Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid White over het bericht 'Caribische eilanden krijgen gelijk na gemopper over bureaucratie Nederland'
Vragen van het lid White (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Caribische eilanden krijgen gelijk na gemopper over bureaucratie Nederland» (ingezonden 29 februari 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
(ontvangen 20 maart 2024).
Vraag 1
Kent u het bericht «Caribische eilanden krijgen gelijk na gemopper over bureaucratie
Nederland»?1
Antwoord 1
Ja. In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft
adviesbureau IdeeVersa in de zomer van 2023 onderzoek gedaan naar de eilandelijke
taken en financiële middelen van de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius.
Het eindrapport heb ik op 29 september jl. aan uw Kamer aangeboden.2 Het onderzoek richt zich op de benodigde hoogte van de vrije uitkering van de eilanden
in verhouding tot de taken van de openbare lichamen. Vervolgens heb ik de Raad voor
het Openbaar Bestuur (ROB) gevraagd te reflecteren op de uitkomsten en aanbevelingen
van dit rapport, als ook vanuit de expertise van het ROB naar de financiële en bestuurlijke
verhoudingen te kijken. Het artikel op NU.nl verwijst naar dit advies. Ik ben de ROB
zeer erkentelijk dat ze dit hebben willen doen en voor de uitgebrachte adviezen en
aanbevelingen.
Vraag 2
Deelt u de zorgen van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba over de
bureaucratische wijze waarop zij extra budgetten moeten aanvragen voor extra taken
die zij moeten uitvoeren, zoals het onderhouden van een zeehaven of een luchthaven?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ik zie het advies van de ROB als een steun in de rug van het traject dat ik met de
eilanden en overige departementen volg op weg naar verbetering van de financiële en
bestuurlijke verhoudingen. Daarbij is de problematiek van structurele financiering
en de knelpunten rondom investering, onderhoud en vervanging van infrastructuur, zoals
een zeehaven of een luchthaven, inderdaad een zorgpunt. Hier heb ik ook bij het aanbieden
van het rapport van IdeeVersa aan uw Kamer aandacht aan besteed.
Vraag 3
Deelt u de mening van de Raad voor het Openbaar Bestuur dat de huidige procedures
«onnodig belastend» zijn voor de BES-eilanden en dat het «de besturen van de eilanden
belet om een afgewogen financieel beleid te voeren»? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Zoals uw Kamer bekend is, ben ik bezig met een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet
openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (WolBES) en de Wet financiën openbare
lichamen BES (FinBES). De internetconsultatie is eind september afgerond en ik ben
nu met de openbare lichamen in gesprek over hun reactie op de herziening van deze
wetten. Eén van de voornemens die is opgenomen in de herziening van de FinBES is om
de openbare lichamen meer ruimte te gaan bieden, door onder meer een getrapt financieel
toezichtmodel te introduceren. Hiermee wordt maatwerk per openbaar lichaam mogelijk.
Verder onderzoek ik de leenmogelijkheden van de openbare lichamen.
Vraag 4
Bent u voornemens om conform het advies van de ROB de BES-eilanden een vaster budget
te geven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het is van belang om verbeteringen in de financiële verhoudingen door te voeren. Dat
tonen het onderzoek van IdeeVersa en ook het ROB-advies ook aan. Ik ben in gesprek
met departementen over de financiering van de eilandelijke taken, de toereikendheid
van de vrije uitkering en in hoeverre bijzondere uitkeringen structureel kunnen worden
gemaakt of aan de vrije uitkering kunnen worden toegevoegd. Daarnaast onderzoek ik
de mogelijkheden tot het introduceren van een Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen
(BOFv) voor Caribisch Nederland, waarin de openbare lichamen en het Rijk periodiek
reflecteren op de uitvoering van de bestaande en nieuwe eilandelijke taken en de financiering
daarvan. Via dit bestuurlijk overleg kan snel worden ingespeeld op veranderingen die
van invloed zijn op de uitvoering van eilandelijke taken. Dit draagt daarmee bij aan
de robuustheid en toekomstbestendigheid van het stelsel. Over de uitkomsten van de
besprekingen zal ik uw Kamer informeren voor de zomer. Dit ook in de wetenschap dat
verbeteringen in de financiële verhouding met de eilanden ook de aandacht zal moeten
krijgen van een nieuw kabinet.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het takenpakket van de BES-eilanden zeker niet in alle opzichten
gelijkwaardig is aan dat van de gemeenten in Europees Nederland en dat het daarom
logisch is dat de financiële bijdrage daarop passend moet worden afgestemd? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 5
Ik deel de mening dat het takenpakket van de BES-eilanden zeker niet in alle opzichten
gelijkwaardig is. Dit heeft te maken met het gegeven dat de openbare lichamen ook
taken uitvoeren die vergelijkbaar zijn met taken van onder meer waterschappen en provincies
in Europees Nederland. Verder is er sprake van een geïsoleerde ligging op een ander
continent en met een ander klimaat. Dit maakt dat de kostenstructuur afwijkt ten opzichte
van Europees Nederlandse gemeenten. Onderzoeksbureau IdeeVersa heeft dit gegeven dan
ook betrokken in zijn onderzoeksrapport.
Vraag 6
Kunt u een overzicht geven van de taken die de BES-eilanden uitvoeren waarvoor zij
op dit moment geen vast budget krijgen en waarvoor zij dus extra budget moeten aanvragen?
Kunt u hierbij ook aangeven om welke bedragen dit per eiland gaat over de afgelopen
vijf jaren?
Antwoord 6
De financiering van de BES-eilanden is net als bij Europees Nederlandse gemeenten
een complex geheel van taken en middelen in de vrije uitkering, bijzondere uitkeringen
en eigen inkomsten. Dit is dan ook de reden dat ik onderzoek heb laten doen door IdeeVersa.
In het onderzoek (kenmerk: 36 410 IV, nr. 8), met bijbehorende bijlagen, zijn alle financiële stromen in beeld gebracht. Om hier
beter zicht op te krijgen ben ik gestart met het inrichten van een onderhoudssysteem,
zoals gebruikelijk bij het gemeentefonds, waardoor de uitgaven van de openbare lichamen
beter gevolgd kunnen worden.
Vraag 7
Kunt u aangeven op welke wijze de extra taken die de eilanden moeten uitvoeren op
het gebied van openbaar vervoer van/naar de eilanden zijn georganiseerd? Op welke
wijze wordt voorkomen dat de kosten voor inwoners die bijvoorbeeld een reis naar een
ander eiland moeten maken voor studie, werk of medische redenen te duur worden?
Antwoord 7
Vanaf 2024 heeft het kabinet € 30 miljoen extra uitgetrokken om de koopkracht van
de inwoners van Bonaire, Saba en Sint Eustatius te verbeteren. Vanaf 2025 wordt dit
bedrag verhoogd naar jaarlijks € 32 miljoen. Onderdeel van het pakket is dat er jaarlijks
extra geld gaat naar beter openbaar vervoer op de 3 eilanden en lagere vervoerskosten.
Studenten afkomstig van de BES-eilanden kunnen op grond van de Wet Studiefinanciering
BES in aanmerking komen voor studiefinanciering voor een studie op een van de (andere)
BES-eilanden, de overige Caribische regio, de VS of Canada. De bedragen in de Wsf
BES verschillen per bestemming. Hierbij is rekening gehouden met de verschillende
kostenniveaus op die bestemmingen. Studenten ontvangen een hoger bedrag wanneer zij
op een ander eiland studeren, dan wanneer zij op het eigen eiland blijven studeren.
Naast deze beurs is er de mogelijkheid voor studenten om een lening aan te gaan tegen
gunstige voorwaarden.
Indien er sprake is van intereilandelijk woon-werkverkeer betreffen de reiskosten
in eerste instantie een aangelegenheid tussen werkgevers en werknemers. Daarnaast
werkt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) momenteel aan een
uitkering om betaald verlof mogelijk te maken voor werknemers die als begeleider optreden
bij medische uitzending.
Verder komt het in Caribisch Nederland in de praktijk vaak voor dat men voor medisch
onderzoek of -behandeling genoodzaakt is om buiten het eiland waar ment woont zich
te laten behandelen of onderzoeken. De zorgverzekering BES is de zorgverzekering voor
inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De grondslag voor deze verzekering is
vastgelegd in het Besluit Zorgverzekering BES. Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN),
een directie van het Ministerie van VWS, is verantwoordelijk voor het uitvoeren van
dit Besluit. Indien verzekerde inwoners een verwijzing hebben en zij voor medische
redenen een reis moeten maken wordt vervoer geregeld door ZJCN. Hiervoor zijn er geen
kosten voor de verzekerde. Onder vervoer wordt verstaan vluchten naar een ander eiland
of land en het vervoer bij aankomst van het vliegveld naar de accommodatie. Verder
betreft dit het vervoer tussen accommodatie en specialist. Indien verzekerden een
langer verblijf hebben vanwege medische redenen kunnen zij 1 keer per week vervoer
inzetten voor het halen van boodschappen. Indien de verzekerde opgenomen moet worden
kan er één keer per dag een beroep gedaan worden op het heen en terug brengen van
begeleiders/bezoek. ZJCN heeft hiervoor contracten met reisorganisaties en aanbieders
van luchtvervoer en grondvervoer welke speciaal ingezet worden voor patiënten. Op
het eiland waar de inwoner woonachtig is, is deze in principe zelf verantwoordelijk
voor vervoer naar het vliegveld. Inwoners krijgen hiervoor een transportvergoeding.
Verder krijgen inwoners die op medische uitzending moeten een daggeldvergoeding. Deze
vergoeding is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten om te kunnen eten en drinken.
De hoogte van de vergoeding verschilt per bestemming. Naast vervoer voor medische
uitzendingen, kunnen inwoners die rolstoelgebonden zijn, ook op het eiland waar zij
woonachtig zijn (Bonaire, Saba of St. Eustatius) een beroep doen op vervoer naar medische
afspraken. Hier zijn geen kosten aan verbonden. Voor de inzet van vervoer is voorafgaande
toestemming van ZJCN nodig, tenzij er sprake is van een noodsituatie.
Vraag 8
Op welke wijze worden de BES-eilanden (financieel) ondersteund bij het op orde krijgen
en houden van medische voorzieningen?
Antwoord 8
De directie Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN) van het Ministerie van VWS is
verantwoordelijk voor het zorgbeleid en de wetgeving van de zorg in Caribisch Nederland.
Daarbij zorgt de directie voor de uitvoering van de zorgverzekering en de tweedelijns
jeugdzorg. Sinds 2010 draagt het Ministerie van VWS zelf de verantwoordelijkheid voor
de financiering van zorg en jeugdzorg. Hiervoor gaat ZJCN (zorg)contracten aan met
lokale zorgaanbieders op de eilanden. De lokale eilandsbesturen hebben geen verantwoordelijkheid
in het organiseren van medische voorzieningen in het kader van de zorgverzekering.
Er vindt echter wel regelmatig afstemming plaats tussen de lokale overheden en ZJCN.
Vraag 9
Kunt u bovenstaande vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden voorafgaand aan het
geplande commissiedebat Verzameldebat BES?
Antwoord 9
Ja. Daarnaast ben ik voornemens voorafgaand aan het debat een verzamelbrief aan u
toe te zenden met de laatste ontwikkelingen rondom Caribisch Nederland.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.