Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over het bericht ''Bank vraagt klantgegevens aan ondernemers bij contante betaling''
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Financiën over het bericht «Bank vraagt klantgegevens aan ondernemers bij contante betaling» (ingezonden 23 februari 2024).
Antwoord van Minister Van Weyenberg (Financiën) (ontvangen 13 maart 2024).
Vraag 1
Wat vindt u van de ervaringen van 1.700 ondernemers met betrekking tot de manier waarop
banken hen behandelen in het kader van hun witwasonderzoek?1
Antwoord 1
Ik neem deze signalen serieus. De poortwachtersrol van banken is essentieel in een
effectieve aanpak van witwassen en financieren van terrorisme. Het verhullen van de
criminele herkomst van opbrengsten van misdrijven stelt daders van deze misdrijven
in staat om buiten het bereik van onder meer overheidsinstanties te blijven en ongestoord
van het vergaarde vermogen te genieten. Ook kunnen deze illegale inkomsten worden
gebruikt voor de financiering van dezelfde of nieuwe criminele activiteiten. Het opgebouwde
vermogen biedt hen ook de mogelijkheid om posities te verwerven in bonafide ondernemingen
en in sommige gevallen het gezag van de overheid te ondermijnen. Tot slot wordt de
integriteit van het financieel-economisch stelsel aangetast door mensen die criminele
verdiensten proberen te verhullen. Het is daarom cruciaal dat de legale financiële
kanalen waarlangs het witwasproces zich kan voltrekken worden beschermd tegen het
gebruik ervan voor criminele doeleinden door poortwachters.
Tegelijkertijd is er meermaals2 vastgesteld dat er ruimte is voor verbetering van de risicogebaseerde aanpak van
banken en zijn hier inmiddels verschillende acties voor ondernomen.3 Ik vind het belangrijk dat deze signalen in deze trajecten worden meegenomen om na
te gaan hoe de aanpak verder kan worden verbeterd.
Vraag 2
Vindt u het acceptabel dat klanten van de bank niet als zodanig duidelijk herkenbare
communicatie van de bank krijgen over een witwasonderzoek, ook als dat verstrekkende
gevolgen kan hebben?
Antwoord 2
Ik vind het belangrijk dat banken duidelijk communiceren over hun poortwachtersrol
en waarom zij bepaalde informatie opvragen bij hun klanten. Daarom is het verbeteren
van de voorlichting van cliënten over het doel van de regelgeving en de informatie
die poortwachters van cliënten nodig hebben voor het cliëntonderzoek een van de acties
uit de beleidsagenda aanpak van witwassen.4 De Nederlandsche Vereniging van Banken (NVB) heeft aangekondigd dat zij in overleg
gaat met de sector om te bespreken welke stappen er genomen kunnen worden om de communicatie
met cliënten te verbeteren.
Vraag 3
Vindt u het acceptabel dat banken hun klanten limieten opleggen voor het storten van
contant geld, terwijl dit een wettelijk betaalmiddel is en in sommige takken zeer
gebruikelijk, bijvoorbeeld als je op de markt staat?
Antwoord 3
Contant geld is inderdaad wettig betaalmiddel en wordt in Nederland voor zo’n 20%
van de toonbanktransacties gebruikt.5 Ik vind het belangrijk dat het mogelijk blijft om met contant geld te betalen. Zowel
voor groepen mensen die ervan afhankelijk zijn, als voor mensen die er simpelweg een
voorkeur voor hebben.6 Contant geld wordt in de meeste gevallen gebruikt voor legitieme doeleinden.
Dit neemt echter niet weg dat contant geld ook potentieel hogere risico’s op witwassen
en terrorismefinanciering kent. Zo worden cliënten in sectoren met een intensief gebruik
van contant geld in de Europese anti-witwasrichtlijn gezien als een potentieel hoger
risico en geldt het in de rechtspraak als een zogenoemd feit van algemene bekendheid7 dat diverse vormen van criminaliteit gepaard gaan met grote hoeveelheden contant
geld.
Of het gebruik van contant geld door een cliënt daadwerkelijk een hoger witwasrisico
oplevert dient de bank door middel van het individuele cliëntonderzoek te bepalen.
Een eventuele beperking van de chartale dienstverlening als risicomitigerende maatregel
moet proportioneel zijn, mag het legitieme gebruik van contant geld niet onnodig belemmeren
en moet toegesneden zijn op het risico en de specifieke omstandigheden van de cliënt.
Maatregelen zoals categorale uitsluiting van het gebruik van contant geld, of categorale
limieten aan het gebruik daarvan voor hele sectoren voldoen daar niet aan.
Vraag 4
Vind u het redelijk dat banken om identiteitsinformatie vragen van degene die met
grote bankbiljetten heeft betaald, terwijl ook zo’n biljet een wettig betaalmiddel
is, en je als ondernemer bovendien niet zomaar om het identiteitsbewijs van je klant
kunt vragen vanwege privacy overwegingen?
Antwoord 4
Dit is nadrukkelijk geen onderdeel van een standaard cliëntenonderzoek, maar kan redelijk
zijn in specifieke omstandigheden. Het onderzoek van poortwachters dient risicogebaseerd
te zijn. Dit betekent dat de intensiteit van het onderzoek in lijn moet zijn met de
risico’s: zijn de risico’s op witwassen of financieren van terrorisme hoog, dan zal
het onderzoek diepgaander moeten zijn dan als de risico’s laag zijn. Daarnaast is
relevant dat sommige ondernemers op hun beurt ook poortwachter zijn en in dat kader
in sommige gevallen ook cliëntonderzoek moeten doen. Dit geldt bijvoorbeeld voor handelaren
als ze contante betalingen van € 10.000 of meer uitvoeren. Bovenstaande, in combinatie
met de verhoogde risico’s van contant geld die hierboven zijn toegelicht en mogelijke
specifieke context waarvan sprake is bij een cliënt, kan ertoe leiden dat het in bepaalde
gevallen redelijk is dat een poortwachter aan zijn eigen cliënten informatie vraagt
over de identiteit van de personen met wie die cliënt zaken doet.
Hoewel dit dus redelijk kan zijn in specifieke omstandigheden, baren de signalen uit
de uitzending van Radar mij wel zorgen. Ik zal daarom De Nederlandsche Bank (DNB)
vragen om te bezien of de nieuwe Q&A’s en Good Practices8 waar DNB momenteel aan werkt, voldoende handvatten bieden aan banken om risicogebaseerd
om te gaan met het onderzoek dat cliënten van de bank moeten doen naar de geldstromen
van hun eigen klanten.
Vraag 5
Vindt u dat de banken beperkende acties mogen ondernemen, zoals het blokkeren, limiteren
of opheffen van bankrekeningen wanneer zij de door hun gevraagde informatie niet ontvangen,
als ondernemers hebben aangegeven dat zij niet wettelijk verplicht zijn zulke informatie
aan te leveren, bijvoorbeeld vanwege de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)
of privacy overwegingen?
Antwoord 5
Dit zal in een gemiddeld geval niet nodig of redelijk zijn, maar dat neemt niet weg
dat er specifieke omstandigheden kunnen zijn waarin het noodzakelijk is voor een bank
om beperkende maatregelen te treffen om de risico’s te mitigeren. Hier kan bijvoorbeeld
sprake van zijn als er sprake is van hoge risico’s, het verkrijgen van bepaalde informatie
noodzakelijk en proportioneel is, de bank zonder die informatie het cliëntonderzoek
niet kan afronden en de cliënt de ruimte is geboden om de weigering toe te lichten
of mogelijk op een andere wijze te voldoen aan de informatiebehoefte van de bank.
Vraag 6
Vindt u dat de banken beperkende acties mogen ondernemen, zoals het blokkeren, limiteren
of opheffen van bankrekeningen wanneer zij de door hun gevraagde informatie niet tijdig
ontvangen, terwijl een ondernemer heeft aangegeven niet tijdig aan het verzoek te
kunnen voldoen?
Antwoord 6
Als een cliënt gemotiveerd en met geldige redenen aangeeft niet tijdig aan het verzoek
te kunnen voldoen en daarbij aangeeft wanneer dit wel mogelijk zal zijn, vind ik het
moeilijk voor te stellen dat overgaan tot beperkende acties redelijk zal zijn. Als
het niet aanleveren van informatie echter structurele vormen aanneemt en er sprake
is van specifieke omstandigheden (zie bijvoorbeeld de omstandigheden uit de beantwoording
van de vorige vraag), kan ik me voorstellen dat op een gegeven moment een bank het
noodzakelijk acht om over te gaan tot beperkende acties.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het witwasonderzoek en de manier waarop klanten van banken in
dat kader worden bejegend te ver is doorgeschoten?
Antwoord 7
Er is ruimte voor een meer risicogebaseerde aanpak door banken. Dit is al eerder vastgesteld9 en aan deze vaststelling zijn verschillende acties verbonden.10 Een van de thema’s uit de beleidsagenda aanpak van witwassen is dan ook «ruimte waar
mogelijk». Bij dit thema horen verschillende maatregelen om meer ruimte te creëren
voor burgers en poortwachters in de aanpak van witwassen. Overigens heeft uw Kamer
de voortgangsbrief bij deze beleidsagenda controversieel verklaard.
Vraag 8
Bent u bereid met De Nederlandsche Bank (DNB) en de Nederlandsche Vereniging van Banken
(NVB) in gesprek te treden over deze signalen en met hen te komen tot een juiste wijze
van behandeling?
Antwoord 8
Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 1, lopen er al verschillende trajecten
om de risicogebaseerde benadering van banken te verbeteren. Daarnaast heeft de NVB,
zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 2, aangekondigd dat zij in overleg
met de sector zal bespreken welke stappen er genomen kunnen worden om de communicatie
met cliënten te verbeteren. Tot slot zal ik, zoals aangegeven in de beantwoording
van vraag 4, DNB vragen om te bezien of de nieuwe Q&A’s en Good Practices11 waar DNB momenteel aan werkt, banken voldoende handvatten bieden om risicogebaseerd
om te gaan met het onderzoek dat cliënten van de bank moeten doen naar de geldstromen
van hun eigen klanten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.