Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koekkoek over de (toegang tot) zorg voor ongedocumenteerde personen op Aruba, Sint-Maarten en Curaçao
Vragen van het lid Koekkoek (Volt) aan de Staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de (toegang tot) zorg voor ongedocumenteerde personen op Aruba, Sint-Maarten en Curaçao (ingezonden 12 februari 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties),
mede namens de Staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie
en Veiligheid (ontvangen 11 april 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2023–2024, nr. 1137.
Vraag 1
Kunt u naar aanleiding van de voortgangsbrief van afgelopen oktober naar aanleiding
van de aangenomen motie-Simons c.s., waarin wordt verzocht in gesprek te gaan met
NGO’s om te onderzoeken hoe de Nederlandse overheid desgevraagd en op maat gesneden
technische assistentie, ervaringen en expertise in kan zetten om de andere autonome
landen te assisteren bij de aanpak van de vluchtelingenproblematiek op Curaçao, Aruba
en Sint-Maarten en in acht nemend dat er verscheidene lokale organisaties op o.a.
Curaçao actief zijn (bijvoorbeeld Sala pa Tur, Venex en Fundashon Bos di Hubentut),
toelichten met welke lokale organisaties gevestigd in Curaçao, Aruba of Sint-Maarten
er op welk niveau is gesproken binnen het kader van de betreffende motie?1
Antwoord 1
In het kader van motie-Simons c.s. zijn er in december en januari jl. op ambtelijk
niveau gesprekken gevoerd tussen de Ministeries van VWS en BZK, inclusief de Tijdelijke
Werkorganisatie (TWO), de Curaçaose organisatie Salu pa Tur en Stichting Vluchteling.
Deze gesprekken richtten zich op de uitdagingen waar ongedocumenteerde personen op
Curaçao voor staan, zoals de toegang tot tweedelijns, specialistische en psychosociale
zorg voor ongedocumenteerde patiënten. Daarnaast heeft er recent op directeurenniveau
vanuit het Ministerie van BZK een gesprek plaatsgevonden met de uitgaande directeur
van Human Rights Defense Curaçao (HRDC). Tijdens dit gesprek werd tevens de huidige
situatie rondom migratie en ongedocumenteerde personen op Curaçao aangehaald.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft 14, 15 en 16 maart jl. een werkbezoek
afgelegd aan de benedenwindse eilanden Aruba, Curaçao en Bonaire. Op Curaçao heeft
hij onder meer met lokale ngo’s het gesprek gevoerd over migratie en uitvoering van
het migratiebeleid op Curaçao. In het gesprek zijn de aandachtspunten van het maatschappelijke
middenveld en hun samenwerking met de lokale overheid besproken. In dat verband is
aangegeven dat nodige stappen zijn gezet om de uitvoering van het migratiebeleid en
situatie van migranten te verbeteren. Daarnaast benadrukten de ngo’s duurzame financiële
ondersteuning als aandachtspunt omdat zij ook leunen op (onzekere) fondsenwerving.
In het algemeen is er een goede samenwerking met de overheid, maar verdere stappen
kunnen nog worden gezet om zo het beleid waaronder ook de aanpak van mensenhandel
en -smokkel en de uitvoering van het migratiebeleid en grensbeheer verder te versterken
en optimaliseren.
Ten slotte zullen de Staatssecretaris van JenV en ikzelf in april van 2024 opvolging
geven aan het bestuurlijk overleg met Amnesty International Nederland en Vluchtelingenwerk
Nederland.
Vraag 2
Kunt u toelichten hoe – in het kader van de motie – is ingezet op gezondsheidszorg
en bescherming van minderjarige ongedocumenteerden (alleenstaand of in familieverband)
bij de desgevraagd en op maat gesneden inzet van technische assistentie, ervaringen
en expertise?
Antwoord 2
Ik erken de uitdagingen waar de Caribische landen van het Koninkrijk voor staan op
het gebied van mensenrechten en migratie. Feit blijft echter dat migratiebeleid inclusief
de toegang tot de gezondheidszorg en bescherming van minderjarige ongedocumenteerden
een landsaangelegenheid is, en de Landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden hier
zelf primair voor verantwoordelijk zijn.
Zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer vinden momenteel binnen de werkgroep Onderlinge
regeling Vreemdelingenketen (ORVK) gesprekken plaats over de verdere samenwerking
op diverse beleidsonderwerpen.2 Zoals recentelijk aangegeven in de periodieke rapportage hoofdlijnen JVO aan uw Kamer
wordt onder andere over voortzetting van de samenwerking op het terrein van terugkeer
en een pilot informatie-uitwisseling tussen grensbewakingsautoriteiten van de Landen
gesproken.3Toekomstige samenwerking en eventuele hulp en bijstand zal voortbouwen op de geboekte
vooruitgang in het kader van de ORVK en naar aanleiding van de hulp en bijstand die
sinds 2019 in het kader van het bestedingsplan optimalisering van de vreemdelingenketen
in Aruba en Curaçao is geleverd. Afhankelijk van de wensen en behoefte kan worden
gezien welke bijstand Nederland kan leveren. Uw Kamer wordt in de eerste helft van
2024 door de Staatssecretaris van JenV geïnformeerd over de voortgang van deze activiteiten
en de mogelijke nieuwe bijstandsverzoeken vanuit de Landen.
Vraag 3
Kunnen de rapportages waarnaar verwezen wordt in de Uitvoeringsagenda Curaçao Q1 2024
gedeeld worden met de Kamer? En zo ja, wanneer?
Antwoord 3
De rapporten kunnen worden gedeeld zodra Curaçao ze zelf openbaar heeft gemaakt. Het
zijn immers rapporten van het land Curaçao. Het delen van deze rapporten voordat Curaçao
zelf tot openbaarmaking is overgegaan verhoudt zich niet met de afspraken zoals gemaakt
in de onderlinge regeling Samenwerking bij hervormingen.
Vraag 4
Welke ruimte is er voor evaluatie van de rapportages met input van organisaties binnen
het maatschappelijk middenveld gericht op duurzame plannen en eventuele stelselwijzigingen
op het gebied van zorg voor ongedocumenteerde personen?
Antwoord 4
Het kabinet erkent dat het maatschappelijk middenveld een belangrijke rol kan vervullen
bij het beschermen en bevorderen van rechten van ongedocumenteerde personen. Het delen
van ervaringen en best practices kan zo dienen als een waardevol instrument voor zowel
de autonome regeringen als ngo's. De Staatssecretaris van VWS, de Staatssecretaris
van JenV en ik achten het van belang dat een actieve dialoog wordt voortgezet over
het optimaliseren van de samenwerking met het maatschappelijk middenveld. Desalniettemin
zijn de rapportages en diens evaluaties aangelegenheden van de autoriteiten van Curaçao.
Het is daarom aan Curaçao om input bij het maatschappelijk middenveld op te halen
en die te verwerken in de evaluaties.
Vraag 5
In hoeverre kan een structurele vorm van inbreng van dergelijke (lokale) organisaties
georganiseerd worden voor het «Vierlandenoverleg Zorg», gezien veel van de gesprekken
rondom zorg op ambtelijk niveau worden gevoerd binnen het «Vierlandenoverleg Zorg»
en met in het achterhoofd de kabinetsreactie op het rapport «Curaçao: weinig verbetering
in de bescherming van Venezolanen» van Amnesty International (waarin werd gesteld
dat (lokale) maatschappelijke organisaties een grote rol vervullen in aanbod van onder
andere gezondheidszorg)?
Vraag 6
Kunt u inzage geven in of aandacht wordt besteed binnen de uitvoeringsagenda aan de zorgen van lokale organisaties over de toegankelijkheid en beschikbaarheid
van medicatie voor HIV en andere infectieziekten op Aruba, Curaçao en Sint Maarten
binnen het kader zorg? Zo ja, kunt u toelichten hoe dit wordt vormgegeven? Zo nee,
kunt u inzage geven hoe tot deze keuze is gekomen?
Antwoord 5 en 6
Het kabinet beseft dat ongedocumenteerde personen in de Landen zich in een lastige
situatie bevinden. Het kabinet doet daarom wat mogelijk is, passend binnen de staatkundige
verhoudingen in het Koninkrijk (waarbij de autonome Landen bevoegd en verantwoordelijk
zijn voor de omgang met ongedocumenteerden in de Landen). Als resultaat van deze werkgroepen
is er bijvoorbeeld een overzicht gemaakt van preventieve interventies die op de CAS
en BES worden uitgevoerd bijvoorbeeld rondom leefstijl en overgewicht. Op basis van
dit overzicht kunnen de eilanden in de toekomst uitwisselen over geleerde lessen en
best practices. In de werkgroep «preventie» is het onderwerp seksuele gezondheid een
aandachtsgebied. De eilanden hebben met elkaar afgesproken om het komende jaar over
dit thema kennis en ervaring uit te wisselen en te bezien of er samenwerking op thema's
nodig of wenselijk is. Indien de landen dit verzoeken, is de Staatssecretaris van
VWS bereid om met de Landen mee te denken over de voorbereiding en uitwerking van
deze agendapunten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.