Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kent over “de chaos bij busvervoerder EBS”
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de chaos bij busvervoerder EBS (ingezonden 20 februari 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 2 april
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1189.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het nieuws dat busvervoersbedrijf EBS van plan is om per april
tien procent van de ritten te schrappen in haar vervoersgebieden in Flevoland, Gelderland
en Overijssel?1, 2, 3, 4
Antwoord 1
Ik ben op de hoogte van de berichtgeving over de geschrapte ritten in de concessie
IJssel-Vecht. Het aanbod van betrouwbaar openbaar vervoer voor de reiziger is voor
mij van belang. Ook voor de provincies staat het belang van de reiziger voorop. Die
moet kunnen vertrouwen op het ov. Daarnaast is het ook belangrijk dat het ov-personeel
in staat is om het werk goed uit te kunnen voeren.
De concessieverleners hebben besloten dat de dienstregeling tijdelijk afgeschaald
moet worden. Zij hebben liever een afgeschaalde, maar betrouwbare dienstregeling dan
de oorspronkelijke dienstregeling met te veel risico op ongeplande rituitval. De concessieverleners
hebben toestemming gegeven voor een aangepaste dienstregeling die is afgestemd op
de hoeveelheid beschikbaar personeel. Deze dienstregeling start op 14 april. EBS heeft
kaders ontvangen voor deze dienstregeling zodat de ov-bereikbaarheid van het gebied
goed geborgd is. De aangepaste dienstregeling bevat ongeveer 8% minder dienstregelingsuren
dan die van december 2023.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de problemen die EBS heeft met haar vervoer in Noord-Holland?5
Antwoord 2
Ik ben op de hoogte van de situatie in de concessie Zaanstreek-Waterland. De Vervoerregio
Amsterdam (VRA) is als opdrachtgever verantwoordelijk voor het aanbod van het busvervoer.
Vlak na de start van de concessie bleek dat de rituitval ver boven de norm lag, er
problemen waren met betrekking tot de reisinformatie en er in mindere mate een tekort
aan materieel was.
Naar aanleiding hiervan is er door de Vervoerregio een verbeterplan geëist van EBS.
Als onderdeel van het verbeterplan heeft EBS ervoor gekozen om met een aangepaste
dienstregeling te rijden om de reiziger meer betrouwbaarheid te bieden. De Vervoerregio
heeft in reactie daarop aangegeven géén ontheffing te verlenen voor de aanpassingen
aan de dienstregeling zoals opgenomen in het verbeterplan omdat de reiziger zo snel
mogelijk moet kunnen rekenen op een betrouwbare én volwaardige dienstregeling.6 EBS rijdt echter wel volgens de ingediende dienstregeling. Dat de Vervoerregio hier
niet mee instemt, betekent onder andere dat EBS geen subsidie ontvangt voor de ritten
die ze niet rijden. Daarnaast houdt de Vervoerregio de mogelijkheid om te sturen op
de naleving van dat wat oorspronkelijk door EBS geboden is. De Vervoerregio en EBS
werken samen om terug te keren naar een volledige dienstregeling en om de betrouwbaarheid
voor de reiziger in de tussentijd zo hoog mogelijk te houden.
Sinds de invoering van de wijziging van de dienstregeling is er steeds meer verbetering
ten aanzien van de dienstuitvoering van EBS in de concessie Zaanstreek-Waterland.
Het percentage ongeplande rituitval is flink omlaaggegaan en de punctualiteit is verbeterd.
Wel vallen er nog steeds ongepland ritten uit. Het aantal ritten dat ongepland uitvalt,
is aanzienlijk minder dan eerder het geval was. De laatste weken is gemiddeld nog
0 tot 2 op de 100 bussen uitgevallen.
Vraag 3
Klopt het dat 25 procent van de ritten en het materieel op dit moment uitvallen?
Antwoord 3
Het percentage ritten dat uitvalt, ligt ver beneden de 25%. De meeste rituitval in
IJssel-Vecht wordt veroorzaakt door personeelstekort. De uitval lag begin dit jaar
tussen de 5% en 6,5% voor de gehele concessie. In Flevoland was de rituitval aanmerkelijk
hoger, omdat daar het personeelstekort groter is. Hier was de rituitval in het begin
van het jaar tussen de 11% en 13%.
Na de start van de concessie IJssel-Vecht in Flevoland in december 2023 (de concessiedelen
Gelderland en Overijssel zijn al in december 2022 gestart) zijn er een aantal (elektrische)
storingen geweest vanwege een korte vorstperiode. Op dit moment is er nagenoeg geen
rituitval als gevolg van materieelstoringen.
In Zaanstreek-Waterland zijn de uitvalcijfers altijd lager geweest, ook tijdens de
uitvoering van de oorspronkelijke dienstregeling. Voordat de dienstregeling is afgeschaald
viel gemiddeld 8,5% van de ritten uit. Vanaf de (gedeeltelijke) aanpassing van de
dienstregeling op 8 januari was de rituitval van 4,5% in januari, 3,9% in februari
en in maart is er een verdere verbetering zichtbaar.
Vraag 4
Kunt u per vervoersgebied aangeven welke problemen EBS heeft met technische mankementen
aan bussen en laadinfrastructuur, rituitval en personeelstekorten?
Antwoord 4
Voor IJssel-Vecht zijn de mankementen aan de bussen verholpen. Zoals aangegeven in
het antwoord op vraag 3 zijn er enkel problemen geweest gedurende een korte vorstperiode,
samenhangend met verminderde batterijprestaties tijdens koude periodes. EBS geeft
aan te onderzoeken hoe dit in de toekomst kan worden voorkomen. Er zijn bij de overgang
van de concessie aanloopproblemen geweest bij het gebruik van de laadinfrastructuur.
Deze hebben geen structurele aard.
In Zaanstreek-Waterland is de levering van de nieuwe ZE-bussen vertraagd. Hierdoor
wordt er noodgedwongen door EBS gereden met oud dieselmaterieel. Dit materieel heeft
enkele mankementen vertoond. Hierop is door de Regioraad, de vertegenwoordiging van
de gemeente in de Vervoersregio, verzocht om een technische audit van de bussen. Hierbij
werd bij een aantal bussen mankementen geconstateerd. Deze mankementen zijn inmiddels
door EBS opgelost. Feit blijft dat de bussen behoorlijk oud zijn en door de ouderdom
eerder technische gebreken vertonen. Dit leidt ertoe dat er soms rituitval is die
te wijten is aan materieel. EBS probeert dit op te vangen door een grote technische
reserve achter de hand te houden.
Voor beide concessies geldt dat het personeelstekort de hoofdoorzaak is voor de rituitval.
Er wordt op dit moment door EBS hard gewerkt aan het werven van nieuw personeel. EBS
geeft aan hierbij succes te hebben. Er is op dit moment een behoorlijk aantal nieuwe
personeelsleden in (afwachting van) de opleiding voor het D-rijbewijs en Code95 (een
aanvullende opleiding voor buschauffeurs). Voor Zaanstreek-Waterland zijn er inmiddels
zoveel mensen ingestroomd dat de formatie voor de huidige dienstregeling op peil is.
Voor IJssel-Vecht is dat voor de dienstregeling die vanaf 14 april geldt ook het geval.
Vraag 5
Welke gevolgen hebben de technische problemen met het rijdend materieel gehad voor
de buschauffeurs?
Antwoord 5
EBS geeft aan dat er vrijwel geen ziekteverzuim is dat herleidbaar is naar problemen
met het materieel.
Vraag 6
Hoe gaat u ervoor zorgen dat EBS zo snel mogelijk weer haar volledige dienstregelingen
gaat rijden?
Antwoord 6
De decentrale ov-autoriteiten zijn als concessieverleners bevoegd om de afspraken
die in concessies worden gemaakt met vervoerders te wijzigen dan wel te handhaven.
In de concessie IJssel-Vecht zijn met EBS afspraken gemaakt over het oplossen van
de problemen. EBS krijgt de gelegenheid om meer chauffeurs te werven. Vanaf medio
december verwachten de provincies dat EBS weer de volledige dienstregeling rijdt.
Er zijn afspraken gemaakt over geregelde voortgangsrapportages tussen de concessieverleners
en EBS. De concessieverleners beraden zich nog over het opleggen van boetes.
Hoewel de Vervoerregio Amsterdam niet heeft ingestemd met het door EBS voorgestelde
verbeterplan, worden er wel doorlopende gesprekken gevoerd tussen de Vervoerregio
en EBS over verbeteringen waarbij wordt teruggekeerd naar de oorspronkelijke dienstregeling.
Hierover wordt wekelijks een voortgangsrapportage gegeven. Ook krijgt de Vervoerregio
wekelijks een aparte update met betrekking tot de invulling van de diensten en eventuele
bijzonderheden. Aan de hand van de rapportages en de gesprekken kijkt de Vervoerregio,
samen met EBS, naar de mogelijkheden om de dienstregeling weer uit te breiden. Hierbij
is de belangrijkste factor het personeelsbestand.
Vraag 7
Gaat u onderzoek instellen naar de klachten die de personeelsleden en vakbonden hebben
over het functioneren van EBS? Zo ja, kunt u hierbij borgen dat medewerkers anoniem
hun ervaringen kwijt kunnen?
Antwoord 7
Ik ben niet bevoegd om te interveniëren in de concessierelatie tussen decentrale ov-autoriteiten
en EBS en heb er vertrouwen in dat de decentrale overheden voldoende in staat zijn
om te zorgen voor voldoende en betrouwbaar openbaar vervoer.
Als stelselverantwoordelijke bewindspersoon voer ik wel gesprekken met alle betrokken
partijen over de ontwikkelingen in het openbaar vervoer, waaronder ook met medewerkers
in het openbaar vervoer en met vertegenwoordigers van de vakbonden die hen vertegenwoordigen.
Daarnaast heb ik regelmatig overleg in het NOVB met de decentrale overheden en vervoerders.
Ik zal in die overleggen ook aandacht blijven vragen aan het zorgdragen voor de instroom
van voldoende personeel zodat dienstregelingen niet tijdelijk afgeschaald hoeven te
worden en de werkdruk en het ziekteverzuim beheersbaar blijven.
Vraag 8
Deelt u de mening dat openbaar aanbesteden heeft geleid tot verslechtering van het
streekvervoer? Zo ja, welke alternatieven ziet u hiervoor?
Antwoord 8
Ik deel deze mening niet. Zowel in concessies die zijn aanbesteed als die zijn inbesteed,
zie ik momenteel de gevolgen van personeelskrapte. Ondanks de mogelijkheid dat zich
bij concessiewisselingen aanloopproblemen voordoen blijkt uit onderzoek daarnaast
dat aanbestedingen in het (regionaal) ov in de afgelopen 20 jaar in Nederland hebben
geleid tot meer en beter ov.7
Vraag 9
Kunt u samen met de verantwoordelijke provincies kijken naar de mogelijkheden om de
concessies over te nemen in eigen beheer?
Antwoord 9
Op basis van de Wet personenvervoer 2000 kunnen de provincies hun vervoerconcessies
niet inbesteden aan een eigen provinciaal vervoersbedrijf. Daarvoor moet de wet gewijzigd
worden. Op 10 januari jl. heb ik de Tweede Kamer per brief8 hierover geïnformeerd naar aanleiding van door de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA,
CDA en CU ingediende moties.
Zoals ik in mijn brief schreef, is de verplichting tot openbaar aanbesteden – naast
decentralisatie van regionaal ov – in 2006 geïntroduceerd om een kwaliteitsverbetering
in het ov te bereiken.9 Onderzoek uit 2020 laat zien dat de prestaties in het openbaarvervoer sindsdien zijn
toegenomen en de reiziger een beduidend beter ov-aanbod heeft dan voor de invoering
van de Wp2000.10
Op dit moment staan de decentrale overheden voor lastige keuzes om hun concessies
weer in balans te brengen als gevolg van veranderde reizigerspatronen na corona, inflatie
en personeelstekorten. Dit is breed te zien voor zowel aanbestede als inbestede concessies.
Hierbij moet ook in ogenschouw genomen worden dat het oprichten van een provinciaal
vervoersbedrijf een ingrijpende en kostbare organisatorische verandering is.
Op dit moment zie ik geen aanleiding om samen te kijken naar de mogelijkheden om concessies
meer in eigen beheer te nemen. Ik heb geen signalen ontvangen vanuit provinciebesturen
dat zij de concrete wens hebben om een eigen vervoerbedrijf op te richten. Wel kijken
enkele fracties in provinciale staten van de provincies Overijssel en Limburg met
interesse naar het initiatiefwetsvoorstel van Kamerlid De Hoop wat zou moeten regelen
dat het oprichten van provinciale vervoerbedrijven mogelijk wordt. De provincie Limburg
heeft aangekondigd pas na de aanname van het initiatiefwetsvoorstel een onderzoek
te willen doen naar de kansen en bedreigingen van een eigen vervoersbedrijf.
Vraag 10
Wat gaat u ondernemen om afgehaakte reizigers in deze vervoersgebieden terug te winnen
voor het reizen per openbaar vervoer?
Antwoord 10
Het is van belang dat de personeelskrapte zo min mogelijk voelbaar is voor de reiziger.
Hierbij is het bieden van een betrouwbaar vervoersaanbod het meest van belang. Alhoewel
het afschalen van dienstregelingen in vervoersregio’s een pijnlijke beslissing is,
is dit de meest optimale manier om met deze noodgedwongen uitval om te gaan.
Ik zet mij in het Nationaal Openbaar Vervoerberaad (NOVB) in om tot een sector brede
aanpak te komen voor de personeelskrapte. Ik spreek daarom met decentrale overheden
en vervoersbedrijven over de aanpak die zij hebben voor de personeelskrapte en hoe
een sector brede aanpak eruit zou kunnen zien.
Als onderdeel van deze gesprekken heb ik de afgelopen maand ook gesproken met ov-personeel
dat recent is overgestapt uit een andere sector om beter inzicht te krijgen in de
goede en minder goede kanten van het werk in de ov-sector. Daarnaast heb ik een gesprek
gevoerd met de vakbonden over de aanpak van de personeelskrapte.
Daarnaast is de afgelopen begrotingsbehandeling € 300 mln. structureel beschikbaar
gemaakt voor het voorkomen van de voorziene prijsstijgingen in het regionaal openbaar
vervoer en voor het structureel verbeteren van de beschikbaarheid van het regionaal
openbaar vervoer. Dit stelt de provincies en vervoerregio’s in staat om maatregelen
te nemen die de beschikbaarheid en kwaliteit van het openbaar vervoer verbeteren en
er daarmee aan bijdragen dat de reizigers weer sneller teruggewonnen kunnen worden
voor het openbaar vervoer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.