Schriftelijke vragen : Het gebruik van onnodig geweld tegen vreedzame klimaatdemonstranten
Vragen van de leden Teunissen en Kostić (beiden PvdD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het gebruik van onnodig geweld tegen vreedzame klimaatdemonstranten (ingezonden 11 april 2024).
Vraag 1
Klopt het dat op zaterdag 6 april jl. bij een vreedzame klimaatdemonstratie de elleboog
van een demonstrant is gebroken door een poltieagent?1 Zo ja, vindt u dit optreden tegen vreedzame demonstranten proportioneel?
Vraag 2
Klopt het dat bij dezelfde demonstratie een vrouwelijke demonstrant bij haar borst
is vastgepakt door een agent en dat een andere agent opmerkte «dat vind je vast wel
lekker»?2 Zo ja, wat vindt u van het op deze wijze betasten van een vrouwelijke demonstrant,
alsmede van het maken van een opmerking tegen deze demonstrant? Heeft de politie hier
volgens u correct gehandeld?
Vraag 3
Bent u ervan op de hoogte dat meerdere demonstranten melden dat de politie onnodig
veel geweld heeft gebruikt bij de demonstratie, zoals een demonstrant die meldt dat
ondanks dat hij zou hebben aangegeven mee te willen lopen met de agent, met beide
handen door die agent bij de keel is gegrepen, hem de keel is afgeknepen en de demonstrant
met de handen nog op de keel omhoog is getrokken en het publiek in is geduwd?3 Wat is uw reactie op deze signalen? In hoeverre past het optreden van de politie
tijdens deze demonstratie volgens u binnen de wettelijke kaders van het demonstratierecht
en mensenrechtenverdragen?
Vraag 4
In welke situaties exact is het bovengenoemde handelen van de politie proportioneel
en geoorloofd? Wanneer mag een agent een demonstrant bij de keel grijpen en zijn keel
afknijpen?
Vraag 5
Bent u ervan op de hoogte dat de Nederlandse Vereniging voor Journalisten het optreden
van de politie jegens journalisten tijdens de genoemde demonstratie heeft veroordeeld
wegens het onmogelijk maken van journalisitiek werk?4 Wat vindt u ervan dat de politie volgens aanwezige journalisten het journalistieke
werk onmogelijk heeft gemaakt?
Vraag 6
Bent u bekend met het rapport «State repression of environmental protest and civil disobedience: a major threat
to human rights and democracy» van Michel Forst, speciaal rapporteur van de Verenige Naties (VN), dat op 28 februari
jl. gepubliceerd is5?
Vraag 7
Hoe reflecteert u op de conclusie van dit rapport dat de repressie waar vreedzame
klimaat- en milieuactivisten op dit moment mee te maken hebben in Europa, inclusief
in Nederland, een grote bedreiging vormt voor de democratie en mensenrechten?
Vraag 8
Bent u het eens met de constatering van de speciaal rapporteur dat de ecologische
noodsituatie waarmee we collectief worden geconfronteerd niet kan worden aangepakt
als degenen die vreedzaam alarm slaan en actie eisen, daarvoor worden gecriminaliseerd?
Zo nee, waar baseert u dit op?
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat de overheid de plicht heeft om het recht op elke vorm van vreedzaam
demonstreren, inclusief burgerlijke ongehoorzaamheid, te respecteren én te beschermen,
ongeacht de eventuele tijdelijke overlast of het ongemak die deze demonstraties kunnen
veroorzaken? Zo nee, hoe ziet u dit dan?
Vraag 10
Kunt u bevestigen dat internationale en Europese verdragen de overheid verplichten
de uitoefening van fundamentele rechten tijdens dergelijke acties maximaal te faciliteren
en te beschermen, in plaats van deze te beperken of te onderdrukken? Hoe rijmt u dit
met het politie-optreden tegen klimaatdemonstranten van de afgelopen jaren?
Vraag 11
Deelt u de mening dat vreedzame klimaatbewegingen op geen enkele wijze neergezet kunnen
worden als een criminele organisaties? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Hoe verenigt u het optreden van politie en justitie tegen klimaatdemonstranten met
Artikel 3, lid 8, van het Verdrag van Aarhus, welke een een juridisch bindende verplichting
oplegt aan landen die partij zijn bij het Verdrag om ervoor te zorgen dat personen
die hun rechten uit hoofde van het Verdrag uitoefenen, niet worden gestraft, vervolgd
of lastig gevallen?
Vraag 13
Ben u het met de speciaal rapporteur van de VN eens dat door klimaat- en milieuactivisten
zowel in de politiek als in verschillende media continu in een kwaad daglicht te stellen,
een giftig debat kan ontstaan dat het functioneren van de democratie kan schaden en
kan aanzetten tot steeds verdergaande repressie van vreedzame demonstranten? Zo nee,
op welk onderzoek berust uw mening hierover?
Vraag 14
Realiseert u zich dat u ook bijdraagt aan steeds verdere polarisatie door het te hebben
over «illegale acties», «misbruik van het demonstratierecht» en een «verdienmodel»?
Zo ja, waarom gebruikt u deze termen dan toch? Zo nee, kunt u toezeggen te stoppen
met het gebruiken van deze termen in het debat over klimaatdemonstranten?
Vraag 15
Kunt u aangeven hoe vaak de volgende overtredingen zijn geconstateerd gedurende de
afgelopen 24 maanden bij resp. de blokkades van de A12 door Extincion Rebellion en
de boerenprotesten; gebruik van geweld tegen politie of omstanders, brandstichting,
verbranden van giftige materialen zoals asbest, storten van vuil of puin, intimidatie
van bestuurders en afsteken van vuurwerk? Wilt u elk van deze onderwerpen afzonderlijk
beantwoorden, zowel voor de snelwegblokkades van Extinction Rebellion als voor de
boerenprotesten?
Vraag 16
Deelt u de mening dat er een wezenlijk verschil is tussen de vreedzame en geweldloze
demonstraties van Extinction Rebellion en de boerenprotesten in Nederland en Brussel
waarbij puin op de wegen werd gestort, bestuurders werden geïntimideerd, hooibalen
in brand werden gestoken, illegaal vuurwerk werd afgestoken en zelfs asbest werd verbrand?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 17
Waarom kiest u ervoor om in uw beantwoording van mondelinge vragen protesten en in
het nieuwsbericht, dat u op 7 februari jl naar buiten bracht naar naar aanleiding
van een overleg tussen u, de politie en het Openbaar Ministerie (OM) over boerenprotesten,
blokkades door Extinction Rebellion en andere protesten6, twee groepen demonstranten, die qua opzet en aard totaal van elkaar verschillen,
op één hoop te gooien?
Vraag 18
Kunt u bevestigen dat in algemene zin een demonstratie alleen door het demonstratierecht
beschermd wordt indien de demonstratie vreedzaam is? Geldt in algemene zin ook dat
bij een gewelddadig protest geen sprake is van een door het demonstratierecht beschermde
demonstratie, maar van een misdrijf tegen de openbare orde zoals bedoeld in Artikel
141 Wetboek van Strafrecht?
Vraag 19
Het hiervoor genoemde nieuwsbericht over boerenprotesten, demonstraties van XR en
«protesten waarbij verwerpelijke leuzen worden gescandeerd» opent met de zin «De maat is vol: dit is geen demonstreren, dit zijn geen protesten, dit zijn illegale
acties of zelfs het plegen van misdrijven», welke grondslag gebruikt u of uw ministerie om hier te beoordelen of hier (i) sprake
is van demonstreren of protesteren, (ii) sprake is van illegale acties en (iii) sprake
is van het plegen van misdrijven? Graag elk onderdeel individueel beantwoorden.
Vraag 20
Hoe rijmt u uw opmerking in dit nieuwsbericht, welke ook betrekking heeft op demonstraties
van XR, met het feit dat het Europees Hof van de Rechten van de Mens vreedzame, tijdelijke
verkeersblokkades heeft aangemerkt als een vorm van demonstreren, waarbij voor de
overheid de plicht voorop staat om uitoefening van het demonstratierecht mogelijk
te maken?
Vraag 21
Hoe gaat u de vijf oproepen tot actie uit het rapport van de speciaal rapporteur omzetten
in beleid?
Vraag 22
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de verantwoordelijke partijen (OM, burgemeesters, politie,
etc.) per direct in lijn met internationale mensenrechtenverdragen gaan acteren?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Christine Teunissen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Ines Kostić, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.