Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over de invloed van Russisch geld op de Nederlandse politiek
Vragen van het lid Omtzigt (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de invloed van Russisch geld op de Nederlandse politiek (ingezonden 29 maart 2024).
Antwoord van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
1 april 2024).
Vraag 1
Heeft u aan de Tsjechische regering verzocht om de informatie over Russische financiering
voor Nederlandse politici te declassificeren? Zo ja, op welk moment en wat was het
antwoord? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
De AIVD is door zijn Tsjechische collega’s voorafgaand aan deze publicatie geïnformeerd
over het voornemen om op woensdag 27 maart hierover publiekelijk door de Tsjechische
regering een verklaring naar buiten te brengen. Het betreft hier een eigenstandige
afweging van Tsjechische zijde om hiertoe over te gaan. Aangezien het Tsjechische
inlichtingen betreft is het aan hen om te besluiten wat wel en niet openbaar gemaakt
mag worden. Het is dan ook aan de Tsjechische geheime dienst om hier tekst en uitleg
bij te geven.
Het kabinet heeft afgelopen weekend contact gelegd met de Tsjechische autoriteiten
om te vragen of ze voornemens zijn meer informatie openbaar te maken. Daarop is geantwoord
dat dat nu niet het geval is. Hierbij wordt verwezen naar de verklaring die is afgelegd
door de premier op 27 maart jl. en de verklaringen die op de websites van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken en BIS zijn geplaatst. Naast Tsjechië zelf zijn er in de verklaringen
geen specifieke Europese landen genoemd en daarmee ook Nederland, Nederlandse personen
of Nederlandse organisaties niet.
De AIVD werkt in zijn onderzoeken nauw samen met diverse collega-diensten. Waar nodig
wordt nadere informatie in de vorm van vragen en antwoorden met de Tsjechische dienst
uitgewisseld. Over wat in de inlichtingenkanalen wordt besproken kunnen in de openbaarheid
geen uitspraken worden gedaan.
Vraag 2
Indien deze informatie nu niet openbaar gemaakt kan worden, welke manier ziet u dan
om dat op enige wijze wel openbaar te maken?
Antwoord 2
Een groot deel van het werk van de AIVD verhoudt zich slecht tot de openbaarheid.
Dit deel van het werk van de dienst is gebaat bij geheimhouding en bronbescherming,
ook in het onderzoek naar heimelijke beïnvloedingsactiviteiten door statelijke actoren.
Ingaan op specifieke zaken kan daarom het werk van de diensten schaden en daarmee
de nationale veiligheid.
Wat ook speelt, is dat eventuele opvolging van door de AIVD verricht onderzoek bemoeilijkt
kan worden door openbaarmaking van persoonsgegevens. Mocht in een later stadium de
mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging aan de orde zijn dan kan het onderzoek
dat voor dergelijke vervolging noodzakelijk is ernstig worden gehinderd door het feit
dat iemand op de hoogte is van het feit dat hij of zij in verband wordt gebracht met
een strafbaar feit. Het is in een dergelijk geval aan het OM om al dan niet iemand
als verdachte aan te merken en daarover – via een dagvaarding – te informeren.
Zou het tot daadwerkelijke vervolging komen en een naam van een verdachte is door
de overheid al eerder openbaar gemaakt, dan kan een rechter eventueel overgaan tot
strafvermindering. Dit soort redenen verklaart dat parlementaire verantwoording hierover
plaatsvindt in de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD).
Vraag 3
Indien de informatie niet openbaar is, kan het Openbaar Ministerie (OM) dan vervolging
instellen indien er geheime informatie is over Russische financiering?
Antwoord 3
Mocht de AIVD in zijn onderzoek naar heimelijke beïnvloeding informatie tegenkomen
die van belang is voor de opsporing of vervolging van strafbare feiten, kan de AIVD
een ambtsbericht aan het Openbaar Ministerie (OM) uitbrengen zodat zij in staat worden
gesteld om eigenstandig een strafrechtelijk onderzoek op te starten. Indien het komt
tot een rechtszaak wordt het onderliggende ambtsbericht van de AIVD openbaar.
Indien het OM een ambtsbericht ontvangt waarbij het vermoeden ontstaat dat een ambtsdelict
is gepleegd door een Kamerlid of bewindspersoon, treedt een protocol van Ministerie
van Justitie en Veiligheid in werking. Op basis van de gevolgde stappen in het protocol
kan de regering besluiten om een opdracht tot vervolging te geven aan de procureur-generaal
van de Hoge Raad. Voorbeelden van ambtsmisdrijven zijn: (passieve) omkoping, verduistering,
lekken van staatsgeheime informatie.
Vraag 4
Kunt u een overzicht geven van de signalen en bewijzen van (directe of indirecte)
financiering uit Rusland voor Nederlandse politici en/of politieke partijen, die u
bezit en wat u daarmee gedaan heeft?
Antwoord 4
Waar het gaat over financiering van politieke partijen is de Wet financiering politieke
partijen leidend. Door het aanscherpen van deze wet is het sinds 1 januari 2023 voor
politieke partijen verboden om giften van niet-Nederlanders te ontvangen. Giften van
Nederlanders uit het buitenland zijn nog wel toegestaan. Bij de verantwoordingsstukken
over 2023, die partijen voor 1 juli 2024 moeten indienen, is dit verbod dus voor het
eerst van kracht. Ten aanzien van de verantwoording van politieke partijen op basis
van de Wfpp heb ik uw Kamer eerder geïnformeerd dat uit de vanaf 1 mei 2013 jaarlijks
openbaar gemaakte overzichten van giften en schulden van politieke partijen geen directie
gift of schuld blijkt uit de Russische Federatie.1
De praktijk zal moeten uitwijzen of de omzeiling van dit verbod een reële mogelijkheid
is. Als de regels uit de Wfpp worden overtreden, ben ik als toezichthouder op de Wfpp
bevoegd tot het opleggen van een bestuurlijke boete.
Als Minister van BZK houd ik geen toezicht op fracties in de Tweede Kamer of individuele
Kamerleden. Toezicht op fracties in de Tweede Kamer of op individuele Kamerleden is
geregeld in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer.
Waar het gaat over het inlichtingendomein, kan ik u geen overzicht geven van signalen
en bewijzen die zich binnen dat domein bevinden. Dit is in overeenstemming met de
eisen die de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv) 2017 stelt aan de
omgang met de wettelijke plicht tot geheimhouding van de werkwijze van de diensten,
waaronder de bescherming van bronnen en het actuele kennisniveau van de diensten.
De AIVD heeft evenwel voortdurend aandacht voor diverse vormen van heimelijke beïnvloeding
door statelijke actoren. De AIVD verricht hier op grond van haar wettelijke opdracht
onderzoek naar. In algemene zin kan ik in dit kader verwijzen naar wat in het Dreigingsbeeld
Statelijke Actoren2 is opgenomen over heimelijke (politieke) beïnvloedingsactiviteiten van diverse statelijke
actoren in het Westen, waaronder in Nederland. Deze activiteiten zetten de cohesie
binnen de Nederlandse samenleving, de EU en de NAVO onder druk.
Met name Rusland houdt zich bezig met heimelijke beïnvloeding gericht tegen het Westen.
Russische inspanningen richten zich onder meer op het creëren van een voor Rusland
welgevallig beeld: zowel in het publieke debat als in het politiek-bestuurlijke stelsel.
Daarnaast zijn de Russische inspanningen erop gericht de politieke eenheid in het
Westen te ondermijnen, onder meer door bestaande tegenstellingen te versterken.
Vraag 5
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het plenaire debat over het bericht dat volgens
de Tsjechische geheime dienst Rusland cash betaalde aan Nederlandse en Europese politici?
Antwoord 5
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.