Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Paternotte over de doelgerichte aanvallen door Israël op journalisten
Vragen van het lid Paternotte (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de doelgerichte aanvallen door Israël op journalisten (ingezonden 20 maart 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 19 april 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het NRC artikel «TNO: Israël schoot in Libanon «waarschijnlijk»
ook met machinegeweren op journalisten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van het drama dat zich afspeelde op 13 oktober jongstleden, waarbij
het Israëlische leger twee granaten afvuurde op een duidelijk geïdentificeerde groep
journalisten in Zuid-Libanon, met als gevolg de directe dood van de 37-jarige Reuters-journalist
Abdallah?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Wat is uw reactie op de beschuldigingen vanHuman Rights Watch en hoogleraar Internationaal Humanitair Recht Jessica Dorsey, die Israël beschuldigen
van opzettelijke aanvallen op journalisten, en deze daden als oorlogsmisdaden bestempelen?2, 3
Antwoord 3
Ieder land is gehouden zijn verplichtingen onder het internationaal recht na te komen.
Het kabinet neemt de uitspraken van verschillende hoge VN-vertegenwoordigers, gerenommeerde
internationale non-gouvernementele organisaties en academici over de vraag of het
humanitair oorlogsrecht wordt nageleefd uiterst serieus. Gedegen en onafhankelijk
onderzoek zal nodig zijn om de relevante feiten boven water te krijgen. Het is in
eerste instantie aan partijen zelf om onderzoek te doen naar vermeende schendingen
van het humanitair oorlogsrecht.
Vraag 4
Bent u bereid op te roepen tot onafhankelijk, effectief en grondig onderzoek naar
de reeds bekende gevallen van doelgerichte aanvallen op journalisten door autoriteiten
ter plekke, waaronder Hamza al-Dahdouh, Mustafa Thuraya en Issam Abdallah, conform
Nederlandse inzet op het tegengaan van straffeloosheid van moorden op journalisten?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het kabinet onderschrijft het belang van onafhankelijk onderzoek naar vermeende schendingen
van het humanitair oorlogsrecht. Nederland steunt programma’s van UNESCO op de veiligheid
van journalisten, waaronder het monitoren en rapporteren over journalisten die zijn
omgekomen bij het uitoefenen van hun beroep. Daarbij worden overheden jaarlijks verzocht
informatie aan te leveren over de status van juridische procedures van onopgeloste
zaken. Daarnaast onderzoekt het kabinet de mogelijkheden om dit onderwerp onder de
aandacht te brengen in internationale fora, zoals de Media Freedom Coalition en de
VN mensenrechtenraad. Ook doet het Internationaal Strafhof onderzoek naar de gebeurtenissen
op en na 7 oktober jl., waarbij Nederland EUR 3 miljoen ter beschikking heeft gesteld
voor de algemene onderzoekscapaciteiten van het Internationaal Strafhof. Ook heeft
Nederland USD 1 miljoen ter beschikking gesteld aan het VN-mensenrechtenkantoor in
de Palestijnse Gebieden voor hun monitoringstaken.
Vraag 5
Hoe reageert u op het verontrustende feit dat journalisten in Gaza volgens het Palestijnse
Journalisten Syndicaat vijf tot tien keer meer kans hebben om vermoord te worden dan
de gemiddelde burger?4
Antwoord 5
Dit zijn ernstige berichten. Journalisten moeten hun werk vrij en veilig kunnen uitvoeren.
Vraag 6
Erkent u het belang van journalisten bij het documenteren van oorlogsmisdaden en het
verstrekken van betrouwbaar nieuws om desinformatie tegen te gaan, evenals het feit
dat zonder onafhankelijke journalistiek cruciale informatie wordt onthouden aan burgers
in Gaza, zoals evacuatieroutes en doelwitten van bombardementen?5
Antwoord 6
Het kabinet erkent het belang van journalisten voor de toegang tot betrouwbare en
onafhankelijke informatie, zeker in conflictsituaties. De VN-Speciaal Rapporteur voor
vrijheid van meningsuiting karakteriseert toegang tot informatie in conflictsituaties
dan ook als een «survival right», waarvan het leven en de veiligheid van mensen in
conflictsituaties afhangen.
Vraag 7
Welke stappen heeft het kabinet ondernomen om journalisten en mediawerkers in Gaza
en in de wijdere omgeving die verslag doen van het conflict te beschermen? Welke mogelijkheden
ziet u om deze inzet te intensiveren en bent u bereid om dit te doen?
Antwoord 7
Nederland steunt het werk van Free Press Unlimited en Reporters Without Borders vanuit
het Safety for Voices-subsidiekader. Deze organisaties bieden fysieke, juridische, digitale, financiële
en psychosociale hulp aan journalisten in nood. Binnen beperkte mogelijkheden hebben
beide organisaties lokale partners ondersteund om journalisten in Gaza te voorzien
van communicatieapparatuur, humanitaire goederen, en plekken met internet om van daaruit
te kunnen werken. Daarnaast steunt Nederland programma’s van UNESCO ten aanzien van
de veiligheid van journalisten, waaronder journalisten die werkzaam zijn in Gaza en
op de Westelijke Jordaanoever. Toegang tot Gaza is echter zeer beperkt, en daarmee
ook de mogelijkheden voor meer inzet. Nederland blijft ook in het diplomatieke verkeer
het belang van vrije media en bescherming van journalisten onderstrepen.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het consequent weigeren van toegang voor buitenlandse journalisten
tot de Gazastrook een bedreiging vormt voor betrouwbare en onafhankelijke informatie?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 6.
Vraag 9
Zo ja, bent u bereid om, samen met uw collega's in de Media Freedom Coalition, Israël
op te roepen om buitenlandse journalisten toegang te verlenen tot Gaza? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 9
Onder Nederlands co-voorzitterschap en op Nederlands initiatief heeft de Media Freedom
Coalition in een verklaring zorgen geuitover de veiligheid van journalisten en de
consequenties voor de toegang tot informatie van dit conflict en andere conflictsituaties.6 De Media Freedom Coalition onder Duits en Ests voorzitterschap bekijkt momenteel
de mogelijkheden voor andere gezamenlijke acties.
Vraag 10
Deelt u de mening dat het Kabinet zich moet uitspreken over het ongekende aantal vermoorde
journalisten in Gaza, in lijn met de internationale voortrekkersrol die Nederland
de afgelopen jaren op zich heeft genomen als covoorzitter van de Media Freedom Coalition?
Antwoord 10
Nederland heeft zich in eerdergenoemde verklaring samen met 23 andere leden van de
Media Freedom Coalition uitgesproken over het aantal omgekomen journalisten gedurende
het conflict tussen Israël en Hamas.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.