nederland en de EU het sterk
geschonden vertrouwen in de VN van landen in het mondiale zuiden weer gaan terugwinnen?
AOB – Inspanningen mondiale gezondheidszorg
De Minister benoemt in de geannoteerde agenda het belang van de samenwerking tussen
de Afrikaanse Unie en de Europese Unie om gezondheidssoevereiniteit en gelijke toegang
tot gezondheidsdiensten in Afrika te verbeteren. De leden van de CDA-fractie benadrukken
ook het belang van samenwerking met het Africa Centres for Diseas Control and Prevention (Africa CDC). Deze leden vragen hoe de EU en Afrika CDC van plan zijn hun samenwerking
de komende jaren te intensiveren ten behoeve van versterkte gezondheidssystemen, adresseren
van antimicrobiële resistentie (AMR) en pandemische paraatheid.
Deze leden hebben het dan bijvoorbeeld over samenwerking die gezondheidssystemen en
pandemische paraatheid voor ogen heeft. Samenwerking die daarnaast gaat over het voorkomen
en adresseren van AMR en die bouwt op de inzet voor tuberculose, HIV en malaria en
over de kennisdeling in reciproce samenwerking tussen internationale kennisinstellingen/wetenschappelijke
consortia met daarin onder andere Nederlandse en lokale wetenschappers.
De leden van de CDA-fractie vragen ten slotte wat de belangrijkste resultaten zijn
van de inspanningen van het EU/Belgisch voorzitterschap op het gebied van het versterken
van de mondiale gezondheidszorg.
Inbreng leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
Raad Buitenlandse Zaken ontwikkelingssamenwerking van 7 mei aanstaande. Dit heeft
bij deze leden tot een aantal opmerkingen en vragen geleid.
De Minister schrijft: «Nederland roept op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren dat moet leiden tot een
duurzame beëindiging van vijandigheden, het vrijlaten van alle gegijzelden en zet
zich in voor een drastische en ongehinderde toename van humanitaire hulp aan Gaza.» Welke stappen onderneemt de Nederlandse regering op het moment dat partijen zich
niet aan deze uitgangspunten houden, die afkomstig zijn van een aangenomen, en daarmee
bindende, resolutie van de VN veiligheidsraad?
De Minister schrijft met betrekking tot het niet toelaten van humanitaire hulp door
Israël: «Op dit moment laten structurele verbeteringen nog op zich wachten, blijft humanitaire
toegang ondermaats, en is niet duidelijk of coördinatie ten behoeve van de veiligheid
van hulpverleners noemenswaardig is verbeterd.» De situatie die de Minister hier schetst is, naar het oordeel van de eerdergenoemde
leden, de situatie zoals die al maanden voortduurt. Israël houdt, geheel in strijd
met humanitair recht, levensmiddelen en andere hulpgoederen tegen bij de grens van
de Gazastrook en verergert hiermee een humanitaire crisis en een hongersnood onder
de Palestijnse burgerbevolking in Gaza. Honger inzetten als wapen is een oorlogsmisdaad.
Het feit dat Nederland tot nu toe slechts verbaal afstand heeft genomen van de wandaden,
maar hier nooit consequenties aan heeft verbonden, achten de eerdergenoemde leden
schadelijk voor de Nederlandse geloofwaardigheid. Is de regering bereid om consequenties
te verbinden aan het onthouden van humanitaire hulp aan de burgerbevolking?
De Minister is na beschuldigingen van Israël overgegaan tot sancties tegen UNRWA.
Deze dubbele standaard doet de eerdergenoemde leden de wenkbrauwen fronsen. Hoe beoordeelt
de Minister deze dubbele standaard?
Het Internationaal gerechtshof, de VN-veiligheidsraad, de speciale VN rapporteur in
Palestijns gebied, de VN-mensenrechtenraad en talloze onafhankelijke humanitaire-
en mensenrechtenorganisaties hebben aangegeven dat er een risico is op genocide en
oorlogsmisdaden. Waarom zijn er nog geen sancties richting Israël genomen?
Hoelang is de Minister nog bereid te wachten totdat de «structurele verbeteringen»
door Israël verwezenlijkt zijn? En is de Minister bereid toe te zeggen dat Nederland
bij deze Raad gaat pleiten voor Europese sancties richting Israël of de humanitaire
hulp weer op gang te krijgen?
De humanitaire ramp in Gaza heeft ook invloed op de veiligheid van de gijzelaars door
Hamas. In hoeverre hebben inspanningen om de gijzelaars vrij te krijgen resultaat
gehad?
Inbreng leden van de DENK-fractie
De leden van DENK-fractie hebben kennisgenomen van het standpunt van de Nederlandse
regering dat de Israëlische nederzettingen illegaal zijn en hebben hier enkele vragen
over.
De leden constateren dat meerdere bewindspersonen aan hebben gegeven dat dit standpunt
al vele jaren door de Nederlandse regering is uitgedragen. Kan de Minister aangeven
wat zij ervan vindt dat de nederzettingen dan alsnog jaar na jaar zijn toegenomen?
Kan zij, zonder het bekende mantra te herhalen dat Nederland de nederzettingen als
illegaal beschouwt, uitspreken wat het voor Nederland betekent dat Israël openlijk
beleid voert om de nederzettingen uit te breiden?
Voorts willen de leden van de fractie van DENK vragen of Nederland bij heeft gedragen
aan projecten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking op de Westelijke Jordaanoever.
Zo ja, is het bekend hoeveel van deze projecten doelwit zijn geweest voor kolonisten?
Zijn er inbeslagnames, sabotagecampagnes of vernietigingen geweest van projecten die
door Nederlands belastinggeld zijn gefinancierd? Zo ja, ter waarde van hoeveel is
het verlies geweest? Heeft Nederland hier actie tegen ondernomen, zo ja wat is er
precies gedaan? Zo nee, waarom niet?
Daarnaast vragen deze leden ook wat de staat is van het ontmoedigingsbeleid voor handel
met bedrijven die gevestigd zijn in de illegale nederzettingen. Sinds oktober 2023
is het geweld door de kolonisten fors toegenomen op de Westelijke Jordaanoever. Heeft
dit ook geleid tot een aanscherping van het ontmoedigingsbeleid. Zo ja, hoe is dit
aangescherpt? Zo nee, waarom denkt de Minister dat het niet nodig is om het ontmoedigingsbeleid
aan te passen?
Deze leden vragen de Minister ook of zij de effectiviteit van het ontmoedigingsbeleid
in de nederzettingen kan illustreren. Zij vragen haar om tevens uitdrukkelijk in te
gaan op de tekortkomingen van het beleid en hoe ze verwacht dit te amenderen en verbeteren
in de toekomst.
Tot slot vragen de leden van de fractie van DENK of de Minister op de hoogte is van
het feit dat verscheidene bondgenoten van Nederland, sancties tegen kolonisten nemen
op nationaal niveau. Kan de Minister schetsen welke opties zij ziet om nationale maatregelen
af te kondigen in aanvulling op de Europese sancties? Kan zij aangeven of deze opties
op korte termijn toegepast zullen worden? Zo nee, waarom niet?
Inbreng leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben de stukken ten behoeve van de Raad Buitenlandse
Zaken Ontwikkelingssamenwerking met interesse gelezen en hebben de volgende vragen
en opmerkingen.
De regering staat voor een onmiddellijk staakt het vuren dat moet leiden tot het beëindigen
van vijandigheden en vrijlaten van alle gegijzelden. Deze volgorde verbaast de leden
van de SGP-fractie en daarover hebben de leden een aantal vragen.
Welk belang heeft Hamas om gijzelaars vrij te geven als dat geen vereiste voor een
staakt-het-vuren is maar naderhand is? De woorden «moet leiden tot» impliceert immers
een volgorde.
Heeft de regering ook overwogen om het in andere volgorde te willen, namelijk eerst
de gijzelaars vrij en dan een staakt-het-vuren, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
Er zijn twee onderzoeken naar UNRWA, het Colonna-onderzoek dat extern is en het interne
onderzoek van het Office of Internal Oversight Service (OIOS) van de VN. Deze leden hechten waarde aan beide, omdat beide verschillende
zaken onderzoeken en die twee onderwerpen allebei het vertrouwen in UNRWA en haar
functioneren raken. Zowel mogelijke neutraliteitsschendingen (onderzocht door het
Colonna-onderzoek) en mogelijke deelname van UNRWA medewerkers aan 7 oktober zijn
hoogst belangrijk volgens de leden van de SGP-fractie.
Is het interne VN-onderzoek naar UNRWA medewerkers en hun deelname aan de gruwelijkheden
op 7 oktober nog relevant voor de hervatting van steun aan UNRWA, zo vragen de leden
van de SGP-fractie. Zal het kabinet ook met een appreciatie van, of een reactie op,
het OIOS-onderzoek van de VN naar UNRWA komen, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
De leden van de SGP-fractie zijn tevreden met de woorden over EU-engagement in fragiele
contexten en de regeringsinzet in de Sahel. Welke inzet hierbij raakt specifiek geloofsvrijheid
en gaat christenvervolging tegen, zo vragen voorgenoemde leden.
Kan de Minister toelichten wat ze bedoelt met gezondheidssoevereiniteit, zo vragen
de leden van de SGP-fractie. Hoe betrekt het kabinet die soevereiniteit in de genoemde
inspanningen rond SRGR en zorgt het kabinet dat alleen daarin wordt voorzien wat ook
echt door lokale overheden en samenlevingen wordt gedragen, zo vragen de leden van
de SGP-fractie. Hoe voorkomen we dat hierbij wordt opgelegd of voorzien in wat niet
gevraagd is?
Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 11 en 12 februari
2024
Heeft de Minister tijdens de lunch met Commissaris-Generaal van UNWRA, Philippe Lazzarini,
nog zelf vragen gesteld en om opheldering gevraagd anders dan wat al in twee onderzoeken
loopt, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
II. Antwoord / Reactie van de Minister
III. Volledige agenda
Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 7 mei
2024. 21 501-04, nr. 270 – Brief regering d.d. 19-04-2024, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher.
Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 11 en 12 februari
2024. 21 501-04, nr. 269 – Brief regering d.d. 19-02-2024, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
G.E.W. van Leeuwen.
Reactie op verzoek commissie over het EU-besluit om in te schrijven op nieuwe aandelen
van de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD). 22 112, nr. 3923 – Brief regering d.d. 04-04-2024, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
G.E.W. van Leeuwen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J. Thijssen, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
M. Prenger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.