Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op het lid Van Kent over ‘misgelopen lijfrentepolis of pensioen in Radar-uitzending’
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Financiën over misgelopen lijfrentepolis of pensioen in Radar-uitzending (ingezonden 28 februari 2024).
Antwoord van Minister Van Weyenberg (Financiën) (ontvangen 15 april 2024). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1270.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de problematiek rond misgelopen lijfrentepolis en pensioen,
zoals besproken in het Radar-programma van maandag 26 februari 2024?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Wist u dat de overdracht tussen banken en verzekeraars in de praktijk veel te lang
duurt en dat daardoor consumenten vele euro’s mislopen?
Wat gaat u hiertegen doen? Vindt u ook dat dit soort schandalige praktijken door banken
en verzekeraars moet worden bestreden?
Antwoord 2 en 3
Voor het overdragen van fiscaal gefaciliteerde producten, zoals lijfrentepolissen
of pensioenkapitaal, bestaat het Protocol Stroomlijning Kapitaaloverdrachten (PSK).
Dit zijn werkafspraken tussen financiële instellingen om de waardeoverdracht van verschillende
fiscaal gefaciliteerde producten zonder fiscale consequenties te regelen. Zo is onder
andere afgesproken dat de overdragende partij ervoor zorgt dat de betaling binnen
veertien dagen plaatsvindt.2
Ik heb kennis genomen van de Radar-uitzending waarin de overdrachtstijd tussen verzekeraars
en banken aan bod komt. Naar aanleiding hiervan heb ik bij De Nederlandsche Bank (DNB),
de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening
(Kifid) gevraagd in hoeverre zij deze signalen herkennen. DNB en AFM hebben geen soortgelijke
signalen ontvangen van consumenten. Kifid geeft aan dat er sprake is van een beperkt
aantal klachten over dit onderwerp. Daarbij geeft Kifid aan van mening te zijn dat
het PSK bijdraagt aan het vinden van oplossingen in het geval van een (te) trage waardeoverdracht
van kapitaal. Gelet hierop vind ik het huidige zelfregulerende beleidsinstrument van
het PSK voor nu voldoende. Wel heb ik van het Verbond van Verzekeraars en de Nederlandse
Vereniging van Banken (NVB) begrepen dat zij kijken naar mogelijke verbeteringen in
de zelfregulering van het PSK. Ik zal in contact treden met deze partijen om te monitoren
in hoeverre hier opvolging aan wordt gegeven.
Vraag 4
Wie moet er toezicht houden op deze slechtlopende overdrachten door banken en verzekeraars?
Antwoord 4
Het PSK is een zelfregulerend beleidsinstrument. Dat betekent dat er geen afdwingbare
verplichting bestaat en dat er tevens geen wettelijke grondslag is voor toezichthouders
om te controleren op naleving van deze bepalingen, zoals de overdrachtstermijnen die
genoemd zijn in het PSK.
Vraag 5
Vindt u ook dat de termijn van overdracht zoals genoemd in het Protocol Stroomlijning
Kapitaaloverdrachten van vier naar zes weken moet veranderen?
Antwoord 5
In het PSK wordt geen termijn van vier weken genoemd. Wel wordt een termijn genoemd
van twee weken waarbinnen de overdragende financiële instelling zorg moet dragen voor
de uitbetaling van de overdrachtswaarde en verzending van het PSK-formulier aan de
ontvangende instelling. Een verlenging van deze termijn zou juist nadelig uitwerken
voor consumenten, omdat de overdacht van kapitaal dan langer zal duren.
Een termijn van vier weken komt wel aan bod in de betreffende Radar-uitzending. Het
gaat daarbij om de tijd dat een productaanbod aan de consument stand houdt. Het verlengen
van die termijn zou wel in het belang van de betreffende consument zijn. Daarmee neemt
het risico af dat een kapitaaloverdracht langer duurt dan het initiële (voor de consument
gunstiger) aanbod. Ik interpreteer deze vraag dan ook als een verzoek om de duur van
het productaanbod te verlengen.
Hoe lang een productaanbod precies geldig is, maakt onderdeel uit van de productvoorwaarden
van individuele financiële ondernemingen. Het is dan ook primair aan de ondernemingen
om te bepalen hoe snel hun aanbod vervalt. Hierbij maken zij een eigen afweging tussen
onder meer de belangen van de consument en de hogere risico’s en kosten als gevolg
van een langere aanbodperiode. Ik vind het niet aan de overheid om deze productvoorwaarden
bindend voor te schrijven.
Vraag 6
Kunt u pleiten voor een veilige online omgeving bij overdracht van pensioen of lijfrentepolis?
Hoe gaat u dit doen?
Antwoord 6
Ik vind het uiteraard wenselijk als de overdracht van fiscaal gefaciliteerd kapitaal
tijdig plaatsvindt. Een verzending van het PSK-formulier per post kan mogelijk vertragend
werken. Er zijn echter meerdere mogelijkheden om het formulier digitaal te verstrekken,
waarvan een gezamenlijke online omgeving voor alle financiële instellingen er slechts
één is. Er zijn bijvoorbeeld financiële instellingen die nu al gebruik maken van een
eigen onlineomgeving om de kapitaaloverdracht te faciliteren, andere gebruiken aangetekende
emailverzending.
De NVB en het Verbond van Verzekeraars, als opstellers van het PSK, erkennen dat een
digitale verzending de voorkeur heeft boven verzending per post. Ik heb van hen vernomen
dat zij de deelnemers aan het PSK voortaan oproepen om een digitaal proces te gebruiken.
De financiële ondernemingen mogen daarbij zelf bepalen op welke wijze zij hier gehoor
aan geven, omdat het een bedrijfseigen proces van de ondernemingen betreft.
Ik onderschrijf de oproep aan de deelnemers van het PSK om een digitaal proces te
hanteren voor de kapitaaloverdracht. Ik zal in contact blijven met de NVB en het Verbond
van Verzekeraars om te monitoren in welke mate hieraan opvolging wordt gegeven.
Vraag 7 en 8
Kan de Autoriteit Persoonsgegevens hier op toezien?
Is de Algemene Verordening Persoonsgegevens een belemmering voor een online omgeving
voor overdracht van pensioen of lijfrente, zoals het Verbond van Verzekeraars reageerde
op een dergelijk voorstel?
Antwoord 7 en 8
Bij iedere vorm van verwerking van persoonsgegevens moet worden voldaan aan de Algemene
verordening gegevensbescherming (AVG). Deze wetgeving zal geen belemmering vormen
in de zin dat het een onlineomgeving onmogelijk maakt, zolang de financiële instellingen
een werkwijze hanteren die voldoet aan de AVG. Dit geldt overigens zowel bij de huidige
processen, waaronder het gebruik van een eigen onlineomgeving door individuele financiële
instellingen, alsook bij een potentiële gedeelde onlineomgeving. In al deze situaties
is er dus een rol voor de Autoriteit Persoonsgegevens, die als toezichthouder is belast
met de controle op de naleving van deze wetgeving.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.