Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over jihadistische illegalen in Nederland en de reactie van het kabinet op eerdere vragen hierover
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister-President en de Minister van Justitie en Veiligheid over jihadistische illegalen in Nederland en de reactie van het kabinet op eerdere vragen hierover (ingezonden 13 februari 2024).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 8 april
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1144. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1154.
Vraag 1
Herinnert u zich het plenaire debat over de Europese top van 26 en 27 oktober op 24 oktober
vorig jaar, waarin u naar aanleiding van de jihadistische aanslag door een illegaal
op Zweedse voetbalsupporters in Brussel onder andere de vraag kreeg of zich in Nederland
illegalen bevinden waarvan bekend is dat ze jihadistische sympathieën hebben, om hoeveel
personen het gaat, of deze per direct actief opgespoord en vastgezet worden en hoeveel
uitgeprocedeerde asielzoekers met dergelijke sympathieën de afgelopen jaren met onbekende
bestemming zijn vertrokken en dus mogelijk nog in Nederland zijn?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich nog dat u destijds aangaf niet op deze vragen voorbereid te zijn,
ondanks het feit dat eerder bij de regeling van werkzaamheden was verzocht om een
debat over de aanslagen in Brussel, maar waar de verzoeker toen door een Kamermeerderheid
werd doorverwezen naar het betreffende debat over de Europese top?
Antwoord 2
Tijdens de regeling van werkzaamheden op 17 oktober jl. is door uw Kamer om een brief
verzocht over de aanslagen in Brussel en deze brief voorafgaand aan het debat over
de Europese Top met uw Kamer te delen. Deze brief is op 24 oktober jl. gedeeld.
Naast de aanvraag voor een brief, werd er door Kamerlid Eerdmans (JA21) ook een debat
aangevraagd. Er was tijdens de regeling van werkzaamheden op 17 oktober jl. geen meerderheid
voor een debat. Er is wel de suggestie gedaan door uw Kamer om dit verder te bespreken
tijdens het debat over de Europese Top op 24 oktober jl.
Tijdens het debat over de Europese Top op 24 oktober jl. heeft de Minister-President
inderdaad namens het kabinet aangegeven nog niet op de aanvullende vragen in te kunnen
gaan. De aanvullende vragen zijn beantwoord in de kamerbrief die op maandag 11 maart
jl. met uw Kamer is gedeeld.1 Deze brief heeft betrekking op de veiligheidssituatie in Nederland, het onderkennen
van signalen van mogelijke betrokkenheid bij terrorisme in de asiel- en nareisprocedure,
en de dodelijke aanslag in Arras op 13 oktober 2023.
Vraag 3
Bent u zich ervan bewust dat in reactie hierop verzocht is om de antwoorden dan maar
per brief te ontvangen en dat dit verzoek is doorgeleid?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4 en 5
Klopt het dat de gevraagde brief nooit naar de Kamer is gestuurd?
Waarom is dit nooit gebeurd?
Antwoord 4 en 5
Dit is niet correct, deze kamerbrief is op 11 maart 2024 naar uw Kamer verzonden.
Daarin wordt antwoord wordt gegeven op uw vragen zoals die zijn gesteld tijdens het
debat over de Europese Top.
Vraag 6
Bent u bekend met het recente onderzoek van de NOS en Nieuwsuur, waaruit blijkt dat
gemeenten gestopt zijn met toezicht houden op illegaal in Nederland verblijvende veroordeelde
jihadisten waarvan het paspoort is ingetrokken en dat een landelijke pilot om toezicht
te houden op deze personen nog altijd niet van start is gegaan?2
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7 en 8
Deelt u de constatering dat het hier om gevallen gaat die zeer sterke overeenkomsten
vertonen met de situatie van de illegale Tunesische jihadist Abdessalem Lassoued die
de terreuraanslag in Brussel pleegde? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de conclusie dat de groep waar NOS en Nieuwsuur onderzoek naar hebben gedaan
onder andere precies de groep betreft waar naar gevraagd is tijdens het debat over
de Europese top op 24 oktober en waar nu het zicht op verloren is of dreigt te gaan?
Antwoord 7 en 8
Nee, het item van de NOS en Nieuwsuur gaat in op de uitvoeringsknelpunten voor gemeenten
in het geval van intrekken van het Nederlanderschap van terrorismeveroordeelden op
basis van artikel 14, tweede lid van de Rijkswet op het Nederlanderschap (14.2 RWN).
Het onderzoek van Nieuwsuur en de NOS is daarmee niet vergelijkbaar met het vraagstuk
van mogelijk misbruik in de reguliere asiel- en nareisprocedure door personen met
jihadistische sympathieën.3
In algemene zin geldt voor de Nederlandse situatie dat wanneer het vertrek van terrorismeveroordeelden
naar het land van hun tweede nationaliteit niet gerealiseerd kan worden, het toezicht
en handelingsperspectief richting de onrechtmatig verblijvende vreemdeling beperkt
wordt. Dit is bekend bij alle relevante ketenpartners die zich gezamenlijk inspannen
voor het realiseren van vertrek, en/of mitigeren van risico’s voor de nationale veiligheid.
Vraag 9 en 10
Hoe heeft dit, ondanks de aanslag in Brussel – waardoor alle alarmbellen hadden moeten
afgaan –, tal van eerdere waarschuwingen door onder andere de Nationaal Coördinator
Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en gemeenten, het opschalen van het dreigingsniveau
en de belofte van landelijk toezicht, kunnen gebeuren?
Zijn er sinds de aanslag in Brussel beleidswijzigingen ingezet ten aanzien van illegaal
in Nederland verblijvende jihadisten? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9 en 10
Ik wil benadrukken dat personen die onherroepelijk veroordeeld zijn voor terroristische
misdrijven met deze gruwelijke daden hun band met Nederland opgezegd hebben. In het
geval er sprake is van een tweede nationaliteit wordt daarom ingezet op het intrekken
van het Nederlanderschap van deze personen. Het intrekken van het Nederlanderschap
is een bestuurlijke maatregel die tevens bijdraagt bij aan het verlagen van de terroristische
dreiging in Nederland, wanneer de betrokkene Nederland daadwerkelijk verlaat. Dit
vanwege de fysieke en sociale afstand die ontstaat tot de Nederlandse Jihadistische
beweging. Na intrekking en het opleggen van een inreisverbod wordt dan ook volop ingezet
op vertrek uit Nederland. Voor een groot deel van deze terrorismeveroordeelden waarbij
het Nederlanderschap is ingetrokken, is het tot op dit moment echter niet gelukt om
vertrek te realiseren, zelfstandig dan wel gedwongen. Wanneer vertrek uitblijft, brengt
dit knelpunten in de uitvoering waar het gaat om toezicht en handelingsperspectief
richting de onrechtmatig verblijvende vreemdeling. Dit is bekend bij alle relevante
ketenpartners die zich gezamenlijk inspannen voor het realiseren van vertrek, en/of
het zo veel mogelijk mitigeren van risico’s voor de nationale veiligheid. Om op nationaal
niveau beter zicht te houden op deze groep ten behoeve van het vertrek naar het land
van herkomst of het land van de overgebleven nationaliteit gaat binnen enkele weken
de pilot van het Landelijk Afstemmingsoverleg Vertrek van start. Tegelijk wordt continu
bezien hoe de overige risico’s aangepakt kunnen worden.
Van beleidswijzigingen in de asiel- en migratieketen is tot dusverre geen sprake.
In algemene zin beziet het Kabinet na dergelijke afschuwelijke gebeurtenissen, zoals
in Brussel op 16 oktober 2023 en andere zeer recente aanslagen, of en zo ja welke
aanscherpingen voor de aanpak in Nederland mogelijk van belang zijn. De maatregelen
die getroffen worden om misbruik van asiel- en nareisprocedure door personen met jihadistische
sympathieën te onderkennen staan beschreven in de Kamerbrief die op 11 maart naar
uw Kamer is verzonden.4
Vraag 11
Hoeveel gedenaturaliseerde veroordeelde jihadisten verblijven er momenteel in Nederland?
Antwoord 11
Ik ga ervan uit dat u doelt op het aantal personen dat onherroepelijk veroordeeld
is, waarvan het Nederlanderschap is ingetrokken en nog in Nederland verblijft. Circa
15 vreemdelingen waarvan het Nederlanderschap is ingetrokken op grond van artikel 14.2
RWN zijn in vrijheid gesteld. Waar mogelijk zijn op grond van individuele beoordeling
vreemdelingrechtelijke toezichtmaatregelen zoals een gebiedsgebod en/of meldplicht
opgelegd.
Vraag 12
Is bekend hoeveel andere illegalen met jihadistische sympathieën zich in Nederland
bevinden, bijvoorbeeld personen die illegaal Nederland zijn binnengereisd of waarvan
de asielaanvraag is afgewezen?
Antwoord 12
Het kabinet is er alles aangelegen om onze nationale veiligheid te beschermen. Het
specifieke aantal waar u om vraagt kan niet geautomatiseerd aan de gegevenssystemen
van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) worden ontleend. Hetzelfde geldt voor het
aantal mensen dat illegaal Nederland binnen reist. We streven ernaar om signalen over
een mogelijk terroristisch verleden van iemand tijdig in de asielprocedure te kunnen
onderkennen. Het systeem is daar ook voldoende op ingericht.5
Vraag 13
Hoeveel uitgeprocedeerde asielzoekers waarvan bekend is dat ze jihadistische sympathieën
hebben zijn de afgelopen tien jaar met onbekende bestemming vertrokken?
Antwoord 13
Het aantal uitgeprocedeerde asielzoekers met jihadistische sympathieën dat een dreiging
vormt voor de nationale veiligheid kan niet automatisch aan de systemen van DT&V te
worden ontleend.
Vraag 14
Klopt het dat de gedenaturaliseerde illegale jihadisten die nu van de radar dreigen
te verdwijnen in veel gevallen Marokkanen zijn? Zo ja, bent u bereid hen per direct
actief op te sporen en in vreemdelingenbewaring te plaatsen, aangezien door het recente
hervatten van terugkeer van uitgeprocedeerden naar Marokko wordt voldaan aan de vereiste
van zicht op uitzetting waaraan vreemdelingenbewaring gebonden is? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 14
Wanneer het Nederlanderschap is ingetrokken en een inreisverbod is opgelegd moet iemand
Nederland verlaten. Dat verlaagt de terroristische dreiging tegen ons land. Met alle
partners wordt ingezet op het realiseren van vertrek tijdens of aansluitend op de
strafrechtelijke detentie.
De vraag of (gedwongen) vertrek kan plaatsvinden is afhankelijk van meerdere omstandigheden
die in de loop van de tijd kunnen wijzigen. Dit betreft onder meer de individuele
omstandigheden van de vreemdeling, de beschikbaarheid van een reisdocument en de situatie
in het land waarnaar de vreemdeling dient terug te keren. De groep onrechtmatig verblijvende
vreemdelingen waarvan het Nederlanderschap is ingetrokken bestaat uit verschillende
nationaliteiten, waaronder een deel dat als overgebleven nationaliteit de Marokkaanse
heeft.
Indien vreemdelingen Nederland niet zelfstandig verlaten en er een risico is dat zij
zich aan het toezicht onttrekken kunnen zij, onder bepaalde voorwaarden zoals zicht
op uitzetting, onder voorwaarden in vreemdelingenbewaring worden gesteld met als doel
gedwongen terugkeer te realiseren. Eventuele risico’s voor de nationale veiligheid
of openbare orde zijn op zichzelf nog geen grond voor vreemdelingrechtelijke inbewaringstelling
in het kader van terugkeer. Deze gronden zijn neergelegd in Europese wet- en regelgeving.
Het voorstel van de Europese Commissie tot herschikking van de Terugkeerrichtlijn
biedt hier wel een (nieuwe) grond voor. Daarnaast bestaat er een maximum periode (18
maanden) waarin iemand in vreemdelingenbewaring gesteld mag worden. Als vertrek uit
Nederland nog niet is gerealiseerd en vreemdelingenbewaring niet of niet langer mogelijk
is, kunnen een meldplicht en gebiedsgebod worden opgelegd. Deze toezichtmaatregelen
worden gehandhaafd door de afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel
(AVIM), onderdeel van de politie.
Vraag 15
Bent u tevens bereid om de overige bij de Staat bekende illegale jihadisten op te
sporen en vast te zetten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Voor de gehele doelgroep terrorismeveroordeelden waarvan het Nederlanderschap is ingetrokken
geldt dat allereerst wordt ingezet op vertrek uit Nederland. Zoals in de beantwoording
van vraag 14 genoemd wordt na strafrechtelijke detentie per individu bezien of plaatsing
in vreemdelingenbewaring mogelijk is om vertrek te realiseren. Als vreemdelingenbewaring
niet (langer) mogelijk is en vertrek uit Nederland nog niet is gerealiseerd kunnen,
waar mogelijk, andere vreemdelingrechtelijke maatregelen worden getroffen, waaronder
een meldplicht en gebiedsgebod.
Vraag 16
Bent u bereid per direct te stoppen met het terughalen van jihadisten (mannen en vrouwen)
nu overduidelijk is dat het straffen van deze groep in Nederland meer risico’s met
zich meebrengt dan hen laten vastzitten of berechten in de regio zelf? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 16
Uitreizigers in Syrië en Irak hebben zich aangesloten bij een strijd die erop gericht
is alles te vernietigen waar wij voor staan. Voor de terroristische misdrijven waarvan
zij worden verdacht moeten zij daarom te allen tijde voor een rechter verantwoording
afleggen. Het kabinet is van mening dat de berechting zou moeten plaatsvinden in de
regio waar de misdrijven zijn gepleegd. Helaas zijn er op dit moment nog geen mogelijkheden
om ISIS-strijders internationaal of in de regio te berechten. Een aantal uitreizigers
hebben op grond van hun aanwezigheidsrecht de mogelijkheid om een verzoek tot beëindiging
strafzaak in te dienen. In deze specifieke gevallen kan worden besloten uitreizigers
terug te halen om te voorkomen dat ze straffeloos blijven. Het kabinet maakt in elke
individuele casus een brede belangenafweging waarbij het voorkomen van straffeloosheid
en de nationale veiligheid een belangrijke rol spelen. Uiteraard worden daarbij ook
de overige belangen meegewogen en feiten en omstandigheden van het specifieke geval.
Het kabinet kijkt bij alle uitreizigers altijd naar mogelijkheden om het Nederlanderschap
in te trekken op grond van artikel 14, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap,
ter bescherming van de nationale veiligheid. Dit is conform de door uw Kamer aangenomen
motie van het lid Van der Staaij c.s. Een intrekking van het Nederlanderschap gaat
samen met een ongewenstverklaring, waardoor betrokkenen niet meer legaal naar Nederland
kunnen afreizen. In het geval van een onherroepelijke veroordeling voor een terroristisch
misdrijf in Nederland kan, zoals hierboven nader toegelicht, het Nederlanderschap
ook worden ingetrokken op grond van artikel 14, tweede lid, Rijkswet op het Nederlanderschap.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.