Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kent over aanhoudende problemen met het busvervoer van Arriva in Twente
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de aanhoudende problemen met het busvervoer van Arriva in Twente (ingezonden 15 februari 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 15 maart
2024).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de berichten «Vakbond is problemen met busvervoer in Twente zat:
«Werkdruk is moordend»» en «Klachtenregen bij Rover over nieuwe busvervoer in Twente:
«Vergoeding zou pijn verzachten»»?1, 2
Antwoord 1
Het openbaar vervoer is zeer belangrijk voor de bereikbaarheid in Nederland. Reizigers
moeten kunnen rekenen op een goed en betrouwbaar ov. Daarover maken decentrale overheden
afspraken met vervoerbedrijven. Om de kwaliteit te waarborgen is het van belang dat
personeel in de ov-sector goede arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden heeft. Vervoerbedrijven
zijn daarvoor als werkgever verantwoordelijk en maken hierover afspraken met vakbonden
in de cao’s.
De provincie Overijssel geeft aan dat Arriva zich houdt aan de geldende cao. Na aanvang
van de nieuwe concessie heeft Arriva de invulling van de cao in lijn met de rest van
het bedrijf in andere regio’s gebracht. Hierdoor zijn bepaalde extra afspraken die
bij de vorige concessiehouder golden komen te vervallen.
De werkdruk in de sector wordt op dit moment door meerdere oorzaken als relatief hoog
ervaren. De gehele sector spant zich daarom in om de werkdruk te verlagen. Ik vind
het belangrijk dat de vervoerbedrijven zich blijven inspannen om de personeelstekorten
op te lossen, de werkdruk te verlagen en het werken in de ov-sector aantrekkelijk
houden. Daarom voer ik hierover ook gesprekken in het NOVB. Deze gesprekken gaan over
het oplossen van het personeelstekort en de oorzaken van het relatief hoge ziekteverzuim.
Zie hierover verder het antwoord op vraag 5.
Vraag 2
Herkent u de klachten van buschauffeurs en vakbond FNV over de werkdruk, te korte
pauzetijden en de hoge rituitval? Zo ja, wat kunt u ondernemen om deze problemen op
te lossen?3
Antwoord 2
Ik herken de signalen over hoge rituitval. Hierover heeft Provincie Overijssel contact
met de vervoerder. De opdrachtgever accepteert de hoge rituitval niet. De klachten
van de vakbond worden besproken in het overleg tussen werkgever en medezeggenschap.
Daarnaast zie ik de uitval van ritten door personeelskrapte in meer regio’s terug.
Deze maand ga ik daarom in gesprek met werknemers in de sector en met de vakbonden
om beter zicht te krijgen op de personeelskrapte en mij te laten informeren over het
werken in de ov-sector.
Vraag 3
Deelt u de constatering van FNV dat de hoge werkdruk voor chauffeurs een gevolg is
van de marktwerking in het streekvervoer?
Antwoord 3
Ik deel de constatering van FNV niet. In zowel ov-concessies die zijn aanbesteed als
die zijn inbesteed of onderhands gegund, zie ik werkdruk als thema terugkomen. Ook
hier ligt de verantwoordelijkheid bij de vervoerders en vakbonden om daarover afspraken
te maken. Ook andere sectoren hebben hier last van.
Vraag 4
Wat kunt u -samen met de provincie Overijssel- doen om tegemoet te komen aan de eisen
van de buschauffeurs?
Antwoord 4
Ik heb geen rol in de gesprekken over de arbeidsvoorwaarden. De eisen van de vakbonden
zijn onderwerp van gesprek tussen de betrokken vervoerder, de medezeggenschap en vakbonden.
Ook de provincie heeft hierin op dit moment geen directe rol. De Provincie Overijssel
heeft wel aan de chauffeurs toegezegd om bij een volgende aanbesteding de programma’s
van eisen aan het ov-personeel voor te leggen voor duiding van onbedoelde neveneffecten
die bepaalde eisen kunnen hebben voor de uitvoering van het werk.
Vraag 5
Kunt u een actueel overzicht geven van de tekorten aan buschauffeurs waarmee OV-bedrijven
in Nederland kampen?
Antwoord 5
Er is geen landelijk overzicht van personeelstekorten in de ov-sector. De personeelskrapte
verschilt sterk per concessie. Arriva geeft aan dat in de concessie Twente geen groot
kwantitatief probleem met onvervulde vacatures bestaat.
Omdat de personeelskrapte in het landelijke en regionale ov in meerdere concessies
een thema is, bespreek ik dit ook in het NOVB. Dit gesprek gaat over de oorzaken van
en oplossingsrichtingen voor de personeelskrapte. Vervoerders en decentrale overheden
bespreken hier werkende oplossingen, wat landelijke uitdagingen zijn bij het verminderen
van de personeelskrapte en er wordt aangeduid hoe de voortgang is van het terugkeren
naar volledige dienstverlening voor de verschillende regio’s. Ikzelf ga in dit kader
deze maand ook in gesprek met werknemers en vakbonden.
Vraag 6
Welke plannen heeft u om het beroep van buschauffeur aantrekkelijker te maken en de
aanhoudende personeelstekorten in het streekvervoer aan te pakken?
Antwoord 6
De ov-sector als geheel heeft te maken met vergrijzing en zet op dit moment in op
werving van nieuw personeel. Het percentage van de medewerkers dat vroegtijdig uitstroomt
is erg laag en er zijn in de sector lange dienstverbanden. Dit geeft aan dat het een
aantrekkelijk beroep is.
In het NOVB bespreek ik niettemin met de ov-sector de mogelijkheden om het imago van
werken in de ov-sector te verbeteren. Vanuit de sector hoor ik positieve signalen
dat het personeel tevreden is over de arbeidsvoorwaarden. Ik ga daarom in gesprek
met «zij-instromers» in de sector om hun eigen ervaringen te horen. Daarnaast spreek
ik met de bonden om een beter beeld te krijgen van de oorzaken en mogelijke oplossingen
om het imago van werken in de ov-sector aantrekkelijker te maken.
Vraag 7
Wordt onderzocht of de technische (opstart)problemen met de bussen van Arriva hebben
geleid tot overtredingen van arboregels? Zo ja, kunt u de resultaten hiervan met de
Tweede Kamer delen?
Antwoord 7
Vervoerders in Nederland moeten voldoen aan alle geldende Arbowetgeving en daar wordt
door de bevoegde instanties op toegezien. De provincie Overijssel heeft van de toezichthoudende
instanties geen signalen ontvangen dat Arriva niet voldoet aan de Arbowetgeving.
Vraag 8
Op welke manier worden de Twentse reizigers gecompenseerd voor de problemen tijdens
de overgang van Keolis naar Arriva/RRReis, zoals de hoge rituitval van 10 tot 15 procent?
Antwoord 8
Voor compensatie bij vertraging is een landelijk afsprakenkader vastgesteld. Dit wordt
vastgesteld tussen de provincie als opdrachtgever en de vervoerder en verschilt per
regio. In Overijssel kan de reiziger bij vertraging vanaf 30 minuten 50% en vanaf
60 minuten 100% restitutie krijgen.
Vraag 9
Deelt u de mening van de SP-fractie dat concessiewisselingen in het streekvervoer
vaak gepaard gaan met onrust voor reizigers, hoge uitval en overvraging van medewerkers?
Zo ja, wat kunt u hieraan doen?
Antwoord 9
Bij concessiewisselingen treden vaker overgangsproblemen op. Het is belangrijk dat
concessieverleners en -houders dit evalueren en de lessen bij een volgende aanbesteding
toepassen. Ik zie in de sector dat dit ook gebeurt. Zie ook het antwoord op vraag 4.
Ondanks de mogelijkheid dat zich bij concessiewisselingen aanloopproblemen voordoen
blijkt uit onderzoek dat aanbestedingen in het (regionaal) ov in de afgelopen 20 jaar
in Nederland hebben geleid tot meer en beter ov.4
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.