Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Synhaeve over het afwijzen van sociale huurwoningen aan woningzoekenden met een verleden als cliënt in de jeugdzorg
Vragen van het lid Synhaeve (D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het afwijzen van sociale huurwoningen aan woningzoekenden met een verleden als cliënt in de jeugdzorg (ingezonden 15 februari 2024).
Mededeling van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
12 maart 2024).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het feit dat woningcorporaties woningzoekenden afwijzen voor
een sociale huurwoning op grond van het feit dat zij in het verleden cliënt waren
in een jeugdzorginstelling?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op het feit dat kwetsbare groepen, zoals voormalige cliënten uit
de jeugdzorg, in het algemeen vaak jaren moeten wachten om aanspraak te kunnen maken
op een sociale huurwoning waardoor problematiek verergert en maatschappelijke problemen
ontstaan?
Vraag 3
Deelt u de mening dat deze jongeren die uitstromen vanuit de jeugdzorg hierdoor worden
gestraft voor een situatie waar zijzelf geen schuld aan dragen?
Vraag 4
Bent u van mening dat hier sprake is van de schending van de Algemene wet gelijke
behandeling en het verbod op onderscheid door uitsluiting op basis van verblijf in
een jeugdzorginstelling? Zo ja, kunt u dan de Kamer infomeren over hoe u van plan
bent deze schending tegen te gaan?
Vraag 5
Bent u voornemens te onderzoeken wat nodig is om woningcorporaties hun maatschappelijke
plicht te gaan laten uitvoeren om mensen uit kwetsbare groepen te huisvesten?
Vraag 6
Wat vindt u van de maatregel van de gemeente Utrecht om kwetsbare groepen waaronder
voormalige cliënten uit de jeugdzorg komend jaar meer kans op een huurwoning te geven?
Kunt u de Kamer hierover informeren?2
Vraag 7
Welk gevolg is er gegeven aan uw conclusie uit uw Kamerbrief onder Kamerstuk dat er
in de huisvestigingsmogelijkheden van aandachtsgroepen een trend van verslechtering
zit en hoe verhoudt zich dat tot deze situatie dat voormalige jeugdzorgcliënten geweigerd
worden voor een sociale huurwoning?3
Vraag 8
Herkent u zichzelf nog altijd in de uitspraak uit uw Kamerbrief dat het bestrijden
van dakloosheid in feite gaat over het bestrijden van uitsluiting?4
Vraag 9
Op welke wijze wilt u verdere uitsluiting van voormalige bewoners van jeugdzorginstellingen
in de toekomst voorkomen?
Vraag 10
Welk gevolg is er gegeven aan uw brief van 2 juni 2022, waarin werd geschreven dat
wonen eerst en preventie belangrijk zijn bij het voorkomen van dakloosheid voor onder
andere uitstromers van jeugdzorginstellingen?
Vraag 11
Kunt u de Kamer informeren over de voortgang van het Programma «Een thuis voor iedereen»
dat als doel had om huisvesting van kwetsbare mensen te verbeteren en dan specifiek
voor jongeren die in een jeugdzorginstelling hebben gezeten?5
Vraag 12
Kunt u aangeven of bij het uitvoeren van de passage uit de Hervormingsagenda dat Rijk,
provincies, gemeenten en woningcorporaties afspraken maken over bouw, toewijzing van
woningen en ondersteuning ook specifiek deze problematiek wordt betrokken van jongeren
die geweigerd worden?
Mededeling
Het lid Synhaeve (D66) heeft schriftelijke vragen gesteld over het bericht «Kamervragen
over het afwijzen van sociale huurwoningen aan woningzoekenden met een verleden als
cliënt in de jeugdzorg» aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De vragen zijn ingezonden
op 15 februari 2024 met het kenmerk 2024Z02576.
Deze vragen zullen helaas niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken beantwoord
kunnen worden, omdat er meer tijd nodig is voor de interdepartementale ambtelijke
afstemming. Het streven is om de vragen zo spoedig als mogelijk te versturen, dit
wordt naar verwachting 28 maart 2024.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.