Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Westerveld over inclusief onderwijs
Vragen het lid Westerveld (GroenLinks-PvdA) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over inclusief onderwijs (ingezonden 8 maart 2024).
Antwoord van Minister Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 8 april 2024).
Vraag 1
Hoe wordt in het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) expliciet
rekening gehouden met scholen die inclusief onderwijs verzorgen? Waaruit blijkt dat
in de praktijk?
Antwoord 1
Het toezicht op de kwaliteit van de scholen en besturen krijgt invulling aan de hand
van het onderzoekskader. De wettelijke eisen zijn leidend voor het onderzoekskader
wanneer het gaat over beoordeling van de onderwijskwaliteit als voldoende, onvoldoende
en zeer zwak en deze eisen zijn voor alle scholen hetzelfde. Bepalingen in wetten
die nu al bijdragen aan het geven van inclusief onderwijs, worden daarom nu al meegenomen
in het toezicht.
De inspectie bekijkt in het onderzoekskader bij de standaard «zicht op ontwikkeling
en begeleiding» bij het (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so) en speciaal basisonderwijs
(sbo) bijvoorbeeld of het onderwijs erop gericht is dat leerlingen indien mogelijk
kunnen doorstromen naar (meer) regulier onderwijs. Daarnaast heeft de inspectie de
afgelopen jaren verschillende themaonderzoeken verricht die bijdragen aan de route
naar inclusief onderwijs. Zo onderzocht de inspectie onder andere de schoolloopbanen
van leerlingen met en zonder extra ondersteuningsbehoeften1, of het beleid van samenwerkingsverbanden samenhang vertoont met uitkomsten op leerlingniveau2 en bracht de inspectie in beeld hoeveel tijd leraren besteden aan leerlingen met
extra ondersteuningsbehoeften en hoe zij dit ervaren3.
Vraag 2
Zijn er, gezien de ambitie om toe te werken naar inclusief onderwijs, ook plannen
om de inspectiekaders aan te passen zodat ze beter aansluiten bij scholen die nu al
op de goede weg zitten?
Antwoord 2
De onderzoekskaders van de inspectie sluiten aan bij de eisen die in wetten aan scholen
en besturen worden gesteld. De komende jaren zal verder worden nagedacht over wat
inclusief onderwijs betekent voor de wetgeving. Daarbij zal ook worden meegenomen
wat de gevolgen hiervan zijn voor het toezicht en de onderzoekskaders.
Vraag 3
Zou het kunnen dat de nieuwe onderzoeksstandaard basisvaardigheden (OP0) die vanaf
schooljaar 2024/2025 een kernstandaard wordt, ten koste gaat van het maatwerk dat
de inspectie nu nog kan leveren op basisscholen? Kunnen basisscholen door het verlies
van dit maatwerk sneller het predicaat «zwak» krijgen? Zo ja, hoe kunt u garanderen
dat dit niet ten koste gaat van de ambitie naar inclusief onderwijs?
Antwoord 3
Met de standaard Basisvaardigheden zijn geen nieuwe eisen aan het onderwijs gesteld. In de standaard zijn eisen opgenomen
waaraan het onderwijs al moest voldoen. De standaard brengt meer focus aan in het
toezicht, maar vraagt dus niets nieuws van scholen. De inhoud van de standaard gaat
uit van het doelbewust (doelgericht en samenhangend) en op maat inrichten van een
curriculum op de basisvaardigheden. Van belang daarbij is dat het curriculum afgestemd
wordt op de leerlingenpopulatie van de school.
Vraag 4
Hoe wordt er op basis van deze nieuwe kernstandaard, rekening gehouden met kleine
scholen? Hanteert de inspectie hier speciale kaders voor?
Antwoord 4
Zoals hiervoor aangegeven volgen de onderzoekskaders van de inspectie de wettelijke
eisen. Er zijn geen afwijkende kwaliteitseisen voor kleine scholen. Bovendien vind
ik het voor álle leerlingen, op wat voor school ze ook zitten, van belang dat ze goed
onderwijs in de basisvaardigheden krijgen.
Vraag 5
Bestaat er een groter risico voor kleine scholen om voor een enkele leerling die de
doorstroomtoets niet kan maken het predicaat zwak te krijgen? Klopt het dat er bij
het samenstellen van de schoolweging geen rekening gehouden wordt met passend onderwijs?
Antwoord 5
Het al dan niet meedoen aan de doorstroomtoets heeft geen rechtstreeks verband met
een oordeel «onvoldoende» op schoolniveau. Alle scholen moeten kunnen onderbouwen
waarom een leerling de doorstroomtoets niet maakt. Hiervoor gelden ontheffingsgronden
waarin is vastgelegd dat een leerling kan worden vrijgesteld indien die volgens zijn
ontwikkelingsperspectief uitstroomt naar het voortgezet speciaal onderwijs binnen
de uitstroomprofielen arbeidsmarkt of dagbesteding, een IQ heeft dat lager is dan
75, of minder dan 4 jaar in Nederland woont en het Nederlands nog onvoldoende beheerst.
Als een leerling onterecht niet meedoet, kan dit consequenties hebben voor het oordeel
op de standaard OP6 Afsluiting en mogelijk voor de standaard OR1 Resultaten. Als de inspectie ziet dat er leerlingen niet meegedaan hebben met de doorstroomtoets
terwijl zij niet voldoen aan de ontheffingsgronden, dan vraagt de inspectie de school
naar onderbouwing en of het bestuur hiermee heeft ingestemd. Als deze onderbouwing
tekortschiet, kan de inspectie de standaard OP6 Afsluiting als onvoldoende beoordelen
of hier een herstelopdracht voor geven. Ook kan het in uitzonderlijke situaties betekenen
dat de inspectie om deze reden de resultaten niet beoordeelt.4
De schoolweging is gebaseerd op externe factoren, waaronder het opleidingsniveau van
de ouders. Passend onderwijs gaat juist over wat er binnen de school aan ondersteuning
wordt geboden. Dit wordt dus niet meegenomen in de schoolweging.
Vraag 6
Zo ja, vindt u dit in lijn met de ambitie en werkagenda van het demissionaire kabinet
voor een route naar inclusief onderwijs in 2035?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 5. Als onderdeel van de route naar inclusief onderwijs 2035
bekijken we welke aanpassingen in wet- en regelgeving nodig zijn om tot inclusief
onderwijs te komen. In dat kader zal ook worden bezien wat dat betekent voor het toezicht.
Vraag 7
Wat vindt u ervan als dit een reden zou zijn dat scholen (noodgedwongen) leerlingen
vrijstellen van de doorstroomtoets? Herkent u ook signalen dat scholen leerlingen
niet terugplaatsen vanuit het speciaal basisonderwijs om op die manier hogere scores
te behouden? Zo ja, wat is hierop uw reactie?
Antwoord 7
Dit vind ik ongewenst omdat daarmee deze leerlingen tekort wordt gedaan. Zij verdienen
het om ook deel te nemen aan de doorstroomtoets en hebben naast het schooladvies recht
op het wettelijke verplichte tweede onafhankelijk gegeven voor doorstroom naar het
voortgezet onderwijs waar de doorstroomtoets in voorziet: het toetsadvies.
Signalen dat terugplaatsing vanuit het speciaal basisonderwijs naar het basisonderwijs
belemmerd wordt vanwege het risico op te lage scores op de doorstroomtoets, herken
ik wel. Dit is niet nodig. De inspectie geeft dat ook bij scholen aan als zij deze
signalen tegenkomt. Tijdens het onderzoek op de school krijgt de school de gelegenheid
zich over de behaalde leerresultaten te verantwoorden. Als de school dan aantoont
dat ook de leerlingen met bijzondere individuele kenmerken zich naar hun kunnen hebben
ontwikkeld, dan neemt de inspectie dit mee in haar oordeel en kan een school een voldoende
scoren op onderwijsresultaten.
Vraag 8
Zijn er meer zaken die in toezicht, handhaving en bekostiging aangepast moeten worden
om te voorkomen dat scholen die nu al streven naar inclusief onderwijs juist geremd
of zelfs afgestraft worden? Zo ja, wordt dat onderzocht met scholen zelf en verwacht
u nieuwe wet- en regelgeving?
Antwoord 8
Als onderdeel van de route naar inclusief onderwijs 2035 bekijken de Ministeries van
OCW en VWS welke aanpassingen in het onderwijssysteem en het zorgsysteem nodig zijn
om tot inclusief onderwijs te komen. Onderdeel hiervan is ook het bezien hoe de wet-
en regelgeving, het toezicht en de bekostiging aangepast moeten worden. Dit gebeurt
in nauwe samenwerking met het onderwijsveld, het zorgveld en ouders en jongeren uit
het regulier en gespecialiseerd onderwijs. Ook beide inspecties (IvhO en IGJ) worden
hierbij betrokken.
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat van 29 mei 2024 over passend
onderwijs?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.