Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boswijk en Bamenga over EU and Rwanda sign a Memorandum of Understanding on Sustainable Raw Materials Value Chains
Vragen van de leden Boswijk (CDA) en Bamenga (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «EU and Rwanda sign a Memorandum of Understanding on Sustainable Raw Materials Value Chains» (ingezonden 22 februari 2024).
Antwoord van Minister Van Leeuwen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking),
mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 12 april 2024).
Vraag 1
Bent u het eens dat de Global Gateway een belangrijk instrument is van de Europese
Unie (EU) om duurzame en gelijkwaardige partnerschappen te sluiten met Afrikaanse
landen?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de ondertekening van het «Memorandum of Understanding» tussen de
EU en Rwanda? Was u hierover voorafgaand aan de ondertekening door de Eurocommissaris
geïnformeerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja. De lidstaten worden via een zogenaamde «niet-bindende instrumenten procedure»
geconsulteerd over de grondstoffenpartnerschappen die de Europese Commissie aangaat
met derde landen. Deze procedure is met betrekking tot Rwanda in maart 2023 gestart.
Vraag 3
Kunt u uitleggen hoe de afspraken er precies uitzien en om welke grondstoffen het
gaat? Kunt u daarbij ook aangeven waar deze grondstoffen worden gewonnen?
Antwoord 3
De afspraken hebben de vorm van een niet-bindend Memorandum of Understanding) tussen
de Europese Unie en Rwanda (hierna: het MoU). De afspraken zullen nog worden uitgewerkt
in een zogeheten «roadmap».
Dit MoU valt binnen de strategische Europese inzet in de Grote Merenregio, onder meer
vastgelegd in de op 20 februari 2023 door de lidstaten aangenomen Raadsconclusies
over de Grote Merenstrategie1. Ook ligt het MoU in het verlengde van het EU Actieplan Kritieke Grondstoffen (2020),
de Europese Critical Raw Materials Act (2023), de Europese Conflictmineralenverordening
(van kracht sinds 2021) en de bredere doelstellingen van de Europese Unie ten aanzien
van de groene en digitale transities en de Global Gateway.
Het MoU stelt vijf terreinen voor samenwerking vast: (1) onderlinge integratie van
waardeketens van duurzame mineralen en steun voor economische diversificatie, (2)
mobiliseren van financiering voor infrastructuur o.a. door verbetering van het investeringsklimaat,
(3) bewerkstelligen van duurzame en verantwoorde productie en inkoop (waaronder samenwerking
aan traceerbaarheid van de grondstoffenketen, betrokkenheid van Rwanda bij het EITI2, strijd tegen illegale smokkel en witwassen, en verbinding met internationale duurzaamheidsstandaarden
(ESG) en multilaterale afspraken), (4) onderzoek, innovatie en kennisdeling op het
gebied van zowel exploratie, extractie, raffinage, verwerking, valorisatie en recycling
van strategische en kritieke grondstoffen, substitutie van grondstoffen, afvalbeheer
en monitoring van leveringsrisico’s, (5) capaciteitsopbouw voor effectieve handhaving
van regels alsmede training en vaardigheden met betrekking tot de grondstoffenproductieketen.
In de overeenkomst is aangegeven dat de afspraken betrekking hebben op «grondstoffen
die nodig zijn voor de groene en digitale transitie – exclusief energiedragers (zoals
gas of olie) en landbouwgrondstoffen». De Europese Commissie verwijst in haar communicatie
over het MoU daarbij naar de kritieke en strategische grondstoffen zoals gedefinieerd
op de Europese lijst.3
Met de inzet op diversificatie (component 1) en duurzame en verantwoorde productie
(component 3) van kritieke grondstoffen kan dit MoU bijdragen aan zowel de nationale
grondstoffenstrategie als de Afrikastrategie, waarin het kabinet pleit voor gelijkwaardige
bilaterale partnerschappen alsmede EU-partnerschappen met derde landen. Met samenwerking
gericht op mobiliseren van financiering voor infrastructuur (component 2) kan dit
MoU bijdragen aan het Global Gateway-initiatief, een belangrijk vehikel van de EU
voor versterkt engagement met partnerlanden rond connectiviteit. Global Gateway sluit
aan op de Nederlandse inzet om de positie van de EU als geopolitieke speler te versterken,
onze ontwikkelingsimpact te vergroten via de EU en het Nederlands verdienvermogen
in het buitenland te versterken.
Rwanda speelt momenteel een rol in de waardeketen van onder andere goud, tin, tantaal,
wolfraam en niobium en ambieert het om andere kritieke en strategische grondstoffen
te winnen en/of verwerken. Er is echter een gebrek aan betrouwbare data rondom de
daadwerkelijke Rwandese grondstoffenwinning. Het partnerschap beoogt onder andere
bij te dragen aan transparantie, traceerbaarheid en het versterken van de strijd tegen
de illegale handel in grondstoffen in de regio.
Vraag 4
Hoe verklaart u dat Eurocommissaris Jutta Urpilainen in haar persverklaring spreekt
over «Rwanda has rich natural resources» terwijl uit cijfers uit 2019 blijkt dat,
op Tantalite na, de grondstoffenvoorraad in Rwanda kleinschalig is?
Antwoord 4
Het kabinet is op de hoogte van het beeld dat uit de formele export- en importdata
ontstaat dat Rwanda op dit moment geen dominante positie inneemt op de wereldmarkt
voor kritieke en strategische grondstoffen. In het MoU zelf is opgenomen dat de mijnbouwsector
3% van het Rwandese bbp uitmaakt.
Het kabinet – en de EU – is ermee bekend dat Rwanda beschikt over natuurlijke hulpbronnen,
en de potentiële bijdrage van deze sector aan de Rwandese economie in de toekomst.
Daarbij zij opgemerkt dat het MoU niet alleen gericht is op huidige actieve mijnbouw,
maar ook op het ontwikkelen en verder exploreren van mogelijke toekomstige mijnbouw
en verdere verwerking van grondstoffen. De ondergrond is op dit moment onvolledig
in kaart gebracht en data over voorraden is sterk verouderd. Mogelijke winbare voorraden
betreffen volgens de Europese Commissie bijvoorbeeld lithium en zeldzame aardmetalen.
Vraag 5
Bent u bekend met het gegeven dat er al langer grote spanningen zijn tussen de Democratische
Republiek Congo (DRC) en Rwanda waarbij de DRC Rwanda beschuldigt van diefstal en
smokkel van Congolese grondstoffen? Zo ja, in hoeverre zijn deze beschuldigingen onderzocht
en meegewogen bij het ondertekenen van het «Memorandum of Understanding» met Rwanda?
Zo nee, ben u bereid om dit onderwerp op korte termijn ter sprake te brengen met de
Eurocommissaris en de Kamer over de uitkomsten van dit gesprek te informeren?
Antwoord 5
Ja, hier ben ik mee bekend. Zoals aangegeven in de op 20 februari 2023 aangenomen
EU Raadsconclusies over de Grote Merenstrategie zet de EU in op duurzaam hulpbronnenbeheer
en de transformatie van illegale handel naar een legitieme, op handel gebaseerde economie.
De huidige illegale exploitatie van natuurlijke hulpbronnen in het oosten van de Democratische
Republiek Congo (DRC) is een belangrijke grondoorzaak van het aanhoudende geweld in
de regio. Het stelt gewapende groeperingen in staat te blijven opereren en mensenrechtenschendingen
te begaan. Ik ben bekend met de opgelopen spanningen tussen Rwanda en de DRC. Ik heb
recent toegezegd uw Kamer daarover een Kamerbrief te doen toekomen. Daarin zal ik
verder op de situatie in Oost-Congo ingaan.
Het MoU dat de Europese Unie heeft getekend met Rwanda ziet specifiek toe op het aanpakken
van illegale handel en witwassen, inclusief het onderscheppen van gesmokkelde mineralen.
Zie ook het antwoord op vraag 3 en 4.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de timing van het tekenen van deze Memorandum of Understanding
ongelukkig is in het licht van de sterk toegenomen escalatie in de laatste weken waarbij
naar verluidt Rwanda een aanjagende rol speelt in de activiteiten van de M23 rebellen
in DRC?
Antwoord 6
Zie antwoord op vraag 5. De afspraken zetten specifiek in op het aanpakken van de
grondoorzaken van het conflict in het oosten van de DRC en het engageren van de Rwandese
autoriteiten hierbij. Nederland is initiatiefnemer van een EU verklaring om de zorgelijke
ontwikkelingen in Oost-Congo te veroordelen en op te roepen tot de-escalatie.4
Vraag 7
Deelt u de zorgen dat deze gang van zaken het al sterk aanwezig wantrouwen van de
autoriteiten en de bevolking van de DRC richting de internationale gemeenschap, en
de EU in het bijzonder, verder versterkt? Indien ja, welke diplomatieke activiteiten
kan Nederland, al dan niet in EU-verband, ontplooien om dat wantrouwen te proberen
weg te nemen?
Antwoord 7
Het MoU maakt deel uit van de bredere regionale aanpak. In oktober 2023 werd een MoU
met DRC ondertekend. Het is belangrijk dat de EU en diens lidstaten, ook Nederland,
met alle betrokken partijen in de regio communiceren over het doel van deze aanpak,
die in het belang is van de landen in de regio en hun bevolking. Nederland heeft dit
in bilaterale contacten met DRC reeds gedaan.
Daarnaast beoogt Nederland door middel van het regionale Grote Merenprogramma bij
te dragen aan veiligheid en stabiliteit in deze door conflicten geplaagde regio. Het
certificeren van conflictvrije mineralen maakt ook onderdeel uit van dit programma.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.