Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bontenbal over Integratie van de Europese elektriciteitsmarkten
Vragen van het lid Bontenbal (CDA) aan de Minister voor Klimaat en Energie over integratie van de Europese elektriciteitsmarkten (ingezonden 27 februari 2024).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 3 april 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Unity in power, power in unity: why the EU needs more
integrated electricity markets»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw appreciatie van de conclusie uit het artikel dat het verder integreren van
de Europese elektriciteitsmarkten verschillende belangrijke voordelen oplevert, bijvoorbeeld
m.b.t. de kosten van de energietransitie (stabielere en lagere prijzen), de veerkracht
van het Europese energiesysteem en competitie en innovatie?
Antwoord 2
Het kabinet deelt de conclusie van het artikel dat verdere integratie van de Europese
elektriciteitsmarkt de veerkracht van het energiesysteem kan versterken, en daarmee
ook de concurrentiekracht en innovatiekracht van Europese bedrijven. Dit geldt ook
voor de constatering dat marktintegratie kan bijdragen aan het inperken van de kosten
van de Europese energietransitie.
Het kabinet is – net als de auteurs van het artikel – van mening dat een grotere en
verder geïntegreerde elektriciteitsmarkt met voldoende interconnectiecapaciteit tussen
EU-landen zal leiden tot minder prijsfluctuaties op de korte termijnmarkten en meer
flexibiliteit in het energiesysteem. Daarbij geldt dat gezamenlijke marktregels binnen
de EU bijdragen aan het eenvoudiger behalen van gezamenlijke energie- en klimaatdoelen
en het beter borgen van leveringszekerheid tegen lagere kosten. Gezamenlijke regels
zorgen voor een gelijk speelveld en leiden tot meer vertrouwen en investeringszekerheid
bij marktpartijen.
Vraag 3
Deelt u de constatering van de auteurs van het artikel dat verdere integratie van
de Europese elektriciteitsmarkt niet vanzelfsprekend is en dat deze juist meer gefragmenteerd
dreigt te raken?
Antwoord 3
Het vergroten van de interconnectiecapaciteit tussen landen en de harmonisatie van
marktregels binnen de EU hebben in belangrijke mate bijgedragen aan de integratie
en grotere efficiëntie van de Europese elektriciteitsmarkt. Niettemin deelt het kabinet
de constatering in het artikel dat verdere marktintegratie geen vanzelfsprekendheid
is. Tijdens het eerdere stapsgewijze integratieproces van de Europese elektriciteitsmarkt
is ook gebleken dat de snelheid en richting van integratie in zeker mate wordt bepaald
door de maatschappelijke en politieke discussie over de voor- en nadelen van deze
integratie. Het artikel benoemt relevante elementen zoals politieke keuzes over de
rol van de markt versus de overheid, herverdelingsvraagstukken en interventies door
EU-lidstaten in de vorm van stimulering van hernieuwbare energie. Ook wijst het artikel
op de bevoegdheid van lidstaten om hun eigen energiemix te bepalen. De integratie
van elektriciteitsmarkten is dus niet enkel een technische en juridische aangelegenheid,
maar ook een politiek vraagstuk.
Het kabinet herkent de constatering in het artikel dat er op dit moment binnen Europa
een vraagstuk op tafel ligt over de te volgen richting in de integratie van de Europese
elektriciteitsmarkt. Tijdens de energiecrisis van 2022 bleek dat de geïntegreerde
Europese elektriciteitsmarkt een cruciale rol speelde bij het behouden van leveringszekerheid
en het dempen van prijsstijgingen2.
In de voorstellen van de recente hervorming van de Europese elektriciteitsmarkt speelde
dit ook. Enerzijds bevatte deze hervorming technische wetsvoorstellen die beogen bij
te dragen aan efficiënte integratie van de elektriciteitsmarkt, maar anderzijds vergrootte
dit voorstel de ruimte voor overheden om in te grijpen in de uitkomsten van de elektriciteitsmarkt.
Dit is een punt van aandacht, aangezien verschillende marktuitkomsten als gevolg van
nationaal beleid kunnen leiden tot verstoring van het gelijke speelveld voor producenten
en afnemers van elektriciteit.
Verdere integratie van de Europese elektriciteitsmarkt kan wenselijke uitkomsten opleveren
vanuit het oogpunt van betaalbaarheid, betrouwbaarheid en duurzaamheid van het elektriciteitssysteem.
Nu de Europese elektriciteitsmarkt al grote stappen heeft gezet in integratie zullen
grote wijzigingen mogelijk steeds politieker gewogen worden omdat deze sneller kunnen
raken aan nationale competenties. Ook regionale verschillen binnen de EU kunnen een
rol spelen in de beoordeling van wijzigingen, zie verder het antwoord op vraag 5.
Anderzijds moeten we blijven werken aan technische verbeteringen, die ons bijvoorbeeld
aangereikt worden door de transmissiesysteembeheerders en/of de toezichthouders.
Vraag 4
Deelt u de mening dat meer Europese samenwerking ook nodig is om de strategische onafhankelijkheid
op energiegebied te vergroten?
Antwoord 4
Ja, dit onderschrijft het kabinet. De reactie vanuit de EU op de energiecrisis heeft
dit laten zien. Met name de getroffen maatregelen en ingezette versterkte afstemming
en samenwerking op het terrein van leveringszekerheid voor gas en elektriciteit en
energiebesparing hebben aangetoond dat Europese samenwerking de strategische autonomie
op energieterrein kan vergroten. Door binnen de EU samen te werken, versterken we
onze weerbaarheid en onafhankelijkheid van derde landen. Dit is zeker ook voor Nederland
van belang, omdat het Nederlandse energiesysteem in hoge mate verbonden is met dat
van omliggende landen. Nederland is dan ook een actieve deelnemer in verschillende
fora ten behoeve van Europese samenwerking op het gebied van elektriciteitsmarkten,
zoals het Pentalateraal forum en het Noordzee samenwerkingsverband (NSEC).
Vraag 5
Wat is uw reactie op de stelling uit het artikel dat er een duidelijke visie nodig
is op de mate waarin integratie (van de Europese elektriciteitsmarkt) haalbaar en
wenselijk is, en hoe deze op de juiste manier kan worden geïmplementeerd en beheerd?
Antwoord 5
Het kabinet deelt deze stelling. Het Nederlandse kabinet heeft altijd positief gestaan
tegenover verdere integratie van de Europese elektriciteitsmarkt en behoudt dit als
uitgangspunt. Het kabinet deelt de conclusie in het artikel dat keuzes over de mate
van verdere integratie een politieke discussie vereisen.
Daarbij staat voorop het belang om deze toekomstige keuzes samen met andere landen
af te stemmen, met name de landen in onze Noordwest-Europese regio waarmee Nederland
zeer nauw is verbonden. Het kabinet hecht om die reden sterk aan voortzetting van
de samenwerking binnen het Pentalateraal verband op het terrein van marktintegratie,
leveringszekerheid en de ontwikkeling van flexibiliteit in het energiesysteem, en
ook aan de uitwerking van afspraken die onder mijn voorzitterschap recent (december
2023) zijn vastgelegd in de politieke Penta-verklaring om gezamenlijk te streven naar
een CO2-vrije elektriciteitssector in 2035.
Een specifiek aandachtspunt welke ik bij deze politieke discussie ook zie, is de kostendeling
tussen lidstaten van (grensoverschrijdende) infrastructuur om hernieuwbare elektriciteitsproductie
te kunnen transporteren van locatie met relatief veel productie, bijvoorbeeld de Noordzee,
naar locaties elders waar juist relatief veel afname gecentreerd is. Over hoe deze
kosten gedeeld moeten worden tussen lidstaten loopt een Europese discussie waarbij
ik nauw betrokken ben. Hiervoor is een betere guidance wenselijk en hiervoor zie ik een belangrijke taak voor de Europese Commissie weggelegd.
Vraag 6
In hoeverre heeft u hier reeds een visie op ontwikkeld? Indien u hier nog geen duidelijke
visie op hebt, bent u dan bereid deze te ontwikkelen?
Antwoord 6
Het Nederlandse kabinet heeft een duidelijke visie op de integratie van de Europese
elektriciteitsmarkt, zoals hierboven beschreven. Recentelijk is deze visie ook naar
voren gekomen bijvoorbeeld in het BNC-fiche over de Verordening ter verbetering van
het EU-elektriciteitsmarktontwerp of de non-paper dat het voorafgaand aan publicatie
van deze Verordening publiceerde samen met zes andere EU-lidstaten.3, 4 Ook is hierover regelmatig met uw Kamer van gedachten gewisseld.
Vraag 7 en 8
In hoeverre zijn de implicaties en kosten van het niet nastreven van grotere integratie
van de Europese elektriciteitsmarkt in beeld?
Bent u bereid om zowel de kosten en opbrengsten en de implicaties van het al dan niet
nastreven van grotere integratie van de Europese elektriciteitsmarkt beter in beeld
te brengen en de Kamer daarover op korte termijn te informeren?
Antwoord 7 en 8
In feite wordt gevraagd naar de «counterfactual» van de voordelen van de verdere Europese
marktintegratie. Er zijn voorafgaand en tijdens het EU-integratieproces in de afgelopen
25 jaar veel studies gedaan naar de voordelen en potentiële welvaartswinst van verdere
marktintegratie. Conclusie van deze studies was steevast dat de integratie van de
EU-elektriciteitsmarkt jaarlijks vele miljarden aan welvaartswinst zou kunnen opleveren.
ACER (het EU Agentschap van energie-toezichthouders) stelt bijvoorbeeld in haar rapport
over de Europese groothandelsmarkt voor elektriciteit van april 2022 dat de voordelen
van marktintegratie jaarlijks ongeveer € 34 miljard zijn. Ook in het artikel worden
diverse recente Europese studies en onderzoeken aangehaald die dit positieve welvaartseffect
aantonen. Gezien de grote hoeveelheid studies over de opbrengsten en positieve welvaartseffecten
van verdere marktintegratie ziet het kabinet geen reden om de implicaties van verdere
marktintegratie nader in beeld te brengen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.