Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over boodschappen die weer duurder worden
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister van Financiën over boodschappen die weer duurder wordt en (graai)inflatie die omhoog schiet (ingezonden 5 februari 2024).
Antwoord van Minister Van Weyenberg (Financiën), mede namens de Staatssecretaris van
Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 7 maart 2024).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel in de Telegraaf waarin wordt gesteld dat de
boodschappen weer duurder zijn geworden?1
Antwoord 1
Ja. Daarbij kan worden opgemerkt dat de grootste prijsstijgingen van voedsel ten minste
op korte termijn grotendeels achter de rug lijken. Waar de jaar-op-jaar stijging van
de categorie voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken begin 2023 nog een maximum bereikte van 17,9%, was dat in januari 2024 2,5%. Het
CPB heeft in de meest recente raming (Centraal Economisch Plan 2024) de verwachting
uitgesproken dat de voedselprijzen in 2024 slechts licht zullen stijgen, en deze prijzen
in 2025 rond het langjarig gemiddelde van vóór 2022 zal liggen2. Ook vanuit de sector, betrokken organisaties en experts komen signalen dat de grote
prijsstijgingen achter de rug zijn.
Vraag 2 en 5
Waarom kunt u de inflatie niet beteugelen?
Gaat u nadere maatregelen nemen om de inflatie tegen te gaan?
Antwoord 2 en 5
Een sterk herstel na de covid-pandemie in combinatie met de verschrikkelijke oorlog
in Oekraïne heeft geleid tot hoge inflatie. In 2022 betrof het vooral een sterke stijging
van energieprijzen. In eerste instantie merkten huishoudens de hoge inflatie dan ook
vooral doordat hun energierekening hoger werd. Om deze effecten te beperken heeft
het kabinet in 2023 een prijsplafond voor energie ingesteld. Dit heeft de inflatie
direct verlaagd en de koopkracht van huishoudens verbeterd: de energieprijzen verlaagden
de inflatie in 2023 met bijna 2%.3
Gedurende 2023 zijn de hoge energieprijzen gaan doorwerken in de rest van de economie.
Bedrijven die veel energie gebruiken rekenen de hogere kosten die worden gemaakt,
door en werkenden vragen extra loon om hun koopkracht te behouden. Dit heeft de inflatie
verbreed en maakt het lastiger voor het kabinet om gerichte maatregelen te nemen om
de inflatie te drukken. Het instellen van een prijsplafond op energie zou op dit moment
bijvoorbeeld maar zeer beperkte invloed hebben op de inflatie omdat de prijzen van
energie ondertussen onder het niveau van het prijsplafond liggen.
De centrale bank is verantwoordelijk voor het terugbrengen van de inflatie in de eurozone
als geheel. Zij streeft er naar om deze te verlagen tot 2%. Hiervoor heeft zij afgelopen
jaar de rentes sterk verhoogd en we zien hiervan ook duidelijk de effecten: de inflatie
is afgelopen jaar sterk afgenomen. Bedroeg deze op de top in september 2022 nog ruim
14%, afgelopen maanden lag deze rond de 2%.
Wel heeft het kabinet oog voor huishoudens die als gevolg van de hoge inflatie moeite
hebben om rond te komen. Daarom heeft het kabinet voor zowel 2023 als structureel
maatregelen genomen om werken meer lonend te maken en de bestaanszekerheid van huishoudens
te verbeteren, zoals uitgebreider toegelicht in het antwoord op vraag 3. Met dit pakket
aan maatregelen nam de armoede niet toe en die onder kinderen zelfs fors af.
Vraag 3
Wat gaat u doen aan de koopkracht van de Nederlander nu u de inflatie niet kunt beteugelen?
De lonen verhogen?
Antwoord 3
De recente CPB-raming laat zien dat koopkracht over de linie toeneemt in 2024. Dit
is mede het gevolg van meerdere maatregelen van het kabinet: zo heeft het kabinet
vanaf 2024 het kindgebonden budget en de huurtoeslag verhoogd, bovenop de eerdere
forse verhogingen van het wettelijk minimumloon. Het kabinet heeft vanaf 2024 ook
het minimumuurloon ingevoerd en de arbeidskorting voor werkenden met een inkomen rond
minimumloon verhoogd. Daarnaast is op verzoek van de Tweede Kamer de kinderbijslag
verhoogd en wordt (indien het wetsvoorstel wordt aangenomen) het wettelijk minimumloon
per 1 juli 2024 verder verhoogd met 1,2 procentpunt. Volgens de meest recente raming
van het CPB (Centraal Economisch Plan 2024) herstelt de koopkracht zich in 2024 dankzij
de stijging van lonen en de daling van de inflatie. De lagere inflatie van 2,9% en
de stijging van de lonen met 6% zorgt dus voor een mediane koopkrachtstijging van
2,7% in 2024. Het is aan sociale partners om afspraken te maken over de lonen.
Vraag 4
Bent u op de hoogte van de verdubbeling van de winst van bijvoorbeeld banken?4
Antwoord 4
Ja, zie de brief over bankwinsten van mijn voorganger5.
Vraag 6 en 7
Heeft u kennisgenomen van het feit dat voedsel duurder is geworden? Vind u dat producenten
hun belastingen mogen doorberekenen aan de consument?
Wat ligt er in uw vermogen om het doorberekenen van belastingen van producenten tegen
te gaan?
Antwoord 6 en 7
Ik heb kennis genomen van de CBS-publicatie waarin staat dat de voedingsmiddelen in
januari jl. met 2,1% zijn gestegen ten opzichte van vorig jaar. In december waren
de voedingsmiddelen 4,1% duurder dan het jaar ervoor.6
Het is aan de bedrijven zelf om hun prijzen te bepalen, inclusief de doorberekening
van belastingen aan consumenten. Het zal per producent ervan afhangen hoe de belastingen
worden doorberekend. Wanneer prijzen tot stand komen als gevolg van kartels of misbruik
van de economische machtspositie kan de Autoriteit Consument & Markt (ACM) daartegen
optreden.
Vraag 8
Kunt u met supermarkten afspreken dat voedsel voor mensen met een kleine beurs verkrijgbaar
blijft, zoals in Frankrijk? Is een «anti-inflation quarter» een instrument dat u wilt
inzetten?7
Antwoord 8
De regering in Frankrijk maakte in 2023 afspraken met supermarkten om de prijsstijging
van «dagelijkse producten» te beperken, in ruil voor compensatie. Deze afspraak liep
tot het einde van 2023. In Nederland zijn geen afspraken gemaakt met supermarkten
om de prijsstijging te beperken. Daar waar de prijzen tot stand komen als gevolg van
kartels of misbruik van de economische machtspositie kan de ACM optreden. Het kabinet
heeft veel andere maatregelen genomen om huishoudens te ondersteunen, zoals benoemd
bij het antwoord op vraag 3.
Intussen zien we dat de grootste prijsstijgingen van voedsel grotendeels achter de
rug lijken (zie ook het antwoord op vraag 1). Daarnaast is de verwachting dat de loongroei
dit jaar hoger zal liggen dan de inflatie. Dit draagt bij aan het herstel van koopkracht.
De extra verhoging van het wettelijk minimumloon per 1 juli 2024 (indien het wetsvoorstel
wordt aangenomen) vormt daarbij een extra steun voor mensen met een kleinere beurs.
Vraag 9
Bent u op de hoogte van uw uitspraken ten tijde van uw Kamerlidmaatschap over torenhoge
inflatie in relatie tot armoede? Is uw inzicht daaromtrent veranderd?8
Antwoord 9
Volgens de CPB-raming uit maart 2023 zou het aandeel personen in armoede oplopen van
4,7% in 2023 naar 5,8% in 2024. Sindsdien heeft zowel het kabinet als de Tweede Kamer
besloten tot aanvullend beleid om een toename van armoede te voorkomen en kinderarmoede
te verlagen. Volgens de meest recente raming van het CPB uit februari 2024 lukt dat
ook: de armoede komt ook in 2024 uit op 4,7% onder alle personen en op 4,9% onder
kinderen.
Vraag 10
Heeft u contact met de Spaanse Minister van Financiën over maatregelen tegen inflatie?
Wat vindt u van deze maatregelen?9
Antwoord 10
De thema’s inflatie en de gevolgen voor de koopkracht van burgers zijn regelmatig
onderdeel van gedachtewisselingen in de Ecofinraad. Hier spreek ik met de Europese
Ministers van Financiën, waaronder die van Spanje. Deze discussies zijn nuttig om
van andere landen te leren en inspiratie op te doen voor nationaal beleid. In de inkomensondersteuning
bestaan er veel mogelijkheden die kwetsbare huishoudens gerichter ondersteunen in
de portemonnee dan een verlaging van de BTW op boodschappen. Bij de Miljoenennota
2024 is er een integrale afweging gemaakt voor het pakket om een toename van armoede
te voorkomen, zoals beschreven in het antwoord bij vraag 3 en vraag 9. In vergelijking
met andere landen is in de afgelopen jaren zowel in absolute als in relatieve termen
een groot deel van het bbp uitgegeven aan inkomensondersteuning. In dezelfde analyse
wordt ook duidelijk dat slechts enkele landen hebben gekozen voor prijsregulatie zoals
uitgevoerd in Spanje10.
Vraag 11 en 12
Vindt u ook dat winstgestuurde inflatie, oftwel graaflatie, met een pakket aan maatregelen
die dit tegengaat hoog op de agenda moet komen, zoals Isabella Weber dat wereldwijd
doet?11
Gaat u deze maatregelen implementeren?
Antwoord 11 en 12
Door wegvallend aanbod en toenemende vraag kunnen winsten tijdelijk toenemen. Daarnaast
kan er ook sprake zijn van winstgestuurde inflatie, waarbij gedurende kostprijsstijgingen
de prijzen verhoogd worden om winstmarges te behouden of te verhogen. Ook deze vorm
van inflatie staat bij mij op het netvlies en meer onderzoek hiernaar is wenselijk.
Indien marktimperfecties zoals marktmacht een rol spelen bij het verhogen van prijzen
en winsten is het in principe aan de ACM om hier op te acteren. Er wordt nu onderzocht
of het instrumentarium van de ACM nog toereikend is in deze huidige tijd. In het tweede
kwartaal van 2024 komt er een Kamerbrief naar buiten over de toereikendheid van het
ACM-instrumentarium inclusief bredere noties over de misbruik van marktmacht, zoals
mijn collega Staatssecretaris Vijlbrief heeft aangegeven in het mondelinge vragenuurtje.
Daarnaast heeft het kabinet al een aantal voorstellen van Isabella Weber, zoals prijsregulering
en het afromen van overwinsten, geïmplementeerd in Nederland. Zo is er in Nederland
in 2023 een prijsplafond op energie ingevoerd. Ook zijn er maatregelen geïmplementeerd
om de hogere winsten af te romen, zoals de tijdelijke solidariteitsbijdrage, de tijdelijke
inframarginale elektriciteitsheffing en de tijdelijke verhoging van de mijnbouwheffing.
Als laatste heeft het kabinet de afgelopen jaren gewerkt aan een verschuiving van
lasten op arbeid naar lasten op winsten en vermogen, zoals het lage vpb-tarief en
het box 2- en 3-tarief.
Vraag 13
Heeft u kennisgenomen van de antwoorden van Staatssecretaris Vijlbrief aangaande regulering
van brandstofprijzen op mondelinge vragen van Kamerleden op 23 januari 2024?12
Antwoord 13
Ja, daar heb ik kennis van genomen, zie ook het antwoord bij vragen 11 en 12.
Vraag 14
Gaat u deze manier van reguleren ook toepassen op prijzen van andere boodschappen?
Antwoord 14
Er zijn in het mondelinge vragenuurtje meerdere manieren van markttoezicht geopperd.
Staatssecretaris Vijlbrief heeft tijdens dit vragenuurtje een toezegging gedaan te
bekijken of de ACM meer bevoegdheden kan krijgen als bedrijven de prijzen kunstmatig
hoog houden en dat in de Kamerbrief over de toereikendheid van de ACM-bevoegdheden
mee te nemen. Deze toezegging verwelkom ik.
Vraag 15
Hoe gaat u zorgen dat een goede regulering van de prijzen op boodschappen effectief
werkt?
Antwoord 15
Ik heb geen intentie voor wat betreft verdere regulering van boodschappenprijzen en
kan daarom geen concrete invulling op deze vraag geven. De ACM is verantwoordelijk
voor het toezicht op de Nederlandse markten. Op dit moment wordt er onderzoek gedaan
naar de toereikendheid van het ACM-instrumentarium, zie hiervoor ook het antwoord
op vraag 11, 12 en 14.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën -
Mede namens
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.