Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bruyning over het rapport ‘Eenzaam gesloten’ van Jason Bhugwandass
Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contact) aan de Minister voor Rechtstbescherming en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het rapport «Eenzaam gesloten» van Jason Bhugwandass (ingezonden 13 maart 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
26 maart 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «Eenzaam gesloten van Jason Bhugwandass over de ZIKOS
afdelingen in de gesloten jeugdzorg» dat vandaag, 12 maart 2024, is gepresenteerd?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u zich nog herinneren dat de omstreden jeugdinstelling Woodbrookers in het Friese
Kortehemmen dicht zou gaan, nadat een schokkend rapport openbaar werd gemaakt waaruit
bleek dat stelselmatig kinderen werden mishandeld?1
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Heeft u er kennis van genomen dat in de media opnieuw in een tweetal instellingen
waar kinderen civielrechtelijk zijn geplaatst, vergelijkbare fundamentele rechten
van kinderen, net als in de Woodbrookers, ernstig zijn geschonden?2
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Wat vindt u ervan, dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten van de laatste bevindingen
over wat er met kinderen gebeurt in de instellingen voor gesloten jeugdzorg, zo geschrokken
is dat de aangesloten gemeenten er geen kinderen meer willen plaatsen?3
Antwoord 4
Het besluit om nu geen kinderen te plaatsen op de ZIKOS-locaties steun ik.
Vraag 5
Wat vindt u ervan, dat Bart Tromp, docent en onderzoeker bij de Rijksuniversiteit
Groningen maar ook kinderrechter, eerder al publiekelijk het besluit nam om kinderen
niet meer te plaatsen in een instelling waar fundamentele rechten van kinderen en
ouders worden geschonden?4
Antwoord 5
Het is aan de rechter om te beslissen op een verzoek tot het verlenen van een machtiging
gesloten jeugdhulp. Als een rechter een machtiging gesloten jeugdhulp verleent, is
het aan de instantie die de machtiging ten uitvoer brengt om te bepalen waar een kind
wordt geplaatst. Dit is veelal een gecertificeerde instelling. Het komt zeer sporadisch
voor dat een rechter in de beschikking concreet benoemt welke verblijfplaats binnen
de grenzen van het verzochte een verleende machtiging (niet) is bedoeld. In de overwegingen
van individuele rechters die daaraan ten grondslag liggen, kan ik niet treden.
Vraag 6
Deelt u de mening dat met de nu beschikbare informatie over de ernstige tekortkomingen
in de instellingen voor gesloten jeugdzorg, inmiddels niet meer kan worden gesproken
van incidenten, maar dat er sprake is van een structureel probleem, dat hieruit bestaat
dat bij gebrek aan voldoende gekwalificeerd personeel uit onmacht buitenwettelijke
vrijheidsbenemende of vrijheidsbeperkende maatregelen worden genomen?
Antwoord 6
Om te zorgen dat de gesloten jeugdhulp structureel beter wordt, hebben we afgesproken
dat de instellingen in 2025 kleinschalig werken en dat we in 2030 zo dichtbij mogelijk
nul gesloten plaatsingen zijn. Over hoe we dat willen bereiken staat in het Uitvoeringsplan
af- en ombouw gesloten jeugdhulp ontvangen.5 De getuigenissen uit «Eenzaam gesloten» moeten ons aansporen met alle partijen een
extra stap bij te zetten en de krachten te bundelen. In de brief die u gelijktijdig
met deze antwoorden ontvangt ter voorbereiding van het debat op 28 maart staan de
acties waarover ik met gemeenten en aanbieders voor de zomer bestuurlijke afspraken
wil maken.
Vraag 7
Als u dat niet vindt, welk antwoord heeft u dan op het structurele karakter van de
tekortschietende zorg dat ontstaat door personeelsgebrek en onmacht om jongeren een
veilige omgeving te bieden waar zij voor hun problemen kunnen worden behandeld?
Antwoord 7
Zoals hierboven genoemd moeten de getuigenissen uit «Eenzaam gesloten» ons aansporen
met alle partijen een extra stap bij te zetten en de krachten te bundelen. In de brief
die u gelijktijdig met deze antwoorden ontvangt ter voorbereiding van het debat op
28 maart staan de acties waarover ik met gemeenten en aanbieders voor de zomer bestuurlijke
afspraken wil maken.
Vraag 8
Is het openhouden van de instellingen nu nog aanvaardbaar gelet op de structurele
schending van kinder- en mensen rechten die ermee gepaard gaan, gelet op het feit
dat de regering eerder heeft besloten dat de gesloten jeugdzorg voor jongeren die
zonder behandeling een risico voor zichzelf of hun omgeving vormen, moet worden afgebouwd
en in 2030 volgens een kabinetsbesluit geen enkele jongere nog in de gesloten jeugdzorg
moet zitten?
Antwoord 8
Op dit moment geldt voor de ZIKOS-locaties van beide instellingen een cliëntenstop.
In de brief die de Tweede Kamer separaat ontvangt ter voorbereiding op het debat op
28 maart 2024 staat dat ik voornemens ben met gemeenten en aanbieders voor de zomer
de afspraak te maken dat van de locaties gesloten jeugdhulp de locaties die voorheen
een justitiële inrichting waren afgestoten moeten worden. Beide ZIKOS-locaties bevinden
zich in dergelijke gebouwen.
Vraag 9
Als u dat aanvaardbaar vindt, kunt u dan uitleggen hoe zich dat verhoudt met de verdragsrechtelijke
taak van de overheid om kinderen juist te beschermen tegen mishandeling die zij in
de instellingen ondergaan?
Antwoord 9
Ongerechtvaardigde of niet-toegestane vrijheidsbeperkende maatregelen zijn volstrekt
af te keuren. Met het oog op een betere bescherming van jeugdigen in de gesloten jeugdhulp
heb ik de Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp opgesteld. Deze is sinds 1 januari
2024 van kracht en vormt de wettelijke basis voor het toepassen van vrijheidsbeperkende
maatregelen in de gesloten jeugdhulp. Uitgangspunt bij de toepassing van vrijheidsbeperkende
maatregelen is het «nee, tenzij-beginsel»: een vrijheidsbeperkende maatregel wordt
niet toegepast tenzij er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het proportioneel
is en naar verwachting effectief. De wet is getoetst aan de Grondwet en internationale
en Europeesrechtelijke verdragen, zoals het Europees Verdrag tot bescherming van de
rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), het VN-Verdrag inzake de
rechten van het kind (IVRK) en het VN-Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten
(IVBPR).
Vraag 10
Als u nog steeds vindt dat het openhouden van de instellingen aanvaardbaar is, hoe
wordt dan voorkomen dat nieuwe incidenten zich blijven voordoen?
Antwoord 10
Zoals hierboven verwoord vind ik dat de gebouwen van voormalige justitiële inrichtingen
met voorrang afgestoten moeten worden. Daarover wil ik met gemeenten en aanbieders
afspraken over maken. Voor de rest van de gesloten jeugdhulp werken we toe naar kleinschaligheid
en dat vrijheidsbeperkende maatregelen steeds minder worden ingezet.
Vraag 11
Is het juist dat ten tijde van het onderzoek naar de misstanden in de Woodbrookers,
de Inspectie ook al Zikos op het oog had als een instelling waar de veiligheid van
geplaatste jongeren niet was geborgd?
Antwoord 11
Ten tijde van de aandacht op Woodbrookers liep het toezicht van de inspectie op de
gesloten jeugdhulp. Dit resulteerde op 29 februari 2024 in een Factsheet6. IHUB en Pactum, en daarmee de ZIKOS-afdelingen, waren onderdeel van dit toezicht.
Het toezicht naar de gesloten jeugdhulplocatievoorziening van iHUB ’t Anker op locatie
Harreveld is in januari 2024 gepubliceerd.7 De ZIKOS afdelingen zijn bij dit toezicht betrokken. Specifiek voor de zeer intensieve
kortdurende observatie en stabilisatie (ZIKOS) heeft de inspectie verbeterpunten benoemd
over het insluiten van jongeren op hun kamer (overdag en in de nacht), over de inrichting
van de Extra Beveiligde Kamer (EBK) en het ontbreken van toereikend behandelaanbod
voor jongeren met psychiatrische problemen. Om dergelijke verbeterpunten adequaat
te kunnen aanpakken, heeft de inspectie in dit rapport aangedrongen op lokale of landelijke
besluitvorming rond het voortbestaan van de ZIKOS-afdeling. De inspectie heeft iHUB
om een verbeterplan gevraagd, onder andere over het terugdringen van vrijheidsbeperkende
maatregelen.
Het toezicht naar de gesloten jeugdhulp van Pactum, locatie Zetten is in februari
2024 gepubliceerd.8 De ZIKOS-afdeling is bij dit toezicht betrokken. De inspectie constateerde dat Pactum,
locatie Zetten op een groot aantal onderdelen niet aan de Veldnormen terugdringen
vrijheidsbeperkende maatregelen voldoet (waaronder kamerplaatsing) en dat hierop verbetering
nodig is. De inspectie heeft ook Pactum om een verbeterplan gevraagd, onder andere
over het terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen. Ook in dit rapport dringt
de inspectie aan op het op orde brengen van de randvoorwaarden om bijvoorbeeld het
open laten van de kamerdeuren van jongeren mogelijk te maken.
Kort na het ontvangen van de signalen van een ervaringsdeskundige over de ZIKOS heeft
de inspectie op 15 februari 2024 opnieuw toezicht uitgevoerd, dit keer specifiek bij
de ZIKOS-afdelingen van iHUB en Pactum.9 Het toezicht naar de ZIKOS-afdelingen naar aanleiding van recente signalen is nog
niet afgerond, daar werkt de IGJ nu hard aan. Tot de openbaarmaking van de inspectierapporten kan de IGJ niet verder ingaan op de bevindingen en het toezicht.
Vraag 12
Is het juist dat de Inspectie niet heeft ingegrepen vanuit de overtuiging dat het
belang van het gesloten kunnen plaatsen van kinderen, opweegt tegen de belangen van
een kind dat door mishandeling in die instelling wordt gedupeerd?
Antwoord 12
Dit is niet juist. De inspectie constateert al jaren dat het aan passend aanbod voor
deze kinderen ontbreekt. Dat de jeugd-ggz hier een grotere rol zou moeten spelen,
dat er onvoldoende deskundig personeel is en er nog steeds te veel vrijheidsbeperkende
maatregelen worden ingezet. De inspectie benoemde de complexiteit van problematiek
en het gebrek aan alternatieven voor deze kinderen.
Op 29 februari 2924 heeft de Inspectie een Factsheet over het toezicht op de JeugdzorgPlus
gepubliceerd.10 IHUB en Pactum, en daarmee de ZIKOS-afdelingen, waren onderdeel van dit toezicht.
In dit thematisch toezicht heeft de inspectie de instellingen gevraagd een verbeterplan
te maken. Een complicerende factor voor de instellingen is de onduidelijkheid over
de continuïteit van de (afdelingen van de) instellingen en de vraag of en hoe de instellingen
de doelgroep blijven bedienen. Dit wacht op regionale en/of landelijke besluitvorming.
Vraag 13
Hoe kan het dat de Woodbrookers, die gelet op de geconstateerde tekortkoming publiekelijk
aankondigde te zullen sluiten en met die aankondiging verdere interventies door de
Inspectie en politieke druk om te sluiten weg wist te nemen, nooit is dichtgegaan
en een doorstart heeft gemaakt onder een andere naam?
Antwoord 13
Jeugdhulp Friesland heeft in oktober 2023 aangegeven dat zij voornemens was per 1 juli
2024 de gesloten jeugdhulp bij de locatie de Woodbrookers te sluiten. De aanbieder
gaf destijds aan dat te doen uit de door hen ervaren politieke wens om de afbouw van
dergelijke locaties te versnellen. De Friese gemeenten hebben daarop als opdrachtgever
voor de uitvoering van de Jeugdwet Jeugdhulp Friesland gemeld dat bij sluiting van
deze gesloten jeugdhulpplekken Jeugdhulp Friesland voor voldoende «gesloten plekken»
moet zorgen op een wijze die aansluit bij de huidige zienswijze op gesloten jeugdhulp
en de wettelijke vereisten. Daar heeft Jeugdhulp Friesland gevolg aan gegeven. Dat
gebeurt weliswaar op dezelfde locatie, maar niet meer in de gesloten setting die het
was. Dus geen oude wijn in nieuwe zakken, maar een wezenlijk andere voorziening met
voor een belangrijk deel nieuwe mensen. De gemeente Leeuwarden ziet daar nauw op toe.
Vraag 14
Hoe verhoudt dit zich met het hiervoor bedoelde kabinetsbesluit?
Antwoord 14
De Friese gemeenten hebben Jeugdhulp Friesland gevraagd te zorgen voor voldoende «gesloten
plekken» op een wijze die aansluit bij de huidige zienswijze. Dat houdt in kleinschalig
en met zo mijn mogelijk vrijheidsbeperkende maatregelen. Dat past in het beleid om
de gesloten jeugdhulp te transformeren naar kleinschalige georganiseerde voorzieningen
en dat we in 2030 zo dichtbij mogelijk bij nul gesloten plaatsingen willen zijn.
Vraag 15
Is nog te rechtvaardigen dat tot 2030 wordt gewacht met het beëindigen van deze hulp?
Antwoord 15
De doelstelling is dat we in 2030 zo dichtbij mogelijk nul gesloten plaatsingen zijn.
Dat betekent niet dat we wachten tot die tijd met het sluiten van accommodaties gesloten
jeugdhulp. Zoals hierboven vermeld wil ik voor de zomer afspraken maken met gemeenten
en aanbieders over het sluiten van accommodaties.
Vraag 16
Waarom vindt u nog steeds dat het opsluiten van kinderen een vorm van jeugdhulp is?
Antwoord 16
Het plaatsen van een jeugdige in een instelling voor gesloten jeugdhulp gebeurt om
te voorkomen dat de jeugdige zich onttrekt of onttrokken wordt aan de noodzakelijke
jeugdhulp. In het Factsheet van de IGJ staan verschillende voorbeelden waarin voor
een (beperkte) groep jongeren met complexe problemen vrijheidsbeperking op maat nodig
blijft om hen bescherming te kunnen bieden en/of ontwikkelingsbedreiging weg te nemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.