Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Eijk en Idsinga over het bericht 'A historic step’: G20 discusses plans for global minimum tax on billionaires'
Vragen van de leden Van Eijk (VVD) en Idsinga (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «A historic step: G20 discusses plans for global minimum tax on billionaires» (ingezonden 7 maart 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 28 maart 2024)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «A historic step: G20 discusses plans for global minimum
tax on billionaires»?1
Antwoord 1
Ja, daarmee ben ik bekend.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het idee om voortbordurend op de wereldwijde minimumbelasting voor
multinationals een vergelijkbare wereldwijde minimumbelasting voor miljardairs te
verkennen?
Antwoord 2
Ik heb in eerdere correspondentie met uw Kamer aangegeven dat verkend wordt of er
in internationaal en Europees verband afspraken gemaakt kunnen worden over de belastingheffing
van zogenoemde «high net worth individuals» (HNWI’s).2 In de kabinetsappreciatie van het Global Tax Evasion Report 2024 is onder andere
nader ingegaan op deze verkenning en het voorstel van de onderzoekers van het rapport
voor een wereldwijde minimumbelasting voor miljardairs. In de kabinetsreactie is aangegeven
dat Nederland meermaals richting de OESO heeft aangegeven dat de belastingheffing
van HNWI’s voor Nederland een prioriteit is. Er lijkt momentum te zijn hiervoor. Er
lijkt momenteel steun te zijn vanuit enkele andere landen om dit onderwerp in OESO-verband
te bespreken. Momenteel is de OESO echter nog druk bezig met het afronden van de pijlers.
Voor het behouden en verkrijgen van meer draagvlak is het verstandig, en tevens de
inzet van Nederland, om in internationaal verband stapsgewijs de problematiek en mogelijke
beleidsoplossingen te onderzoeken voordat stevig voor een bepaalde oplossingsrichting
gepleit wordt. Daarmee geeft het kabinet opvolging aan de moties van de leden Van
der Lee en Alkaya.
Vraag 3
Is Nederland tot dusver betrokken geweest bij de genoemde bespreking of de totstandkoming
van het Europese standpunt hierin? Zo ja, wat is de Nederlandse inbreng geweest?
Antwoord 3
Nederland is dit jaar niet direct betrokken bij G20-discussies over belastingen, omdat
Nederland van G20-voorzitter Brazilië geen volledige uitnodiging heeft ontvangen voor
deelname aan de G20. De EU-inzet voor de G20-bijeenkomst van Ministers van Financiën
en Presidenten van Centrale Banken (FMCBG) die plaatsvond op 28–29 februari is zoals
gebruikelijk afgestemd via de «EU Terms of Reference for the FMCBG». In die «EU Terms
of Reference» is opgenomen dat de EU openstaat voor het overwegen van thema’s op het
gebied van belastingen en ongelijkheid. Nederland heeft ingestemd met de «EU Terms
of Reference».
Vraag 4
Wat zijn de meest gebruikte methodes die door miljardairs gebruikt worden om het betalen
van een eerlijk deel van hun inkomen aan belasting zoveel mogelijk te ontlopen? Zou
een wereldwijde minimumbelasting hier een oplossing voor kunnen bieden?
Antwoord 4
Het voorstel van de Franse Minister van Financiën tijdens de G20 is gebaseerd op het
voorstel voor een wereldwijde minimumbelasting voor miljardairs uit het Global Tax
Evasion Report 2024 van het EU Tax Observatory. De onderzoekers beschrijven in het
rapport hoe voor deze groep een lage belastingdruk kan ontstaan. In de kabinetsreactie
op het rapport wordt uitgebreid ingegaan op hun analyse. Voor de beantwoording van
deze vraag wordt daarom naar deze kabinetsreactie verwezen.
Vraag 5
In hoeverre is belastingontwijking door miljardairs op dit moment in beeld? Hoeveel
belastinginkomsten worden wereldwijd misgelopen als gevolg van belastingontwijking
door deze groep?
Antwoord 5
Er is een onderscheid tussen belastingontwijking (tax evasion) en belastingontduiking
(tax avoidance). Een vorm van belastingontduiking is vermogen te verhullen door deze
te stallen in belastingparadijzen en deze niet op te geven voor de inkomstenbelasting
(box 2 en box 3). In de literatuur zijn voor bepaalde landen wel enkele schattingen
beschikbaar van de omvang van verhuld vermogen, bijvoorbeeld naar aanleiding van inkeerregelingen
waarbij belastingplichtigen alsnog vrijwillig hun eerdere, onjuiste belastingaangiften
kunnen verbeteren zonder dat zij een boete ontvangen.
Bij belastingontwijking maken belastingplichtigen op een niet-beoogde wijze gebruik
van de mogelijkheden die belastingstelsels bieden. Het is lastig de totale omvang
van belastingontwijking zowel binnenlands als wereldwijd te meten, aangezien hier
geen eenduidige definitie voor valt te geven. Er moet eerst concreet worden gemaakt
welke fiscale constructie of planning als belastingontwijking kan worden bestempeld
om dan vervolgens te onderzoeken in welke mate dit voorkomt. Daarbij is er sprake
van verschillende vormen van belastingontwijking. Om vervolgens schattingen te maken
zijn internationale informatie-uitwisseling en transparantie onontbeerlijk.
Vraag 6
Zijn er cijfers of schattingen over misgelopen inkomsten in Nederland als gevolg van
deze vorm van belastingontwijking? Wat zou de opbrengst van een dergelijke minimumbelasting
voor miljardairs in Nederland kunnen zijn?
Antwoord
Er is geen raming van de opbrengst van een minimumbelasting voor miljardairs in Nederland.
Daarbij zou ook moeten worden gekeken wat de grondslag voor een dergelijke belasting
zou moeten zijn.
Vraag 7
Deelt u de opvatting dat het aanpakken van belastingontwijking het meest effectief
kan plaatsvinden in samenwerking met andere (Europese of OESO) landen en dat dit initiatief
daarom gestimuleerd moet worden?
Antwoord 7
Het aanpakken van internationale belastingontwijking door HNWI’s is uiteraard alleen
effectief als dat in internationaal samenwerkingsverband gebeurd, net zoals de aanpak
van internationale belastingontwijking door multinationals. Dit sluit echter de aanpak
van binnenlandse onevenwichtigheden in het belasten van (inkomen uit) vermogen niet
uit. De oorsprong van belastingontwijking door HNWI’s zit hem in het gegeven dat in
veel landen de effectieve belastingdruk op (inkomen uit) vermogen veel lager ligt
dan die op inkomen uit arbeid. Dit komt met name ondernemers (directeur-grootaandeelhouders
en IB-ondernemers) en aanmerkelijk belanghouders in het algemeen ten goede. In veel
landen zie je dan ook dat de top 1% rijkste huishoudens met name ondernemers en aanmerkelijk
belanghouders kent. Naar aanleiding van het IBO Vermogensverdeling heeft dit (demissionaire)
kabinet flinke stappen gezet in het evenwichtiger belasten van inkomen uit arbeid
en vermogen.
Vraag 8
Bent u bereid om aan te sluiten bij dit initiatief om de mogelijkheden voor een wereldwijde
minimumbelasting voor miljardairs te verkennen en om hierin samen met gelijkgestemde
landen in EU-, OESO- en G20-verband voor te pleiten?
Antwoord 8
Zoals aangegeven in de beantwoording van de tweede vraag, heeft Nederland meermaals
richting de OESO aangegeven dat de belastingheffing van HNWI’s voor Nederland een
prioriteit is. Er lijkt momentum te zijn hiervoor. Er lijkt momenteel steun te zijn
vanuit enkele andere landen om dit onderwerp in OESO-verband te bespreken. Momenteel
is de OESO echter nog druk bezig met het afronden van de pijlers. Voor het behouden
en verkrijgen van meer draagvlak is het verstandig, en tevens de inzet van Nederland,
om in internationaal verband stapsgewijs de problematiek en mogelijke beleidsoplossingen
te onderzoeken voordat stevig voor een bepaalde oplossingsrichting gepleit wordt.
Daarmee geeft het kabinet opvolging aan de moties van de leden Van der Lee en Alkaya.
Vraag 9
Welke nationale mogelijkheden zijn er om, vooruitlopend op de totstandkoming van een
dergelijke minimumbelasting, de handhaving in eigen land te verbeteren om belastingontwijking
door miljardairs tegen te gaan?
Antwoord 9
Ik wil bij de beantwoording van deze vraag net als bij de beantwoording van vraag
5 graag een onderscheid maken tussen belastingontwijking en belastingontduiking. De
term «handhaving» lijkt namelijk op belastingontduiking te duiden, waarbij belastingplichtigen
in strijd met de wet de wet handelen. Ik veronderstel dat op belastingontwijking gedoeld
wordt, waarbij belastingplichtigen op een niet-beoogde wijze gebruik maken van de
mogelijkheden die de fiscaliteit kan bieden.
Het kabinet heeft in de afgelopen jaren veel maatregelen genomen om belastingontwijking
door bedrijven (waarvan de bedoelde miljardairs aandeelhouder kunnen zijn en in zoverre
qua doelgroep overlappen) tegen te gaan en om het evenwicht in het belasten van inkomen
uit arbeid en vermogen te verbeteren. De kabinetsappreciatie van het Global Tax Evasion
Report 2024 bevat een uitgebreid overzicht van de maatregelen die zijn getroffen.
Het kabinet blijft ook nationale stappen zetten tegen belastingontwijking. Het kabinet
wil bijvoorbeeld het opknippen van activiteiten over verschillende vennootschappen
aanpakken door de drempel van de earningsstrippingmaatregel specifiek voor vastgoedlichamen
met (aan derden) verhuurd vastgoed buiten toepassing te laten en onderzoekt nog verschillende
concrete maatregelen voor de aanpak van opmerkelijke belastingconstructies die in
de inventarisatie van belastingconstructies naar voren zijn gekomen. Ik verwijs naar
de Kamerbrief van 19 september 2023 voor het volledige overzicht van geïnventariseerde
constructies.3
Vraag 10
Kunt u deze vragen één voor één en uiterlijk twee weken voor het commissiedebat internationale
fiscaliteit op 18 april 2024 beantwoorden?
Antwoord 10
De vragen zijn afzonderlijk en voorafgaand aan het commissiedebat internationale fiscaliteit
beantwoord. Het was vanwege het vervroegen van het commissiedebat niet mogelijk om
volledig tegemoet te komen aan de gevraagde termijn van twee weken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.