Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Jansen en Welzijn over het artikel ‘Zeker negen gezondheidscentra in conflict met commerciële huisbaas'
Vragen van de leden Daniëlle Jansen en Welzijn (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Zeker negen gezondheidscentra in conflict met commerciële huisbaas» (ingezonden 4 maart 2024).
Mededeling van Minister Dijkstra (Medische Zorg) (ontvangen 11 april 2024). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1298.
Vraag 1
Bent u bekend met het bovenstaand artikel?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw standpunt over het afwenden van onderhoudskosten op de huurder van vastgoed
met een maatschappelijke bestemming (gezondheidscentra) door de commerciële huisbaas?
Antwoord 2
De inhoud van de huurovereenkomst in deze casus is mij niet bekend, dus ik kan niet
inhoudelijk ingaan op deze specifieke casus. In het algemeen is de verantwoordelijkheidsverdeling
voor het onderhoud afhankelijk van het type huur. Bij het aangaan van een huurovereenkomst
tussen de huurder en verhuurder is het raadzaam om de verantwoordelijkheid over kosten,
zoals onderhoudskosten, mee te nemen in het contract. Als de verantwoordelijkheid
rondom de onderhoudskosten zijn benoemd in het huurcontract wordt duidelijk welke
kosten voor rekening zijn van de huurder en welke kosten voor de rekening zijn van
de verhuurder.
Vraag 3
Wat vindt u van de ontwikkeling dat steeds meer gezondheidscentra in handen komen
van een commerciële huisbaas, gezien het feit dat uit onderzoek van de Landelijke
Huisartsenvereniging blijkt dat ruim driekwart van de huisartsen problemen heeft door
gebrek praktijkruimte of gebrekkige praktijkruimte en gezien geschikt vastgoed schaars
is, nieuwbouw duur is en in het hele land gepaard gaat met veel obstakels en dat als
een gezondheidscentra van eigenaar wisselt, de kans groot is dat de koper Cortese
is?
Antwoord 3
Voor toegankelijke huisartsenzorg is passende huisvesting een randvoorwaarde. Omdat
in het huidige stelsel de praktijkhouder als ondernemer wordt gezien, is een praktijkhouder
primair verantwoordelijk voor de huisvesting van zijn of haar praktijk. Dit biedt
de eigenaar van een huisartsenpraktijk of gezondheidscentrum ook veel vrijheid in
de wijze waarop deze de praktijk vormgeeft en huisvest. Het huren van huisvesting
bij commerciële organisaties kan een goede manier zijn om passende huisvesting te
organiseren, mits er goede afspraken worden gemaakt tussen de huurder en de verhuurder
en men zich aan deze afspraken houdt. Ook moet de praktijkhouder in staat zijn om
met de inkomsten van de praktijk de huisvestingskosten te kunnen dragen. Wanneer er
knelpunten ontstaan, bijvoorbeeld door een huurverhoging, is het belangrijk dat de
huisarts of het gezondheidscentrum tijdig in gesprek gaat met de verhuurder en waar
nodig andere partijen betrekt, zoals de zorgverzekeraar, gemeente en regionale huisartsenorganisatie,
om te zorgen dat de toegankelijkheid van zorg geborgd wordt.
Vraag 4
Kunt u aangeven wat de mogelijke gevolgen zijn van de verhoogde huren voor de toegankelijkheid
van gezondheidszorg?
Antwoord 4
In de maximumtarieven die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vaststelt voor de huisartsenzorg
zijn de huisvestingskosten verdisconteerd. Deze tarieven worden jaarlijks geïndexeerd
en op dit moment voert de NZa ook het periodieke kostprijsonderzoek uit om de tarieven
per 2025 te herijken. De werkwijze met maximumtarieven kan in sommige gevallen tot
problemen leiden wanneer een praktijk of gezondheidscentrum ver bovengemiddelde huisvestingskosten
heeft. Dit kan de toegankelijkheid van zorg onder druk zetten. Om deze situaties te
voorkomen is het belangrijk dat praktijkhouders en gezondheidscentra bij dreigende
knelpunten tijdig met de verhuurder of andere partijen zoals zorgverzekeraar, gemeente
en regionale huisartsenorganisatie in gesprek gaan. Elk van deze partijen heeft eigen
handelingsopties in het geval van huisvestingsproblematiek. Voor een overzicht van
deze opties verwijs ik u naar de handreiking huisvestingsproblematiek voor huisartsen
en gezondheidscentra.2
Vraag 5
Wat zijn de mogelijkheden voor gezondheidscentra om bezwaar te maken tegen onredelijke
huurverhogingen of pogingen om onderhoudskosten af te wentelen, en hoe ondersteunt
het ministerie hen hierbij?
Antwoord 5
Als een huisarts of gezondheidscentrum het niet eens is met de huurverhogingen of
het afwentelen van onderhoudskosten is het allereerst raadzaam om in gesprek te gaan
met de verhurende partij. Mocht het geschil niet middels gesprekken opgelost worden,
dan kan een gezondheidscentrum of huisarts juridisch advies inwinnen voor eventuele
verdere stappen.
Ik zet in op de huisvestingsproblematiek van huisartsen en gezondheidscentra via de
IZA-afspraak.3 Afgelopen december heeft de toenmalig Minister van VWS, in samenwerking met de veldpartijen,
de NZa en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de handreiking
huisvestingsproblematiek huisartsen en gezondheidscentra gepubliceerd. Ik verwacht
eind 2024 een geactualiseerde versie van de handreiking op te leveren waarin er meer
aandacht wordt besteed aan de recente uitvoering en de aard en omvang van financiële
knelpunten. De handreiking zal dan ook naar uw Kamer toegestuurd worden.
Vraag 6
Welke stappen bent u bereid te ondernemen om ervoor te zorgen dat niet nog meer gezondheidscentra
in handen van commerciële huisbazen terechtkomen?
Antwoord 6
Zoals aangegeven in mijn reactie op vraag 3 zijn huisartsen en gezondheidscentra primair
zelf verantwoordelijk voor hun huisvesting. Voor toegankelijke huisartsenzorg is het
belangrijk dat huisartsen en gezondheidscentra dichtbij hun populatie gevestigd zijn.
In de huidige vastgoedmarkt kan het vinden van passende huisvesting een uitdaging
zijn. Het huren bij commerciële partijen kan een goede mogelijkheid zijn om te voorzien
in passende huisvesting. Tegelijkertijd voorkomen de maximumtarieven in de huisartsenzorg
dat een te groot deel van het premiegeld kan worden besteed aan (dure) huisvesting.
Het zou vergaande wijzigingen van wet- en regelgeving vergen om huisvesting van huisartsenpraktijken
een publieke taak te maken. Dit vergt een zorgvuldige afweging en de keuzes hierover
zijn aan een volgend kabinet. Daarnaast kan een ongewenst neveneffect van het uitsluiten
van commerciële vastgoedpartijen zijn dat de vastgoedmarkt voor huisartsen en gezondheidscentra
verder versmalt waardoor juist meer huisvestingsproblematiek ontstaat. Op dit moment
hebben de gemeenten geen wettelijke, maar – zoals de VNG zelf aangeeft – wel een maatschappelijke
verantwoordelijkheid om zich in te zetten voor huisvesting van huisartsen en gezondheidscentra.
Lokale overheden, zoals gemeenten, hebben een belangrijke faciliterende rol ten aanzien
van huisvesting van huisartsen. Zoals beschreven in de handreiking huisvestingsproblematiek
huisartsen en gezondheidscentra hebben gemeenten de mogelijkheid om beleidsdoelen
te formuleren over het bevorderen van voldoende huisvesting voor eerstelijnszorg,
waaronder huisartsenzorg. Andere handelingsopties zijn het vaststellen van referentienormen
voor maatschappelijke-, zorg- en sportvoorzieningen en rekening houden met huisvesting
voor huisartsen en gezondheidscentra bij het vaststellen of wijzigen van omgevingsplannen
en/of nieuwbouwplannen.4
Vraag 7
Kunt u aangeven in hoeverre u samenwerkt met andere departementen om ervoor te zorgen
dat niet nog meer gezondheidscentra in handen van commerciële huisbazen terechtkomen?
Antwoord 7
Ik voer geen actief beleid op het voorkomen van commerciële huisvesting binnen de
huisartsenzorg. Zoals aangegeven in mijn reactie op vragen 3 en 6 kan commerciële
huisvesting een oplossing bieden in een zoektocht naar passende huisvesting voor huisartsen
en gezondheidscentra in de huidige vastgoedmarkt. Het uitsluiten van commercieel vastgoed
kan leiden tot een verdere versmalling van de huisvestingsmarkt van huisartsen en
gezondheidscentra. Door het reguleren van de tarieven in de huisartsenzorg voorkomen
we dat onnodig veel premiegeld wordt uitgegeven aan (dure) huisvesting.
Ik heb wel oog voor de huisvestingsproblematiek die huisartsen en gezondheidscentra
kunnen ervaren in de huidige markt. In samenwerking met de veldpartijen, de NZa en
het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de toenmalig Minister
van VWS afgelopen december de handreiking huisvestingsproblematiek van huisartsen
en gezondheidscentra opgeleverd. In deze handreiking staan de rollen en handelingsperspectieven
bij huisvestingsproblematiek van verschillende partijen beschreven. Zoals aangegeven
in mijn reactie op het Schriftelijke Overleg over de Kamerbrief Stand van zaken versterking
huisartsenzorg5 heb ik met de partijen afgesproken om meer inzicht te vergaren in de aard en omvang
van de financiële knelpunten die huisartsen en gezondheidscentra ervaren in hun zoektocht
naar passende huisvesting. Ik verwacht eind 2024 een geactualiseerde versie van de
handreiking op te leveren en, zoals toegezegd, zal ik uw Kamer hierover in de tweede
helft van 2024 nader infomeren.
Vraag 8
Welke maatregelen overweegt u om de duurzaamheid en stabiliteit van de huisvesting
van gezondheidscentra op lange termijn te waarborgen, met speciale aandacht voor de
rol van commerciële huisbazen?
Antwoord 8
Zoals aangegeven in mijn reactie op vraag 3 zijn huisartsen en gezondheidscentra zelf
verantwoordelijk voor hun huisvesting en kan commercieel vastgoed een uitkomst bieden
voor passende huisvesting. Als het huisartsen of gezondheidscentra niet lukt om passende
huisvesting te vinden, dan is het aan hen om tijdig in gesprek te gaan met partijen
zoals gemeenten, zorgverzekeraars en regionale huisartsenorganisaties. Elke partij
heeft hierbij een eigen rol en handelingsopties, zoals beschreven in de handreiking
huisvestingsproblematiek voor huisartsen en gezondheidscentra.
In mijn reactie op vraag 7 ga ik in op mijn verdere acties met betrekking tot huisvestingsproblematiek
van huisartsen en gezondheidscentra. Eventuele verdergaande stappen – waarvoor mogelijk
ook aanpassingen in wet- en regelgeving nodig zijn – zijn aan een volgend kabinet.
Vraag 9
Welke rol ziet u bij deze kwestie voor uzelf weggelegd met het oog op de toegankelijkheid
van de zorg?
Antwoord 9
Voor toegankelijke zorg is het belangrijk dat iedere inwoner van Nederland zich bij
een huisarts kan inschrijven die werkt volgens de kernwaarden van de huisartsenzorg.
Ik heb daarbij extra aandacht voor de kernwaarde «continuïteit». Zoals beschreven
in de Kamerbrief Stand van zaken versterking huisartsenzorg6 zet ik hierop in via verschillende routes. Allereerst doe ik dit door, samen met
het veld, de eerstelijnszorg te versterken met de afspraken uit de visie op de eerstelijnszorg
2030. Daarnaast doe ik dit door uitvoering te geven aan de huisartsenafspraken uit
het IZA zoals Meer Tijd voor de Patiënt, het anders inrichten van avond-, nacht-,
en weekenddiensten en de handreiking huisvestingsproblematiek van huisartsen en gezondheidscentra.
Zoals aangegeven in de Kamerbrief Stand van zaken versterking huisartsenzorg werk
ik vier aangrijpingspunten om het werken met een vaste patiëntenpopulatie in de huisartsenzorg
aantrekkelijker te maken verder uit. De besluitvorming hierover is aan een volgend
kabinet.
Vraag 10
Wilt u de vragen afzonderlijk beantwoorden binnen een termijn van drie weken?
Antwoord 10
Door interdepartementale afstemming is het bij deze vragen helaas niet gelukt om aan
de termijn van drie weken te voldoen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.