Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Diederik van Dijk naar aanleiding van het bericht ‘Politie pakt waker op bij abortuskliniek’
Vragen van het lid Diederik van Dijk (SGP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken over het bericht «Politie pakt waker op bij abortuskliniek» (ingezonden 26 maart 2024).
Antwoord van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens
de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 23 april 2024).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Politie pakt waker op bij abortuskliniek» (Reformatorisch
Dagblad)?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Wat vindt u ervan dat iemand onterecht zes uur in de cel zit vanwege een vreedzaam
«eenmensprotest»?
Bent u het ermee eens dat het arresteren en vastzetten van personen zonder dat daar
een aanklacht uit volgt niet gebruikt mag worden als oplossing voor een vermeende
hinderlijke situatie?
Bent u het ermee eens dat een dergelijke onterechte arrestatie en hechtenis als intimiderend
kan worden ervaren?
Antwoord 2, 3 en 4
De politie treedt op onder verantwoordelijkheid van het lokaal gezag (burgemeester
en de officier van justitie). Het is niet aan mij of aan de Minister van Justitie
en Veiligheid om te treden in individuele casuïstiek.
Vraag 5 en 9
Kunt u bevestigen dat een eenmensprotest geen betoging is in de zin van de Wet openbare
manifestaties (Wom), maar valt onder de grondwettelijke beschermde vrijheid van meningsuiting?
Klopt het dat een burgemeester niet de bevoegdheid heeft om, blijkens het artikel
in het Reformatorisch Dagblad, een eenmensprotest op basis van de inhoud van het betreffende
protest te beschouwen als manifestatie in de zin van de Wom?
Antwoord 5 en 9
Van een demonstratie of manifestatie die beschermd wordt onder de Wom is enkel sprake
als er een «collectieve mening» wordt geuit. Dat betekent dat er sprake moet zijn
van twee of meer personen. Een eenmansprotest wordt dus niet gezien als een demonstratie.
Wel kan sprake zijn van een uiting die beschermd wordt onder de vrijheid van meningsuiting
in artikel 7 van de Grondwet. Een gemeente kan, bijvoorbeeld in de Algemene Plaatselijke
Verordening, regels stellen over eenmensprotesten. Deze regels mogen niet gaan over
de inhoud van de uiting.
Vraag 6, 7 en 8
Erkent u dat een vreedzaam eenmensprotest, hoe choquerend, kwetsend of verontrustend
dit ook wordt ervaren, in beginsel daarom niet kan worden verboden of beëindigd vanwege
vijandige tegenreacties dan wel de vrees daarvoor?
Deelt u de mening dat het opkomen voor ongeboren leven en het uitdelen van flyers
met hulp bij ongewenste zwangerschap valt onder de reikwijdte van vrijheid van meningsuiting
en dus grondwettelijk beschermd wordt?
Klopt het dat artikel 11 lid 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
(EVRM) onder andere vereist dat een beperkingsmaatregel «noodzakelijk in een democratische
samenleving» is en dat het slechts als «hinderlijk» ervaren van een waker onvoldoende
juridische grond biedt om een eenmensprotest te beëindigen?
Antwoord 6, 7 en 8
De inhoud van een uiting mag zowel bij demonstraties als bij eenmensprotesten geen
grond zijn voor een verbod op het doen van die uiting. Het censuurverbod, neergelegd
in artikel 7 van de Grondwet, staat aan een preventief verbod in de weg. Ook grievende
en kwetsende uitingen worden dus beschermd door de Grondwet, behoudens uitingen die
strafbaar zijn gesteld (zoals groepsbelediging of bedreiging). Aan eenmensprotesten
kunnen voorts wel vormvoorschriften worden gesteld door de gemeente waar het protest
plaatsvindt, bijvoorbeeld door een plaatsaanduiding voor het protest te geven. De
(vrees voor) vijandige tegenreacties op het eenmensprotest kan een rol spelen bij
de overweging van de gemeente om zulke voorschriften op te stellen en daarmee de vrije
meningsuiting te beperken. Die voorwaarden mogen echter geen algeheel verbod tot gevolg
hebben, een vergunningstelsel instellen of de betekenis van de vrijheid van meningsuiting
anderszins uithollen. Bovendien dienen deze en andere beperkingen van de vrijheid
van meningsuiting of het demonstratierecht noodzakelijk te zijn in een democratische
samenleving.2 Tot het beoordelen van de rechtmatigheid van een door het lokale gezag opgelegde
beperking is alleen de rechter bevoegd. Als Minister ben ik dat niet.
Vraag 10
Wat doet u om gemeenten te informeren en toe te rusten, over hoe zij, gelet op de
grondrechtelijke bescherming, dienen om te gaan met eenmensprotesten?
Antwoord 10
De ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie en Veiligheid
zetten zich ervoor in om het lokaal bestuur in staat te stellen optimaal gebruik te
maken van het bestaande instrumentarium. Het faciliteren, beschermen en indien noodzakelijk
beperken van demonstraties en eenmensprotesten gebeurt door de burgemeester. Er bestaan
diverse handreikingen over het demonstratierecht, zoals de handreiking van de gemeente
Amsterdam.3 Hierin wordt ook ingegaan op eenmensprotesten. Daarnaast wordt door de Rijksuniversiteit
van Groningen een landelijke website ontwikkeld waarop iedereen gratis en vrij toegankelijk
informatie over het demonstratierecht kan inwinnen en een online adviestool kan raadplegen.
Op deze manier kunnen zowel overheidsinstanties als demonstranten en andere betrokken
partijen online demonstratierechtelijke vragen beantwoord krijgen. Ook het Nederlands
Genootschap van Burgemeesters heeft op haar website praktische informatie over het
demonstratierecht. Deze is toegankelijk voor zowel adviseurs als bestuurders.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.