Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Erkens over het artikel 'Geen plaats op transportnet voor nieuwe kerncentrales’
Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Minister voor Klimaat en Energie over het artikel «Geen plaats op transportnet voor nieuwe kerncentrales» (ingezonden 28 maart 2024).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 18 april 2024).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Geen plaats op het transportnet voor nieuwe kerncentrales»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
            
Waarom zijn de twee nieuwe kerncentrales niet opgenomen in de huidige investeringsplannen
               van Tennet richting 2035, ondanks de voorziene bijdrage aan de energietransitie en
               de vermindering van CO2-uitstoot?
            
Hoe apprecieert u de mening dat het van belang is dat Tennet tijdig anticipeert op
               de twee te bouwen kerncentrales en dus dat deze ook zo snel mogelijk in investeringsplannen
               dienen te worden meegenomen?
            
Deelt u de mening dat voorkomen dient te worden dat de kerncentrales straks gereed
               zijn, maar dat ze niet in gebruik kunnen worden gekomen omdat de aansluiting op het
               net niet op tijd gereed was? Wat gaat u doen om dit te voorkomen?
            
Antwoord 2, 3 en 4
            
Het meest recente TenneT investeringsplan 2024–2033 omvat geen specifieke investeringen
               voor de ontsluiting van nieuwe kerncentrales omdat in die periode de oplevering van
               nieuwe centrales nog niet voorzien is. Ik heb TenneT direct na mijn Kamerbrief2 over de uitwerking van de ambities in het coalitieakkoord over kernenergie, verzocht
               om te onderzoeken of en hoe twee nieuwe kerncentrales in het hoogspanningsnet van
               2035 kunnen worden ingepast zonder knelpunten te veroorzaken, inclusief het effect
               van een mogelijk aanvullende aanlanding van Wind op Zee in Zeeland na 2030. Deze studie3 heeft TenneT gedaan op basis van één van de scenario’s voor het jaar 2035 die door
               TenneT ook is gebruikt bij het meest recente investeringsplan voor de periode 2024–2033.
               De studie laat zien dat er zonder aanvullende maatregelen (zoals nieuwe infrastructuur
               of extra elektriciteitsvraag nabij de kerncentrales) in Zeeland plek is voor 1,6 GW
               nieuwe kernenergie.
            
Ik laat momenteel een vervolgonderzoek uitvoeren, zodat ik in het tweede kwartaal
               van 2025 een integraal besluit kan nemen over de inpassing van twee nieuwe kerncentrales.
               Daarbij kijk ik breed naar alle oplossingsrichtingen, waaronder aanvullende transportinfrastructuur.
               Pas als ik hierover medio 2025 een besluit heb genomen zal TenneT bezien of extra
               investeringen in het investeringsplan aan de orde zijn. Dit tijdspad leidt niet tot
               vertraging in de realisatie van de twee kerncentrales: er is voldoende tijd om te
               bezien of uitbreiding van het net nodig is en om deze uitbreiding zo nodig te realiseren
               voordat de centrales elektriciteit produceren.
            
Vraag 5
            
Welke maatregelen overweegt u om de knelpunten in het hoogspanningsnet, zoals geïdentificeerd
               in de systeemstudie door Tennet, aan te pakken, zodat de aansluiting van kerncentrales
               toch mogelijk wordt? Welke andere oplossingen ziet u om ervoor te zorgen dat de energie
               die wordt geproduceerd door de kerncentrales toch benut kan worden?
            
Antwoord 5
            
Voor de nieuwbouw van de kerncentrales werk ik toe naar een ontwerp voorkeursbeslissing
               per medio 2025. In 2025 wordt naar verwachting ook het programma VAWOZ 2031–2040 vastgesteld,
               waarmee de ruimtelijke procedures voor kansrijke aanlandingen van start gaan. De mogelijke
               knelpunten en oplossingsrichtingen worden in de tussenliggende periode verder onderzocht.
               Hiermee streef ik ernaar om op de volle breedte van de vraagstukken te beschikken
               over voldoende informatie om een integrale afweging te maken. Daarbij kijk ik naar
               alle mogelijke oplossingen: omvang, timing en locatie van elektrificatie, infrastructuur,
               nieuwbouw kerncentrales, en aanlandingen van wind op zee.
            
Vraag 6
            
Tijdens het Commissiedebat Klimaat en Energie Algemeen gehouden op 14 maart 2024 heeft
               u aangegeven dat u het nog te vroeg vond om de kerncentrales op te nemen in de huidige
               plannen van Tennet, welk tijdspad voorziet dan wel u voor het opstellen en presenteren
               van een gedetailleerd plan en bijbehorend prijskaartje voor de aansluiting van de
               kerncentrales in Borssele?
            
Antwoord 6
            
De locatiekeuze (ontwerp voorkeursbeslissing) is nu gepland voor medio 2025. Op basis
               van de locatiekeuze en de integrale afweging zoals hierboven genoemd, kan er bij een
               keuze voor additionele infrastructuur dit door TenneT opgenomen worden in het eerst
               mogelijke investeringsplan. Ik laat daarnaast een vervolgonderzoek uitvoeren naar
               de mogelijke inpasbaarheid, zodat ik in het tweede kwartaal van 2025 een integraal
               besluit kan nemen over de inpassing.
            
De locatiekeuze wordt onderbouwd met informatie uit de Integrale Effectenanalyse.
               Hierin spelen ook de haalbaarheid en kostenindicaties van eventuele netuitbreidingen
               bij verschillende alternatieve locaties een rol. Indien uitbreiding noodzakelijk is,
               volgen de meer gedetailleerde plannen en ramingen in eerste instantie in de investeringsplannen
               van TenneT. Deze plannen worden elke twee jaar geactualiseerd. Daarnaast moet voor
               de uitbreiding een projectprocedure worden doorlopen. Dit tijdspad leidt niet tot
               vertraging in de realisatie van de twee kerncentrales: er is voldoende tijd om te
               bezien of uitbreiding van het net nodig is en om deze uitbreiding zo nodig te realiseren
               voordat de centrales elektriciteit produceren.
            
Vraag 7 en 8
            
Deze leden hebben ook gelezen dat een ontwerp voorkeursbeslissing over de kerncentrales
               pas in het tweede kwartaal 2025 met de Kamer zal worden gedeeld, hoe kan het dat aanzienlijk
               later is geworden dan de oorspronkelijke planning? Heeft u voldoende aangestuurd op
               het halen van de tijdslijnen? Wat kunt u doen om toch nog enige versnelling te realiseren
               in de vertraagde besluitvorming?
            
Welke invloed heeft de vertraging op de geplande bijdrage van kernenergie aan de energietransitie
               en het behalen van klimaatdoelstellingen?
            
Antwoord 7 en 8
            
Ik hanteer conform de wens van uw Kamer (motie van de leden Hermans en Pieter Heerma
               over het opstellen van een versnellingsplan rond kernenergie) een hoog ambitieniveau
               wat betreft de snelheid waarmee de twee kerncentrales kunnen worden gerealiseerd.
               Versnellen van de besluitvorming probeer ik toe te passen waar mogelijk. Daarbij houd
               ik wel steeds een zorgvuldig proces en overleg met de omgeving voor ogen. Zonder het
               zorgvuldig doorlopen van de projectprocedure is de kans namelijk groter dat we later
               in het proces (aanzienlijke) vertraging oplopen.
            
In 2025 neem ik drie besluiten die met elkaar samenhangen in de tijd en op inhoud:
               het politieke besluit voor de start van de aanbesteding van de nieuwbouw, de voorkeursbeslissing
               (locatiebesluit) en het voorlopige Rijk-Regio pakket dat met de desbetreffende regio
               wordt afgesloten. In mijn brief van 1 februari jl. heb ik aangegeven dat ik meer tijd
               neem voor de marktconsultatie en technische haalbaarheidsstudies. Uit voorbereidende
               gesprekken met de technologieleveranciers bleek dat een hoger detailniveau en een
               bredere reikwijdte dan eerder voorzien (van bijvoorbeeld de hydrologische en geologische
               onderzoeken) als onderdeel van de technische haalbaarheidsstudies verschillende voordelen
               zouden hebben.
            
Ook het overleg met de regionale overheden binnen het ruimtelijk besluitvormingstraject
               vergde meer tijd, zoals aangegeven in de brief van 1 februari jl. Dat is onder andere
               nodig voor het vormgeven van een voorlopig Rijk-Regiopakket dat nauw verbonden is
               en voorwaardelijk is voor het succesvol afronden van de eerste fase van de projectprocedure.
               Daarbij is ten behoeve van de start van de projectprocedure bestuurlijk overleg worden
               gevoerd met een bredere groep van provincies, gemeenten en waterschappen. Het meenemen
               van alle partijen, ook de partijen die betrokken zijn bij het waarborgingsgebied Maasvlakte,
               vergt extra aandacht en tijd. Niet alleen in aanloop naar de start van de projectprocedure,
               maar ook in het vervolg.
            
Ik beschrijf in de brief van 1 februari 2024 dat door nu meer tijd te nemen, dit niet
               automatisch betekent dat er een evenredige vertraging in de oplevering van de kerncentrales
               optreedt. Ik streef nog steeds naar het zo snel mogelijk na 2035 in gebruik nemen
               van de centrales. Zoals uitgelegd in deze brief aan uw Kamer over de stand van zaken
               van de nieuw te bouwen kerncentrales wordt als onderdeel van de technische haalbaarheidsstudies
               aan de technologieleveranciers gevraagd om een gedetailleerde planning op te leveren
               vanaf de haalbaarheidsstudies tot aan het moment van exploitatie. Hierbij zullen ze
               onder meer ingaan op onderlinge afhankelijkheden in processen, beschikbaarheid en
               levertijd van materiaal, site-voorbereiding en het optimale tijdbestek tussen aanvang
               bouw tussen de eerste en tweede centrale. Zodra deze informatie voorhanden is ontstaat
               er een dieper inzicht en een robuustere planning van de hierop volgende fases.
            
Vraag 9
            
Kunt u aangeven welke financiële, technische en regelgevende knelpunten er momenteel
               zijn geïdentificeerd in het realiseren van de kerncentrales in Borssele, en hoe deze
               aangepakt zullen worden om vertraging in de bouw en aansluiting op het net te voorkomen?
            
Antwoord 9
            
Momenteel worden binnen de marktconsultatie, samen met de drie technologieleveranciers
               en financiële instellingen, realistische mogelijkheden onderzocht voor een uiteindelijk
               financierings- en organisatiemodel. Daarnaast wordt in de technische haalbaarheidsstudies
               onderzocht of en, zo ja, hoe twee reactoren kunnen worden gerealiseerd in Borssele.
               Hierin wordt duidelijk of de ontwerpen van de bedrijven op het terrein van EPZ kunnen
               worden gerealiseerd, en welke voorwaarden daarbij eventueel gelden. In de projectprocedure
               wordt een milieueffectrapport en integrale effectenanalyse op voor de (redelijkerwijs
               te overwegen) locaties opgesteld. Dit geeft medio 2025 zicht op het ontwerp locatiebesluit.
               Zodra deze verschillende onderzoeken zijn afgerond deel ik de resultaten hiervan met
               uw Kamer.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.