Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vedder over de gebiedsbijdrage uit de oliewinning in Schoonebeek
Vragen van het lid Vedder (CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de gebiedsbijdrage uit de oliewinning in Schoonebeek (ingezonden 25 januari 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
17 april 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de brief van de provincie Drenthe en de gemeenten Coevorden en Emmen
over de bijdrage van het Rijk inzake oliewinning en afvalwaterinjectie?
Antwoord 1
Ja, ik heb een afschrift van de brief ontvangen.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de teleurstelling die deze regionale overheden uiten over het
feit dat er geen substantiële directe eigen financiële bijdrage vanuit de Rijksoverheid
wordt geleverd voor de gebiedsbijdrage?
Antwoord 2
Het bijdragespoor heeft via een aantal gesprekken geleid tot een aanbod voor een verdeling
van de financiële lusten en lasten. Dat aanbod zit aan de onderkant van de bandbreedte
zoals bedacht door oud-gedeputeerde Stelpstra van Drenthe en een bureau dat daarnaar
heeft gekeken. Ik heb de bijdrage vormgegeven middels een bijdrage van de NAM en een
bijdrage van EBN. Dit staatsbedrijf deelt altijd voor 40% in mijnbouwprojecten. Deze
verdeling van het geld leidt tot een bedrag van ongeveer 40 miljoen euro. Over deze
bijdrage is lang met de regio gesproken. De regio heeft mij ook laten weten dat men
het te weinig vond. Op 14 maart jl. heb ik met gedeputeerde Jumelet (provincie Drenthe)
gesproken. Ik heb met de gedeputeerde afgesproken dat ik nog eens met NAM over de
hoogte en de vorm van de bijdrage in gesprek ga.
Vraag 3
Waarom hebt u ervoor gekozen om geen directe financiële bijdrage te leveren vanuit
de Rijksoverheid, maar alleen vanuit staatsdeelneming Energie Beheer Nederland (EBN)
bij te dragen aan de gebiedsbijdrage? Hoe is dat te rijmen met uw eigen ambitie om
te komen tot een betere verdeling van de lusten en lasten van mijnbouwactiviteiten
in de regio?
Antwoord 3
Op basis van de gezamenlijke gesprekken, de ruimte die de financiële kaders geven
en gelet op het feit dat het goed is om duidelijkheid te bieden in het bijdragespoor,
heb ik gekozen voor een bijdrage vanuit het Rijk via EBN.
Een bijdrage vanuit EBN is een Rijksbijdrage. EBN is een staatsbedrijf en volledig
in handen van het Rijk. De opbrengsten van EBN zijn inkomsten voor de Rijksoverheid.
Ook in het advies van De Gemeynt wordt een bijdrage vanuit EBN gezien als een directe
bijdrage vanuit het Rijk. Daar zit wellicht een verschil in beleving met die van de
regionale overheden. Dat laat onverlet dat Schoonebeek het eerste project is waar
op basis van de contourennota een substantieel bedrag beschikbaar komt voor de regio
waar de mijnbouwactiviteit plaatsvindt.
Vraag 4 en 5
Klopt het dat in verkennende gesprekken over de gebiedsbijdrage is bepaald dat een
redelijke totale bijdrage tussen de € 60 en € 80 miljoen zou moeten liggen? Waarom
hebt u dan gekozen voor een gebiedsbijdrage die € 30 miljoen lager ligt?
Kunt u uitleggen hoe u uitkomt op een totaalbedrag van tussen de € 30 en € 45 miljoen
terwijl in het verslag van bevindingen van de verkenners wordt gesproken over een
definitief te bepalen bijdrage tussen € 60 en € 80 miljoen?
Antwoord 4 en 5
In de verkennende gesprekken is gesproken over een bijdrage ter grootte van 5–10%
van de totale opbrengst van de oliewinning. Dat zou neerkomen op een bedrag van 23
tot 90 miljoen euro. Vanwege een kortere winningsperiode, mede op verzoek van de regio,
zal de totale opbrengst lager zijn. De bijdrage aan de regio zal echter nog steeds
5–10% zijn.
Vraag 6
Hoe bent u omgegaan met de aanbeveling van de verkenners om sterk te overwegen dat
de bijdrage uit een groot vast deel en uit een klein variabel deel bestaat? Welk deel
van de bijdrage die u in uw brief van 22 januari jl. (Kamerstuk 32 849, nr. 239) noemt is vast en welk deel is variabel?
Antwoord 6
Ik heb begrip voor de wens van de regio om een deel van de bijdrage op voorhand en
ook als een vaste vergoeding te krijgen. Het model dat NAM en het Rijk nu gaan hanteren
is echter gebaseerd op een vergoeding op basis van de opbrengsten. Als er meer wordt
gewonnen dan krijgt de omgeving een groter bedrag. Aan de andere kant betekent dit
ook dat als er geen winning meer plaatsvindt er ook geen bijdrage meer wordt gegeven.
In deze systematiek past het op voorhand geven van een vaste vergoeding niet.
Ik heb op 14 maart jl. afgesproken met gedeputeer Jumulet dat ik nog eens met NAM
in gesprek ga over de hoogte en de vorm van de financiële bijdrage.
Vraag 7 en 8
Wat is uw reactie op de stelling van de regionale overheden dat het Rijk om aan haar
eigen toezeggingen en ambities (uit o.a. de contourennota voor de aanpassing van de
Mijnbouwwet) te voldoen nog tussen de € 15 en € 35 miljoen extra zou moeten bijdragen
uit de Rijksbegroting?
Bent u bereid om opnieuw met de regio in gesprek te gaan om te komen tot een directe
financiële bijdrage vanuit de Rijksoverheid waar ook de regio tevreden mee kan zijn?
Antwoord 7 en 8
Het huidige bedrag is in de geest van de contourennota. Zoals in het antwoord op vraag
3 reeds aangegeven, is een andere bijdrage vanuit de Rijksbegroting op korte termijn
niet mogelijk aangezien hier momenteel geen wettelijke grondslag voor is. Of en hoe
zo’n wettelijke grondslag er uit zou moeten zien, wordt momenteel verkend. Gezien
de huidige demissionaire status van het kabinet zal een volgend kabinet hierover een
beslissing dienen te nemen.
Ik heb op 14 maart jl. met gedeputeerde Jumelet gesproken over de financiële bijdrage.
Ik heb afgesproken dat ik nog eens met NAM in gesprek ga over de hoogte en de vorm
van de financiële bijdrage.
Vraag 9
Bent u bereid om tijdens het commissiedebat Mijnbouw/Groningen van 25 januari a.s.
zoveel als mogelijk een antwoord te formuleren op bovenstaande vragen?
Antwoord 9
De vragen zijn op 25 januari jl. ingediend en hebben mij helaas niet tijdig bereikt.
Ik heb de vragen hierbij schriftelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.