Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Kostic, Teunissen en Beckerman over belastingontwijking door bedrijven zoals Chemours
Vragen van de leden Kostić, Teunissen (beiden PvdD) en Beckerman (SP) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Infrastructuur en Waterstaat over belastingontwijking door bedrijven zoals Chemours (ingezonden 13 februari 2024).
Mededeling van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 6 maart 2024).
Vraag 1
Heeft u sinds de beantwoording van mondelinge vragen op dinsdag 6 februari 2024 over
het bericht «Vervuilende pfas-fabriek Chemours betaalde geen winstbelasting dankzij
«cynische constructie»» van Follow the Money1 deze in meer detail kunnen bekijken?
Vraag 2
Kunt u uitgebreider ingaan op de aantijgingen in het artikel en in hoeverre Chemours
inderdaad honderden miljoenen winst maakte waarover ze geen winstbelasting hoefde
te betalen, en zelfs geld terug heeft gekregen van de Belastingdienst?
Vraag 3
Wat is uw reactie erop dat Chemours geen winstbelasting hoeft te betalen in Nederland,
terwijl ze ondertussen wel de omgeving hier ernstig vervuilen en een gevaar zijn voor
de gezondheid van omwonenden?
Vraag 4
Vindt u dat hier het principe «de vervuiler betaalt» goed wordt toegepast? Kunt een
nauwkeurige inhoudelijke toelichting geven?
Vraag 5
Onderschrijft u de analyse dat de winst van Chemours in Nederland op papier laag lijkt
door een verschil in de interne en externe prijs die het bedrijf hanteerde en daarmee
een direct belastingvoordeel geeft door deze methode van transfer pricing? Zo niet,
waarom niet?
Vraag 6
Heeft de Belastingdienst vooroverleg gehad met Chemours over de verschuldigde winstbelasting
(i.e. een ruling)? Zo ja, wat houdt deze ruling in? Zo nee, is hiervoor wel een aanvraag
gedaan?
Vraag 7
Wat zou het antwoord van de Belastingdienst typisch zijn als een groot, internationaal
opererend bedrijf een verzoek doet voor een ruling over winstbelasting? Welke overwegingen
zouden hierin worden meegenomen?
Vraag 8
Door welke afdeling binnen de Belastingdienst en volgens welk proces beoordeelt de
Belastingdienst de methodiek van intercompany pricing van bedrijven (zoals Chemours)?
Vraag 9
Wat zijn de voornaamste beperkingen van dit controleproces?
Vraag 10
Zou de Belastingdienst het als een waarschuwing voor mogelijke belastingontwijking
zien als een bedrijf een grote daling in de winst rapporteert van een Nederlandse
fabriek die voornamelijk aan een gelieerd lichaam in het buitenland levert, terwijl
tegelijkertijd een grote stijging uit dividend uit datzelfde land te zien is? Zo ja,
hoe zou de Belastingdienst hierop handelen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Heeft PWC, als accountant van Chemours met de wettelijke plicht om constructies te
melden die worden gebruikt voor belastingontwijking, melding gedaan bij de Belastingdienst?
Zo ja, wat is er met die melding gedaan? Zo nee, waarom niet en hadden ze dat in dit
geval niet moeten doen?
Vraag 12
In hoeverre is het gebruikelijk dat bedrijven afwijken van het arm’s length-principe
bij het bepalen van de verrekenprijzen? Vindt u dit wenselijk?
Vraag 13
Klopt het dat u voornemens bent om het arm’s length-beginsel in de EU-wetgeving op
te nemen, maar dit niet strikter in wilt vullen dan de OESO-richtlijn? Zo ja, wat
is dan de wijziging met de huidige situatie? Zo nee, wat is dan uw insteek voor het
arm’s length-beginsel?
Vraag 14
Bent u het eens met de constatering dat de huidige regelgeving rondom het transfer
pricing systeem bedrijven veel ruimte biedt om verrekenprijzen te beïnvloeden ten
gunste van een lagere belastingafdracht? Zo ja, vindt u dit wenselijk? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 15
Zou een constructie zoals die van Chemours onder de gewijzigde richtlijn verrekenprijzen
zoals deze beschreven is in de Fiche Richtlijn Verrekenprijzen2 nog binnen de bandbreedte van toegestane verrekenprijzen vallen? Zo ja, vindt u dit
wenselijk? Zo nee, zou dit dan niet nu al verboden moeten worden?
Vraag 16
Bent u bereid de regels omtrent transfer pricing verder aan te scherpen dan in het
huidige Fiche Richtlijn Verrekenprijzen staat beschreven om constructies zoals die
van Chemours in de toekomst te voorkomen?
Vraag 17
Vindt u dat u het bedrijf op alle mogelijke manieren heeft aangepakt, zo ook financieel,
om ervoor te zorgen dat de vervuiling stopt?
Vraag 18
Ziet u kans om Chemours (ook) in Nederland winstbelasting te laten betalen?
Vraag 19
Wat vindt u van het feit dat Nederland nog altijd vierde is in de «Corporate Tax Haven
Index» van het Tax Justice Network en ook in andere onderzoeken zoals de Global Tax
Evasion Report (van de EU Tax Observatory) structureel hoog eindigt op de lijst van
landen met het meeste belastingontwijking? Wat is uw reactie op het feit dat zelfs
hoogleraren belastingrecht aangeven dat Nederland nog steeds een belangrijk doorsluisland
is?3 Hoe rijmt u dit met uw bewering dat Nederland geen belastingparadijs zou zijn? Kunt
u verwijzen naar een onafhankelijke wetenschappelijke onderbouwing?
Vraag 20
Welke nieuwe stappen gaat u dit jaar nog zetten om Nederland uit de lijsten van belangrijke
doorsluislanden te halen?
Vraag 21
Kunt u de bovenstaande vragen individueel beantwoorden?
Mededeling
De schriftelijke vragen van de leden Kostić, Teunissen (beiden PvdD) en Beckerman
(SP) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Infrastructuur en Waterstaat
over belastingontwijking door bedrijven zoals Chemours (2024Z02336, ingezonden 13 februari 2024) kunnen met het oog op een zorgvuldige en volledige
beantwoording niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Uiteraard is
het streven de antwoorden zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te sturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.