Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Baudet over de bilaterale veiligheidsovereenkomst tussen Nederland en Oekraïne
Vragen van het lid Baudet (FVD) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de bilaterale veiligheidsovereenkomst tussen Nederland en Oekraïne (ingezonden 4 maart 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van
Defensie en de Minister-President, Minister van Algemene Zaken (ontvangen 9 april
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1443.
Vraag 1
Hoe verklaart u de grote mate van gelijkenis tussen de vier bilaterale veiligheidsovereenkomsten
van Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken met Oekraïne? Denkt
u of weet u dat deze landen hebben samengewerkt of hebben gecoördineerd in het opstellen
van deze overeenkomsten? Zo ja, in hoeverre is naar uw oordeel dan nog sprake van
een «bilaterale» veiligheidsovereenkomst? Zo nee, hoe verklaart u dan de grote mate
van gelijkenis tussen de vier overeenkomsten?
Antwoord 1
De reeds gesloten veiligheidsovereenkomsten, waaronder de Nederlandse veiligheidsovereenkomst,
liggen in het verlengde van de G7+-verklaring van 12 juli 2023. Het kabinet heeft
bij de eigen consultaties met Oekraïne nauw contact onderhouden met de ondertekenaars
van de G7+-verklaring over hun bilaterale onderhandelingen, zeker op terreinen die
andere EU- of NAVO-lidstaten aangaan. In de samenwerkingsovereenkomst tussen Nederland
en Oekraïne is gekozen voor specifieke Nederlandse prioriteiten, zoals de samenwerking
van de defensie-industrie en het tegengaan van straffeloosheid van Russische oorlogsmisdaden.
Vraag 2
Werkt u samen of bent u van plan samen te werken met Duitsland, Frankrijk, het Verenigd
Koninkrijk, Denemarken of andere NAVO-landen in het opstellen van een bilaterale veiligheidsovereenkomst
met Oekraïne? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Zie antwoord vraag 1.
Vraag 3
Vindt u het aan een demissionair kabinet om deze bilaterale veiligheidsovereenkomst
met Oekraïne te sluiten voor «ten minste de komende tien jaar»? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 3
Ja. Het Nederlandse beleid t.a.v. Oekraïne is door uw Kamer niet controversieel verklaard.
Uit de motie Piri en Veldkamp1 en de motie Podt en Boswijk2 blijkt dat er brede steun in de Kamer is voor voortzetting van de steun aan Oekraïne.
Zolang Rusland zijn oorlog tegen Oekraïne voortzet, is het signaal van meerjarige
steun, dat uitgaat van de bilaterale veiligheidsovereenkomsten, hard nodig.
Vraag 4
Waarom is de Tweede Kamer niet geraadpleegd over het feit dat de demissionaire Nederlandse
regering op het punt staat voor ten minste de komende tien jaar een bilaterale veiligheidsovereenkomst
met Oekraïne af te sluiten?
Antwoord 4
Het kabinet heeft de Kamer sinds het ondertekenen van de G7+-verklaring van 12 juli
2023 veelvuldig en consequent geïnformeerd over de inzet van het kabinet om een veiligheidsarrangement
voor meerjarige steun aan Oekraïne af te sluiten.3 In de Kamerbrief van 23 februari jl. (Kamerbrief Staat van de Oorlog in Europa, nr. 21501-20-2019)
is ook de termijn van tien jaar gecommuniceerd.4
Vraag 5
Aangezien er in de overeenkomsten die gesloten zijn door Duitsland, Frankrijk, het
Verenigd Koninkrijk en Denemarken, weinig tot geen verplichtingen staan voor Oekraïne,
wat zullen de verplichtingen voor Oekraïne zijn in de Nederlandse overeenkomst? Of
wordt het een eenzijdige overeenkomst en dus de facto «carte blanche» voor Oekraïne?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
De veiligheidsovereenkomst heeft als doel om op lange termijn steun te verlenen aan
Oekraïne. Oekraïne vecht niet alleen voor de eigen soevereiniteit, maar ook voor vrede
en stabiliteit in Europa. Daarmee is steun voor Oekraïne ook in het belang van Nederland.
In de overeenkomst staat ook een bepaling dat Oekraïne Nederland militair bij zal
staan in het geval dit nodig is, net als dat Oekraïne Nederland kan helpen op het
gebied van operationele kennis over bijvoorbeeld onbemande voertuigen en defensieproductiecapaciteit.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de volgende uitspraak van NAVO-chef Jens Stoltenberg: «Unless Ukraine
prevails as a nation, as a democratic nation in Europe, there is no issue to be discussed
about security guarantees or membership in NATO at all»?5 Waarom worden dan nu toch bilaterale veiligheidsovereenkomsten gesloten tussen NAVO-landen
en Oekraïne? Impliceert dat geen betrokkenheid van de NAVO? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, waarom worden deze overeenkomsten dan gesloten? Zijn deze overeenkomsten symboolpolitiek
of hebben zij substantiële consequenties, zoals financiering of het sturen van troepen?
Antwoord 6
Rusland is Oekraïne op 24 februari 2022 grootschalig binnengevallen. Daarmee heeft
Rusland de territoriale integriteit van Oekraïne geschonden. Als Oekraïne ophoudt
te bestaan, is er inderdaad geen mogelijkheid voor Oekraïne om NAVO-lid te worden.
De Nederlands-Oekraïense veiligheidsovereenkomst is een belangrijk commitment van
meerjarige steun aan Oekraïne, en tegelijkertijd een belangrijk signaal aan de Russische
Federatie en internationale partners. De overeenkomst betreft een bilaterale overeenkomst
tussen Nederland en Oekraïne die complementair is aan de overeenkomsten zoals door
andere landen zijn overeengekomen en aan het partnerschap tussen de NAVO en Oekraïne.
In de overeenkomst committeert Nederland zich om Oekraïne voor een periode van tien
jaar militair, politiek, humanitair en economisch te blijven steunen. De precieze
invulling van het kabinet van deze overeenkomst geschiedt in nauw overleg met Oekraïne.
Vraag 7
Wat is uw positie ten aanzien van de daders van de aanslag op de Nord Stream pijpleiding?
Hoe groot was het Nederlandse financiële belang in deze pijpleiding? Klopt het dat
één van de vier pijpleidingen nog functioneel is? Indien een land betrokken is bij
de aanslag op de Nord Stream, beschouwt u dit land dan (ook) als een vijandelijke
mogendheid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom sluit u dan een tienjarig verdrag met
een land dat in beeld is als mogelijke dader?6
Antwoord 7
Er wordt onderzoek gedaan naar de explosies bij Nord Stream. Het kabinet wacht de
resultaten hiervan af. Staatsdeelneming Gasunie heeft als aandeelhouder uitsluitend
een belang van 9% in Nord Stream 1. Dat belang is inmiddels volledig afgeschreven.
Het is onbekend of en in hoeverre de pijpleiding nog functioneel is. Na de explosies
ontving uw Kamer op 4 november 2022 een Kamerbrief met o.a. een feitenrelaas. Het
is niet aan het kabinet om te speculeren over de mogelijke toedracht.
Vraag 8
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en uiterlijk vóór het debat over de staat
van de oorlog in Europa beantwoorden?
Antwoord 8
Ja en nee, de vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
M. Rutte, minister-president -
Mede ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.