Schriftelijke vragen : De P-scenariosets en hun impact op pensioencommunicatie en beleggingsbeleid
Vragen van het lid Joseph (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over de P-scenariosets en hun impact op pensioencommunicatie en beleggingsbeleid (ingezonden 22 maart 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de analyses van Bob Galesloot1 en Jelle Mensonides2 en het artikel «De Kunst van Balanceren: Risicohouding in de Wtp»?3
Vraag 2
Klopt het dat de 1-jaars rente aan het begin van het eerste scenariojaar van de P-scenarioset
van 2024Q1 gelijk is aan 3,3%, aan het begin van het tweede scenariojaar (rekenkundig)
gemiddeld –0,2% is en aan het begin van het derde scenariojaar gemiddeld 1,3%? Zo
nee, wat zijn volgens u de juiste getallen?
Vraag 3
Klopt het dat de 30-jaars rente aan het begin van het eerste scenariojaar van de P-scenarioset
van 2024Q1 gelijk is aan 2,2%, aan het begin van het tweede scenariojaar (rekenkundig)
gemiddeld 0,6% is en aan het begin van het derde scenariojaar gemiddeld 1,8%? Zo nee,
wat zijn volgens u de juiste getallen?
Vraag 4
Hoe verklaart u de in de scenarioset 2024Q1 waargenomen «rentedip»?
Vraag 5
Beseft u dat een «rentedip», zoals beschreven in vraag 2 en 3, zorgt voor een verwacht
beschermingsrendement voor een dertigjarige van circa 100% in scenariojaar 1 en circa
–40% in scenariojaar 2?
Vraag 6
Vindt u dit soort uitkomsten zoals beschreven in vraag 5 realistisch voor een «verwacht
gemiddeld» economisch scenario?
Vraag 7
Klopt het dat de langetermijnvolatiliteit van aandelen (gemeten als de volatiliteit
in scenariojaar4 in de scenario's gelijk was aan circa 14% in de sets van 2023Q1 en 2023Q2, gelijk
aan circa 18% in 2023Q3 en 2023Q4 en gelijk aan circa 20% in 2024Q1? Zo nee, wat zijn
volgens u de juiste getallen?
Vraag 8
Klopt het dat de volatiliteit van aandelen als gemeten via de VSTOXX (de marktdata
die zijn toegevoegd in de recente methodiek) juist is gedaald in 2023, van 21% aan
het begin van 2023Q1 naar 14% aan het begin van 2024Q1 (tussenstappen: 19%, 14%, 18%)?
Zo nee, wat zijn volgens u de juiste getallen?
Vraag 9
Hoe verklaart u het feit dat de langetermijnvolatiliteit van aandelen in de scenariosets
in een jaar met praktisch 50% is gestegen, terwijl de marktdata waar deze op gebaseerd
zou moeten zijn juist een daling van de (kortetermijn)volatiliteit weergeven?
Vraag 10
Bent u zich ervan bewust dat pensioenuitvoerders deze scenariosets moeten gebruiken
in de communicatie van (verwachte) pensioenbedragen aan deelnemers?
Vraag 11
Bent u zich ervan bewust dat voor een dertigjarige deelnemer de verhouding tussen
het voorgeschreven goedweer- en slechtweerscenario 4:1 kan zijn bij de 2023Q1 scenarioset,
maar 10:1 bij de 2024Q1 set?
Vraag 12
Acht u het een accurate weergave van de werkelijkheid dat het pensioen dat een deelnemer
over veertig jaar krijgt het afgelopen jaar circa 2,5 keer risicovoller is geworden?
Kunt u dat toelichten?
Vraag 13
Bent u zich ervan bewust dat pensioenuitvoerders deze scenariosets ook moeten gebruiken
voor de berekening van de maatstaven van de risicohouding op basis waarvan pensioenfondsen,
als zij de vooraf afgesproken grenzen overschrijden, hun beleggingsbeleid moeten wijzigen
volgens Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling,
artikel 14d, lid 1?
Vraag 14
Bent u zich ervan bewust dat de model-aanname van een stijging van de volatiliteit
van aandelenrendementen (en rentebewegingen) in de voorgeschreven economische scenariosets
een vergelijkbare stijging van de berekende (langetermijn)risicomaatstaf teweegbrengt?
Vraag 15
Klopt het dat een uitvoerder met een beleid waarmee in 2023Q1 exact aan de risicomaatstaf
wordt voldaan voor een cohort in de opbouwfase (de risicoblootstelling is gelijk aan
de risicomaatstaf), daar bij ongewijzigd beleid in 2024Q1 opeens niet meer aan voldoet,
en 20–30% van zijn zakelijke waarden zou moeten omruilen in vastrentende waarden om
daar weer aan te voldoen?
Vraag 16
Indien uw antwoord op vraag 15 nee is, kunt u aangeven wat volgens u het effect op
de risicomaatstaf zou zijn voor een hypothetisch pensioenfonds met bij aanvang alleen
maar vijftigjarige deelnemers, waarbij voor 60% belegd is in aandelen (geen diversificatie)
en dat het nominale renterisico volledig heeft dichtgezet, onder de aannames dat alle
deelnemers sterftekansen hebben gelijk aan de meest recente AG-prognosetafel (startjaar
2024), dat er geen carriѐreontwikkeling wordt verondersteld en dat alle deelnemers
bij aanvang een kapitaal van € 200.000 hebben en een beschikbare (jaar)premie van
€ 10.000 tot pensioenleeftijd 67?
Vraag 17
Acht u het wenselijk dat pensioenuitvoerders hun (langetermijn)beleggingsbeleid mogelijk
jaarlijks drastisch moeten aanpassen als gevolg van een nieuw gepubliceerde scenarioset
en kunt u dat toelichten?
Vraag 18
Is het de bedoeling van wetgeving omtrent risicohouding (geweest) dat pensioenuitvoerders
(zeer) frequent herbalanceren?
Vraag 19
Herkent u zich in de constatering in het artikel van Potter van Loon e.a. dat de verwachtingsmaatstaf
voor een cohort als gevolg van een nieuwe scenarioset kan veranderen van 40% naar
32%, zelfs bij een beleggingsbeleid met volledige afdekking van het renterisico?
Vraag 20
En zo nee in antwoord op vraag 19, kunt u aangeven wat volgens u de verwachtingsmaatstaf
is bij de scenariosets van 2022Q1, 2023Q1 en 2024Q1 voor het hypothetische pensioenfonds
dat in vraag 16 werd beschreven?
Vraag 21
Hoe verklaart u dat ook de verwachtingsmaatstaf sterk verandert en dat deze zelfs
verandert bij volledige afdekking van het renterisico?
Vraag 22
Acht u het wenselijk dat een pensioenuitvoerder in een jaar plotseling meer beleggingsrisico
moet nemen om aan de verwachtingsmaatstaf te voldoen bij een nieuwe gepubliceerde
scenarioset? Kunt u dat toelichten?
Vraag 23
Kunt u bevestigen dat de inflatie is gemodelleerd op basis van de observaties in de
jaren 2000 t/m 2020, zoals Jelle Mensonides aangeeft in zijn artikel?
Vraag 24
Klopt het dat in de scenarioset van 2024 Q1 het aantal trekkingen met een inflatiecijfer
boven de 12% in de totale scenarioset van 2 miljoen cijfers 0,02% is en dat dus de
afgelopen twintig jaar een inflatie is geobserveerd die volgens het model minder dan
eens per millennium plaatsvindt?
Vraag 25
Bent u van mening dat het model hiermee een accurate weergave geeft van het werkelijke
reële risico van uitkeringen in de communicatie naar deelnemers en van de berekeningen
van de risicohoudingmaatstaven om het beleggingsbeleid aan te toetsen? Kunt u dat
toelichten?
Vraag 26
Wilt u aan De Nederlandsche Bank (DNB) – die de scenarioset elk kwartaal publiceert
– vragen om de code en de gebruikte data te openbaren waarmee de economische scenariosets
worden gegenereerd (open source maken), opdat iedereen inzicht kan krijgen in de exacte
werking van het model? Zo nee, waarom niet?
Vraag 27
Wilt u aan DNB vragen om bij het uitbrengen van een nieuwe scenarioset een kwantitatief
en een kwalitatief overzicht te geven van de veranderingen ten opzichte van de laatste
scenarioset?
Vraag 28
Wie is op dit moment eigenaar van de methodiek achter het genereren van de scenariosets?
En wie is verantwoordelijk voor de correctheid daarvan?
Vraag 29
Acht u deze scenariosets geschikt voor het gebruik voor communicatie aan deelnemers
van hun verwachte pensioenen in goed-, verwacht- en slechtweer en kunt u dat toelichten?
Vraag 30
Acht u deze scenariosets geschikt voor het vaststellen van onder- en bovengrenzen
op risicomaatstaven van de risicohouding en het toetsen hierop, waarna pensioenfondsen
mogelijk verplicht hun beleggingsbeleid moeten aanpassen en kunt u dat toelichten?
Vraag 31
Kunt u de vragen één voor één beantwoorden voor het commissiedebat Pensioenonderwerpen
van 4 april?
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen -
Indiener
Agnes Joseph, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.