Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Baudet en Van Houwelingen over de Kamerbrief betreffende de staat van de oorlog in Europa d.d. 23 februari jl
Vragen van de leden Baudet en Van Houwelingen (beiden FVD) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de Kamerbrief betreffende de staat van de oorlog in Europa d.d. 23 februari jl (ingezonden 4 maart 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), mede namens de Ministers van
Defensie en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 2 april
2024).
Vraag 1
Waaruit blijkt dat «ook als Rusland de oorlog in Oekraïne zou winnen, [...] de Russische
territoriale expansiedrift niet [zou] verdwijnen», zoals u stelt op bladzijde 2 van
uw brief betreffende de staat van de oorlog in Europa (Kst. 21 501-20, nr. 2019)? Waaruit blijkt dat «het Russische regime [...] verder [zal] gaan om de Europese
veiligheidsarchitectuur te ontwrichten»? Kunt u hiervoor concrete aanwijzingen geven
– bijvoorbeeld in de vorm van officiële berichtgeving vanuit Rusland – of zijn dit
speculaties? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 1
Rusland heeft herhaaldelijk laten zien niet terug te deinzen voor verdere escalatie
in Oekraïne. Wat begon met de annexatie van de Krim in 2014, heeft zich ontwikkeld
tot een grootschalige oorlog na de inval van Oekraïne op 24 februari 2022. Russische
politici hebben meermaals uitspraken gedaan over het herstellen van historische grenzen.
Zo sprak de vicevoorzitter van de Russische veiligheidsraad en voormalig Russisch
president Dmitri Medvedev op maandag 4 maart 2024 dat «Oekraïne absoluut Rusland is»,
waarbij ook een kaart werd gepresenteerd waarbij Rusland de grenzen van soevereine
Europese landen had gewijzigd. In dat kader verwees Medvedev ook naar de uitspraak
van President Poetin dat «de grenzen van Rusland nergens eindigen».
Ook vóór de annexatie van de Krim in 2014 heeft Rusland onder President Poetin al
meermalen laten zien niet voor bruut militair geweld en grove schendingen van het
internationale humanitaire recht terug te schrikken. Dit gebeurde zowel tegen interne
afscheidingsbewegingen als in Tsjetsjenië (de zgn. Tweede Tsjetsjeense Oorlog 1999–2009)
als tegen een buurland als Georgië in 2008.
Vraag 2
Waarom is het in uw ogen «aan Oekraïne [...] om te bepalen of en wanneer de juiste
voorwaarden zich voordoen om vredesonderhandelingen te starten», zoals u stelt op
bladzijde 4 van uw brief? Sinds wanneer bepaalt Oekraïne het Nederlandse buitenlandbeleid?
Antwoord 2
Oekraïne is een soevereine staat. Het verdedigt zich daarom met recht tegen de voortdurende
militaire agressie van zijn buurland Rusland. Daarnaast heeft het land door deze agressie
op dit moment geen controle over bijna 20% van zijn grondgebied en lijden miljoenen
Oekraïners onder een meedogenloze Russische bezetting. Onder deze omstandigheden is
het evident dat het aan Oekraïne is om zelf te bepalen wanneer de juiste voorwaarden
voor vredesonderhandelingen zich voordoen. Wel heeft het feit dat Rusland nog steeds
niet stopt met de oorlog tegen zijn buurland consequenties voor onze eigen veiligheid
en daarmee een grote invloed op beleidskeuzes in Nederland en elders in Europa.
Vraag 3 en 4
Waaruit concludeert u dat er «vooralsnog [...] geen tekenen» zijn dat Oekraïne vredesonderhandelingen
«opportuun acht», zoals u stelt op bladzijde 4 van uw brief?
Waaruit concludeert u dat «er geen enkele indicatie [is] dat Rusland bereid is te
goeder trouw te gaan onderhandelen», zoals u stelt op bladzijde 4 van uw brief? Kunt
u hiervoor concrete aanwijzingen geven of zijn dit speculaties? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 3 en 4
De diplomatieke inspanningen van Oekraïne omtrent President Zelensky’s vredesformule,
gestoeld op een logische opbouw van elementen voor een vredesakkoord, bevestigen de
onderhandelingsbereidheid aan Oekraïense zijde. Agressie is echter niet onderhandelbaar.
Oekraïne stelt daarom als logische voorwaarde voor onderhandelingen dat Rusland zich
eerst terugtrekt uit de bezette gebieden en dat Oekraïne de controle over zijn eigen
landsgrenzen terug krijgt. Omdat op dit moment Rusland in woord en daad nog niet bereid
is aan deze voorwaarden te voldoen kunnen directe vredesonderhandelingen met Rusland
nog niet van start gaan. Daarbij speelt dat in het verleden Rusland regelmatig zijn
beloften over de integriteit van de Oekraïense landsgrenzen niet is nagekomen. De door Rusland geschonden afspraken zoals
vastgelegd in het Boedapest Memorandum (uit 1994) zijn daar een bekend voorbeeld van.
Maar ook het voortdurende Russische frustreren van de implementatie van de Minskakkoorden
in de periode 2014–2022 zijn hier aan te halen. Ook de voortdurende stroom aan leugens
en valse historische perspectieven waarmee Rusland nog steeds probeert zijn oorlog
te rechtvaardigen, geeft Oekraïne en zijn partners weinig reden om bij voorbaat uit
te gaan van oprechte vredesbereidheid aan Russische zijde.
Vraag 5
Klopt het dat Oekraïne en Rusland in maart 2022 bezig waren met serieuze vredesonderhandelingen,
maar dat deze onderhandelingen zijn mislukt dankzij tussenkomst van voormalig VK-premier
Boris Johnson – zoals Poetin stelde in zijn interview met de Amerikaanse journalist
Tucker Carlson op 9 februari jl.?1 Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot de citaten uit uw brief in vraag 3 en 4?
Antwoord 5
Het klopt dat er in maart 2022 door Oekraïne en Rusland vredesbesprekingen plaatsvonden.
Andere landen waren daarbij niet betrokken, dus het Verenigd Koninkrijk noch toenmalig
premier Boris Johnson had een rol in deze besprekingen. Geruchten over diens rol vinden
hun oorsprong in een Russische desinformatiecampagne over het falen van deze besprekingen.
Boris Johnson heeft zich overigens reeds twee jaar geleden gedistantieerd van deze
geruchten. Het kabinet had toen en heeft ook nu geen enkele reden om aan de verklaring
van toenmalig premier Johnson te twijfelen.
Vraag 6
Bent u van mening dat de «afschrikking», die volgens u uitgaat van de toetreding van
Finland en de aanstaande toetreding van Zweden tot de NAVO, bijdraagt aan het bevorderen
van vrede op het Europese continent? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom bent u dan
voorstander van deze toetredingen en de afschrikking die ervan uitgaat?
Antwoord 6
Het uitgangspunt van een sterke en geloofwaardige bondgenootschappelijke afschrikking
is het voorkomen van oorlog. Dat geldt ook voor het principe van collectieve afschrikking
en verdediging waarop het NAVO-bondgenootschap is gestoeld. Dit heeft tot doel om
een potentiële agressor ervan te overtuigen dat het inzetten van militaire middelen
tegen bondgenoten geen zin heeft, bijvoorbeeld omdat de NAVO-bondgenoten gezamenlijk
zo sterk zijn dat een aanval succesvol kan worden afgewend, of door aan te tonen dat
een militaire aanval dusdanig zal worden afgestraft dat de potentiële baten van een
dergelijke operatie niet opwegen tegen de kosten daarvan. Afschrikking is dus succesvol
wanneer militair geweld uitblijft.
Met de toetreding van Finland en Zweden tot de NAVO is het toepassingsbereik van de
bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging toegenomen, waardoor ook de Baltische
Zee en het hoge noorden beter worden beschermd. Beide landen beschikken bovendien
over een goed getrainde krijgsmacht, hoogwaardig militair materieel en een sterk ontwikkelde
defensie-industrie, met aanvullende mogelijkheden en capaciteiten voor de NAVO. Dit
ondersteunt de geloofwaardigheid en effectiviteit van de hierboven beschreven afschrikking,
die tot doel heeft om vrede en veiligheid in het Euro-Atlantisch gebied zeker te stellen.
Vraag 7
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en uiterlijk vóór het debat over de staat
van de oorlog in Europa beantwoorden?
Antwoord 7
Vragen 3 en 4 liggen verder in het verlengde van elkaar, en zijn daarom gezamenlijk
beantwoord. De vragen zijn zo snel mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
G.E.W. van Leeuwen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.