Verslag van een bijeenkomst : Verslag van de plenaire conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden van de parlementen van de Europese Unie, gehouden in Brussel, België van 24 maart tot en met 26 maart 2024 (herdruk)
22 660 Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de parlementen van de lidstaten van de EU en van een delegatie uit het Europees Parlement
BS/ Nr. 90 HERDRUK1 VERSLAG
Vastgesteld 18 april 2024
Van zondag 24 maart tot en met dinsdag 26 maart 2024 vond in Brussel, België, de LXXI
plenaire conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden van de parlementen
van de Europese Unie plaats, hierna aangeduid als de plenaire COSAC. Naast de genoemde
delegaties namen ook delegaties van de nationale parlementen van de kandidaat-lidstaten
van de Europese Unie deel als waarnemer, evenals delegaties van het Verenigd Koninkrijk,
het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en van de Europese Commissie.
De Nederlandse delegatie naar deze conferentie bestond voor de Eerste Kamer uit Bastiaan
van Apeldoorn (SP), voorzitter van de commissie voor Europese Zaken, tevens delegatieleider
namens de Eerste Kamer, Tekke Panman (BBB), commissielid, en voor de Tweede Kamer
Eddy van Hijum (NSC), delegatieleider namens de Tweede Kamercommissie voor Europese
Zaken, Emiel van Dijk (PVV), commissielid, en Thom van Campen (VVD), commissielid.
De ambtelijke ondersteuning bestond uit Ilse van den Driessche (Eerste Kamer), Janneke
Timmer, Jeannette Mak en Edgar Hoedemaker (Tweede Kamer).
De delegatie brengt als volgt verslag uit2:
1. En marge van de conferentie
Voorafgaand aan de conferentie heeft de delegatie op zondag 26 maart 2024 een technische
briefing gekregen, verzorgd door de Nederlandse ambassade te Brussel. Deze briefing
werd verzorgd door Han Peters, tijdelijk zaakgelastigde a.i. namens Nederland. Met
name is gesproken over het politieke landschap in België, de relaties met Nederland
en het Belgische EU-Voorzitterschap.
In de marge van de bijeenkomst hebben delegatieleden van de Tweede Kamer op maandag
gesproken met de permanente vertegenwoordiging. De gesprekken werden gevoerd met permanent
vertegenwoordiger Pieter Jan Kleiweg de Zwaan en de juridisch adviseur van de permanente
vertegenwoordiging. Dat gesprek ging over actuele ontwikkelingen in de Europese Raad.
Vervolgens werd in het kader van het rapporteurschap rechtsstatelijke ontwikkelingen
in de EU gefocust op actualiteiten inzake de rechtsstaat in diverse EU-lidstaten.
In de marge van de bijeenkomst heeft een deel van de delegatie van de Tweede Kamer
op dinsdag gesproken met Anton Hofreiter, voorzitter van de commissie voor Europese
Zaken van de Duitse Bundestag. Ook hier stond het onderwerp rechtsstatelijke ontwikkelingen
in de EU centraal.
2. Plenaire COSAC
Opening en procedurele zaken
Mevrouw Éliane Tillieux, voorzitter van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers,
verzorgde de opening. Zij lichtte het programma van de plenaire COSAC toe en benadrukte
dat zij als voorzitter van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers ook betrokken
is bij de commissie voor Europese Zaken.
Vervolgens was het woord aan de heer Gaetan van Goidsenhoven, lid van de Belgische
Senaat en vicevoorzitter van de commissie voor Europese Zaken. Hij benadrukte het
belang van het EU-voorzitterschap voor België en hield een uiteenzetting over de precaire
geopolitieke omstandigheden waarin de EU zich momenteel bevindt.
De openingssessie werd afgesloten door de heer Othmar Karas, eerste vicevoorzitter
van het Europees Parlement. Hij heette de COSAC-deelnemers, mede namens voorzitter
van het Europees Parlement Roberta Metsola, van harte welkom. Zijn bijdrage ging vooral
in op de aanstaande Europese verkiezingen en de onderwerpen die daarbij volgens hem
van belang zijn. Hij riep nationale parlementen op om hieraan bij te dragen, om op
die manier de opkomst bij de Europese verkiezingen te vergroten.
Mevrouw Éliane Tillieux, voorzitter van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers,
zat vervolgens het agendapunt over procedurele zaken voor. De agenda werd zonder wijzigingen
aangenomen. Zij bracht verslag uit van de Troika-voorzittersbijeenkomst de avond ervoor.
Naar aanleiding daarvan is er een lijst van conceptconclusies en conceptcontributies
toegestuurd, inclusief oordeel over de ingediende amendementen.
Zij refereerde in dit onderdeel ook aan de brief die namens Nederland en Denemarken,
getekend door 23 Kamers/parlementen, naar het Belgische EU-voorzitterschap van de
Raad en het raadssecretariaat is gestuurd over het voornemen om nationale parlementen
geen toegang meer te geven tot delegates portal. Mevrouw Tillieux gaf in haar bijdrage
aan dat in de conceptcontributies tegemoet gekomen is aan deze brief door de strekking
ervan hierin op te nemen.
De Nederlandse delegatie was echter van mening dat de strekking van de brief niet
voldoende in de conceptcontributies stond. Het lid Van Hijum nam het woord. Hij bedankte het voorzitterschap voor de passage in de conceptcontributies,
maar kondigde aan dat Nederland daarop nog wijzigingen zou indienen. Van Hijum stelde
dat het afsluiten van delegates portal voor nationale parlementen in strijd is met
transparantie van EU-besluitvorming.
3. Sessies
Sessie I: Evaluatie van de wetgevende agenda van de Europese Unie 2019–2024 en vooruitblik
op de strategische agenda van de Raad voor 2024–2029
Deze eerste sessie werd voorgezeten door de heer Gaetan van Goidsenhoven.
De eerste spreker was de heer Georges Gilklinet, vicepremier van België en Minister
van mobiliteit. Hij sprak over de uitdagingen waar het Belgische EU-voorzitterschap
voor staat, zoals bestaanszekerheid, klimaat, geopolitiek en veiligheid. Het Belgische
EU-voorzitterschap had op dat moment reeds 60 dossiers afgerond, die tegemoetkwamen
aan de verschillende prioriteiten van het EU-voorzitterschap. Voorbeelden van deze
dossiers zijn het pakket ter bescherming van de democratie, de rechtsstaatdialoog,
stappen richting een onderhandelingskader met Bosnië en Herzegovina, en regels over
vrouwenrechten.
Na de uitdagingen van het Belgische voorzitterschap ging de heer Gilklinet in op de
uitdagingen bij de aanstaande verkiezingen van België en het Europees Parlement. Grote
thema’s die een belangrijke rol spelen in de toekomst zijn onder andere klimaatverandering,
het Midden-Oosten, mobiliteitsbeleid, de toekomst van de interne markt en de hervorming
van de EU. De heer Gilklinet gaf aan dat kiezers en nationale parlementen de rol van
architect moeten spelen om de volgende Europese Commissie het gebouw te kunnen geven
om aan die uitdagingen te gaan werken.
De tweede spreker was mevrouw Ivanna Klympush-Tsintsadze, voorzitter van de commissie
voor Europese integratie van het Oekraïense parlement. Zij sprak over de oorlog en
het pad richting EU-toetreding van haar land. De oorlog brengt veel emoties met zich
mee. Zij voelt dagelijks de pijn en wanhoop. Ze benadrukt dat als Rusland niet gestopt
wordt, de oorlog over kan slaan naar andere Europese landen. In Oekraïne wordt men
nog steeds wakker van het geluid van granaten en de oproep naar schuilkelders te gaan.
Zij noemt de oorlog barbaars. Ze deed de oproep aan COSAC om de bevroren Russische
tegoeden in te zetten voor de financiering van hulp aan Oekraïne.
Mevrouw Klympush-Tsintsadze sprak vervolgens over de strategische agenda 2019–2024
die is opgesteld door de Europese Raad. Zij is van mening dat daarin een grote fout
is gemaakt. De annexatie van de Krim was al in 2014, dus de Russische agressie was
al lang en breed bekend, maar toch werd hierover in 2019 niks gezegd in de strategische
agenda. Er is in die tijd juist nog geïnvesteerd in Rusland, bijvoorbeeld in Nord
Stream 2. De strategische agenda van 2019 vond zij al achterhaald op het moment dat
de agenda uitkwam. Daarom pleit zij voor een nieuwe visie in de EU-strategische agenda
2024–2029. Strategische autonomie moet volgens haar voorop staan. In die agenda vraagt
zij om ruimte voor de versterking van de economische links tussen de EU en Oekraïne.
Sessie II: Genderbeleid en de representatie van mannen en vrouwen in parlementen
Mevrouw Tillieux zat deze sessie voor en lichtte toe waarom dit onderwerp van groot
belang werd geacht. De Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers had een doorlichting
laten maken van de gendersamenstelling en van het genderbeleid van de Kamer. Dat had
geleid tot een nieuwe strategie en aanbevelingen. Zij hoopte dat de innovatieve initiatieven
van de Kamer andere parlementen kon inspireren om zo de gelijkheid van mannen en vrouwen
in het parlement te kunnen bevorderen. In dit kader kondigde zij ook aan dat de paragrafen
over genderbeleid in de contributies als verklaring ter ondertekening aan de delegatieleden
zou worden voorgelegd. De heer Sjövall lichtte het onderwerp en de cijfers in de parlementen
vervolgens toe op basis van de resultaten van het halfjaarlijks COSAC-rapport.
De sessie werd vervolgens ingeleid met bijdragen door mevrouw Marie-Colline Leroy,
de Belgische Staatssecretaris voor Gelijke Kansen, Diversiteit en Gendergelijkheid,
mevrouw Latifa Gahouchi, Belgische senator en voorzitter van de adviescommissie voor
gelijke kansen voor mannen en vrouwen, mevrouw Agnes Hubert, stichtend lid van de
Gender5+ en professor aan het Europa-college, en mevrouw Maruša Gortnar, hoofd van
de afdeling onderzoek en beleidsondersteuning van het Europees Instituut voor Gendergelijkheid
(EIGE).
Bij de inleidingen en tijdens het debat kwam onder andere het gebrek aan vertegenwoordiging
van vrouwen in de samenleving in het algemeen en in het bijzonder in de politiek aan
de orde. Met name hun ondervertegenwoordiging in de nationale parlementen, maar ook
op lokaal en regionaal beleidsniveau, werd daarbij belicht. Verder werd aandacht besteed
aan de economische, sociale en culturele obstakels voor de volledige deelname van
vrouwen en of en hoe quota kunnen worden gebruikt om de vertegenwoordiging van vrouwen
in de politiek te bevorderen. Ook de rol en deelname van mannen aan discussies over
gendergelijkheid werd ter sprake gebracht. Tot slot werd ingegaan op initiatieven
op EU-niveau, vooral met het oog op de komende verkiezingen voor het Europees Parlement
in juni 2024.
COSAC-voorzittersbijeenkomst: conclusies en contributies
In de bijeenkomst van de commissievoorzitters werden de conceptcontributies en -conclusies
besproken, evenals de door delegaties ingediende amendementen op de conceptteksten.
Over alle ingediende amendementen is gestemd.
De Eerste en Tweede Kamerdelegatie hadden onder andere tekstsuggesties ingediend met
het oog op betere aansluiting van de contributies op de strekking van de brief die
eerder was gestuurd naar het Belgisch voorzitterschap en het Raadssecretariaat over
de toegang van parlementen tot de delegates portal. Deze amendementen zijn ten dele
overgenomen.
Sessie III: Open strategische autonomie: concurrentie en veerkracht
Deze derde sessie werd voorgezeten door de heer Gaetan van Goidsenhoven. De sessie
bevatte toespraken van de heer Nicolas Schmit, Eurocommissaris voor werkgelegenheid
en sociale rechten, de heer Thierry Breton, Eurocommissaris voor de Interne Markt,
en de heer Marek Hudon, hoogleraar aan de Solvay Brussel School of Economics and Management.
Eurocommissaris Schmit sprak over transities die nu plaatsvinden. Daarbij zijn verschillende
ontwikkelingen van belang, zoals digitalisering, de concurrentiepositie tegenover
China, het behoud van ecologische waarden, en een rechtvaardige energietransitie.
Hij maakte een voornaam punt over het voorbereiden van de Europese beroepsbevolking
op de digitale transitie: het vernieuwen van vaardigheden, meer opleidingen bieden,
een leven lang leren. Tegelijk moet de EU zich focussen op hoogstaande werkomstandigheden.
Eurocommissaris Breton sprak over het strategisch kompas in relatie tot de interne
markt. Hij pleit voor een autonoom Europa, maar dat is in zijn ogen iets anders dan
protectionisme. De concurrentiekracht van de EU moet versterkt worden door goede productiecapaciteit,
economische veiligheid en vergroting van de defensiecapaciteit.
Professor Hudon focuste in zijn toespraak op het concept van strategische autonomie.
Hij stelde dat het voor de EU van belang is dat het democratische gehalte in ogenschouw
wordt genomen. Instellingen moeten dichtbij burgers, bedrijfsleven, sociale partners,
NGO’s en overheden staan. Hij benadrukte hierbij het belang van het regionaal beleid
van de EU, omdat dat kansen biedt voor de vergroting van de coherentie van EU-beleid.
In totaal vroegen 33 deelnemers het woord. Het lid Van Apeldoorn bracht in deze sessie in dat ook in de Eerste Kamer door velen de versterking van
de strategische autonomie van de EU wordt onderschreven, niet enkel ten aanzien van
China, maar ook breder; ook ten aanzien van de VS. Volgens hem moet een beleid voor
strategische industriële autonomie en veerkracht echter niet alleen gaan over het
vermijden van ongewenste, risicovolle afhankelijkheden of over groene technologie.
Strategische autonomie kan ook onmisbaar blijken voor het hebben van goedbetaalde
en veilige banen. De voordelen van economische vooruitgang moeten echter ook eerlijk
kunnen worden verdeeld en sociaal duurzaam zijn. Van Apeldoorn pleitte er daarom voor
strategische autonomie ook een kans te laten zijn om het Europese sociale model te
versterken in plaats van het alleen maar in stand te houden. Het versterken van de
industriebeleidsstrategie zou daarmee ook dit bredere sociale doel moeten dienen,
aldus Van Apeldoorn.
Sessie IV: Democratie en rechtsstaat in Europa: de weg vooruit
Deze vierde sessie werd voorgezeten door mevrouw Éliane Tillieux. De sessie over democratie
en rechtsstaat in Europa was bedoeld als een interactieve sessie met een panelgesprek
en debat met de zaal.
De openingsspreker was de heer Didier Reynders, Eurocommissaris voor Justitie. Hij
ging onder andere in op de landenrapporten die de Europese Commissie jaarlijks uitbrengt
over de rechtsstaat in Europa. Verder had hij aandacht voor de rechtsstaatssituatie
van diverse kandidaat-lidstaten. Er werd gesproken over de rapportages over Albanië,
Noord-Macedonië, Montenegro en Servië.
Na de toespraak van de heer Reynders volgde er een interactief debat met een expertpanel.
Daarin zaten Rob Heirbaut (journalist), Koen Lenaerts (voorzitter van het Hof van
Justitie van de Europese Unie), Françoise Tulkens (emeritus-hoogleraar en voormalig
rechter van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens), en Arnoud van Waeyenberge
(Hoogleraar aan het HEC te Parijs). Dat panelgesprek ging onder andere over het conditionaliteitsmechanisme
dat relatief nieuw is in de EU. Ook werd ingegaan op het belang van waarden voor de
diversiteit van lidstaten in de Europese Unie. De rol van het Hof van Justitie van
de Europese Unie werd hierbij ook aangestipt. Het Hof speelt geen proactieve rol.
De deelnemers zijn het erover eens dat juist de nationale parlementen van de lidstaten
een proactieve rol op zich kunnen nemen in de discussie over democratie en rechtsstaat
in de EU. Vrije pers, eerlijke verkiezingen, burgerrechten, mediavrijheid en respect
voor de rechtspraak mogen niet voor vanzelfsprekend worden aangenomen.
Tijdens het interactieve debat waaraan 13 sprekers van de deelnemende parlementen
het woord vroegen, werden verschillende onderwerpen besproken, waaronder: het belang
van het respecteren van de waarden die zijn vastgelegd in Artikel 2 van het Verdrag
van de Europese Unie, de rol van het Europees Hof van Justitie en de noodzaak voor
lidstaten om de beslissingen van het hof uit te voeren, de scheiding der machten en
het risico dat politiek gemotiveerde aanvallen op de rechtsstaat met zich meebrengen,
de dreigingen die corruptie en aanvallen op mediavrijheid vormen, de noodzaak om toegang
tot justitie voor iedereen te waarborgen, en de positieve impact die civiel en politiek
onderwijsprogramma's op scholen zouden kunnen hebben.
Gedurende het debat benadrukten leden ook het respect voor de rechtsstaat als een
essentieel criterium voor de toetredingsonderhandelingen met EU-kandidaat-lidstaten,
en uitten zij bezorgdheid over de integriteit van verkiezingsprocessen en de dreiging
van desinformatie en inhoud gegenereerd door Kunstmatige Intelligentie, met name voorafgaand
aan de Europese Parlementsverkiezingen in 2024.
4. Vaststelling van de contributies en conclusies van de LXXI COSAC
Tijdens de sluitingssessie werden de contributies en de conclusies van de LXXI COSAC
vastgesteld. De LXXI COSAC werd afgesloten met een doorkijkje naar de LXXII COSAC
in Budapest, Hongarije. De COSAC-voorzittersbijeenkomst zal plaatsvinden op 28 en
29 juli 2024, de plenaire COSAC zal plaatsvinden op 27, 28 en 29 oktober 2024. Onderwerpen
die hier voorzien zijn, zijn de demografische situatie van Europa, de arbeidsmarkt
en EU-uitbreiding.
Namens de delegatie,
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Eerste Kamer, Van Apeldoorn
De delegatieleider namens de vaste commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer, Van Hijum
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, Tweede Kamerlid