Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Becker en Michon-Derkzen over het bericht 'Roep in Amsterdam om weren Samidoun kopstuk'
Vragen van de leden Becker en Michon-Derkzen (beiden VVD) aan de Ministers van Sociale Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid over het bericht «Roep in Amsterdam om weren Samidoun kopstuk» (ingezonden 15 maart 2024).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 15 maart
            2024).
         
Inleiding
In antwoord op uw brief van 15 maart 2024 deel ik u mee dat de schriftelijke vragen 14,
               15 en van de leden Becker en Michon-Derkzen (beide VVD) aan de Minister van Justitie
               en Veiligheid over het bericht «Roep in Amsterdam om weren Samidoun kopstuk» worden
               beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief. De antwoorden op de overige
               vragen volgen spoedig.
            
Vraag 14 en 15
            
Welke mogelijkheden heeft de gemeente Amsterdam om spreker Mohamed al Khatib te weren?
               Is er wettelijk gezien een mogelijkheid hem een gebiedsverbod of spreekverbod op te
               leggen? Zo ja, op welke grond? Bent u bereid actief met de de gemeente Amsterdam in
               gesprek te gaan over die mogelijkheden?
            
Welke mogelijkheden heeft het kabinet zelf om spreker Mohamed al Khatib te weren bij
               bijeenkomsten in Nederland? Kunt u dit doen op grond van zijn lidmaatschap van een
               verboden terroristische organisatie en bent u daar ook toe bereid? Zo ja, op welke
               wijze? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 14 en 15
            
Het kabinet hecht eraan te benadrukken dat er in onze open samenleving geen ruimte
               en tolerantie is voor extremistische uitingen, zoals haatzaaien opruiing en aanzetten
               tot geweld. Deze uitingen zijn ondermijnend aan de democratische rechtsorde en kunnen
               een bedreiging vormen voor de openbare orde en/of nationale veiligheid.
            
De IND baseert zich bij de beoordeling of een vreemdeling een gevaar voor de openbare
               orde of nationale veiligheid is, op de beschikbare informatie, zoals een duiding van
               de NCTV, een ambtsbericht van de AIVD of een oordeel over de openbare orde door politie
               en/of de lokale driehoek. Op basis van de beschikbare informatie is er in deze zaak
               onvoldoende grond om te concluderen dat het persoonlijk gedrag van betrokkene een
               werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging voor een fundamenteel belang
               van de samenleving vormt.
            
In algemene zin geldt dat waar personen naar Nederland komen om hier extremistisch
               gedachtengoed te verspreiden het kabinet er alles aangelegen is om deze personen te
               weren. Zo is uw Kamer op 25 oktober 2023 geïnformeerd over het versterken van de maatregel
               om extremistische vreemdelingen uit Nederland te weren.1 Het weren uit Nederland kan plaatsvinden door een visum voor kort verblijf te weigeren
               als een vreemdeling visumplichtig is. Niet-visumplichtige derdelanders kunnen ook
               geweerd worden, bijvoorbeeld door hen te signaleren in het Schengeninformatiesysteem
               (SIS II) of door een ongewenstverklaring op te leggen, bijvoorbeeld als zij een gevaar
               vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid. Bij EU-burgers en vreemdelingen
               die langdurig ingezetene zijn van een lidstaat geldt dat het weren pas mogelijk is
               als het persoonlijk gedrag van de betrokkene een werkelijke, actuele en voldoende
               ernstige bedreiging voor een fundamenteel belang van de samenleving vormt.
            
Waar grenzen in ons land worden overschreden, treedt de overheid op. Aanjagers die
               anderen aanzetten tot geweld, bewust extremistische boodschappen verspreiden en tot
               doel hebben deze te normaliseren, worden aangepakt. Zo zijn gemeenten en andere lokale
               professionals getraind in het herkennen van signalen van mogelijke radicalisering
               en kunnen gerichte interventies worden ingezet. Indien er sprake is van strafbare
               feiten, wordt er door politie, onder gezag van het Openbaar Ministerie, indien opportuun,
               opgetreden.
            
Naar aanleiding van de berichtgeving is er ook nauw contact geweest tussen het Ministerie
               van Justitie en Veiligheid, de gemeente en veiligheidsdiensten om de mogelijke risico’s
               van de komst van deze spreker en handelingsperspectieven in kaart te brengen. Vooropstaat
               dat er zowel in Amsterdam als op andere plekken in Nederland absoluut geen plaats
               is voor extremisme dan wel antisemitisme. De gemeente Amsterdam heeft zorgen uitgesproken
               over de komst van spreker richting de NCTV en beheerder van de locatie waar de bijeenkomst
               plaatsvindt. Gelet op de beschikbare informatie waar de beslissing van de IND op is
               gebaseerd, de bijeenkomst besloten en binnen is en lokale driehoek op dit moment geen
               informatie heeft die directe aanleiding geeft tot een vrees voor wanordelijkheden,
               maakt dat lokaal op grond van de openbare orde en veiligheid geen maatregelen ten
               aanzien van de bijeenkomst en spreker, zoals het opleggen van een gebiedsverbod, kunnen
               worden genomen. Gezien de actualiteiten zal de lokale driehoek vanzelfsprekend alert
               zijn op eventuele wanordelijkheden bij deze bijeenkomst.
            
Vraag 16
            
Bent u bereid de vragen 14 en 15 bij voorrang en zo nodig apart versneld te beantwoorden
               omdat de komst van het Samidoun kopstuk al op 15 maart gepland staat?
            
Antwoord 16
            
Het kabinet heeft de genoemde vragen zo spoedig mogelijk beantwoord. De beantwoording
               van de overige vragen volgt.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.