Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de non-papers bij de geannoteerde Agenda JBZ-Raad 4-5 maart 2024 (Kamerstuk 32317-872)
2024D11219 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd over de non-papers bij de geannoteerde Agenda JBZ-Raad 4–5 maart 2024 (Kamerstuk
32 317, nr. 872).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Van Nispen
Adjunct-griffier van de commissie,
Meijer
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
II Reactie van de bewindspersonen
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Work on the Common European Asylum System (CEAS) after the Pact
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie stellen graag enkele vragen ter verduidelijking
van de Nederlandse inzet als het gaat om het gemeenschappelijk Europees asielstelsel.
Kan de Staatssecretaris nader toelichten wat hij verstaat onder «explore migration
conditionality» als het gaat om prikkels voor lidstaten, zodat ze volledig bijdragen
aan de migratieprioriteiten van de Europese Unie (EU)? Deze leden lezen dat Nederland
graag een grondige herziening ziet wat betreft het concept veilig derde land, inclusief
«out-of-the-box arrangements». Kan de Staatssecretaris concreet toelichten wat voor
soort regelingen hieronder kunnen vallen? Wat voor soort versobering heeft de Staatssecretaris
in gedachten als het gaat om opvangvoorzieningen voor mensen uit veilige landen van
herkomst? Kan de Staatssecretaris uiteenzetten of het uitsluiten van de opvang überhaupt
wettelijk mogelijk is, zoals Nederland dat nu voorstelt in de non-paper?
EU commission 2024–2029 – external dimension of migration – elements for an ambitious
partnership approach
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de EU, waar nodig, negatieve maatregelen
niet uit de weg moet gaan als de samenwerking op het gebied van migratie vastloopt.
Kan de Staatssecretaris toelichten aan wat voor soort maatregelen hierbij gedacht
kan worden? Kan de Staatssecretaris een voorbeeld geven van positieve uitkomsten in
het verleden van dergelijke negatieve maatregelen, zowel in EU-verband als voor de
Nederlandse inzet in relatie tot andere landen? Hoeveel dergelijke voorbeelden zijn
er, zo vragen deze leden.
Key elements for a futureproof Schengen
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat Nederland ervoor pleit dat de Europese
Commissie (EC) in een situatie van hoge migratiedruk binnen het Schengengebied, een
aanbeveling moet doen om op risico gebaseerde steekproeven in te zetten door desbetreffende
lidstaten. Tegelijkertijd constateren deze leden dat een herinvoering van grenscontroles
binnen de Schengenzone alleen mogelijk is als er sprake is van een ernstige bedreiging
van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid. In hoeverre acht de Staatssecretaris
een scenario, waarbij een hoge migratiedruk daadwerkelijk leidt tot een ernstige bedreiging
van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid reëel? Welke indicaties ziet de
Staatssecretaris op dit moment om rekening te houden met een dergelijk scenario en
dus te pleiten voor steekproeven? Tenslotte lezen deze leden dat Nederland pleit voor
een mogelijke uitbreiding van het mandaat van Frontex om ook secundaire migratie binnen
de EU tegen te gaan. Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat de inzet allereerst
zou moeten zijn om de aanhoudende zorg over mensenrechtenschendingen weg te nemen,
alvorens Frontex een rol te laten spelen bij het tegengaan van secundaire migratie
binnen de EU? Zo nee, waarom niet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie zijn positief over de Nederlandse inzet op terugkeersamenwerking.
Wel vragen deze leden wat de concrete Nederlandse inzet gaat zijn op de genoemde negatieve
maatregelen, indien landen niet met terugkeersamenwerking mee willen werken. Op wat
voor concrete maatregelen zet Nederland indien gevraagd in?
In bredere zin vragen de leden van de VVD-fractie wat de redenen zijn dat de terugkeerpercentages
in de Europese Unie achterblijven.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris een beoordeling van het
«safe third country concept» als noodzakelijk ziet; wat gaat de Nederlandse inzet
zijn bij de beoordeling van het veilige derde land concept? Ook vragen deze leden
hoe Nederland wil bijdragen aan het bedenken van out-of-the-box ideeën op het gebied
van migratie. Overweegt Nederland bijvoorbeeld om eigen expertise te delen? Wat gaat
hierbij de Nederlandse inzet zijn op het betrekken van Frontex bij de selectie van
mogelijke veilige derde landen?
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen om coördinatie
tussen de Europese Commissie, European External Action Service (EEAS) en lidstaten
op het gebied van migratie te verbeteren. Hoe gaat Nederland zich hier concreet voor
inzetten om dit te bewerkstelligen? Voor welke concrete maatregelen zet Nederland
zich in voor landen die niet meewerken aan meer inzet op het gebied van migratie?
De leden van de VVD-fractie lezen dat Nederland stelt dat het plaatsen van mensensmokkelaars
en -netwerken op de EU-sanctielijst verder verkend zou kunnen worden. Hoe gaat Nederland
zich actief inzetten voor concretiseren van deze optie, in lijn is met de motie-Brekelmans
en Veldkamp (Kamerstuk 36 410 VI, nr. 79)? Hoe verloopt de informatiedeling tussen stakeholders op dit vlak? Zijn hier nog
knelpunten? Zo ja, hoe kunnen die knelpunten verholpen worden en wat is de inzet van
Nederland hierin in Europa?
De leden van de VVD-fractie vragen of Nederland bereid is een voorstrekkersrol in
te nemen als het gaat om oprichten van één werkgroep voor alle terugkeerzaken. Wordt
in terugkeerzaken aan efficiënte informatiedeling gedaan? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, zijn hier nog knelpunten? Hoe worden lidstaten aangesproken die zich niet aan
terugkeerafspraken houden?
De leden van de VVD-fractie vragen of toegelicht kan worden wat bedoeld wordt met
«a migration marker»? Verder in de passage is te lezen dat er een concreet monitoring
mechanisme moet komen hiervoor. Wat wordt hiermee bedoeld?
De leden van de VVD-fractie vragen welke landen Nederland voor ogen heeft om migratie-afspraken
mee te maken. Is Nederland bereid om hier een voortrekkersrol in te nemen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er wordt gewerkt aan betere instrumenten om
problemen te tackelen die te maken hebben met openbare ordeverstoringen in en bij
aanmeldcentra. Welke instrumenten zijn dit en kunnen deze ook op korte termijn in
Nederland worden ingezet?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er in Europees verband wordt gesproken over
een lange termijn aanpak van de opvang en terugkeer van Oekraïense ontheemden. Wat
is hiervan de stand van zaken?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er meer moderne technologie door lidstaten moet
worden gebruikt bij interne grenzen, zoals bijvoorbeeld ANPR-camera’s, met de mogelijkheid
om in de toekomst ook meer aan gegevensdeling te gaan doen. Wat is de inzet van Nederland
hierin en hoe verloopt de financiering van meer ANPR-camera’s in de grensregio’s?
Hoe zal informatiedeling geborgd moeten worden, wat is de inzet van Nederland hierin
en hoe staan andere Schengen Lidstaten hierin?
Om Frontex goed in te zetten voor terugkeer wordt er ook gekeken naar de mogelijkheden
om Frontex in te zetten in derde landen bij hun terugkeer proces? Hoe moeten de leden
van de VVD-fractie dit voor zich zien? Wat is de inzet en kan Nederland hier nog aan
bijdragen?
De VVD-fractieleden lezen dat de informatiedeling tussen Frontex en Europol verbeterd
moet worden en belemmeringen hierin moeten worden weggehaald. Wat is de inzet van
Nederland hierin?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van het verslag van de formele bijeenkomst
van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ-Raad) van 4 en 5 maart 2024 en hebben
naar aanleiding hiervan de volgende vraag. Aangegeven wordt in het verslag dat de
Commissie nu bezig is met de uitwerking van de EU-havenalliantie en dat Nederland
heeft aangegeven actief betrokken te willen worden bij deze uitwerking. Het kabinet
heeft hierbij ook het belang van publiek-private samenwerking in de strijd tegen drugshandel
onderstreept. Tijdens het werkbezoek aan Rotterdam door de vaste Kamercommissie Justitie
en Veiligheid kwam ter sprake dat de uithalers de sloten op de containers nu vaak
kunnen openen middels pincodes, die door corrupte havenmedewerkers aan hen zijn verstrekt.
Er wordt ingezet op het gebruik van andere sloten, zogenoemde smartseals, waardoor
het uithalen aanzienlijk kan worden bemoeilijkt. De toepassing van deze smart technologie
om drugstransporten in containers tegen te gaan, spreken deze leden zeer aan. Zij
realiseren zich dat voor een effectieve toepassing hiervan nodig is dat dit zich niet
beperkt tot een of enkele havens maar tot zoveel mogelijk havens in de EU. Deze leden
vragen de Minister deze ontwikkeling omtrent toepassing van smartseals op (zee)containers
aan te kaarten bij de uitwerking door de Commissie en de Kamer over de voortgang hierop
te informeren voorafgaand aan de volgende JBZ Raad.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Betreffende de non-paper «Pyrotechnics directive»
De leden van de D66-fractie stellen dat het in Nederland relatief eenvoudig blijft
om aan zwaar illegaal vuurwerk te komen omdat het over de grens in buurlanden gewoon
gekocht kan worden door consumenten. De aan het woord zijnde leden maken zich ernstige
zorgen over de gevolgen daarvan, zoals dat zwaar vuurwerk wordt gebruikt als wapen
jegens hulpverleners, dat door zwaar vuurwerk jaarlijks veel letsel wordt veroorzaakt
en dat zwaar vuurwerk wordt gebruikt door criminele organisaties om aanslagen mee
te plegen. Deze leden constateren dat er afgelopen jaar bijna 600 explosies in Nederland
hebben plaatsgevonden, waarvan een groot deel volgens de politie en het Openbaar Ministerie
(OM) gepleegd worden met illegaal vuurwerk.1 Nederland is overigens niet het enige land binnen de Europese Unie dat hevige problemen
ondervindt vanwege vuurwerk. Ook in België en Duitsland wordt al langer gepleit voor
een vuurwerkverbod, onder andere door hulpdiensten zoals de brandweer en politie.2 Deze leden achten het noodzakelijk om vergaander in EU-verband samen te werken om
illegaal zwaar vuurwerk te bestrijden.
De leden van de D66-fractie constateren voorts dat dit dossier al geruime tijd loopt.
Zij missen vanuit de Minister een strategie om op dit onderwerp daadwerkelijk resultaten
te boeken. Deze leden verzoeken de Minister dan ook inzichtelijk te maken welke allianties
worden aangegaan met andere landen om daadwerkelijk een vuist te maken. Op basis waarvan
worden deze landen uitgezocht en eventueel overtuigd? Wat zijn de belangrijkste tegenwerpingen
die de Minister terug hoort en/of bij welke tegenwerping heeft de Minister moeite
met deze te weerleggen? Welke belangen of gevoeligheden spelen hier bij de landen
die het meest stevig opponeren tegen de wens van de Minister? Wat is de aanpak van
de Minister om hiermee om te gaan? Wat zijn de belangrijkste momenten de komende jaren
waarop de Minister anticipeert om voortgang te boeken? Bieden de manifestos van de
verschillende Europese partijen in dit opzicht nieuwe mogelijkheden? Kan de Kamer
een overzicht krijgen van de belangrijkste interventies, gesprekken en initiatieven
die de Minister op dit onderwerp heeft ondernomen de afgelopen jaren? Zij vragen dit
om een beter gevoel te krijgen voor de wijze waarop dit thema ter hand is genomen
en waar de kansen voor de komende jaren liggen.
De leden van de D66-fractie zijn verheugd met de inzet van de Nederlandse regering
om te pleiten voor een verbod op zwaar explosief vuurwerk in EU-verband, aangezien
er weinig vraag is naar dit type vuurwerk vanuit de professionele vuurwerkindustrie
en dit vuurwerk voornamelijk wordt gebruikt door criminele organisaties. Deze leden
achten het verder van belang dat Nederland in Europees verband pleit voor een harmonisatie
van de vuurwerkmarkt. Juist vanwege grote verschillen in welke types vuurwerk legaal
en illegaal zijn per lidstaat is handhaving op dit moment nagenoeg onmogelijk. Kan
de Minister toezeggen zich in te zetten voor de totstandkoming van een harmonisatierichtlijn
op het gebied van vuurwerk?
De leden van de D66-fractie onderschrijven verder dat de Minister zich zal inzetten
voor de implementatie van de Pyro-Pass in de gehele Europese Unie. Met een dergelijke
pas kunnen beroepsmatige kopers van vuurwerk zich identificeren bij het kopen van
zwaar vuurwerk dat voor consumenten illegaal is. Kan de Minister uiteenzetten hoe
de verschillende lidstaten kijken naar het op Europees niveau implementeren van de
Pyro-Pass? Acht de Minister het noodzakelijk om daarnaast te pleiten voor strikte
handhaving op het controleren van Pyro-Passen door verkopers?
De leden van de D66-fractie stellen ten slotte dat de Pyro-richtlijn voorschrijft
aan welke kwaliteits- en veiligheidseisen vuurwerk binnen de EU moet voldoen, maar
dat de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) in 2021 constateerde dat het
systeem van CE-markering niet functioneert en dat veel producten niet voldoen aan
wet- en regelgeving.3 De aan het woord zijnde leden stellen dat de controle op kwaliteits- en veiligheidseisen
verbeterd moet worden. Hoe is de Minister van plan zich daarvoor in te zetten in EU-verband?
Kan de Minister toezeggen om te pleiten voor verbeterde kwaliteits- en veiligheidscontroles
op vuurwerk?
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de standpunten
die het demissionaire kabinet inneemt in de non-paper. Zij willen daarbij opmerken
dat zij het zorgwekkend vinden dat de non-papers louter ingaan op het bewaken van
binnen- en buitengrenzen, terugkeer en verschillende vormen van externalisering van
het Nederlands- en Europees asiel- en migratiebeleid. Zij merken op dat er weinig
oog is voor het verbeteren van de interne structuren zoals onderlinge solidariteit,
capaciteit, administratieve lasten en snelle integratie. Bovendien hebben deze leden
ook vraagtekens bij de effectiviteit van de voorgestelde lijn. Zij hebben daarover
nog een aantal vragen.
3. Non paper Return
De leden van de Volt-fractie vragen of er zicht is op hoeveel mensen er momenteel
niet terugkeren of niet kunnen terugkeren. Welk percentage is dit van het volledige
aantal asielzoekers in Europa? Kan de Staatssecretaris een overzicht geven om hoeveel
mensen het gaat per land?
De leden van de Volt-fractie vragen welke stappen – naast samenwerking met landen
van herkomst – worden genomen om terugkeer te bevorderen. Is er bijvoorbeeld onderzoek
gedaan naar verbeterde begeleiding van mensen die moeten terugkeer naar hun land van
herkomst en de effecten daarvan op vrijwillige terugkeer? Deze leden verwijzen hierbij
bijvoorbeeld naar de positieve signalen uit de pilot met Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen
(LVV) met betrekking tot vrijwillige terugkeer.
Return collaboration and reintegration
De leden van de Volt-fractie vragen wat de Staatssecretaris bedoelt met «innovative»
arrangements. Verder vragen zij de Staatssecretaris om te schetsen op basis waarvan
verwacht wordt dat negatieve maatregelen zullen werken om landen te bewegen asielzoekers
terug te nemen. Hoe effectief verwacht de Staatssecretaris dat negatieve maatregelen
zullen zijn en waarom? Bovendien vragen zij voor welke balans Nederland zal pleiten
in de partnerschappen met betrekking tot migratie en andere onderdelen, zoals economische
ontwikkeling, infrastructuur en energie.
Verder merken de leden van de Volt-fractie op dat de Staatssecretaris verwijst naar
de verantwoordelijkheden van landen onder de Global Compact of Migration. Hoe verhoudt
dit zich tot de percentages van vluchtelingen die al opgevangen worden in deze landen
ten opzichte van het percentage van vluchtelingen dat Europa opvangt?
Daarnaast vragen de leden van de Volt-fractie hoe de Staatssecretaris programma’s
onder het Europese fonds voor Asiel, Migratie en Integratie (AMIF), het Europese Instrument
voor Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI) en het Instrument
voor Pre-Toetredingssteun (IPA) wil inzetten om terugkeer te bevorderen en welke verhouding
in financiering hij voor zich ziet tussen de verschillende financieringsdoelstellingen
binnen deze financieringsstructuren. Kan de Staatssecretaris hier door middel van
voorbeelden en percentages van besteding kaders schetsen hoe Nederland deze financiering
zou willen inzetten?
Strengthen EU internal return system
De leden van de Volt-fractie vragen of de Staatssecretaris concreet kan maken wat
Frontex management van terugkeerzaken betekent, gezien Frontex daar nu louter als
ondersteunende instelling werkt?
Overcoming legal barriers
De leden van de Volt-fractie vragen om welke reikwijdte het gaat wanneer de Staatssecretaris
verwijst naar migranten met een strafblad. Geldt dit voor elk vergrijp? Welke juridische
basis is er om met name voor deze groep de juridische procedures te versimpelen?
Daarnaast vragen de leden van de Volt-fractie naar een aantal voorbeelden voor wat
de Staatssecretaris bedoelt met «out-of-the-box return collaborations with third countries»?
Increasing return from third countries
De leden van de Volt-fractie vinden het positief dat de Staatssecretaris het respect
voor mensenrechten benadrukt en daar ook meteen monitoring aan toevoegt. Zij vragen
daarbij wel welke basisvoorwaarden de Staatssecretaris dan zou willen stellen, alvorens
de samenwerking van derde landen met Frontex aan te gaan en hoe de monitoring vormgegeven
wordt om te garanderen dat er geen sprake is van mensenrechtenschendingen of deze
meteen worden aangepakt. Daarnaast hebben de voornoemde leden enkele vragen over de
uitbreiding van het Frontex-mandaat. Hoe denkt de Staatssecretaris irreguliere migratie
te voorkomen door middel van Frontex? Vrijwillige terugkeer lijkt de meest effectieve
route voor duurzame terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers. Hoe wenst Nederland
vrijwillige terugkeer te vergroten? Hoe kan het vergroten van het mandaat van Frontex
bijdragen aan een toename van mensen die vrijwillig terugkeren? Terugkeerders hebben
vaak een negatieve associatie met Frontex. Waarom kiest de Staatssecretaris om de
rol van deze organisatie verder te vergroten?
Daarnaast vragen de leden van de Volt-fractie hoe de Staatssecretaris in deze positie
inzet op het Europees erkennen van de onmogelijkheid om terug te keren. Hoe kijkt
de Staatssecretaris in dat kader naar de mogelijkheden in Duitsland voor de legalisering
van verblijf van asielzoekers die niet terug kunnen keren?
5. Non paper Asylum
Improve monitoring and compliance, and explore conditionality
De leden van de Volt-fractie vragen welke afwegingen er zijn om fondsen zoals AMIF
en het Integrated Border Management Fund (IBMF) conditioneel te maken aan het naleven
van het Pact? Geldt dit gelijkwaardig voor alle onderdelen van het Pact of is de inzet
van Nederland te koppelen aan bepaalde onderdelen van het Pact, zoals de grensprocedure?
Welke aanvullende manieren ziet de Staatssecretaris om ervoor te zorgen dat de lidstaten
bijdragen aan de gemeenschappelijke EU-migratieprioriteiten?
Increase the number of mandatory border procedures
De leden van de Volt-fractie vragen hoe de doeltreffendheid van de verhoogde procedures
wordt gemeten als het gaat om het tegengaan van aanzuigende werking. Is de Staatssecretaris
bereid de grensprocedures te herzien, op het moment dat blijkt dat dit geen positief
effect heeft op het terugdringen van irreguliere migratie? Welke voorzorgsmaatregelen
zullen worden genomen om misbruik van het systeem door lidstaten te voorkomen en een
humane behandeling tijdens de grensprocedures te waarborgen?
De Volt-leden maken zich ook zorgen over de grootte van de grensgevangenissen. In
de huidige voorstellen is bepaald dat de grenslanden samen 30.000 mensen in (semi)detentiecentra
moeten hebben «op elk moment van het jaar». Dit is de «adequate capacity» (art. 48
van de nieuwe Asielprocedureverordening). Via een formule wordt vervolgens berekend
wat dat betekent voor de capaciteit in de verschillende lidstaten. Onze koepelorganisatie
European Council on Refugees and Exiles (ECRE) maakte op basis van deze formule een
proefberekening en kwam uit op maar liefst 7.892 plekken voor Italië. Dat betekent
dat Italië op elk moment minstens 7.892 (semi-)detentieplekken bezet moet hebben.
Dat zijn grote grensgevangenissen. Kan de Staatssecretaris toelichten op welk hoger
aantal Nederland wil inzetten? Wat betekent dit voor de capaciteit op Schiphol Justitieel
Complex en/of de Gesloten Gezinsvoorzieining (GGV) te Zeist? Kan de Staatssecretaris
bovendien bevestigen dat Nederland geen kinderen in celconstructies op gaat sluiten
op Schiphol dan in wel andere gesloten settingen? Detentie van kinderen om de enkele
reden dat zij bescherming zoeken is een schending van onder andere het Kinderrechtenverdrag
en brengt veel schade toe. Daarom is Nederland jaren geleden gestopt met het detineren
van kinderen op Schiphol.
Daarnaast lezen de leden van de Volt-fractie dat de meerderheid van de ongegronde
asielverzoeken snel afgehandeld zal worden. Er kan echter niet beoordeeld worden of
een asielverzoek ongegrond is zonder eerlijk proces. Welke aanleiding heeft de Staatssecretaris
dan om vooraf deze asielverzoeken ongegrond te verklaren?
Review of the safe third country concept
De leden van de Volt-fractie maken zich grote zorgen over de door de Staatssecretaris
voorgestelde herzieningen van het concept «veilig derde land». Daarom hebben zij de
volgende vragen. Hoe rijmt de Staatssecretaris de wens om het bandencriterium af te
schaffen met het advies van de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR),
waarin specifiek benadrukt wordt dat het leidt tot minder effectieve terugkeer en
een scheefgroei van lastenverdeling tussen landen?
Bovendien vragen de leden van de Volt-fractie of de Staatssecretaris een aantal voorbeelden
kan geven van hoe de applicatie van het concept «veilig derde land» kan worden verbeterd.
Address the asylum system’s remaining weaknesses and bottlenecks
De leden van de Volt-fractie maken zich grote zorgen over de voorstellen van het kabinet
om de mogelijkheden voor detentie uit te breiden, alsook de ontvangstcondities te
versoberen en mensen uit te sluiten van opvang. Deze leden hebben daarom de volgende
vragen. Wat is de juridische rechtvaardiging voor het eventueel opsluiten van personen
louter op basis van hun herkomst uit «veilige landen»? Welke concrete alternatieve
oplossingen worden overwogen om de openbare orde rond opvangcentra aan te pakken,
naast beperkingen aan opvangvoorzieningen en detentie? In de non-paper wordt gevraagd
naar «betere instrumenten». Impliceert de Staatssecretaris een bredere implementatie
van procesbeschikkingslocaties (PBL's) zoals die in Ter Apel, ondanks een recente
rechterlijke uitspraak die deze onrechtmatig acht? Gezien de gedocumenteerde tekortkomingen
van buitengrensfaciliteiten en de mogelijke psychologische schade als gevolg van langdurige
detentie voor kinderen, welke concrete alternatieven zullen worden onderzocht om de
bezorgdheid met betrekking tot «nationale veiligheid» weg te nemen zonder toevlucht
te nemen tot het opsluiten van kwetsbare kinderen?
De leden van de Volt-fractie lezen bovendien dat de Staatssecretaris de stimulansen
voor alleenreizende minderjarigen beoogt te verlagen. Welke stimulansen wil de Staatssecretaris
specifiek aanpakken en op welke wijze?
A long-term EU coordinated approach for displaced persons from Ukraine
De leden van de Volt-fractie delen de mening van de Staatssecretaris dat een Europese
aanpak nodig is om de opvang van ontheemde Oekraïners op de best mogelijke manier
te regelen. Deze leden vragen de Staatssecretaris om te concretiseren wat er bedoeld
wordt met «viable and flexible options for legal stay»? Bovendien vragen zij wanneer
– in de ogen van de Staatssecretaris – de situatie het toelaat om mensen terug te
laten keren naar Oekraïne? Aan welke criteria moet in dat geval ten minste voldaan
zijn?
6. Non paper Borders
De leden van de Volt-fractie hebben zorgen dat de extra controles die de Staatssecretaris
wil opleggen in het Schengengebied zullen leiden tot een beperking van de bewegingsvrijheid
van Europeanen. Zij hebben daarom de volgende vragen.
Increased migratory pressure
De leden van de Volt-fractie vragen wanneer volgens de Staatssecretaris sprake is
van hoge migratiedruk in Europa? Welke definitie zou hiervoor in Europa gehanteerd
moeten worden? Klopt het dat de Staatssecretaris pleit voor het opvoeren van spot-checks
aan de binnengrenzen zonder dat er sprake is van een hoge migratiedruk? Wat zijn de
mogelijke consequenties voor het vrij verkeer van goederen en personen bij het uitvoeren
van deze spot-checks? Welke rol ziet de Staatssecretaris hierin voor Frontex en hoe
past dit binnen het huidige mandaat van de organisatie?
Met betrekking tot de Advance Passenger Information vragen de leden van de Volt-fractie
hoe zij deze informatie willen opvragen en controleren in non-air modes of transport.
Hoe kan de Staatssecretaris vooraf (lees: zonder asielprocedure) controleren of er
niet voldaan wordt aan de toegangscriteria? Hoe verhoudt dit zich tot het Vluchtelingenverdrag
en de Europese wet- en regelgeving?
Innovative solutions to strengthen our external borders
De leden van de Volt-fractie delen de mening van de Staatssecretaris dat financiering
en een strategie voor de implementatie van het Pact noodzakelijk is. Wel vragen zij
de Staatssecretaris om een concretisering van de verdeling van de financiering voor
elk onderdeel van het Pact en de Nederlandse inzet daarop.
Daarnaast vragen de leden van de Volt-fractie zich af hoe de Staatssecretaris aankijkt
tegen de mensenrechtenschendingen en pushbacks aan de Roemeense en Bulgaarse grens
in het kader van de grenspilots?
Verder staan de leden van de Volt-fractie positief tegenover het voorstel voor een
permanente onafhankelijke nationale monitoring en follow-up van de naleving van fundamentele
rechten aan de grens. Zij vragen wel hoe de Staatssecretaris deze onafhankelijke monitoring
ziet, gezien de problemen met schendingen van fundamentele rechten door nationale
overheidsinstanties?
Towards the full potential of Frontex’s mandate
De leden van de Volt-fractie hebben zorgen over de uitbreiding van het Frontex-mandaat
naar derde landen. Zij vragen daarom hoe de Staatssecretaris denkt dat mensenrechten
gegarandeerd blijven worden, ook gezien de problemen die zich daarop nu voordoen in
Europese lidstaten en de betrokkenheid van Frontex daarbij. Welke concrete voorstellen
gaat de Staatssecretaris daarvoor doen?
Boost our fight against migrant struggling
De leden van de Volt-fractie hebben nog enkele vragen over de extraterritoriale jurisdictie
van lidstaten op het gebied van mensensmokkel. Kan de Staatssecretaris een indicatie
geven hoe dit idee ontvangen wordt door derde landen? Zijn er voorbeelden van landen
waarmee dit nu al gebeurt?
Daarnaast vragen de leden van de Volt-fractie hoe er geïnvesteerd wordt in legale
routes, zodat mensen niet langer gebruik moeten maken van mensensmokkelaars.
10 Non paper Extern
Strengthen Team Europe
De leden van de Volt-fractie lezen dat de Staatssecretaris pleit voor het verbeteren
van de coördinatie tussen de EEAS en lidstaten. Deze leden vragen echter hoe de Staatssecretaris
de samenwerking met het Europees Parlement in deze constructie voor zich ziet. Daarnaast
lezen de voornoemde leden dat de Staatssecretaris inzet op een dialoog op gelijk niveau.
Dit verwelkomen deze leden, maar zij vragen de Staatssecretaris wel op welke wijze
zij deze dialoog op gelijk niveau tot stand willen brengen.
Invest in international protection and advance (innovative) migration management
De leden van de Volt-fractie vragen om een reflectie van de Staatssecretaris over
hoe het opzetten van bijvoorbeeld return hubs bijdraagt aan het sluiten van gebalanceerde
en gelijkwaardige partnerschappen. Daarnaast lezen deze leden dat er gehandeld moet
worden binnen de kaders van Europees en internationaal recht. Dit is positief. Toch
vragen zij hoe dit gehandhaafd zal worden. Betekent dit ook dat partnerlanden de Europese
standaarden zullen moeten overnemen wanneer het bijvoorbeeld asielprocedures betreft?
Enable JHA agencies to be active on the external dimension
De leden van de Volt-fractie verwelkomen dat de Staatssecretaris aangeeft dat alle
activiteiten van Justice and Home Affairs (JHA) agencies in overeenstemming moeten
zijn met internationale en Europese wetgeving, alsook fundamentele rechten moeten
garanderen. Toch vragen zij in hoeverre dit gegarandeerd kan worden en hoe dit gemonitord
en gehandhaafd zou moeten worden volgens de Staatssecretaris. Wat betekent dit voor
de samenwerking met autoritaire regimes?
II Reactie van de bewindspersonen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Nispen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S.F.F. Meijer, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.