Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tjeerd de Groot over de illegale spieringvisserij in de Waddenzee
Vragen van het lid Tjeerd de Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de illegale spieringvisserij in de Waddenzee (ingezonden 16 februari 2024).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). mede namens de
Minister voor Natuur en Stikstof (ontvangen 12 maart 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Vissers halen meer dan 20 ton aan «verboden» vis uit
Waddenzee»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van het feit dat er in januari van dit jaar al meer dan 23 ton spiering
uit de Waddenzee is gevist zonder dat daar een natuurvergunning voor is afgegeven?
Antwoord 2
Het vissen op spiering met het sleepnet in dit Natura 2000-gebied is zonder vergunning
niet toegestaan. Het is volstrekt onacceptabel dat een aantal vissers toch, ondanks
de kenbaarheid van dit verbod, deze visserij zeer bewust lijken te ondernemen. Mijn
toezichthouders hebben deze visserij waargenomen en gerapporteerd. De Minister voor
Natuur en Stikstof heeft drie vissers hierop formeel gewaarschuwd. Bij verdere overtredingen
zullen uiteraard vervolgstappen ondernomen worden.
Vraag 3
Welk gevolg is er gegeven aan de uitspraak die op 6 december 2023 werd gedaan door
Rechtbank Midden-Nederland, waarin de natuurvergunningen voor spieringvisserij op
acht locaties in de Waddenzee als niet voldoende onderbouwd werden verklaard? Kunt
u verklaren hoe het mogelijk is dat op deze grote schaal illegaal gevist wordt zonder
dat hierop wordt gehandhaafd?2
Antwoord 3
De Minister voor Natuur en Stikstof heeft geconstateerd dat de visserijbedrijven wiens
eerdere natuurvergunning voor de spieringvisserij zijn vernietigd door de rechtbank,
deze uitspraak respecteren. In zoverre geven zij dus gevolg aan de uitspraak. De vergunningplicht
geldt uiteraard algemeen, ook voor vissers en visserijbedrijven die niet eerder om
een natuurvergunning hebben verzocht.
Mij zijn drie concrete gevallen van ogenschijnlijk doelbewuste visserij op spiering,
zonder geldige natuurvergunning, bekend. Zoals in mijn antwoord op vraag 2 aangegeven
zijn hierop inmiddels passende actie gezet. De Minister voor Natuur en Stikstof zal
die actie continueren bij voortgaande visserij.
Vraag 4
Bent u bekend met het feit dat garnalenvissers hun netten hebben aangepast om op spiering
te kunnen vissen?
Antwoord 4
Vanuit twee kaders bestaan specifieke verplicht aan te houden maaswijdtes voor de
uitvoering van de garnalenvisserij. Vanuit de garnalenvergunning die is uitgeven op
basis van de Visserijwet is een maaswijdte van minimaal 16 mm verplicht. Deze verplichting
geldt dus altijd voor de garnalenvisserij. In de gedoogbeschikking voor het vissen
op garnalen met het sleepnet alsmede met het bordennet op specifieke locaties in diverse
Natura 2000-gebieden zonder vergunning op basis van de Wet natuurbescherming (inmiddels
opgegaan in de Omgevingswet) is een maaswijdte van minimaal 20 mm in het gehele net
en 22 mm in de kuil van de netten (de laatste 150 rijen van de mazen) verplicht. Dit
laatste geldt dus alleen voor de garnalenvissers die onder de gedoogbeschikking in
de Waddenzee vissen. Niet elk van de bewuste vissers heeft zich aan de vanuit deze
gedoogbeschikking verplichte minimummaaswijdte gehouden, afgaande op de door henzelf
ingevoerde data in het verplichte logboek. Mede daarom zullen de toezichthouders de
komende periode hier fysiek gericht toezicht op houden.
Vraag 5
Wat is uw reactie op de uitspraken van de Vogelbescherming dat de garnalenvissers
een bepaalde vistechniek gebruiken, waardoor er geen sprake is van bijvangst maar
van bewuste vangst van spiering?
Antwoord 5
Aan garnalenvissers is vanuit de Visserijwet een vergunning verleend voor het gebruik
van enig vistuig geschikt voor het vangen van garnalen, zonder specificatie van soorten
die daarmee wel of niet, en in welke hoeveelheden, mogen worden bijgevangen. Dit bemoeilijkt
een eventueel oordeel of er sprake is van bijvangst dan wel een bewuste vangst van
spiering. Het specifieker vaststellen van de vergunning wordt meegewogen voor het
lange termijnperspectief. Om bijvangst in de garnalenvisserij te beperken, is de zeeflap
een verplicht onderdeel van het garnalenvistuig. De betreffende garnalenvissers maakten
hier gebruik van.
Los van de specifieke vistechniek die men mogelijk hanteert, vinden zowel ik als de
Minister voor Natuur en Stikstof vooral de gekozen locaties voor het vissen op garnalen
zeer opmerkelijk. De spuikommen bij Den Oever en Kornwerderzand zijn geenszins een
reguliere locatie om op garnalen te vissen in de Waddenzee. De spuikommen zijn immers
circa 25 meter diep. Garnalenvisserij vindt doorgaans op ondiepere locaties plaats
waar met klossen aan het sleepnet de garnalen die zich in de zeebodem bevinden opgeschrikt
worden. In combinatie met de aangelande hoeveelheden aan vangsten en de verhouding
daarin tussen spiering en garnaal is in de optiek van de Minister voor Natuur en Stikstof
een natuurvergunning voor spieringvisserij een vereiste.
Vraag 6
Kunt u toezeggen onderzoek te doen naar de gehanteerde vistechnieken op de Waddenzee
en maatregelen om de bijvangst van spiering zoveel mogelijk te beperken?
Antwoord 6
De betrokken toezichthouders zijn in hun waarnemingen alert op de specifieke vispatronen,
exacte vislocaties, gehanteerde netconfiguraties en algehele uitvoering van deze visserijen
die de betreffende vissers hanteren. Die analyses worden vastgelegd en zijn mede basis
voor de dossiervorming richting vervolgstappen in optreden hiertegen.
Vraag 7
Wat vindt u van het feit dat het Kornwerderzand één van de plekken is waar intensief
wordt gevist, terwijl dit een gebied een voorgenomen visserijvrije zone is? Geldt
dit ook nog voor andere gebieden?
Antwoord 7
Bij de spuisluizen van Kornwerderzand is nog geen visserijvrije zone van toepassing.
De besluitvorming hierover is nog in voorbereiding. Over de stappen die hierin zijn
genomen heb ik uw Kamer eerder geïnformeerd (Kamerstuk 32 627, nr. 45). In de beantwoording op vraag 8 ga ik hier nader op in. Hoewel er dus nog geen visserijvrije
zones zijn ingesteld, is de spieringvisserij in het Natura 2000-gebied Waddenzee,
en dus ook op deze locaties, niet toegestaan.
Vraag 8
Welk gevolg is er gegeven aan de beleidsvoornemens om visserij nabij vismigratievoorzieningen
waaronder stuwcomplexen in de Afsluitdijk aan te pakken, zoals staat vermeld in de
brief gestuurd op 3 juli 2020 naar aanleiding van de motie van het lid Tjeerd de Groot
(Kamerstuk 29 664, nr. 197) uit 2019?3
Antwoord 8
Uw Kamer is geïnformeerd over het beleidsvoornemen voor het instellen van een generieke
visserijvrije zone van 250 meter bij alle vismigratievoorzieningen, bij de sluizen
van de Afsluitdijk aan de zeezijde een zone van 1.000 meter en bij het Haringvlietsluis
aan de zeezijde een zone van 1.500 meter (Kamerstuk 29 664, nr. 204).
Op 8 december 2020 heeft de Kamer de motie Lodders (Kamerstuk 33 450, nr. 82) aangenomen die verzoekt dat er wordt afgezien van het instellen van generieke visserijvrije
zones en dat in plaats daarvan tot visserijvrije zones op maat wordt gekomen om de
impact op de sportvisserij te verminderen. Per brief van 20 april 2021 is door mijn
ambtsvoorganger aangegeven op welke wijze invulling zou worden gegeven aan de motie
(Kamerstuk 29 675, nr. 200).
Naar aanleiding hiervan is in het commissiedebat zee- en kustvisserij op 30 juni 2021
over het onderwerp gesproken (Kamerstuk 29 675, nr. 207). Hierbij is toegezegd om met Sportvisserij Nederland in overleg te gaan om te kijken
of voor bepaalde categorieën wateren kleinere visserijvrije zones ingesteld kunnen
worden. De Kamer is hierover per brief van 9 juni 2022 geïnformeerd (Kamerstuk 29 664, nr. 207). Als gevolg hiervan is dus opnieuw bekeken welke omvang de visserijvrije zones op
welke locaties zouden moeten krijgen en conform de motie Lodders is aan Sportvisserij
Nederland en de waterbeheerders verzocht hier een gezamenlijk gedragen advies over
uit te brengen. Dit advies is recent afgerond en zal worden betrokken in de definitieve
besluitvorming over de instelling van visserijvrije zones. De Kamer is hierover laatstelijk
per brief van 1 maart 2023 geïnformeerd (Kamerstuk 32 627, nr. 45).
Vraag 9
Kunt u verklaren waarom de visserijvrijezones niet in de loop van 2021 zijn ingevoerd,
zoals in de brief van 3 juli 2020 was aangekondigd?
Antwoord 9
Ik verwijs u naar de beantwoording van vraag 8.
Vraag 10
Kunt u de Kamer informeren over de voortgang van het invoeren van de visserijvrije
zones die in 2024 plaats zal vinden volgens de brief gestuurd door de Minister op
1 maart 2023?4
Antwoord 10
Ik heb in de beantwoording op vraag 8 toegelicht welke processtappen reeds zijn doorlopen.
Het maatwerkadvies van Sportvisserij Nederland en de waterbeheerders wordt nu beoordeeld
om te bepalen in welke mate dit advies kan worden overgenomen om tot een afbakening
van de visserijvrije zones te komen die de trekvissen voldoende beschermen. Op korte
termijn zal ik de resultaten van het traject met Sportvisserij Nederland delen met
de Tweede Kamer en bekendmaken hoe ik vervolg zal geven aan het instellen van visserijvrije
zones.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
C. van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.