Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ceder en Stoffer over Turkse drone-aanslagen op christelijke leden van Noord-Syrische milities en berichten over Turkse betrokkenheid bij misdrijven in door Turkije bezette gebieden
Vragen van de leden Ceder (ChristenUnie) en Stoffer (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de Turkse drone-aanslagen op christelijke leden van Noord-Syrische militie en berichten over Turkse betrokkenheid bij misdrijven in door Turkije bezette gebieden (ingezonden 6 maart 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 3 april 2024).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de Turkse drone-aanval in Noord-Syrië op voertuigen met daarin
leden van Noord-Syrische veiligheidstroepen afkomstig uit de christelijke minderheid?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Bent u op de hoogte van de reden van deze aanval door Turkije?
Op welke manier vormen deze militieleden een bedreiging voor Turkije? Wat zegt Turkije
hier zelf over?
Antwoord 2 en 3
Turkije beroept zich op het recht van zelfverdediging en stelt dat de operaties gericht
zijn op het tegengaan van aanvallen van PKK en YPG op Turks grondgebied.
Vraag 4
Bent u van plan opheldering te vragen bij de Turkse autoriteiten over de voortdurende
aanvallen op Noord-Syrië?
Antwoord 4
Zoals ook aangegeven in de beantwoording op de schriftelijke vragen van NSC dd. 4 januari
erkent het kabinet de veiligheidszorgen van Turkije in de grensregio met Syrië en
Irak en bespreekt deze operaties bilateraal met de Turkse autoriteiten. In deze gesprekken
stelt het kabinet voorop dat Turkije moet handelen conform het internationaal recht,
zodoende met de aantoonbare inachtneming van de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit,
als ook het vermijden van burgerslachtoffers en verdere regionale instabiliteit. Dit
zal het kabinet blijven doen.
Vraag 5
Zijn deze aanvallen door Turkije in Noord-Syrië ooit onderwerp van gesprek binnen
de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid
dit aan de orde te stellen?
Antwoord 5
De situatie in Noord-Syrië en Irak en de gevolgen daarvan zijn regelmatig onderwerp
van gesprek binnen andere internationale fora, waaronder de EU en de anti-ISIS coalitie.
Het kabinet ziet geen aanleiding om deze operaties ook in NAVO-verband aan de orde
te stellen. Het kabinet is van mening dat een betekenisvolle dialoog over verschillen
van inzicht meer gediend is door een gesprek binnenskamers dan door uitspraken in
een plenaire vergadering. Zorgen over de mogelijke gevolgen van de militaire operaties
worden langs de lijnen van het antwoord op vraag 4 in deze fora besproken.
Vraag 6
Bent u van mening dat de Turkse acties de veiligheid in Noord-Syrië en Turkije verbeteren?
Bent u het eens dat Turkije ertoe opgeroepen zou moeten worden aanvallen in Noord-Syrië
te staken en/of bewijs te leveren dat de aangevallen doelen kwaad in de zin hadden
tegen Turkije? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De situatie in Noord-Syrië blijft volatiel en complex. Diverse actoren en factoren,
waaronder de Turkse activiteiten, komen in deze regio samen en kunnen invloed hebben
op de veiligheidssituatie. Zoals gesteld in antwoorden 3 en 4 beroept Turkije zich
op het recht op zelfverdediging. Het kabinet roept op tot proportionaliteit en noodzakelijkheid,
alsook het vermijden van burgerslachtoffers en bewaken van regionale stabiliteit en
blijft dit uitdragen in de contacten met Turkije.
Vraag 7
Is bekend hoeveel inwoners van het gebied als gevolg van de Turkse aanvallen op de
vlucht geslagen zijn? Weet u waar deze mensen naartoe gaan?
Antwoord 7
Nee, het valt niet vast te stellen wat de exacte impact van de Turkse militaire operaties
in Noord-Irak en Syrië is op ontheemding van inwoners.
Vraag 8
Acht u de bevindingen van het Human Rights Watch rapport betrouwbaar, dat stelt dat
er wetteloosheid heerst in de door Turkije bezette gebieden in Noord-Syrië? Kunt u
toelichten waarom wel of niet?2
Antwoord 8
De bevindingen van het Human Rights Watch rapport zijn zorgelijk. Het rapport spreekt
over uiteenlopende mensenrechtenschendingen door verschillende actoren in Noord-Syrië.
Zoals gesteld in antwoord op vraag 6 dragen diverse actoren (waaronder Turkije) en
factoren bij aan de aanhoudende complexiteit en volatiliteit in Noord-Syrië. Het kabinet
volgt het aanhoudende geweldsconflict in Noord-Syrië en de weerslag daarvan op de
burgerbevolking nauwlettend. De situatie in Noord-Syrië is regelmatig onderwerp van
gesprek in bilaterale gesprekken en in verschillende internationale fora, waaronder
de EU en de anti-ISIS coalitie.
Vraag 9 en 10
Hoeveel vluchtelingen uit deze gebieden komen in Europa dan wel Nederland terecht?
Indien u deze berichten betrouwbaar acht, bent u van plan Turkije hier op aan te spreken?
Bent u bereid dit ook in Europees verband te doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9 en 10
Het is niet duidelijk wat de impact van het aanhoudende conflict in Noord-Syrië is
op de omvang van de vluchtelingenstroom naar Europa en/of Nederland. De asielinstroom
van personen met de Syrische nationaliteit in de afgelopen jaren is vanwege de complexe
situatie niet direct te relateren aan specifieke geweldsincidenten in Noord-Syrië.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.