Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bamenga over de situatie op station Maarssen over een langdurig defecte lift
Vragen van het lid Bamenga (D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Lift kapot: station Maarssen al máánden niet te gebruiken voor mensen die slecht ter been zijn» (ingezonden 12 maart 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 2 april
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Lift kapot: station Maarssen al máánden niet te gebruiken
voor mensen die slecht ter been zijn»?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Bent u bekend met de problemen rond de lift bij het station Maarssen waarover op 1 maart
2024 een uitzending van Meldpunt Max was? Welke actie is hier tot op heden op ondernomen
en welke actie gaat u hierop nog ondernemen?
Antwoord 2
Ik ben bekend met de uitzending van Meldpunt Max en de genoemde problematiek. Ik vind
het zeer vervelend dat reizigers met een beperking hinder ondervinden bij hun reis
door de defecte lift. ProRail is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van
transfervoorzieningen op stations, zoals liften en roltrappen. Uiteraard blijf ik
in contact met ProRail om passende maatregelen te treffen en om reizigers goed te
informeren in het geval van defecte liften en roltrappen. Over de laatste stand van
zaken met betrekking tot liftstoringen heb ik uw Kamer door de verzamelbrief OV en
Taxi van 8 maart jl. geïnformeerd.2 Daarnaast heb ik uw Kamer ook de beantwoording van de Kamervragen d.d. 29 februari
van de leden Van der Plas en Pierik (beiden BBB) over de liftproblematiek op hetzelfde
station toegestuurd.3 Voor meer informatie over de reeds getroffen maatregelen en de toekomstige acties
om de problemen rond de lift bij het station Maarssen verwijs ik u naar de genoemde
beantwoording van de Kamervragen.
Vraag 3
Bent u het met de stelling eens dat toegankelijk OV een recht is van iedereen en dat
dit betekent dat het OV te allen tijde voor iedereen toegankelijk moet zijn? Zo ja,
hoe kijkt u naar het langdurig niet begaanbaar zijn van (in dit geval) station Maarsen
als gevolg van een kapotte lift?
Antwoord 3
Met het ratificeren van het VN-verdrag handicap werken wij naar een zo toegankelijk
mogelijk openbaar vervoer in 2040. Binnen het Bestuursakkoord Toegankelijkheid Openbaar
Vervoer 2022–2032 (hierna te noemen: Bestuursakkoord) werk ik samen met vervoerders,
ProRail, decentrale ov-autoriteiten, en belangenorganisaties aan de uitwerking van
enkele artikelen die moeten bijdragen aan het halen van deze doelstelling.
De lift op station Maarssen is sinds 1 maart jongstleden weer in bedrijf. Dit neemt
niet weg dat de lift veel te lang buiten dienst is geweest en reizigers hierdoor overlast
hebben ervaren. Er zijn afspraken gemaakt tussen NS en ProRail indien een reiziger
met een beperking strandt ten gevolge van niet-functionerende voorzieningen van ProRail.4 ProRail en NS hebben gezamenlijk afgesproken dat zij de reiziger een passend alternatief
of vervangend vervoer bieden indien een lift of een andere toegankelijkheidsvoorziening
defect is. In het Bestuursakkoord is deze afspraak ook formeel vastgelegd. Daarnaast
heb ik samen met de OV-sector in het Bestuursakkoord afgesproken dat ProRail zo spoedig
mogelijk het niet-functioneren of wegvallen van een toegankelijkheidsvoorziening meldt,
zodat de reiziger vooraf de reis kan aanpassen.
Vraag 4
Heeft u een goed beeld van hoe vaak het voorkomt dat liften op stations lang- of kort
durend buiten gebruik zijn? Zo niet, bent u bereid om bij ProRail aan te dringen op
betere rapportage hierover?
Antwoord 4
ProRail meldt dat de totale langdurige (langer dan een week) stilstand van alle ProRail
liften en roltrappen rond de 3% bij liften en rond 1% bij roltrappen is. Een lift
is daarnaast gemiddeld 9 keer per jaar buiten bedrijf geweest in 2023. Van de gemiddeld
9 storingen in 2023 betreft het gemiddeld 5 keer een storing met externe oorzaak,
zoals wateroverlast, aanrijding en vandalisme. Bij gemiddeld 4 van de 9 gevallen gaat
het om een interne storing.
Het Ministerie van IenW vraagt reeds periodiek gegevens over de liftstoringen op bij
ProRail en spreekt daarover met de verantwoordelijke contactpersonen binnen ProRail.
Die gegevens worden onder andere gebruikt voor Kamerbrieven en beantwoording van vragen
van de zijde van uw Kamer. Reizigers kunnen de actuele informatie over het aantal
langdurige liftstoringen vinden op de website van ProRail.5
Vraag 5
Klopt het dat ProRail alleen rapporteert over het aantal liften dat langdurig buiten
gebruik is? Bent u het met de stelling eens dat er een accurater beeld ontstaat van
probleemliften wanneer ook de liften die regelmatig kortdurend in storing zijn, meegenomen
worden in de monitoring?
Antwoord 5
Zoals ik uw Kamer in de beantwoording van Kamervragen van het lid Van der Graaf (CU)
op 23 november 2023 heb gemeld, is ProRail hard aan het werk om een real-time monitoringssysteem
voor verstoringen in te voeren.6 In de Kamerbrief over de stand van zaken en vooruitblik over OV en Taxi van 8 maart
2024 heb ik uw Kamer gemeld dat de vrijgave van de data zich inmiddels in een testfase
bevindt. 7 Over de meest recente stand van zaken en de verdere planning voor het monitoringssysteem
verwijs ik u naar de beantwoording van de Kamervragen d.d. 29 februari 2024 van de
leden Van der Plas en Pierik (beiden BBB). Ik houd contact met ProRail om dit proces
waar mogelijk te bespoedigen.
Ondertussen is er online informatie beschikbaar over liften die voor langere duur
(een week of langer) stil staan. Die informatie wordt wekelijks geüpdatet in de reisplanner
van NS. Uitgebreide informatie over die procedure is te vinden op de website van ProRail.8
Vraag 6
Klopt het dat niet wordt gerapporteerd over de liftuitval bij andere vervoersvormen
zoals tram, bus en metro? Zo ja, bent u bereid om ook hier jaarlijks over te rapporteren
zodat er een duidelijk beeld ontstaat van de totale liftuitval binnen het OV?
Antwoord 6
Tram, bus en metro zijn hoofdzakelijk de verantwoordelijkheid van decentrale ov-autoriteiten
en regionale vervoerders. De decentrale ov-autoriteiten maken zelf afspraken met hun
vervoerders over de wijze waarop reizigers worden geïnformeerd over storingen. Overigens
bieden verschillende vervoerders, zoals het GVB in Amsterdam, via de website reeds
informatie aan over uitval in liften en roltrappen.
Vraag 7
Overwegende dat er nog steeds veel liften langdurig kapot zijn met alle gevolgen voor
reizigers van dien, bent u bereid om samen met ProRail aanvullende maatregelen te
nemen om het aantal langdurig kapotte liften verder terug te dringen?
Antwoord 7
Ik vind het belangrijk dat reizigers zo min mogelijk hinder hebben van defecte liften.
Het gemiddeld aantal liften dat langdurig in storing is, is gedaald van 15–20 liften
medio 2022 naar 9 liften in dit kwartaal. Ik blijf in gesprek met ProRail om verdere
maatregelen te treffen om deze problematiek te verhelpen. Mijn indruk is dat ProRail
dit goed oppakt, maar iedere defecte lift zorgt voor hinder en dat is vanzelfsprekend
onwenselijk.
Zo meldt ProRail dat er reeds een aantal verbeteracties met zijn onderhoudspartijen
in gang is gezet om storingen met externe oorzaak binnen het systeem terug te dringen.
ProRail heeft een project gestart specifiek voor wateroverlast die hinder veroorzaakt
aan liften en roltrappen op stations. Vanwege de complexe aard zullen definitieve
oplossingen relatief veel tijd in beslag nemen. Voorts worden er op dit moment op
de meest vandalisme gevoelige stations camera’s geïnstalleerd die gericht worden op
liften. Verder heeft ProRail een aantal kleinere acties in gang gezet, zoals een pilot
met sterkere drukknoppen die minder snel vernield kunnen worden en het plaatsen van
blauwe liftstickers op een dusdanige manier dat deze moeilijk kunnen worden verwijderd.
Ten slotte houd ik uiteraard nauw contact met decentrale ov-autoriteiten, vervoerders
en belangenorganisaties om de algemene toegankelijkheid in het OV verder te verbeteren.
Ik heb uw Kamer recentelijk geïnformeerd over de laatste stand van zaken en vooruitblik
in de verzamelbrief OV en Taxi van 8 maart 2024.9
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.